PEUGEOT 2008 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 2008, Model: PEUGEOT 2008 2018Pages: 240, PDF Size: 8.36 MB
Page 31 of 240
29
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
-
T
ijd en buitentemperatuur (er gaat
een blauw lampje branden bij kans op
gladheid).
-
B
asisinformatie van de menu's
Radio
Media, Telefoon en navigatie-
aanwijzingen*.
-
Berichten.
-
T
oegang tot de Instellingen voor het
touchscreen (datum/tijd, taal, eenheden
e n z .) .
*
A
fhankelijk van de uitvoering
Menu Rijden/Auto
Tabblad "Snelkoppelingen"
Functie Aanwijzingen
"Instelling snelheid" Opslaan van de snelheden voor de snelheidsbegrenzer
of de programmeerbare snelheidsregelaar.
"Bandenspan.contr." Resetten van het bandenspanningscontrolesysteem.
"Parkeerhulp" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Antispinregeling" Inschakelen/uitschakelen van de functie.
"Diagnose" Overzicht van de actuele waarschuwingen
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over een van deze
functies.
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 240
30
Tabblad "Overige instellingen"
PEUGEOT Connect Radio
GroepenFuncties
"Parkeren" -
"
Ruitenwisser achter bij inschakelen achteruit": inschakelen/
uitschakelen van de ruitenwisser achter bij het inschakelen van de
achteruitversnelling.
"Verlichting" -
"
Bochtverlichting": inschakelen/uitschakelen van de statische
bochtverlichting.
-
"
Follow me home-verlichting": inschakelen/uitschakelen van de
automatische follow me home-verlichting.
-
"
Instapverlichting": inschakelen/uitschakelen van de instapverlichting.
-
"
Dagrijverlichting": inschakelen/uitschakelen van de dagrijverlichting
(afhankelijk van het verkoopland).
"Comfortverlicht." -
"
Sfeerverlichting": inschakelen/uitschakelen van de sfeerverlichting en
instellen van de lichtsterkte.
"Beveiliging" -
"
Autom. noodremassistentie": inschakelen/uitschakelen van het
automatische noodremsysteem.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over een van deze
functies.
Instrumentenpaneel
Page 33 of 240
31
PEUGEOT Connect Nav
GroepenFuncties
"Rijverlichting" -
"
Bochtverlichting": inschakelen/uitschakelen van de statische
bochtverlichting.
-
"
Dagrijverlichting": inschakelen/uitschakelen van de dagrijverlichting
(afhankelijk van het verkoopland).
"Comfortverlich -
ting" -
"
Follow me home-verlichting": inschakelen/uitschakelen van de
automatische follow me home-verlichting.
-
"
Instapverlichting": inschakelen/uitschakelen van de instapverlichting.
-
"
Sfeerverlichting": inschakelen/uitschakelen van de sfeerverlichting en
instellen van de lichtsterkte.
"Beveiliging" -
"
Ruitenwisser achter bij inschakelen achteruit": inschakelen/
uitschakelen van de ruitenwisser achter bij het inschakelen van de
achteruitversnelling.
-
"
Autom. noodremassistentie": inschakelen/uitschakelen van het
automatische noodremsysteem.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over een van deze
functies.
Menu "Instellingen"
PEUGEOT Connect Radio
To e t s Aanwijzingen
Uitschakelen van het scherm
(zwart scherm).
Druk op het zwarte scherm of op
de toets MENU om terug te gaan
naar de oorspronkelijke weergave.
Instellen van de lichtsterkte
van de sfeer verlichting van het
dashboard.
Selecteren en configureren van
de drie gebruikersprofielen.
Instellingen touchscreen.
Activering en configuratie van de
Wi-Fi-instellingen.
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 240
32
Instellingen touchscreenDe via de bovenste menubalk
toegankelijke functies zijn in de
volgende tabel weergegeven.
Deze instellingen zijn ook
toegankelijk met de toets " OPTIES"
in het menu " Instellingen".
To e t s Aanwijzingen
Configureren van de
scherminstellingen
(weergavewijze van teksten,
animaties, ...) en de lichtsterkte.
Keuze van de eenheden:
-
t
emperatuur (°Celsius of
°Fahrenheit),
-
a
fstand en brandstofverbruik
(l/100 km, mpg of km/l).
Taalkeuze voor weergave van
informatie op het touchscreen.
Instellen van datum en tijd.PEUGEOT Connect Nav
To e t s Aanwijzingen
Themakeuze.
Audio-instellingen (klankkleur,
geluidsverdeling, geluidsniveau,
stemvolume, belvolume).
Uitschakelen van het scherm.
Instellingen touchscreen. Instellingen touchscreen
De via de bovenste menubalk
toegankelijke functies zijn in de
volgende tabel weergegeven.
Deze instellingen zijn ook
toegankelijk met de toets " OPTIES"
in het menu " Instellingen".
To e t s Aanwijzingen
Keuze van de eenheden:
-
t
emperatuur (°Celsius of
°Fahrenheit),
-
a
fstand en brandstofverbruik
(l/100 km, mpg of km/l).
Taalkeuze voor weergave van
informatie op het touchscreen.
Instellen van datum en tijd.
Keuze voor de synchronisering
met het GPS.
Configureren van de
scherminstellingen
(weergavewijze van teksten,
animaties, ...) en de lichtsterkte.
Selecteren en configureren van
de drie gebruikersprofielen.
Instrumentenpaneel
Page 35 of 240
33
Datum en tijd instellen
Instrumentenpaneel
F Druk deze toets herhaaldelijk in om de volgende parameters weer te geven:
-
uren,
-
minuten,
-
t
ijdsaanduiding in 12 of 24 uur.
Met PEUGEOT Connect
Radio
F Selecteer het menu Instellingen in de bovenste
menubalk van het touchscreen.
F
Sel
ecteer " Configuratie ".
F
Sel
ecteer " Datum en tijd ".
F
Sel
ecteer " Datum" of "Tijd".
F
S
electeer het formaat van de weergave.
F
W
ijzig de datum en/of de tijd met het
numerieke toetsenbord.
F
Be
vestig met " OK".
Met PEUGEOT Connect Nav
Het instellen van de datum en tijd is alleen
mogelijk als de GPS-synchronisatie is
uitgeschakeld.
F
S
electeer het menu
"Instellingen".
F
D
ruk op de toets " OPTIES" om de
secundaire pagina te openen.
F
Sel
ecteer "Instellen tijd-
datum ".
F
S
electeer het tabblad " Datum" of "Tijd".
F
S
tel de datum en/of tijd in met behulp van
het numerieke toetsenbord.
F
D
ruk ter bevestiging in het
geselecteerde tabblad op deze
toets.
Andere instellingen
U kunt er voor kiezen:
- o m de datumnotatie te wijzigen (DD/MM/
JJJJ, JJJJ/MM/DD, ...)
-
o
m de tijdsindeling te wijzigen (12h/24h).
-
o
m de tijdzone te wijzigen.
-
o
m de synchronisatie met het GPS (UTC)
in of uit te schakelen. Het systeem schakelt niet automatisch
over op zomertijd/wintertijd (volgens land
van bestemming).
Overschakelen naar zomer- of wintertijd is
mogelijk door de tijdzone te wijzigen.
1
Instrumentenpaneel
Page 36 of 240
34
Sleutel met
afstandsbediening
U kunt om de auto te ontgrendelen of
vergrendelen de centrale vergrendeling
bedienen met de sleutel in het portierslot of met
de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens
voor de lokalisering en het starten van de auto
en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.
A.Uitklappen/inklappen.
B. Ontgrendelen.
Alarm uitschakelen.
C. Vergrendelen.
Lokaliseren.
Alarm inschakelen.
D. Follow me home-verlichting.
Uitklappen/inklappen van
de sleutel Ontgrendelen van de auto
Met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier richting de voorzijde
van de auto om deze te ontgrendelen.
Met de afstandsbediening
F Druk op de knop met het geopende hangslot om de auto
te ontgrendelen. Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende ongeveer 2 seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw
auto worden gelijktijdig de buitenspiegels
uitgeklapt.
Het inbraakalarm wordt niet uitgeschakeld
als de auto met de sleutel wordt
ontgrendeld.
Vergrendelen van de auto
Met de sleutel
F Druk op de knop A om de sleutel uit of in te
klappen.
Wanneer u deze knop niet indrukt, kan de
afstandsbediening beschadigd raken. F
D
raai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier naar de achterzijde van
de auto om deze te vergrendelen.
Toegang tot de auto
Page 37 of 240
35
Met de afstandsbediening
F Druk op de knop met het gesloten hangslot om de auto te
vergrendelen.
Wanneer u de sleutel in de vergrendelstand gedraaid
houdt of de knop van de afstandsbediening ingedrukt
houdt, worden ook de ruiten gesloten.
Het vergrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer 2 seconden branden
van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering van uw auto, de buitenspiegels
ingeklapt.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen in
de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een
korte tijd, zonder de sleutel mee te nemen.
Als een portier of de achterklep niet
goed is gesloten, werkt de centrale
vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen
ongeveer 30 seconden een van de
portieren wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Als de sleutel zich in het contactslot
bevindt, zijn de functies vergrendelen/
ontgrendelen uitgeschakeld.
Het automatisch in- en uitklappen van de
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Lokaliseren van de auto
F Bij het indrukken van deze toets gaan de plafonniers branden en
knipperen de richtingaanwijzers
gedurende enkele seconden,
zodat u uw geparkeerde auto
kunt terugvinden.
Follow me home-verlichting
Houd deze toets ingedrukt om
de follow me home-verlichting te
activeren (inschakelen van het
parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door de toets een tweede keer in te drukken
ter wijl de verlichting nog brandt, wordt de follow
me home-verlichting weer uitgeschakeld.
Adviezen
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is
een systeem met een groot bereik. Het
is raadzaam om niet met de knop van
de afstandsbediening te spelen, om te
voorkomen dat de portieren per ongeluk
ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening buiten het bereik en het
zicht van uw auto. De afstandsbediening
kan dan onbruikbaar worden. In dat geval
moet de afstandsbediening opnieuw
worden geïnitialiseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren
als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als
het contact uitstaat.
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de
elektronische startblokkering; dit kan tot
storingen leiden.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot
niet om de sleutel te ver wijderen en aan
het stuur wiel te draaien om het stuurslot
te activeren.
2
Toegang tot de auto
Page 38 of 240
36
Portieren
OpenenSluiten
F Duw of trek het portier dicht om het te sluiten.
Als een van de portieren niet goed is gesloten:
-
d
raaiende motor: dit lampje
gaat enkele seconden branden
in combinatie met een
waarschuwingsmelding,
-
ri
jdende auto (snelheid hoger dan
10 km/h): dit lampje gaat enkele
seconden branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding.
De portieren kunnen niet van
binnenuit worden geopend als de
supervergrendeling is ingeschakeld.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in noodgevallen de toegang tot
het interieur voor de hulpdiensten
bemoeilijken.
Neem uit veiligheidsoverwegingen
(kinderen in de auto) de sleutel met
afstandsbediening mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Sleutels of afstandsbediening verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto,
uw legitimatiebewijs en indien mogelijk
de sticker met de sleutelcode naar een
PEUGEOT-dealer.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale
code van de sleutel en de transponder
opzoeken en een nieuwe bestellen.
Bij het aanschaffen van een gebruikte
auto
Laat uw sleutels door het PEUGEOT-netwerk
in het elektronische geheugen van de auto
opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat
de in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn
waarmee de auto kan worden gestart.
Van buitenaf
F Ontgrendel de auto met de
afstandsbediening of de sleutel en trek aan
de portiergreep.
Van binnenuit
F Trek aan de binnenportiergreep van een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld. Het openen van een achterportier van
binnenuit is niet mogelijk als het kinderslot
is geactiveerd.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
kinderbeveiliging
.
Toegang tot de auto
Page 39 of 240
37
Noodprocedures
Hiermee kunt u de portieren mechanisch
vergrendelen en ontgrendelen in het geval van
een storing in de centrale vergrendeling of van
de accu.Als de centrale vergrendeling niet werkt,
moet de accu worden losgekoppeld om de
achterklep te kunnen vergrendelen zodat
de auto volledig is vergrendeld.
Bestuurdersportier
Steek de geïntegreerde sleutel in het slot om
het portier te vergrendelen of ontgrendelen.
Overige portieren
Vergrendelen
F Controleer of de kinderbeveiliging van de achterportieren niet geactiveerd is.
F
V
er wijder met de sleutel het zwarte
afdekkapje op de zijkant van het portier.
F
S
teek de sleutel voorzichtig in de opening
en duw de hendel zonder de sleutel te
verdraaien, naar de binnenzijde van het
portier.
F
V
er wijder de sleutel en plaats de dop terug.
F
T
rek aan de binnenportiergreep.
Ontgrendelen
Probleem met de
afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het ver vangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening worden ontgrendeld,
vergrendeld en gelokaliseerd.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk als de storing niet is verholpen.
Synchroniseren
F Zet het contact uit.
F Z et het contact in stand 2 (contact A AN) .
F
D
ruk direct gedurende enkele seconden op
het gesloten hangslot.
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
2
Toegang tot de auto
Page 40 of 240
38
Vervangen van de batterij
Batterijtype: CR1620 / 3 V.Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is, wordt u
gewaarschuwd door dit lampje op het
dashboard, een geluidssignaal, en
een melding op het display.
F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
er wijder de lege batterij uit de houder.
F
P
laats een nieuwe batterij met de juiste
polariteit in de houder.
F
K
lik het deksel op de afstandsbediening
vast.
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het
milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Vergrendelen/
ontgrendelen van
binnenuit
F Druk op deze toets om de portieren en de achterklep van de auto van binnenuit te
vergrendelen (het lampje van de toets gaat
branden) of ontgrendelen (het lampje van
de toets gaat uit).
Als een van de portieren niet goed is gesloten: -
d
raaiende motor : dit
verklikkerlampje gaat enkele
seconden branden in combinatie
met een waarschuwingsmelding,
-
ri
jdende auto (snelheid hoger dan
10
km/h): dit verklikkerlampje gaat
enkele seconden branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding. Als een van de portieren is geopend,
werkt de centrale vergrendeling niet.
Bij vergrendeling / supervergrendeling
van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of
als de supervergrendeling van buitenaf is
ingeschakeld, werkt de schakelaar niet.
F
A
ls de auto vergrendeld is, trek
dan aan de binnenportiergreep van
een van de portieren om de auto te
ontgrendelen.
F
A
ls de supervergrendeling
is ingeschakeld, moet u de
afstandsbediening of de sleutel
gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Automatische centrale
vergrendeling van de
portieren
De portieren kunnen tijdens het rijden
automatisch worden vergrendeld (bij een
snelheid hoger dan 10 km/h).
Om deze functie in of uit te schakelen
(standaard is deze ingeschakeld):
F
d
ruk op de toets tot een geluidssignaal
klinkt en/of een melding op het display
wordt weergegeven.
Het rijden met vergrendelde portieren kan
bij een noodgeval de toegang tot de auto
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Toegang tot de auto