air filter PEUGEOT 3008 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2020, Model line: 3008, Model: PEUGEOT 3008 2020Pages: 308, PDF Size: 10.12 MB
Page 64 of 308
62
Ergonomie en comfort
7
zitplaatsen 5
zitplaatsen Transport
van
voorwerpen
6 zitplaatsen 4 zitplaatsen
Als u de stoelen van de tweede zitrij
neerklapt en die van de derde zitrij
inklapt, ontstaat er een doorlopende laadvloer
tot aan de achterzijde van de voorstoelen.
Als u de voorpassagiersstoel in de tafelstand
zet, ontstaat er een doorlopende laadvloer tot
aan het dashboard.
Handelingen met de stoelen mogen
alleen worden uitgevoerd terwijl de auto
stilstaat.
Verwarming en ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefilterd en van
buitenaf toegevoerd via het luchtrooster onder
de voorruit, of in het interieur gerecirculeerd.
Bedieningselementen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de
bedieningselementen toegankelijk via het menu
Airconditioning
van het touchscreen of zijn
ze bij elkaar op het bedieningspaneel van de
middenconsole geplaatst.
Luchtverdeling
1. Ventilatieroosters voor het ontdooien/
ontwasemen van de voorruit
2. Ventilatieroosters voor het ontdooien/
ontwasemen van de zijruiten vóór
3. Verstelbare en afsluitbare zijventilatieroosters
4. Verstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters
5.Ventilatieroosters voetenruimte bestuurder en
voorpassagier
6. Ventilatieroosters voetenruimte
achterpassagiers
7. Verstelbare en afsluitbare ventilatieroosters
met aanjager (afhankelijk van de uitvoering)
Adviezen
Gebruik van het ventilatie- en
airconditioningssysteem
►
Let erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het interieur
het luchtinlaatrooster onder de voorruit, de
verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de
luchtafvoeropening in de bagageruimte vrij
blijven.
►
Dek de zonnesensor op het
dashboard niet af; deze wordt gebruikt
voor het regelen van het automatische
airconditioningssysteem.
►
Zet de airconditioning minstens één of
twee keer per maand 5 tot 10 minuten aan
om het systeem in perfecte staat te houden.
►
Gebruik de airconditioning niet als deze
niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT
-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken
van een aanhanger op een steile helling
bij een hoge buitentemperatuur) kan de
Page 65 of 308
63
Ergonomie en comfort
3airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld
voor een optimale trekkracht van de motor.
Vermijd het te lang rijden met een
uitgeschakelde aanjager en het te lang
gebruiken van de luchtrecirculatie om te
voorkomen dat de ruiten beslaan of de
luchtkwaliteit vermindert.
Als de binnentemperatuur zeer hoog is wanneer de auto lang in de zon heeft
gestaan, is het raadzaam het
passagierscompartiment korte tijd te
ventileren.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in
het interieur goed ververst wordt.
Condensvorming door de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein plasje
water onder de auto vormt. Dit is een normaal
verschijnsel.
Onderhoud van het ventilatie- en
airconditioningssysteem
►
Controleer regelmatig de staat van het
interieurfilter en laat de filterelementen
periodiek vervangen.
Het is raadzaam om een gecombineerd
interieurfilter te gebruiken. Dankzij het
toegevoegde speciale actieve middel is de
lucht die de inzittenden inademen schoner en
blijft het interieur schoner (vermindering van
allergische reacties, stank en vetaanslag).
►
Om een correcte werking van de
airconditioning te garanderen moet u deze
overeenkomstig de aanbevelingen in het
onderhouds- en garantieboekje laten
controleren.
Stop & Start
De verwarmings- en
airconditioningssystemen werken alleen als
de motor draait.
Schakel tijdelijk het Stop & Start-systeem
uit om een comfortabele temperatuur in het
interieur te behouden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het Stop &
Start-systeem.
Handbediende
airconditioning
De airconditioning werkt alleen als de motor
draait.
1. Temperatuurregeling
2. Regeling luchtstroom 3.
Regeling luchtverdeling
4. Recirculatie van interieurlucht
5. Airconditioning aan/uit
Temperatuurregeling
► Draai de knop 1 van blauw (koel) naar rood
(warm).
Regeling luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
Voetenruimte.
►
Druk op knop
3 totdat de gewenste
luchtverdeling is geselecteerd.
De luchtstroom kan worden verdeeld door
meerdere oranje lampjes te laten branden.
Regeling luchtstroom
► Druk op toets 2 "grote ventilator" of "kleine
ventilator" om de luchtstroom te verhogen of te
verlagen.
De betreffende oranje lampjes gaan branden.
Wanneer u op de toets "kleine ventilator" drukt
totdat alle lampjes uit zijn (uitschakeling van
het systeem), wordt het thermische comfort niet
meer geregeld.
Door de rijwind stroomt er nog wel wat lucht in
de auto.
Page 198 of 308
196
Praktische informatie
Als het lampje blijft branden, is het minimale dieseladditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus.
Als langdurig met zeer lage snelheid wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven soms
waterdamp uit de uitlaat komen. Dit heeft
geen invloed op de prestaties en heeft geen
gevolgen voor het milieu.
Nieuwe auto
De eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt, kunt u een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Handgeschakelde
versnellingsbak
De transmissie is onderhoudsvrij (olie
verversen niet noodzakelijk).
Automatische transmissie
De transmissie is onderhoudsvrij (olie
verversen niet noodzakelijk).
Elektrische parkeerrem
Dit systeem is onderhoudsvrij. Laat echter
in het geval van een storing het systeem
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
AdBlue® (BlueHDi)
Er verschijnt een waarschuwing zodra het
reserveniveau is bereikt.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de indicatoren en met name de
indicatoren voor de AdBlue-actieradius.
Vul het AdBlue-reservoir bij om te voorkomen dat
de motor om wettelijke redenen niet meer kan
worden gestart.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over AdBlue
® (BlueHDi) en met
name de toevoer van AdBlue.
Controles
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het
onderhoudsschema van de fabrikant dat
betrekking heeft op de motoruitvoering van
uw auto voor het controleren van bepaalde
onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Gebruik uitsluitend door PEUGEOT
aanbevolen producten of gelijkwaardige
kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke onderdelen
als het remsysteem te optimaliseren,
selecteert en biedt PEUGEOT specifieke
producten aan.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen goed
vastzitten (bij uitvoeringen zonder snelsluiting
voor de accupoolklemmen) en of de
aansluitingen schoon zijn.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu de
desbetreffende rubriek voor meer informatie
en de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Uitvoeringen met het Stop & Start-
systeem zijn voorzien van een speciale
12
V-loodaccu.
Deze accu mag uitsluitend worden vervangen
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Als de omgeving en het gebruik (veel stof, veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moet het twee keer zo vaak worden
vervangen.
Een verstopt interieurfilter kan de
prestaties van de airconditioning
verstoren en onaangename geuren
veroorzaken.
Luchtfilter
Als de omgeving en het gebruik (veel stof, veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moet het twee keer zo vaak worden
vervangen.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter verzadigd begint te raken, wordt u hierop geattendeerd door
het tijdelijk branden van dit lampje in combinatie
met een waarschuwingsmelding over het risico
van verstopping van het filter.
Regenereer het roetfilter door met een snelheid
van minimaal 60
km/h te rijden tot het lampje
dooft. Doe dit alleen als de omstandigheden dat
toelaten.
Page 199 of 308
197
Praktische informatie
7Als het lampje blijft branden, is het minimale dieseladditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van de
niveaus.
Als langdurig met zeer lage snelheid wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven soms
waterdamp uit de uitlaat komen. Dit heeft
geen invloed op de prestaties en heeft geen
gevolgen voor het milieu.
Nieuwe auto
De eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt, kunt u een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Handgeschakelde
versnellingsbak
De transmissie is onderhoudsvrij (olie
verversen niet noodzakelijk).
Automatische transmissie
De transmissie is onderhoudsvrij (olie
verversen niet noodzakelijk).
Elektrische parkeerrem
Dit systeem is onderhoudsvrij. Laat echter
in het geval van een storing het systeem
controleren door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem .
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk
afhankelijk van de rijstijl, vooral bij
stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan
het noodzakelijk blijken om de remblokken vaker,
tussen twee onderhoudscontroles door, te laten
controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
Na het wassen kan er zich een laagje
vocht of onder winterse omstandigheden
ijs vormen op de remschijven en remblokken:
de remwerking kan daardoor afnemen. Rem
een paar keer lichtjes om de remmen
vocht- en ijsvrij te maken.
Slijtage remschijven
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van de slijtage
van de remschijven.
Velgen en banden
De bandenspanning van alle banden,
inclusief het reservewiel, moet worden
gecontroleerd terwijl de banden koud zijn.
De bandenspanningswaarden op de sticker
gelden voor koude banden. Als u langer dan 10
minuten of meer dan 10 km met een snelheid
van meer dan 50 km/h hebt gereden, moet u
een 0,3 bar (30 kPa) hogere bandenspanning
ten opzichte van de op de sticker aangegeven
waarden aanhouden.
Een te lage bandenspanning leidt ook tot
een hoger brandstofverbruik. Een
onjuiste bandenspanning veroorzaakt
vroegtijdige slijtage van de banden en heeft
een negatieve invloed op het weggedrag van
de auto. Kans op een ongeval!
Het rijden met versleten of beschadigde
banden vermindert de remwerking en heeft
een negatieve invloed op het weggedrag. Het
wordt aanbevolen om regelmatig de staat van
de banden (profiel en wangen) en velgen te
inspecteren en te controleren of de banden over
een ventieldop beschikken.
Als de slijtage-indicatoren niet meer onder
het loopvlakprofiel liggen, is de diepte van de
groeven minder dan 1,6 mm. De banden moeten
worden vervangen.
Het gebruik van wielen en banden in een andere
maat dan gespecificeerd kan van invloed zijn op
de levensduur van de banden, het draaien van
Page 304 of 308
302
Trefwoordenregister
T
Tafeltje 49
Tafeltjes
77
Tankbeveiliging
179
Technische gegevens
234, 236, 239
Te laag brandstofniveau ~
Brandstofniveau
178–179
Telefoon
72, 249–251, 263–265, 287–290
Teller
9, 142
Temperatuurregeling
64, 66
Terugwinnen van energie
21, 134
Textuurlak
202
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~
Banden, noodreparatie
207, 209
Tijd instellen
24–25, 266, 292
TMC (verkeersinformatie)
278
Toerenteller
9
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer
(bediening)
66, 68
Touchscreen
22, 26–27, 70
Trailer Stability Management (TSM)
98
Trekhaak
98, 186
Trekhaak met afneembare kogel
186–189
U
Uitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen
105, 109–110
USB
246, 260, 281, 286
USB-aansluiting
72, 246, 260, 281, 286
USB-poort
246, 260, 286
V
Veiligheidsgordels 101–104, 110
Veiligheidsgordels achter
102–103
Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen
105, 107–111, 113–115, 117–118
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
105,
107–111, 113–115, 117–118
Ventilatie
62
Ventilatieroosters
62
Verbonden apps
282–283
Verbruikscijfers
27
Vergrendelen
30–32
Vergrendeling portieren ~ Portieren
vergrendelen
34
Vergrendeling van binnenuit
34
Verkeersinformatie (TA)
244
Verkeersinformatie (TMC)
278
Verklikkerlampje READY
192
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
11–12
Verklikkerlampjes ~
Waarschuwingslampjes
12, 21
Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt ~ Gordellampje
103
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~
Gordel (lampje)
103
Verlichting bagageruimte ~
Bagageruimteverlichting
82
Verlichting met Full LED-technologie
85, 88
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
84, 216
Vermogen
21
Vermogensindicator
21
Verversen
194
Vervoer van lange voorwerpen ~ Lange
voorwerpen vervoeren
76
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
196
Verwarming
62–63
Verwijderbare koffervloer
81
Video
286
Vierwielaandrijving (4WD)
136, 191
Visiopark 1
170
Visiopark 1 - Visiopark 2
168, 171
Voorruitverwarming
69–70
Voorstoelen
48, 51
Voorverwarming van het interieur
28, 70
W
Waarschuwing kans op aanrijding 158–159
Waarschuwing oplettendheid bestuurder
161
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
124
Waarschuwingssignaal stille auto
94
Waarschuwing vergeten verlichting
84
Wallbox
181
Wassen
142
Wassen (adviezen)
180, 201–202
Webbrowser
278, 283
Wiel demonteren
213–214
Wiel monteren
213–214
Wielophanging
198
Wiel verwisselen
204–205, 210–212
WiFi-netwerkverbinding
283–284
Window-airbags
106–107