park assist TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020Pages: 754, PDF Size: 111.24 MB
Page 4 of 754
3
COROLLA_TMUK_EEINHOUDSOPGAVE
1
6 5
4
3
2
9
8
7
Richtingaanwijzer-
schakelaar ............................ 331
Parkeerrem ............................. 332
Brake Hold-systee m ...............335
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar....................... 337
Automatic High Beam- systeem ................................ 341
AHS (Adaptive High Beam- systeem) ............................... 343
Schakelaar mistlampen .......... 347
Ruitenwissers en -sproeiers ... 348
Achterruitenwisser en -sproeier ............................... 351
4-4. Tanken Openen van de tankdop ......... 353
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense............... 355
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) ............................... 366
LTA (Lane Tracing Assist) ....... 373
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ................ 383
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 391
Dynamic Radar Cruise Control ...................... 402
Cruise control ......................... 411
Snelheidsbegrenzer................ 414
RSA (Road Sign Assist) .......... 417
Stop & Start-systeem.............. 421
BSM (Blind Spot Monitor) ....... 429
Toyota Parking Assist-sensor . 445
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)..................................... 453
PKSB (Parking Support Brake)................................... 458
Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten) ... 464
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden)................ 470S-IPA (Simple Intelligent
Parking Assist-systeem) ....... 474
Rijmodusselectie- schakelaar ............................ 500
Uitlaatgasfiltersysteem............ 501
Ondersteunende systemen..... 501
4-6. Rijtips Rijden in de wint er ..................507
5-1. Basishandelingen Soorten audiosystemen .......... 512
Gebruik van de audiotoetsen op het stuurwiel .................... 513
USB-aansluiting ...................... 514
5-2. Gebruik van het audiosysteem Optimaal gebruikmaken van het audiosysteem ................. 515
5-3. Gebruik van de radio Bediening radio ....................... 517
5-4 . Afsp
elen van een audio-CD
en discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler............... 519
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod .......................... 525
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen ......... 530
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-
apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon....... 535
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel .................... 540
Registreren van een
Bluetooth
®-apparaat ............. 540
5Audiosysteem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 3 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 111 of 754
110
COROLLA_TMUK_EE2-1. Instrumentenpaneel
*1: Als het contact AAN is gezet, gaan deze
lampjes branden om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd.
Ze doven nadat de motor is aangeslagen
of nadat er enkele seconden verstreken
zijn. Er kan een storing in een systeem
aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display.
Waarschuwingslampje SRS
*1
( → Blz. 664)
Waarschuwingslampje ABS
*1
( → Blz. 665)
Waarschuwingslampje Brake
Override-systeem/waarschu-
wingslampje wegrijregeling
*2
( → Blz. 665)
(Rood) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 665)
(Geel) Waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging
*1
( → Blz. 665)
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau ( →Blz. 666)
Controlelampje bestuurders- en
voorpassagiersgordel
( → Blz. 666)
Controlelampjes achter-
passagiersgordels
(→ Blz. 666)
Waarschuwingslampje lage ban-
denspanning
*1 (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 667)
(Oranje) Controlelampje LTA (indien aan-
wezig) (
→Blz. 667)
Controlelampje LDA (indien aan-
wezig) ( →Blz. 667)
(Knippert) Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 669)
(Knippert) Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 668)
(Knippert) Controlelampje RCTA OFF
*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 669)
(Knippert) Controlelampje PKSB OFF
*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 668)
(Knippert of
brandt) Waarschuwingslampje PCS
*1
(indien aanwezig) ( →Blz. 669)
Controlelampje Traction Con-
trol
*1 ( → Blz. 669)
(Knippert) Waarschuwingslampje parkeer-
rem (
→Blz. 669)
(Knippert) Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking
*1 (
→ Blz. 670)
(Oranje) Controlelampje iMT
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 670)
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaan branden als u
de motor start, kan dat betekenen dat
deze systemen niet beschikbaar zijn om u
te beschermen in geval van een ongeval,
waardoor ernstig letsel zou kunnen ont-
staan. Laat, als dit gebeurt, de auto onmid-
dellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 110 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 112 of 754
111
2
COROLLA_TMUK_EE 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende systemen van de auto.
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwij-
zers (
→Blz. 331)
Controlelampje achterlicht
( → Blz. 337)
Controlelampje grootlicht
( → Blz. 338)
Controlelampje Adaptive High
Beam-systeem (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 344)
Controlelampje Automatic High
Beam-systeem (indien aanwe-
zig) ( →Blz. 341)
Controlelampje mistlampen voor
(indien aanwezig) ( →Blz. 347)
Controlelampje mistachterlicht
( → Blz. 347)
Waarschuwingslampje PCS
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 368)
Controlelampje cruise control
(indien aanwezig) ( →Blz. 391,
402, 411)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control (indien aanwezig)
( → Blz. 391, 402)
Controlelampje cruise control
SET (indien aanwezig)
( → Blz. 391, 402, 411)
*3
Controlelampje LTA (indien aan-
wezig) ( →Blz. 378)
Controlelampje LDA (indien aan-
wezig) ( →Blz. 387)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*4, 5, 6 (indien aanwezig)
( → Blz. 430)
Controlelampje BSM (indien
aanwezig) ( →Blz. 430)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF*1, 2 (indien
aanwezig) ( →Blz. 446)
Controlelampje RCTA OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 454)
Controlelampje PKSB OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 459)
Controlelampje snelheidsbe-
grenzer (indien aanwezig)
( → Blz. 414)
Controlelampje S-IPA
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 476)
Controlelampje Stop & Start-sys-
teem
*1 (indien aanwezig)
( → Blz. 421)
Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1, 2 (indien
aanwezig) ( →Blz. 421)
(Knippert) Controlelampje Traction Con-
trol
*1 (
→ Blz. 502)
Controlelampje VSC OFF
*1, 2
( → Blz. 503)
Controlelampje Smart entry-sys-
teem met startknop
*7 (indien
aanwezig) ( →Blz. 320)
Schakeladviesindicator (indien
aanwezig) ( →Blz. 126)
Waarschuwingslampje parkeer-
rem ( →Blz. 332)
Controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem
*1
( → Blz. 335)
Controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking
*1 ( → Blz. 335)
Controlelampje EPB OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( →Blz. 332)
ECO-controlelampje
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 126)
Controlelampje lage buitentem-
peratuur
*8 ( → Blz. 113, 117)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 111 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 133 of 754
132
COROLLA_TMUK_EE2-1. Instrumentenpaneel
■Inschakelen/uitschakelen van het
head-up display
Als het head-up display is uitgeschakeld, blijft
het uitgeschakeld als het contact UIT en ver-
volgens weer AAN wordt gezet.
■Helderheid display
De helderheid van het head-up display kan
worden ingesteld via op het multi-infor-
matiedisplay. Bovendien wordt de helderheid
automatisch aangepast aan de lichtsterkte
van de omgeving.
■Weergave status ondersteunend
systeem
Hiermee wordt de status van de vol-
gende systemen weergegeven:
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien aan-
wezig) ( →Blz. 391)
Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig) ( →Blz. 402)
LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) ( →Blz. 373)
LDA (Lane Departure Alert met
stuurregeling) (indien aanwezig)
(→Blz. 383)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
■Aan navigatiesysteem gekop-
pelde displayzone (indien aanwe-
zig)
De volgende gegevens van het naviga-
tiesysteem worden weergegeven:
Straatnaam
Routebegeleiding naar bestemming
Kompas (weergave rijrichting boven)
Pop-updisplays voor de onderstaande
systemen worden i ndien nodig weerge-
geven:
■Ondersteunende systemen
Geeft een waarschuwing/melding/tip of
de bedrijfsst atus van een relevant sys-
teem weer.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) ( →Blz. 366)
Toyota Parking Assist-sensor (indien
aanwezig) ( →Blz. 445)
PKSB (Parking Support Brake)
(indien aanwezig) ( →Blz. 458)
Brake Override-systeem
(→Blz. 304)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
instellen van het head-up display
Als de motor draait tijdens het wijzigen van
de display-instellingen, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadel ijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
OPMERKING
■Bij het wijzigen van de instellingen
van het head-up display
Zorg ervoor dat de motor tijdens het instel-
len van het head-up display draait, om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Status ondersteunend
systeem/aan navigatiesysteem
gekoppelde displayzone
(indien aanwezig)
Pop-updisplay
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 132 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 302 of 754
4
301
COROLLA_TMUK_EE
4
Rijden
Rijden
.4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ........... 303
Lading en bagage ............. 310
Rijden met een aanhangwagen ............... 312
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop) .................. 319
Startknop (auto's met Smart entry-systeem
en startknop) .................. 320
Multidrive CVT .................. 324
Handgeschakelde transmissie ..................... 328
Richtingaanwijzer- schakelaar ...................... 331
Parkeerrem ....................... 332
Brake Hold-systeem ......... 335
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar................. 337
Automatic High Beam- systeem .......................... 341
AHS (Adaptive High Beam- systeem) ......................... 343
Schakelaar mistlampen .... 347
Ruitenwissers en -sproeiers................... 348
Achterruitenwisser en -sproeier .................... 351
4-4. Tanken Openen van de tankdop ... 3534-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ......... 355
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) ......................... 366
LTA (Lane Tracing Assist) ............................. 373
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)........... 383
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik............... 391
Dynamic Radar Cruise Control ............................ 402
Cruise control.................... 411
Snelheidsbegrenzer .......... 414
RSA (Road Sign Assist) ....417
Stop & Start-systeem ........ 421
BSM (Blind Spot Monitor) . 429
Toyota Parking Assist- sensor ............................. 445
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) .................... 453
PKSB (Parking Support Brake) ............................. 458
Parking Support Brake- functie (voor stilstaande
objecten) ......................... 464
Parking Support Brake- functie (voor voertuigen
die achterlangs rijden) .... 470
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) . 474
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 301 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 400 of 754
399
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Houd de schakelaar +RES ingedrukt.
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via op het
multi-informatiedisplay. ( →Blz. 123)
■De Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik kan worden
gebruikt als
●De selectiehendel in stand D staat.
●De gewenste snelheid kan worden inge-
steld wanneer de rijsnelheid ongeveer 30
km/h of hoger is.
(Als de snelheid echter wordt ingesteld ter-
wijl de rijsnelheid lager is dan ongeveer 30
km/h, wordt de snelheid ingesteld op onge-
veer 30 km/h.)
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na
het accelereren gaat de auto weer rijden met
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakel d, neemt de rijsnelheid
echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger
gehandhaafd blijft.
■Als de auto stopt tijdens rijden met de
volgregeling
●Door op de schakelaar +RES te drukken
terwijl de voorligger stopt, wordt, als de
voorligger begint te rijden, binnen onge-
veer 3 seconden nadat op de schakelaar is
gedrukt het rijden met de volgregeling her-
vat.
●Als de voorligger binnen 3 seconden nadat
uw auto is gestopt begint te rijden, wordt
het rijden met de volgregeling hervat.
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●De parkeerrem is geactiveerd.
●De auto wordt door het systeem stilgezet
op een steile helling.
●Als de auto door het systeem is stilgezet,
wordt het volgen van de voorligger in de
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgor- del.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilge- staan.
Als de afstandsregelmodus om een andere
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 399 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 446 of 754
445
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de Blind Spot Monitor onnodig
een auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd door- dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wan- neer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en een auto die op een andere
dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe boch- ten, opeenvolgende bochten of oneffenhe-
den
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus- sen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
*: Indien aanwezig
■Soorten sensoren
Hatchback
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Middelste sensoren achter
Zijsensoren voor (indien aanwezig)
Zijsensoren achter (indien aanwe-
zig)
Wagon
Toy o t a Pa r k i n g
Assist-sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het
multi-informatiedisplay, het
head-up display (indien aanwezig),
het audiosysteemdisplay (indien
aanwezig) en een zoemer. Contro-
leer bij gebruik van dit systeem
ook altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 445 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 447 of 754
446
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Middelste sensoren achter
Zijsensoren voor (indien aanwezig)
Zijsensoren achter (indien aanwe-
zig)
■Weergave
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het
multi-informatiedisplay, het head-up
display (indien aanwezig) en het audio-
systeemdisplay (indien aanwezig) over-
eenkomstig de positie van en de
afstand tot het object.
Multi-informatiedisplay en head-up
display
Signalering hoeksensoren voor
Signalering binnenste sensor voor Signalering zijsensor voor (indien
aanwezig)
*
Signalering zijsensor achter (indien
aanwezig)
*
Signalering hoeksensoren achter
Signalering binnenste sensor achter
*: De displays van de zijsensoren worden
niet weergegeven tot de gebieden aan de
zijkant volledig zijn gescand.
Audiosysteemdisplay
Er wordt een afbeelding weergegeven wan-
neer de Toyota Parking Assist Monitor wordt
weergegeven.
Als er een object wordt gesignaleerd, ver-
schijnt er een vereenvoudigde afbeelding op
het audiosysteemdisplay.
Gebruik de bedienin gstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Toyota Par-
king Assist-sensor in of uit te schake-
len. ( →Blz. 124)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en druk vervolgens op
.
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 446 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 448 of 754
447
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer de Toyota Parking Assist-sen-
sor wordt uitgeschakeld, gaat het con-
trolelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF (
→Blz. 111) bran-
den.
Als het systeem is uitgeschakeld en u
het weer wilt inschakelen, selecteer
dan op het multi-informatiedisplay,
selecteer en vervolgens “On”
(aan). Als het systeem door middel van
deze methode is uitgeschakeld, wordt
het niet automatisch weer ingeschakeld
nadat het contact UIT en weer AAN is
gezet.
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van de Toyota Parking
Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
●Rijd als het systeem is ingeschakeld
niet harder dan 10 km/h.
●Het detectiegebied van de sensoren en
de reactietijden zijn beperkt. Controleer
tijdens het voor- of achteruitrijden of de
omgeving (vooral naast de auto) veilig is
en rijd langzaam. Regel de snelheid met
het rempedaal.
●Monteer geen accessoires binnen de
detectiegebieden van de sensoren.
●Objecten direct onder de bumper wor-
den niet waargenomen.
Smalle paaltjes of objecten die lager zijn
dan de sensor worden mogelijk niet
gesignaleerd wanneer u ze nadert, zelfs
als ze eerder wel zijn gesignaleerd.
■Zijsensoren (indien aanwezig)
In de onderstaande situaties werkt het
sonarsysteem mogelijk niet goed, waar-
door een ongeval kan ontstaan. Rijd met
de nodige voorzichtigheid.
●Obstakels worden mogelijk niet aan de
zijkanten gesignaleerd tot er kort met de
auto is gereden en de scan van de zij-
kanten is voltooid. (→ Blz. 448)
●Zelfs nadat de scan van de zijkanten is
voltooid, kunnen obstakels zoals andere
voertuigen, mensen of dieren die vanaf
opzij naderen niet worden gesignaleerd.
●Zelfs nadat de scan van de zijkanten is
voltooid, kunnen obstakels mogelijk niet
worden gesignaleerd, afhankelijk van de
situatie rondom de auto. Op dat moment
wordt de weergave van de zijsensor
(→ Blz. 446) tijdelij k uitgeschakeld.
■Wanneer moet de functie uitgescha-
keld worden
Schakel in de volgende situaties de functie
uit, omdat deze anders mogelijk zelfs
werkt als er geen kans op een aanrijding
is.
●De auto is uitgerust met een staafan-
tenne, een draadloze antenne of mist-
lampen.
●De voor- of achterbumper of een sensor
ondergaat een sterke schok.
●Als een niet-originele Toyota-wielop-
hanging (bijvoorbeeld verlaagde wielop-
hanging) is gemonteerd.
●Er zijn sleepogen geplaatst.
●Er is een kentekenplaat met achter-
grondverlichting gemonteerd.
■Als de Toyota Parking Assist-sensor
in gebruik is
Het systeem werkt in de volgende situaties
mogelijk niet correct door een storing in
een sensor, enz. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
●Het display van de Toyota Parking
Assist-sensor knippert of wordt continu
weergegeven en er klinkt een piepsig-
naal terwijl er geen objecten worden
gesignaleerd.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 447 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 449 of 754
448
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10
km/h.
●Een andere schakelstand dan P is gese-
lecteerd.
●Het stuurwiel wordt ongeveer 90° of meer
gedraaid (zijsensoren voor, zijsensoren
achter) (indien aanwezig)
■Waarschuwingsfunctie obstakel (indien
aanwezig)
Wanneer een obstakel zich aan de zijkant
van de auto op het traject van de auto bevindt
terwijl de auto naar voren of achteren rijdt,
informeert deze functie de bestuurder m.b.v.
het display en de zoemer. Obstakel
Berekend traject auto
■Signalering obstakels aan zijkanten
(indien aanwezig)
●Obstakels aan de zijkanten worden tijdens
het rijden gesignaleerd door de zijkanten te
scannen met de zijsensoren. Herkende
obstakels worden gedurende maximaal
ongeveer 2 minuten in het geheugen opge-
slagen.
●Obstakels worden mogeli
jk niet aan de zij-
kanten gesignaleerd tot de scan is vol-
tooid. Nadat het contact AAN is gezet,
wordt het scannen voltooid nadat er korte
tijd met de auto is gereden.
●Wanneer een obstakel, zoals een ander
voertuig, een voetganger of een dier, door
de zijsensoren is gesignaleerd, blijft het
systeem het obstakel mogelijk signaleren,
zelfs nadat het obstakel zich niet meer bin-
nen het detectiegebied van de zijsensor
bevindt.
■Als “Parking Assist Unavailable Please
Clean Parking Assist Sensor” (Parking
Assist niet beschikbaar, reinig Parking
Assist-sensor) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwijder dan
het ijs, de sneeuw, het vuil e.d. van de sensor
om te zorgen dat het systeem weer normaal
werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogel ijk geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
■Als “Parking Assist Unavailable” (Par-
king Assist niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
●Er kan continu water over de sensor stro-
●Als het gedeelte rond de sensor in aan-
raking komt met iets of wordt blootge-
steld aan een krachtige schok.
●Als de bumper of grille ergens tegenaan
komt.
●Als het display knippert of continu wordt
weergegeven en er geen zoemer klinkt,
behalve wanneer het geluid is gedempt.
●Controleer eerst de sensor als er een
weergavefout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen
ijs, sneeuw of modder op de sensor zit,
is de sensor waarschijnlijk defect.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 448 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM