air condition TOYOTA PROACE CITY EV 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: PROACE CITY EV, Model: TOYOTA PROACE CITY EV 2022Pages: 352, PDF Size: 75.88 MB
Page 2 of 352
2
■Overzicht
Overzicht 4Labels 6
■Milieuvriendelijk rijden
1Instrumenten
Instrumentenpanelen 10Waarschuwings- en controlelampjes 14Richtingaanwijzers 21Boordcomputer 28Touchscreen Bluetooth-audiosysteem 30Touchscreen 31Instellen van datum en tijd 33
2Toegang
Elektronische sleutel met afstandsbediening en ingebouwde sleutel 34Back-upprocedures 42Centrale vergrendeling/ontgrendeling 46Portieren/deuren 48Algemene aanbevelingen voor de schuifdeuren 49Dakklep achter 50Alarm 51Elektrisch bedienbare ruiten 53Naar buiten uitklapbare achterportierruiten 55
3Ergonomie en comfort
Algemene aanbevelingen voor de stoelen 56Voorstoelen 57Verstellen stuurwiel 60Spiegels 60Tweezitsbank voor 62Achterbank (tweede zitrij) 64Achterstoelen (tweede zitrij) 65
Achterstoelen (derde zitrij) 66Voorzieningen in het interieur 68Bagageafdekking met twee standen (uitneembaar) 75Bagageafdekking (7 zitplaatsen) 75Gevarendriehoek 77Extenso-cabine 79Dubbele cabine 80Verwarming en ventilatie 84Verwarming 86Handmatig bediende airconditioning 86Automatische airconditioning met gescheiden regeling 87Ontwasemen en ontdooien voorruit 89Voorruitverwarming 90Ontwasemen/ontdooien van de achterruit en/of buitenspiegels 91Verwarming en airconditioning achter 91Extra verwarming/ventilatie 91Voorgeprogrammeerde airco (elektrisch) 94
4Verlichting en zichtbaarheid
Lichtschakelaar 96Richtingaanwijzers 97Parkeerlicht 98Automatisch inschakelen van de verlichting 98Dagrijverlichting/positielicht 99Follow Me Home-verlichting en instapverlichting 99Automatische verlichtingssystemen - Algemene adviezen 100Automatic High Beam-systeem 100Hoogteverstelling koplampen 101Ruitenwisserschakelaar 102Vervangen van een ruitenwisserblad 104Automatische ruitenwissers 105
5Veiligheid
Algemene adviezen met betrekking tot de veiligheid 106Noodoproep of pechhulpoproep 107Alarmknipperlichten 109Claxon 109Voetgangerclaxon (elektrisch) 109Vehicle Stability Control (VSC) 11 0Toyota Traction Select 11 2Hill Assist Descent Control 11 3Veiligheidsgordels 11 5Airbags 11 9Kinderzitjes 123Uitschakelen van de voorpassagiersairbag 126ISOfix-kinderzitjes 132i-Size-kinderzitjes 136Handbediend kinderslot 137Elektrisch kinderslot 137
6Rijden
Rijadviezen 138Starten/uitzetten van de motor 141Handmatig bediende parkeerrem 146Elektrisch bedienbare parkeerrem 146Hill Start Assist 149Handgeschakelde transmissie met 5 versnellingen 150Handgeschakelde transmissie met 6 versnellingen 150Automatische transmissies 151Keuzeschakelaar (elektrisch) 158Rijmodi 159Schakeladviesindicator 160Stop & Start (benzine of diesel) 160Bandenspanningswaarschuwingssysteem 162Head-up display 164
Page 4 of 352
4
Presentatie
Presentatie
Deze illustraties en beschrijvingen zijn bedoeld als richtlijn. De aanwezigheid en locatie van sommige onderdelen is afhankelijk van de versie, het uitrustingsniveau en het land van verkoop.
Instrumenten en bedieningsorganen
1.Ontgrendeling motorkap
2.Zekeringen dashboard
3.Claxon
4.Instrumentenpaneel
5.AlarmInstapverlichtingToets SOSBinnenspiegel of scherm Surround Rear Vision (Proace City)Observatiespiegel (Proace City Verso)Waarschuwingslampje voor veiligheidsgordels en voorpassagiersairbag (Proace City Verso)Bediening zonnescherm panoramadak (Proace City Verso)
6.Touchscreen Bluetooth-audiosysteemTouchscreen met TOYOTA Connect Radio of TOYOTA Connect Nav
7.USB-aansluiting
8.Verwarming/airconditioningOntwasemen en ontdooien voorruitOntwasemen en ontdooien achterruit
9.Elektrisch bedienbare parkeerremToets START/STOP
10.Transmissie (benzine of diesel)Keuzeschakelaar (Electric)
11 .12V-aansluiting
12.230V-accessoireaansluiting
13.Dashboardkastje
14.OpbergvakDashboardkastje
15.Uitschakelen van de voorpassagiersairbag (aan de zijkant van het dashboardkastje, bij geopend portier).
Schakelaars/toetsen aan/op het stuurwiel
1.Lichtschakelaar/bediening richtingaanwijzersToets voor het wijzigen van het beeld van de Surround Rear Vision (Proace City)Toets voor het inschakelen van de spraakherkenning
2.Ruitenwisserschakelaar/bediening ruitensproeier en boordcomputer
3.Bedieningsorganen voor het selecteren van de multimediabron (SRC), het beheren van muziek (LIST) en het beheren van telefoongesprekken (telefoon-symbool)
4.Bediening snelheidsbegrenzer/programmeerbare cruise control/Adaptive
Cruise Control
5.Rolknop voor het selecteren van de weergavemodus van het instrumentenpaneel
Page 6 of 352
6
– Supersnel laden in Mode 4 m.b.v. een openbare snellader.Voor de 400V-tractiebatterij 2 wordt gebruikgemaakt van lithium-iontechnologie. De batterij slaat de energie op en levert de energie die nodig is voor de werking van de elektromotor, airconditioning en verwarming. Het laadniveau wordt weergegeven middels een controlelampje en een waarschuwingslampje voor reservevermogen op het instrumentenpaneel.De 12V-accu 3 drijft het conventionele elektrische systeem van de auto aan. Hij wordt automatisch via de oplader in de auto opgeladen door de tractiebatterij.Dankzij de oplader in de auto 4 kunt u de tractiebatterij opladen via het elektriciteitsnet thuis (Mode 2), versneld opladen (Mode 3) en de 12V-accu opladen.De elektromotor 5 zorgt voor de aandrijving overeenkomstig de geselecteerde rijmodus en de rijomstandigheden. Hij wint energie terug tijdens het remmen en decelereren.
Labels
Hoofdstuk “Toegang - Tweezitsbank voor” (Proace City):
Hoofdstuk “Ergonomie en comfort - Algemene adviezen voor de stoelen” (Proace City Verso):
Hoofdstuk “Ergonomie en comfort - Draadloze smartphonelader”:
Hoofdstuk “Ergonomie en comfort - Extenso-cabine” (Proace City):
Hoofdstuk “Ergonomie en comfort - Dubbele cabine” (Proace City):
Hoofdstuk “Ergonomie en comfort - Extra verwarming/ventilatie”:
Hoofdstukken “Verlichting en zichtbaarheid - Lichtschakelaar”, “In geval van pech - Vervangen van een lamp”:
Hoofdstuk “Veiligheid - Uitschakelen van de voorpassagiersairbag”:
Hoofdstuk “Veiligheid - ISOFIX-kinderzitjes” (Proace City Verso):
i-SizeTOP TETHER
Hoofdstuk “Veiligheid - Handbediend kinderslot”:
Page 8 of 352
8
Milieuvriendelijk rijden
Milieuvriendelijk rijden verwijst naar een aantal dingen die u als automobilist in de dagelijkse praktijk kunt doen om het energieverbruik (brandstof en/of elektriciteit) en de CO2-uitstoot zo laag mogelijk te houden.
Maak optimaal gebruik van de transmissie
Rijd bij auto's met een handgeschakelde transmissie rustig weg en schakel zo snel mogelijk op. Schakel tijdens het accelereren vroegtijdig op.Kies bij een automatische transmissie voor de automatische modus. Trap het gaspedaal niet stevig of plotseling in.De schakeladviesindicator spoort u aan om de meest geschikte versnelling in te schakelen. Wanneer het schakeladvies op het instrumentenpaneel wordt weergegeven, volg dit dan direct op.Bij auto's met een automatische transmissie wordt deze indicator alleen in de handgeschakelde stand weergegeven.
Pas een soepele rijstijl toe
Houd een veilige afstand tot andere auto's aan, rem bij voorkeur af op de motor in plaats van met het rempedaal en trap het gaspedaal geleidelijk in. Hiermee kunt u het energieverbruik en de CO2-uitstoot verlagen en verkeerslawaai beperken.Rijd zoveel mogelijk in de ECO-rijmodus.Laat bij de automatische transmissie EAT8, met de keuzeschakelaar in stand D, de auto zoveel mogelijk uitrollen door het gaspedaal geleidelijk volledig los te laten om brandstof te besparen.Selecteer de cruise control wanneer het verkeer vlot doorstroomt.
Houd het gebruik van elektrische uitrusting onder controle
Als het passagierscompartiment te warm is, ventileer dit voor het wegrijden dan door de ruiten en de uitstroomopeningen te openen voordat u de airconditioning gaat gebruiken.Sluit bij een snelheid hoger dan 50 km/h de ruiten en laat de uitstroomopeningen geopend.Overweeg het gebruik van uitrusting die kan helpen
de temperatuur in het passagierscompartiment laag te houden (bijv. zonnescherm van het schuifdak of zonneschermen van de portierruiten).Wanneer de airconditioning niet automatisch wordt geregeld, schakel dan de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is bereikt.Schakel de ontwasemings- en ontdooifuncties uit als deze niet automatisch worden geregeld.Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.
Pas het gebruik van de koplampen en/of mistlampen aan de hoeveelheid zicht aan, overeenkomstig de wetgeving van het land waarin u rijdt.Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair warmdraaien (behalve in extreem koude omstandigheden: temperatuur lager dan -23°C). De auto warmt sneller op tijdens het rijden.Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparaten (zoals een DVD-speler, MP3-speler, spelcomputer) op de auto aan om het energieverbruik te beperken.Koppel alle draagbare apparaten los voordat u de auto verlaat.
Beperk de oorzaken van een overmatig brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenredig over de auto. Plaats de zwaarste voorwerpen in de bagageruimte zo dicht mogelijk bij de achterstoelen.Beperk de belading en de luchtweerstand (bijvoorbeeld dakdragers, imperiaal, fietsendrager, aanhangwagen) van uw auto. Gebruik bij voorkeur
een dakkoffer.Verwijder dakdragers en een imperiaal na gebruik.Vervang na de winter winterbanden zo snel mogelijk door zomerbanden.
Page 9 of 352
9
Milieuvriendelijk rijden
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning, bij koude banden, en houd daarbij de bandenspanning aan zoals vermeld op het label in de deuropening aan bestuurderszijde.Voer deze controle met name uit:– voor een lange rit,– bij de wisseling van de seizoenen,– wanneer de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.Vergeet het reservewiel en, indien van toepassing, de banden van uw aanhangwagen of caravan niet.Laat uw auto regelmatig onderhouden (bijv. motorolie verversen, oliefilter, luchtfilter en interieurfilter vervangen). Houd u daarbij aan het onderhoudsschema van de fabrikant.Als bij auto's met een dieselmotor het SCR-systeem defect is, zal uw auto schadelijke stoffen uitstoten. Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige om de uitstoot van stikstofoxide van uw auto terug te
brengen op het wettelijke niveau.Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan; zo voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.U zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3.000 km het gemiddelde brandstofverbruik zich stabiliseert.
Tips voor het optimaliseren van de actieradius (Electric)
Het elektriciteitsverbruik van de auto is sterk afhankelijk van de route, de rijsnelheid en uw rijstijl.Probeer in de ECO-zone van de vermogensmeter te blijven door soepel te rijden en een constante snelheid aan te houden.Anticipeer op de noodzaak om waar mogelijk snelheid te minderen en op de motor af te remmen met behulp van de functie voor regeneratief remmen; hierdoor beweegt de vermogensmeter naar de “CHARGE”-zone.Gebruik bij voorkeur de airconditioning in plaats van de verwarming om de ruiten te ontwasemen.
Page 27 of 352
27
Instrumenten
1
WARNI NG
De resterende actieradius wordt niet langer berekend. Het vermogen van de aandrijflijn neemt geleidelijk af.De verwarming en airconditioning worden uitgeschakeld (zelfs wanneer de indicator van de verbruiksmeter voor thermisch comfort niet in de stand ECO staat).
Verbruiksmeter thermisch comfort
(Electric)
De meter geeft het verbruik weer van de elektrische energie van de tractiebatterij door de apparaten voor thermisch comfort in het passagierscompartiment.De apparaten in kwestie zijn de verwarmings- en airconditioningsystemen.Deze uitrusting kan worden gebruikt:– Als de auto niet via de kabel is aangesloten, wanneer het lampje READY brandt.– Als de auto via de kabel is aangesloten, wanneer het contact AAN wordt gezet (“Lounge”-modus).Wanneer de ECO-modus wordt geselecteerd, worden de prestaties van een deel van deze
uitrusting beperkt. De naald van de verbruiksmeter voor thermisch comfort beweegt vervolgens naar het gebied ECO.
NOTIC E
Om het passagierscompartiment snel te verwarmen of te koelen, kunt u gerust tijdelijk de maximale verwarming of koeling selecteren.Wanneer de verwarming in de hoogste stand werkt, staat de indicator van de verbruiksmeter voor thermisch comfort in het gebied MAX. Wanneer de airconditioning in de hoogste stand werkt, blijft de indicator in het gebied ECO.Overmatig gebruik van de uitrusting voor thermisch comfort, met name bij lage snelheden, kan de actieradius van de auto aanzienlijk verkleinen.Vergeet niet de instellingen van de uitrusting te optimaliseren wanneer het gewenste comfortniveau is bereikt; pas de instellingen indien nodig aan wanneer u de auto start.Wanneer de verwarming langere tijd niet is gebruikt, kunt u de eerste paar minuten na het inschakelen een onaangename geur ruiken.
Dimmer verlichting
Hiermee kunt u de lichtsterkte van de verlichting van het dashboard handmatig aanpassen aan het omgevingslicht.
Instrumentenpaneel met LCD-
pictogrammen-, LCD-tekst- of
matrixdisplay
Druk, terwijl de verlichting brandt (niet in de stand AUTO), op toets A om de verlichting sterker te laten branden of op toets B om de verlichting te dimmen.Laat de knop los wanneer de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Page 30 of 352
30
Touchscreen
Bluetooth-audiosysteem
Dit systeem toont de volgende zaken:
– Bedieningstoetsen audiosysteem en telefoon en weergave van bijbehorende informatie.– Instellingenmenu's voor de functies en voorzieningen van de auto.– Bedieningsfuncties voor de airconditioning (afhankelijk van de uitvoering).
WARNI NG
Breng om veiligheidsredenen de auto altijd eerst tot stilstand alvorens handelingen uit te voeren die uw constante aandacht vragen.Sommige functies zijn niet beschikbaar tijdens het rijden.
Aanbevelingen
Raak het touchscreen niet aan met scherpe voorwerpen.Raak het touchscreen niet aan met natte handen.Gebruik een schone, zachte doek om het touchscreen te reinigen.
Belangrijkste
bedieningsfuncties
Met het contact UIT: systeem inschakelenBij draaiende motor: geluid onderbrekenLinkerknop: volumeregeling (draaien)/rechtstreekse toegang tot het menu Media (indrukken)Rechterknop: luchtopbrengstregeling (draaien)/rechtstreekse toegang tot het menu Klimaat (indrukken)Toegang tot menu's
Terugkeren naar het vorige scherm of bevestigen
NOTIC E
Wanneer gedurende enkele ogenblikken geen handeling wordt uitgevoerd op de tweede pagina, wordt automatisch de eerste pagina weer weergegeven.
Menu's
Radio
Media
KlimaatInstellingen voor temperatuur, luchtstroom, enz.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de handmatig bediende airconditioning.Telefoon
RijdenInschakelen, uitschakelen en instellingen van bepaalde functies.InstellingenBelangrijkste systeeminstellingen.
NOTIC E
Raadpleeg voor meer informatie over de menu's de hoofdstukken over de audio- en telematicasystemen.
Page 84 of 352
84
NOTIC E
Het is normaal dat een extra stuk beschermhoes zichtbaar is als de scheidingswand achter de eerste zitrij is geplaatst.► Zet dit extra stuk beschermhoes vast in de ruimte onder het dashboardkastje.
► Bevestig de lus(sen) rond de hoofdsteun(en) (afhankelijk van de positie van de scheidingswand)► Trek de lus(sen) met behulp van het instelbare deel aan om de geladen voorwerpen op de juiste wijze binnen de hoes vast te houden.
WARNI NG
Plaats lading uitsluitend in een beschermhoes in het passagierscompartiment (met name op de afdekplaat).
NOTIC E
Controleer regelmatig of de beschermhoes nog
in een goede staat verkeert.Neem bij tekenen van slijtage contact op met een TOYOTA-dealer om de hoes te laten vervangen door een beschermhoes die voldoet aan de specificaties en de kwaliteit die TOYOTA en uw auto nodig hebben.
Verwarming en ventilatie
Advies
NOTIC E
Gebruik van het ventilatie- en airconditioningsysteem► Let er voor een gelijkmatige verdeling
van de lucht naar het interieur op dat het luchtinlaatrooster onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen alsmede de luchtafvoeropening in de bagageruimte vrij blijven.► Dek de zonlichtsensor op het dashboard niet af; deze wordt gebruikt voor het regelen van de automatische airconditioning.► Zet de airconditioning ten minste één of twee keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden.► Als het systeem geen koude lucht aanvoert, schakel het dan uit en neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhangwagen op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor.
Page 85 of 352
85
Ergonomie en comfort
3
WARNI NG
Vermijd te lang rijden met een uitgeschakelde aanjager en het te lang gebruiken van de luchtrecirculatie. Zo voorkomt u dat de ruiten beslaan of de luchtkwaliteit vermindert.
Als de binnentemperatuur zeer hoog is wanneer de auto lang in de zon heeft gestaan, is het raadzaam het passagierscompartiment korte tijd te ventileren.Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid voldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het passagierscompartiment goed ververst wordt.
NOTIC E
Condensvorming door de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt Dit is een normaal verschijnsel.
NOTIC E
Onderhoud van het ventilatie- en airconditioningsysteem► Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en laat de filterelementen periodiek vervangen.Het is raadzaam om een gecombineerd interieurfilter te gebruiken. Het specifieke actieve additief helpt te beschermen tegen schadelijke gassen en stank.► Om een correcte werking van de airconditioning te garanderen, moet u deze overeenkomstig de aanbevelingen in het onderhoudsschema van de fabrikant laten controleren.
NOTIC E
Snel verwarmen van het interieur
► Druk op toets 3c.► Draai knop 1 naar een hogere temperatuur (minstens 21).► Draai knop 2 naar stand 3 of verder.
► Druk op toets 4 voor een sneller resultaat (laat de luchtrecirculatie niet te lang ingeschakeld staan, anders kunnen de ruiten beslaan).► Druk niet op de andere toetsen.
Bevat gefluoreerde broeikasgassen R134aAfhankelijk van de uitvoering en het land van bestemming bevat het airconditioningsysteem gefluoreerde broeikasgassen R134a.
NOTIC E
Stop & StartDe verwarmings- en airconditioningssystemen werken alleen als de motor draait.Schakel tijdelijk het Stop & Start-systeem uit om een comfortabele temperatuur in het passagierscompartiment te behouden.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de Stop & Start.
Page 86 of 352
86
Verwarming
Handmatig bediende
airconditioning
De airconditioning werkt alleen bij draaiende motor.
1.Temperatuur.
2.Luchtstroom.
3.Luchtverdeling.
4.Recirculatie van lucht in het interieur.
5.Airconditioning aan/uit.
Luchtopbrengst
► Draai aan knop 2 om de gewenste luchtopbrengst te verkrijgen.
NOTIC E
Wanneer de draaiknop van de luchtcirculatie in de stand minimaal staat (systeem UIT), wordt de temperatuur in de auto niet meer geregeld. Er blijft door de rijwind echter nog wel een kleine luchtstroom gehandhaafd.
Temperatuur
► Draai knop 1 van “LO” (koel) naar “HI” (warm) om de temperatuur naar behoefte in te stellen.
NOTIC E
Een waarde van rond de 21 zorgt voor een optimaal comfort. Afhankelijk van uw wensen is een instelling tussen 18 en 24 gebruikelijk.Daarnaast raden we aan om instellingsverschillen tussen links en rechts van meer dan 3 te vermijden.
NOTIC E
Als de temperatuur in de auto bij het instappen aanzienlijk lager of hoger is dan de ingestelde waarde van de comfortmodus, hoeft de weergegeven waarde niet te worden gewijzigd om het vereiste comfortniveau te bereiken. Het systeem compenseert automatisch en zo snel mogelijk het temperatuurverschil.
NOTIC E
Om het passagierscompartiment maximaal te koelen of te verwarmen is het mogelijk de minimale waarde 14 of de maximale waarde 28 te overschrijden.► Draai draaiknop 1 naar links tot aan LO of naar rechts tot aan HI.
Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten (3a).Uitstroomopeningen in het midden en opzij (3b).Voetenruimten (3c).De luchtverdeling kan gedetailleerder worden afgesteld door meerdere toetsen in te drukken.
Airconditioning
De airconditioning werkt doeltreffend in elk jaargetijde, bij draaiende motor en mits de ruiten zijn gesloten.
Dit systeem maakt het mogelijk om:– in de zomer de temperatuur in het interieur te verlagen,– in de winter bij temperaturen boven 3°C beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Aan/uit
► Druk op toets 5 om de airconditioning in of uit te schakelen.