air filter YAMAHA YZF-R1 2008 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2008, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2008Pages: 106, PDF Size: 3.44 MB
Page 6 of 106
INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN.............................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes ...............3-3
Multifunctioneel display ..................3-7
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie) ........................................3-13
Stuurschakelaars ..........................3-13
Koppelingshendel .........................3-15
Schakelpedaal ..............................3-15
Remhendel ...................................3-15
Rempedaal ...................................3-16
Tankdop ........................................3-16
Brandstof ......................................3-17
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang ............................3-18
Uitlaatkatalysator ..........................3-18
Zadels ...........................................3-18
Helmbevestiging ...........................3-19
Afstellen van de voorvork .............3-20
Afstellen van de
schokdemperunit .......................3-22Bagageriembevestiging ................ 3-24
EXUP-systeem ............................. 3-24
Zijstandaard ................................. 3-25
Startspersysteem ......................... 3-25
CONTROLES VOOR HET
STARTEN........................................... 4-1
Controlelijst voor gebruik ................ 4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE.............................. 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ...................................... 5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES................. 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .................... 6-2
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen ........ 6-6
Controleren van de bougies ........... 6-9
Motorolie en oliefilterpatroon ........ 6-10
Koelvloeistof ................................. 6-12
Het luchtfilterelement
vervangen ................................. 6-15Controleren van stationair
toerental ................................... 6-17
Controleren van de vrije slag
gaskabel ................................... 6-18
Klepspeling .................................. 6-18
Banden ........................................ 6-18
Gietwielen .................................... 6-21
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen .................................... 6-21
Remlichtschakelaar afstellen ....... 6-22
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-22
Controleren van
remvloeistofniveau ................... 6-23
Verversen van remvloeistof ......... 6-24
Spanning aandrijfketting .............. 6-24
Reinigen en smeren van de
aandrijfketting ........................... 6-26
Controleren en smeren van
kabels ....................................... 6-26
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel .............. 6-27
Controleren en smeren van
rem- en koppelingshendels ...... 6-27
Schakelpedaal controleren en
smeren ..................................... 6-28
Controleren en smeren van
zijstandaard .............................. 6-28
De achterbrugscharnierpunten
smeren ..................................... 6-28
Voorvork controleren ................... 6-29U4C8D1D0.book Page 1 Wednesday, June 13, 2007 9:11 AM
Page 47 of 106
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
DAU16810
Tips voor een zuinig brandstof-
verbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16841
Inrijperiode De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit
de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
DAU17081
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan 6900
tpm draaien.
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan 8300
tpm draaien.LET OP:
DCA10301
Na de eerste 1000 km (600 mi) moet de
motorolie worden ververst en de oliefil-
terpatroon of het oliefilterelement wor-den vervangen.1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP:
DCA10310
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine tecontroleren.
OPMERKING:Tijdens en na de inrijperiode van de motor
kan door de hitte van de uitlaatgassen de
uitlaatpijp iets verkleuren, maar dit is volko-men normaal.
U4C8D1D0.book Page 3 Wednesday, June 13, 2007 9:11 AM
Page 60 of 106
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-12
6
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motorolie,
monteer dan de olievuldop en zet deze
vast.OPMERKIN
G:
Alle gemorste olie moet worden afgeveegd,
nadat de motor en het uitlaatsysteem zijnafgekoeld.LET OP:
DCA11620
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dangespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingenin het carter terecht komen.
10. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKING:Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan, alshet olieniveau correct is.LET OP:
DCA10400
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje olieniveau knippert of blijft
branden en laat de machine controlerendoor een Yamaha dealer.
11. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
12. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU20070
Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU42990
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKING:
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschillen zijn namelijk
van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutiefworden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING:Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-niveau staan. Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van oliefilterpa-
troon:
2.90 L (3.07 US qt) (2.55 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
3.10 L (3.28 US qt) (2.73 Imp.qt)
U4C8D1D0.book Page 12 Wednesday, June 13, 2007 9:11 AM
Page 63 of 106
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
LET OP:
DCA10471
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Vervang, indien water in plaats van
koelvloeistof is gebruikt, het water
zo snel mogelijk door koelvloeistof.
Anders is het koelsysteem niet be-
schermd tegen vorst en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vriespercentage van dekoelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectief
zijn.
13. Breng de radiatorvuldop aan, start de
motor, laat een paar minuten stationair
draaien en zet hem dan uit.
14. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig zoveel
koelvloeistof bij tot het niveau bovenin
de radiator staat en breng dan de ra-
diatorvuldop aan.
15. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
16. Breng de stroomlijnpanelen aan.
DAU42960
Het luchtfilterelement vervangen Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vervang het luchtfilterelement vaker als
u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-18.)
2. Verwijder de panelen A en B. (Zie pa-
gina 6-6.)
3. Verwijder de tankbevestigingsbouten.
4. Licht de brandstoftank aan de voorzij-
de op en kantel hem dan naar achte-
ren van het luchtfilterhuis vandaan.
(Maak de brandstofslangen niet los!) Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Inhoud radiator (inclusief alle leidin-
gen):
2.76 L (2.92 US qt) (2.43 Imp.qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan
de merkstreep voor maximumni-
veau):
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp.qt)1. Bout
U4C8D1D0.book Page 15 Wednesday, June 13, 2007 9:11 AM
Page 65 of 106
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
6
LET OP:
DCA10480
Controleer of het luchtfilterelement
correct in het luchtfilterhuis is ge-
plaatst.
Laat de motor nooit draaien zonder
dat het luchtfilterelement aanwezig
is, dat kan leiden tot overmatige slij-
tage bij de zuiger(s) en/of de cilin-der(s).
8. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
9. Plaats de brandstoftank in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
bouten aan.WAARSCHUWING
DWA12380
Controleer voor de installatie van
de brandstoftank of de brand-
stofslangen niet zijn beschadigd.
Als een van de slangen is bescha-
digd, start de motor dan niet. Laat
de slang vervangen door een
Yamaha dealer om brandstoflekka-
ge te voorkomen.
Controleer of de brandstofslangen
stevig zijn aangesloten, de juiste
ligging hebben en niet worden afge-
kneld.
Zorg dat de tankbeluchtings-
slang/overloopslang weer in de oor-
spronkelijke positie wordtgeplaatst.
10. Monteer de panelen.
11. Breng het bestuurderszadel aan.
DAU44730
Controleren van stationair toe-
rental Het stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en indien nodig door een
Yamaha dealer afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
Start de motor en laat deze gedurende en-
kele minuten warmdraaien op 1000–2000
tpm, waarbij u het toerental af en toe opdrijft
tot 4000–5000 tpm.
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
Stationair toerental:
1150–1250 tpm
U4C8D1D0.book Page 17 Wednesday, June 13, 2007 9:11 AM
Page 97 of 106
SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2060 mm (81.1 in)
Totale breedte:
720 mm (28.3 in)
Totale hoogte:
1110 mm (43.7 in)
Zadelhoogte:
835 mm (32.9 in)
Wielbasis:
1415 mm (55.7 in)
Grondspeling:
135 mm (5.31 in)
Kleinste draaicirkel:
3400 mm (133.9 in)Gewicht:Incl. olie en brandstof:
200.0 kg (441 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
4-cilinder, parallel vooroverhellend
Slagvolume:
998.0 cm³
Boring × slag:
77.0 × 53.6 mm (3.03 × 2.11 in)
Compressieverhouding:
12.70 :1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Type:
SAE10W30 of SAE10W40 of SAE10W50
of SAE15W40 of SAE20W40 of
SAE20W50
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:
2.90 L (3.07 US qt) (2.55 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
3.10 L (3.28 US qt) (2.73 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
2.76 L (2.92 US qt) (2.43 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoating
Brandstof:Aanbevolen brandstof:
Uitsluitend loodvrije superbenzine
Inhoud brandstoftank:
18.0 L (4.76 US gal) (3.96 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
3.2 L (0.85 US gal) (0.70 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:
Fabrikant:
MIKUNI
Type/hoeveelheid:
45EIDW/1Bougie(s):Fabrikant/model:
NGK/CR9EK
Elektrodenafstand:
0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)Koppeling:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellingsbak:Primair reductiesysteem:
Recht tandwiel
Primaire reductieverhouding:
65/43 (1.512)
Secundair reductiesysteem:
Kettingaandrijving
Secundaire reductieverhouding:
45/17 (2.647)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
-20 -10 0
10 20 30
40
50 ˚C
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U4C8D1D0.book Page 1 Wednesday, June 13, 2007 9:11 AM
Page 102 of 106
INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-26
Accu ...................................................... 6-30
Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-28
Achterlicht/remlicht unit ......................... 6-36
Afstelling remlichtschakelaar ................ 6-22
Antidiefstal-alarmsysteem (optie).......... 3-13BBagageriembevestiging ........................ 3-24
Banden.................................................. 6-18
Bougies, controleren ............................... 6-9
Brandstof............................................... 3-17
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-14
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampje schakelmoment.............. 3-7
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkering ............... 3-7
Controlelijst voor gebruik ........................ 4-2DDimlichtschakelaar ................................ 3-14EEXUP-systeem...................................... 3-24GGasgreep en gaskabel, controleren
en smeren........................................... 6-27
Gereedschapsset .................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-37Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen .......................................... 6-36
HHelmbevestiging ................................... 3-19IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren............. 6-26
Klepspeling ........................................... 6-18
Koelvloeistof ......................................... 6-12
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-34
Koppelingshendel ................................. 3-15
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen .............................................. 6-21LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-14
Locaties van onderdelen ........................ 2-1
Luchtfilterelement, vervangen .............. 6-15MMatkleur, let op ....................................... 7-1
Modelinformatiesticker............................ 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ................ 6-10
Multifunctioneel display .......................... 3-7NNoodstopschakelaar ............................. 3-14OOndersteunen van de motorfiets .......... 6-38PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-37
Parkeren ................................................. 5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema.............................. 6-2
Problemen oplossen ............................. 6-42
RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ........................ 6-27
Remhendel ............................................ 3-15
Rempedaal ............................................ 3-16
Remvloeistofniveau, controleren ........... 6-23
Remvloeistof, verversen........................ 6-24
Richtingaanwijzerschakelaar................. 3-14SSchakelaar alarmverlichting .................. 3-14
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal....................................... 3-15
Schakelpedaal, controleren en
smeren ................................................ 6-28
Schokdemperunit, afstellen ................... 3-22
Sleutelnummer ........................................ 9-1
Spanning aandrijfketting........................ 6-24
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-4
Startblokkeersysteem.............................. 3-1
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ............................................... 3-14
Startspersysteem .................................. 3-25
Stationair toerental, controleren ............ 6-17
Storingzoekschema’s ............................ 6-43
Stroomlijn- en framepanelen,
verwijderen en aanbrengen .................. 6-6
Stuurschakelaars .................................. 3-13
Stuursysteem, controleren .................... 6-29TTankbeluchtingsslang/overloopslang .... 3-18
Tankdop ................................................ 3-16UUitlaatkatalysator................................... 3-18
U4C8D1D0.book Page 1 Wednesday, June 13, 2007 9:11 AM