Alfa Romeo 156 2000 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2000, Model line: 156, Model: Alfa Romeo 156 2000Pages: 291, PDF Size: 3.73 MB
Page 211 of 291

210
Bij werkzaamheden
aan de accu of in de
buurt van de accu, moet
u uw ogen altijd beschermen met
een speciale bril.
Als de accu wordt ge-
bruikt met een te laag
elektrolytniveau, wordt
de accu onherstelbaar bescha-
digd; de accubak kan barsten
waardoor het accuzuur kan weg-
lekken.
Onoordeelkundige mon-
tage van elektrische ap-
paratuur kan ernstige
schade toebrengen aan de auto.
Als u na aanschaf van uw auto ac-
cessoires wilt monteren die con-
stante voeding nodig hebben (dief-
stalalarm, autoradio, mobiele tele-
foon, enz.), raden wij u aan con-
tact op te nemen met de Alfa
Romeo-dealer. Deze kan u de meest geschikte
installaties aanraden en controle-
ren of het noodzakelijk is een accu
met een grotere capaciteit te mon-
teren.
Accu’s bevatten zeer
schadelijke stoffen voor
het milieu. Het is raad-
zaam om de accu door de Alfa
Romeo-dealer te laten vervan-
gen. De dealer beschikt over de
uitrusting voor het op milieu-
vriendelijke wijze en conform de
wettelijke bepalingen de accu af
te voeren.Als u de auto langere
tijd stalt in extreem
koude omstandigheden
moet, om bevriezing te voorko-
men, de accu worden verwijderd
en op een verwarmde plaats
worden bewaard.ACCULADING MET OPTISCHE
HYDROMETER CONTROLEREN
De acculading kan kwalitatief gecontro-
leerd worden door de kleur van de op-
tische meter te controleren. Zie de vol-
gende tabel of de sticker (fig. 42) op
de accu bij punt ( B-fig. 41).
P4U00326
fig. 42
Page 212 of 291

211
ACCU OPLADEN
BELANGRIJKDe beschrijving van de
procedure voor het opladen van de accu
dient slechts ter informatie. Wendt u bij
voorkeur tot een Alfa Romeo-dealer om
deze werkzaamheden uit te laten voeren.
We raden u aan de accu langzaam en
met een laag ampèrage gedurende ca.
24 uur op te laden. Als u de accu langer
oplaadt, kan de accu worden beschadigd. Ga voor het opladen als volgt te werk:
BELANGRIJK
Als de auto is uitgerust
met een diefstalalarm, schakel het alarm
dan uit met de afstandsbediening en stel
het systeem buiten werking door de sleu-
telschakelaar in stand “ OFF” te draaien
(zie “Diefstalalarm” in het hoofdstuk
“Wegwijs in uw auto”). –
Maak de accuklemmen los van de
accupolen.
– Sluit de klemmen van de acculader
aan op de accupolen.
– Schakel het laadapparaat in.
– Aan het einde van het opladen: scha-
kel eerst de acculader uit en koppel dan
de accu los.
– Sluit de accuklemmen weer aan op
de accupolen. Let daarbij op de polariteit.
De vloeistof in de accu
is giftig en corrosief.
V oorkom contact met de
huid en de ogen. Het opladen van
de accu moet worden uitgevoerd in
een goed geventileerde ruimte, ver
verwijderd van open vuur en
vonkvormende apparaten: brand-
en ontploffingsgevaar.
Helderwitte
kleur
Donkere kleur
zonder groen
middenstuk
Donkere kleur
met groen middenstuk
Elektrolyt
bijvullen
Accu niet voldoende
opgeladen
Niveau elektrolyt
en acculading
voldoende W
endt u tot de Alfa Romeo-
dealer
Opladen (wij raden u aan
om u tot de Alfa Romeo-dealer
te wenden)
Geen enkele handeling
Page 213 of 291

212
BELANGRIJKEen accu die gedurende
langere tijd minder dan 50% geladen is,
raakt door sulfatering beschadigd. Hierdoor
loopt de capaciteit en het startvermogen te-
r ug. Ook is de accu dan gevoeliger voor be-
vriezing (bij temperaturen onder -10°C).
Als u de auto langere tijd niet gebruikt, zie
dan “Auto langere tijd stallen” in het hoofd-
stuk “Correct gebruik van de auto”. Probeer een bevroren
accu niet op te laden:
eerst moet de accu ont-
dooid worden, anders loopt u het
risico dat de accu ontploft. Als de
accu bevroren is geweest, moet
worden gecontroleerd of de cellen
niet beschadigd zijn (risico op kort-
sluiting) en of de bak geen scheu-
ren vertoont, waardoor de giftige
en corrosieve vloeistof kan weg-
lekken.
PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU TE
VERLENGEN
Houdt u, om snel ontladen van de accu
te voorkomen en de levensduur te verlen-
gen, zorgvuldig aan de volgende aanbe-
velingen:
– De klemmen moet altijd goed zijn be-
vestigd.
– Voorkom zoveel mogelijk het gebruik
van stroomverbruikers als de motor uit
staat (autoradio, waarschuwingsknipper-
lichten, parkeerverlichting, enz.).
– Wanneer u de auto parkeert, contro-
leer dan of de portieren, de motorkap en
het kofferdeksel goed gesloten zijn. Hier-
mee wordt voorkomen dat de interieur-
verlichting blijft branden.
– Maak voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie van de auto worden uit-
gevoerd eerst de minpool van de accu los.
–A ls u na aanschaf van uw auto acces-
soires wilt monteren die constante voe-
ding nodig hebben (diefstalalarm, hands-
free mobiele telefoon, navigatiesysteem
met anti-diefstalsatellietbewaking enz.),
raden wij u aan contact op te nemen met
de Alfa Romeo-dealer. Deze kan u de meest geschikte installaties uit het Alfa
Romeo Lineacccessori-programma aan-
raden en controleren of de elektrische in-
stallatie van de auto geschikt is voor het
extra stroomverbruik of dat het nood-
zakelijk is een accu met een grotere ca-
paciteit te monteren.
Deze stroomverbruikers blijven continu
stroom verbruiken ook bij een uitgeno-
men contactsleutel (geparkeerde auto,
motor uitgezet), waardoor de accu gelei-
delijk kan ontladen.
Het totale energieverbruik van deze
accessoires (standaard en achteraf ge-
monteerd accessoires) moet minder zijn
dan 0,6 mA x Ah (van de accu), zoals in
de volgende tabel staat vermeld:
Accu van Maximum stroomverbruikbij stilstaande motor
50 Ah 30 mA
60 Ah 36 mA
70 Ah 42 mA
Page 214 of 291

213
Als grote stroomverbruikers, zoals: verwar-
ming van het babyflesje, stofzuiger, mobie-
le telefoon, koelbox, enz.), bij uitgezette
motor of als de motor stationair draait van
voedingsspanning worden voorzien, dan
zal de accu sneller ontladen.– Als aan boord van de auto extra sys-
temen moeten worden geïnstalleerd,
moet goed op de juiste aansluitingen wor-
den gelet. Niet correcte elektrische verbin-
dingen kunnen gevaarlijk zijn, vooral voor
de elementaire elektronische systemen.
– Als de auto langere tijd niet wordt
gebruikt, is het raadzaam de accuklem-
men los te maken van de accupolen
(maak eerst de minklem los). Controleer
de acculading als de accu voorzien is van
een optische hydrometer. Laad de accu
op als de optische hydrometer (A-fig.
41) geen groene kleur heeft (wendt u
bij voorkeur tot een Alfa Romeo-dealer). Controleer daarna de acculading iedere
drie maanden.ELEKTRONISCHE
REGELEENHEDEN
Bij een normaal gebruik van de auto zijn
speciale voorzorgsmaatregelen niet nodig.
Het is echter nodig de volgende aanwij-
zingen nauwkeurig op te volgen bij werk-
zaamheden aan de elektrische installatie
of bij een noodstart:
– Zet de motor altijd uit voordat de accu
wordt losgekoppeld.
– Koppel de accu altijd los als de accu
moet worden opgeladen.
– Gebruik bij een noodstart altijd een
hulpaccu en geen acculader.
– Controleer de aansluiting van de po-
len en de conditie van de verbinding tus-
sen de accu en de elektrische installatie.
– Neem de stekkers van de regeleenhe-
den nooit los en sluit ze nooit aan als de
contactsleutel in stand MARstaat.–
Controleer de polariteit niet door middel
van vonken.
– Neem de stekkers van de regeleenhe-
den los voor het uitvoeren van laswerk-
zaamheden aan de carrosserie. Verwijder
zonodig de regeleenheid als deze door de
werkzaamheden te warm kan worden.
BELANGRIJK
Een accu die geduren-
de langere tijd minder dan 50% geladen
is (de optische hydrometer heeft een don-
kere kleur zonder groen middenstuk),
raakt de accu door sulfatering beschadigd.
Hierdoor loopt de capaciteit en het start-
vermogen terug. Ook is de accu dan ge-
voeliger voor bevriezing (bij temperaturen
onder -10 °C).
– Als de accu zelfs kort wordt gebruikt
met een te laag elektrolytniveau, raakt
de accu beschadigd en kan de accu open-
barsten.
Page 215 of 291

214
BOUGIES
Indien de motor onregelmatig loopt,
laat dan de bougies uitsluitend door de
Alfa Romeo-dealer controleren.
WISSERBLADEN(fig.43)
Maak de wisserbladen regelmatig
schoon en controleer de conditie. Vervang
de wisserbladen als het rubber vervormd
of versleten is: –
Til de wisserarm van de voorruit en
plaats het wisserblad onder een hoek van
90° ten opzichte van de arm.
–Dr uk op lip (B ) van de veerklem en
verwijder het wisserblad van arm ( A).
– Als de veerklem uit het gebogen uit-
einde van de arm verwijderd is, moet het
wisserblad via de opening uit de wisser-
arm worden verwijderd.
– Plaats de nieuwe wisserarm, waarbij
het gebogen uiteinde van de wisserarm
( A ) door de opening moet worden ge-
stoken.
– Til het wisserblad omhoog zodat lip
(B) van de veerklem geblokkeerd wordt
in het gebogen uiteinde van de wisser-
arm.
– Duw de arm van de ruitenwisser om-
laag.
P4U00240
fig. 43
Als aan boord van de
auto extra systemen
moeten worden geïnstal-
leerd, moet goed op de juiste aan-
sluitingen worden gelet. Niet cor-
recte elektrische verbindingen
kunnen gevaarlijk zijn, vooral voor
de elementaire elektronische sys-
temen (ontsteking, inspuiting,
ABS.). Een niet correcte installatie
van een autoradio, diefstalalarm,
mobiele telefoon, enz. kan tot
storingen in de elektronische
regeleenheden leiden en de garan-
tie in gevaar brengen. Wendt u
voor deze werkzaamheden tot de
Alfa Romeo-dealer. Het stroom-
verbruik van na aankoop van de
auto gemonteerde accessoires
mag niet hoger zijn dan
20 mA (bij stilstaande motor).
De bougies moeten bij
de kilometerstanden
worden vervangen die
in het onderhoudsschema zijn
aangegeven. Gebruik uitsluitend
bougies van het voorgeschreven
type (zie tabel “Brandstofsys-
teem-ontsteking” in het hoofd-
stuk “Technische gegevens”):
Bougies met een afwijkende
warmtegraad kunnen motorsto-
ringen veroorzaken.
Page 216 of 291

215
BELANGRIJKDe vorm van de wis-
serbladen kan, afhankelijk van de uitvoe-
ring, verschillend zijn. Houdt u in ieder
geval aan de bijgeleverde instructies.
RUITENSPROEIERS
Controleer of de straal van de ruiten-
sproeiers voor en de koplampsproeiers (in-
dien gemonteerd) goed is afgesteld en
voldoende kracht heeft.
Controleer als de sproeiers niet goed
werken of de ruitensproeiermonden niet
verstopt zijn. Deze kunnen zonodig met
een speld worden doorgeprikt
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN ATMOS-
FERISCHE INVLOEDEN
Alfa Romeo past constructieve technologi-
sche oplossingen toe om de carrosserie zo
goed mogelijk tegen roest te beschermen.
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
– Luchtverontreiniging
– Zoutgehalte in de lucht en luchtvoch-
tigheid (gebieden aan zee, warm en
vochtig klimaat).
– Strooizout of gladheidbestrijdings-
middelen, waarmee in de winter de we-
gen worden bestrooid.
Voor een nog betere bescherming tegen
roest zijn de volgende maatregelen geno-
men:
– De toepassing van aangepaste spuit-
technieken en lakproducten die de auto
de benodigde weerstand tegen roest en
schurende elementen verlenen.
– Het gebruik van verzinkte plaatde-
len met een hoge corrosiebestendigheid.
– Het aanbrengen van een gespoten
laag op de onderzijde, in de wielkuipen, in
de motorruimte en in verschillende holle ru
imtes met daarvoor geschikte producten
die goed aan het metaal hechten en een
hoog beschermend vermogen hebben.
– Het gebruik van lakken met een ho-
ge weerstand tegen atmosferische veront-
reinigingen.
– Toepassing van “open” holle ruimtes
om condensvorming te voorkomen, waar-
door roest van binnenuit wordt voorkomen.
De onderzijde van de carrosserie is voor-
zien van een speciale beschermlaag.
Indien deze beschermlaag moet worden
hersteld, moeten de uitlaat, de lambda-
sonde en de driewegkatalysator be-
schermd worden als er wasachtige,
oliehoudende, kunststof en/of ontvlam-
bare producten worden aangebracht.
W endt u bij voorkeur tot een Alfa
Romeo-dealer om deze werkzaamheden
uit te laten voeren.
TIPS VOOR HET BEHOUD
V AN DE CARROSSERIE
Industriële neerslag of andere ver-
vuiling, teervlekken, dode insecten, enz.
dienen zo snel mogelijk van de lak ver-
wijderd te worden.
Page 217 of 291

216
Parkeer de auto niet onder bomen, om-
dat de lak door harsdruppels, boomknop-
pen, enz. kan beschadigen.
Voorkom dat tijdens het bijvullen olie,
remvloeistof, koelvloeistof, elektrolyt van
de accu, enz. op de lak terecht komt.
Gebeurt dit toch, dan moet het be-
treffende gedeelte van de carrosserie on-
middellijk worden gereinigd en de auto
grondig worden gewassen.
LAK
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de
laklaag, zoals krassen, onmiddellijk wor-
den bijgewerkt om roestvorming te voor-
komen.
Het normale onderhoud van de auto be-
perkt zich tot wassen, waarbij de frequen-
tie afhankelijk is van de omgeving en van
het gebruik van de auto.
Het is beter de auto vaker te wassen bij:
– bij sterke luchtvervuiling;
– het rijden over wegen met strooi-
zout; –
het parkeren onder bomen waar
harsdruppels vanaf kunnen vallen.
Bij de Alfa Romeo-dealer is een comple-
te lijn producten verkrijgbaar voor het on-
derhoud en het reinigen van de auto
(shampoo, was, polish, lakstiften,
vlekkenverwijderaar, schoonmaakmidde-
len, enz.).
De eigenschappen van deze producten
zijn afgestemd op de lakken, afdichtingen
en sierlijsten van de Alfa Romeo’s.
W ij raden u aan deze producten door
het personeel van de Alfa Romeo-dealer
te laten aanbrengen: zo wordt het beste re-
sultaat gegarandeerd en ieder mogelijk on-
gemak uitgesloten dat de garantie in ge-
vaar kan brengen.
De juiste wasmethode:
1) Spoel de auto eerst met een water-
straal onder lage druk af.
2) Was de auto met een zachte spons
en een oplossing van water en 2-4%
shampoo; spoel daarbij de spons regel-
matig uit.
3) Spoel de auto af met schoon water
en droog de auto met warme lucht of een
schone, zachte zeem. De minder zichtbare delen zoals de ran-
den van de portieren, kofferdeksel, mo-
torkap en de koplampranden mogen niet
vergeten worden, omdat daar water kan
blijven staan.
Het verdient aanbeveling de auto na het
wassen niet onmiddellijk binnen te zet-
ten, maar de auto nog even buiten te
laten staan, zodat waterresten buiten
kunnen verdampen.
W as de auto nooit als hij lang in de
zon heeft gestaan of als de motorkap
nog warm is: omdat dan de glans van
de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op
dezelfde wijze worden gewassen als de
gespoten carrosseriedelen. Alleen voor
het verwijderen van hardnekkig vuil,
raden wij u aan speciale producten te ge-
bruiken. Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het wa-
ter. Daarom moet de au-
to bij voorkeur worden gewassen
op een plaats waar het afvalwa-
ter direct wordt opgevangen en
gezuiverd.
Page 218 of 291

217
MOTORRUIMTE
Het verdient aanbeveling de motorruim-
te na het winterseizoen zorgvuldig te la-
ten uitspuiten. Laat dit verzorgen door
een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de motor koud zijn
en de contactsleutel in stand STOP
staan. Controleer na het reinigen of de
verschillende beschermingen ( rubber
kappen, deksels, enz.) nog op hun plaats
zitten en niet beschadigd zijn.
Let er bij het schoon-
maken van de binnenzij-
de van de achterruit op,
dat de elektrische weerstandsdra-
den van de achterruitverwarming
niet worden beschadigd. Veeg
voorzichtig in de richting van de
draden.
V oor het uitspuiten
van de motorruimte ra-
den wij het gebruik aan
van “FULCRON”. Dit middel is
verkrijgbaar bij de Alfa Romeo-
dealer. Gebruik uitsluitend alka-
lische oplossingen zonder soda
bij voorkeur met metasilicaat. Na het uitspuiten van de motor-
ruimte, moet de motorruimte
volgens een speciale methode
grondig worden gespoeld en ge-
droogd. In een normale was-
tunnel wordt de motorruimte
niet goed genoeg gespoeld.
Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het wa-
ter. Daarom moet de
motorruimte bij voorkeur worden
uitgespoten op een plaats waar
het afvalwater direct wordt op-
gevangen en gezuiverd.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen die-
nen zo snel en zo goed mogelijk van de
lak verwijderd te worden, omdat door de
agressieve bestanddelen de lak kan be-
schadigen
Voor een betere bescherming van de lak
verdient het aanbeveling de auto regel-
matig in de was te zetten met speciaal
daarvoor bestemde producten (siliconen-
was), die een beschermende laag op de
lak aanbrengen.
RUITEN
Gebruik voor het schoonmaken van de
r uiten een daarvoor geschikt schoon-
maakmiddel. Gebruik een schone, zachte
doek om krassen en beschadigingen te
voorkomen.
INTERIEUR
Controleer af en toe of onder de vloer-
bedekking geen water is blijven staan
(dooiwater van sneeuwresten aan schoe-
nen, lekkende paraplu’s, enz.), waardoor
roestvorming op de bodem veroorzaakt
zou kunnen worden.
Page 219 of 291

218
Gebruik nooit alcohol
of benzine om het glas
van het instrumenten-
paneel schoon te maken.
Bewaar nooit spuit-
bussen in de auto. Ont-
ploffingsgevaar. Spuit-
bussen mogen niet worden bloot-
gesteld aan temperaturen boven
50 °C. In de zomer kan de tem-
peratuur in het interieur ver bo-
ven deze waarde oplopen.
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING REINIGEN
–V erwijder stof met een zachte bor-
stel.
–V erwijder vetvlekken met een spe-
ciaal daarvoor bestemd product. Volg de
bijgeleverde instructies nauwgezet op.
–V oor een nog grondigere reiniging
kunnen de stoelen met een vochtige
spons en een oplossing van neutrale zeep
worden afgenomen. Houdt u aan de voor-
geschreven mengverhouding.
MET LEER BEKLEDE STOELEN
SCHOONMAKEN
–V erwijder droog vuil met een zeem-
leer of een iets vochtige doek, zonder
hard te drukken
– Dep een vochtige vlek of vet met
een droge en absorberende doek en wrijf
daarbij niet. Behandel de plek vervolgens
met een doek of zeem bevochtigd met
water en een neutrale zeep.
Als de vlek nog niet verwijderd is, be-
handel de vlek dan met een speciaal
schoonmaakmiddel, waarbij de instructies
op de verpakking strikt moeten worden
opgevolgd. Gebruik nooit alcohol
of producten op basis
van alcohol.
Gebruik nooit ont-
vlambare producten zo-
als petroleum of was-
benzine. De elektrostatische la-
ding die tijdens het reinigen door
wrijving, kan brand veroorza-
ken.
KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Ver wijder, indien nodig, stof, vuil, enz.
van de koplamp- en achterlichtglazen
(en/of van de richtingaanwijzers op het
voorspatbord) m.b.v een zachte spons en
een oplossing van water en neutrale
zeep. Gebruik nooit chemische oplosmiddelen
en/of aardolieproducten, zoals benzine,
alcohol, ammonia, aceton, enz. Deze pro-
ducten kunnen de onderdelen beschadi-
gen en de helderheid doen afnemen,
waardoor de rijveiligheid in gevaar wordt
gebracht.
Gebruik speciale reinigingsmiddelen
voor de kunststof interieurdelen om het
uiterlijk van de componenten niet te wij-
zigen.
Page 220 of 291

219
In dit hoofdstuk vindt u alle informatie die betrekking heeft op de
Alfa 156 Sportwagon en die een aanvulling vormt op datgene wat
al beschreven is in de voorgaande hoofdstukken van dit boek.PORTIEREN ........................................................................\
..............................pag. 220
ZITPLAATSEN
........................................................................\
....................................221
VEILIGHEIDSGORDELS
........................................................................\
..................222
ACHTERRUITWISSER - ACHTERRUITSPROEIER
..............................................223
BAGAGERUIMTE
........................................................................\
..............................224
INTERIEURUITRUSTING
........................................................................\
................233
T ANKEN MET DE ALFA 156 SPORTWAGON
....................................................233
IMPERIAAL-/SKIDRAGER
........................................................................\
.............234
AUTORADIO
........................................................................\
......................................234
AUTOMATISCHE NIVEAUREGELING OP DE ACHTERWIELOPHANGING
.234
EEN LEKKE BAND
........................................................................\
............................235
DEFECTE BUITENVERLICHTING
........................................................................\
...235
DEFECTE INTERIEURVERLICHTING
.....................................................................238
EEN DOORGEBRANDE ZEKERING OF RELAIS
.................................................239
ALFA 156