ABS Alfa Romeo 159 2008 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2008, Model line: 159, Model: Alfa Romeo 159 2008Pages: 330, PDF Size: 5.05 MB
Page 3 of 330

ABSOLUUT LEZEN!
TANKEN
Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON.
Dieselmotoren: tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europese specificatie EN590. Het
gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de
garantie tot gevolg hebben.
K
MOTOR STARTEN
Benzinemotoren: trek de handrem aan, trap het koppelingspedaal geheel in zonder het gaspedaal in te trappen,
plaats de versnellingspook in vrij, steek de elektronische sleutel geheel in het startsysteem tot aan de aanslag, druk kort
op de
START/STOP-knop.
Diesel-
motor:trek de handrem aan, trap het koppelingspedaal geheel in zonder het gaspedaal in te trappen,
plaats de versnellingspook in vrij, steek de elektronische sleutel geheel in het startsysteem tot aan de aanslag. Op het in-
strumentenpaneel gaat het lampje
mbranden; wacht totdat het lampje muitgaat - dit gaat sneller als de motor warm
is, druk kort op de
START/STOP-knop, onmiddellijk nadat het lampje muitgaat.
PARKEREN BOVEN BRANDBARE MATERIALEN
Tijdens de werking wordt de katalysator zeer warm. Parkeer de auto dus niet op gras of boven droge bla-
deren, dennennaalden of ander ontvlambaar materiaal: brandgevaar.
BESCHERMING VAN HET MILIEU
De auto is uitgerust met een diagnosesysteem, dat continu controles uitvoert op de componenten die van in-
vloed zijn op de uitlaatgasemissie; hierdoor wordt overmatige vervuiling van het milieu voorkomen.
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 2
Page 7 of 330

6
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
D D
A A
S S
H H
B B
O O
A A
R R
D D
E E
N N
B B
E E
D D
I I
E E
N N
I I
N N
G G
CRUISE-CONTROL............................................. 76
INTERIEURVERLICHTING ..................................... 78
BEDIENINGSORGANEN...................................... 81
UITRUSTING IN HET INTERIEUR........................... 83
OPENDAK......................................................... 93
PORTIEREN ...................................................... 96
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ............................. 99
BAGAGERUIMTE............................................... 101
MOTORKAP..................................................... 105
IMPERIAAL/SKIDRAGER..................................... 106
KOPLAMPEN.................................................... 106
ABS ............................................................... 108
VDC ............................................................... 110
EOBD ............................................................. 115
INBOUWVOORBEREIDING AUTORADIO ................. 116
EXTRA ACCESSOIRES ........................................ 116
INSTALLATIE VAN ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCH
SYSTEMEN...................................................... 117
PARKEERSENSOREN .......................................... 118
BANDENSPANNINGSCONTROLESYSTEEM
(TPMS)........................................................... 122
TANKEN MET DE AUTO ...................................... 125
BESCHERMING VAN HET MILIEU ......................... 127 DASHBOARD.................................................... 7
INSTRUMENTENPANEEL...................................... 8
SYMBOLEN...................................................... 9
ALFA CODE....................................................... 9
ELEKTRONISCHE SLEUTEL .................................. 11
DIEFSTALALARM................................................ 17
STARTSYSTEEM................................................. 19
INSTRUMENTEN................................................ 21
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY .............................. 25
INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ............. 30
ZITPLAATSEN ................................................... 45
HOOFDSTEUNEN.............................................. 48
STUUR ........................................................... 49
SPIEGELS........................................................ 50
KLIMAATREGELING ............................................ 53
KLIMAATREGELING, HANDBEDIEND....................... 55
KLIMAATREGELING, AUTOMATISCH
BI-/TRIZONE................................................... 58
EXTRA VERWARMING........................................ 69
BUITENVERLICHTING......................................... 70
RUITENSPROEIERS-/WISSERS............................ 73
001-045 Alfa 159 NL 21-10-2008 9:56 Pagina 6
Page 78 of 330

77
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
❒intrappen van het gaspedaal: in dit
geval wordt het systeem slechts tij-
delijk uitgeschakeld; als het pedaal
wordt losgelaten, schakelt het sys-
teem automatisch opnieuw in;
❒als de voertuigsnelheid lager wordt
dan de limiet (in dat geval blijft de
laatst opgeslagen snelheid bewaard
en kan worden opgeroepen door de
knopRES) in te drukken;
Automatische uitschakeling
van de cruise-control
De cruise-control wordt tijdelijk uitge-
schakeld als het ABS of VDC ingrijpt (bo-
ven een maximaal toegestane tijd): in
dit geval blijft de laatste opgeslagen
snelheid bewaard en kan worden op-
geroepen door knop RESin te drukken.
Bij een storing van de cruise-control of
het motormanagementsysteem, wordt
het systeem uitgeschakeld, totdat de
elektronische sleutel uit het startsysteem
wordt verwijderd. Wendt u zich in dit ge-
val tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
❒schakel de versnelling in die geko-
zen was op het moment waarop de
snelheid werd opgeslagen (4e of 5e
versnelling);
❒druk op knop RES(op het uitein-
de van de hendel).
OPGESLAGEN SNELHEID
VERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
❒trap het gaspedaal in en sla vervol-
gens de nieuwe snelheid op;
of
❒plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid met ongeveer 1,5
km/h verhoogd; als de hendel omhoog
wordt gehouden, wordt de snelheid trap-
loos gewijzigd.
OPGESLAGEN SNELHEID
VERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
❒schakel het systeem uit en sla ver-
volgens de nieuwe snelheid op;of
❒plaats de hendel omlaag (–), totdat
de gewenste nieuwe snelheid is be-
reikt; de snelheid wordt automatisch
opgeslagen.
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid ongeveer 1,5 km/h
verlaagd. Als de hendel omlaag wordt
gehouden, wordt de snelheid traploos
gewijzigd.
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in de volgende ge-
vallen uitgeschakeld:
❒door knop A-fig. 57in stand Ote
zetten;
❒schakel de motor uit en verwijder de
elektronische sleutel uit het start-
systeem;
❒intrappen van het rempedaal, in-
trappen van het koppelingspedaal
(in deze gevallen blijft de snelheid
opgeslagen en kan deze worden op-
geroepen door de knop RES) in te
drukken;
046-082 Alfa 159 NL 21-10-2008 14:38 Pagina 77
Page 109 of 330

108
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
ABS
Het ABS dat geïntegreerd is in het rem-
systeem, voorkomt dat tijdens het rem-
men de wielen blokkeren, ongeacht de
conditie van het wegdek en de pedaal-
druk, en verhindert daarmee het door-
slippen van een of meerdere wielen.
Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs
bij noodstops.
De installatie wordt gecompleteerd met
het EBD-systeem (Electronic Braking For-
ce Distribution) waarmee de remkracht
tussen de voor- en de achterwielen ver-
deeld wordt.
WAARSCHUWING Voor een maxi-
male werking van het remsysteem is
een inrijperiode van circa 500 km no-
dig: tijdens deze periode moet bruusk,
herhaaldelijk of langdurig remmen wor-
den voorkomen.
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het ABS in werking treedt, merkt de
bestuurder dit aan een trilling in het rem-
pedaal, die gepaard gaat met enig ge-
luid: dit geeft aan dat het nodig is de
snelheid aan te passen aan het type
weg waarop wordt gereden.
AlshetABSinwerking
treedt,danisdegrip
vandebandenophetwegdek
beperkt:mindersnelheidoom
dezeaantepassenaan
debe-
schikbaregrip.
OPGELET
HetABSmaaktzo
goedmogelijkgebruik
vandebeschikbaregrip,maar
kannietdegripverhogen.Rijd
d
dusaltijdgevalvoor
zichtigop
eengladwegdek,zodatgeen
onnodigrisicogelopenwordt.
OPGELET
AlshetABSinwerking
treedt,endepulsaties
ophetrempedaalgevoeld
worden,moetdedrukophet
p pedaalnietwordenver
min-
derd,maarmoetpedaalgoed
ingedruktwordengehouden.
Zokomtmenbinnenneenzo
kortmogelijkeafstandtot
stilst
and,afhankelijkvande
conditievanhetwegdek.
OPGELET
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 108
Page 110 of 330

109
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Storing in EBD
Dit wordt gesignaleerd door de brandend
lampjes
>+xop het instrumenten-
paneel (bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt ook een bericht op het display)
(zie het hoofdstuk “Lampjes en berich-
ten”).
In dit geval kunnen bij krachtig remmen
de achterwielen vroegtijdig blokkeren
waardoor de auto kan slippen. Rijd ui-
terste voorzichtig verder naar het dichtst-
bijzijnde bedrijf in het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
BRAKE ASSIST
(regeling bij noodstops)
Het systeem, dat niet uitgeschakeld kan
worden, herkent noodstops (afhanke-
lijk van de snelheid waarmee het rem-
pedaal wordt ingetrapt) waardoor het
sneller op het remsysteem kan ingrijpen.
Brake Assist wordt bij een auto met VDC
uitgeschakeld als een storing wordt ge-
signaleerd (een storing wordt aange-
geven door het branden van het lamp-
je op het instrumentenpaneel (bij en-
kele uitvoeringen verschijnt ook een be-
richt op het display).
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Dit wordt gesignaleerd door een bran-
dend lampje
>op het instrumenten-
paneel (bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt ook een bericht op het display)
(zie het hoofdstuk “Lampjes en berich-
ten”). In dat geval blijft het remsysteem
normaal werken, maar zonder de mo-
gelijkheden van het ABS.
Rijd voorzichtig verder naar het dichtst-
bijzijnde bedrijf in het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 109
Page 136 of 330

135
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VEILIGHEID
De resultaten van onderzoek naar de op-
timale bescherming van kleine kinderen
zijn verwerkt in de Europese ECE/R44-
voorschriften die wettelijk verplicht zijn.
De systemen zijn onderverdeeld in vijf
groepen:
Groep 0 - gewicht tot aan 10 kg
Groep 0+ - gewicht tot aan 13 kg
Groep 1 gewicht 9-18 kg
Groep 2 gewicht 15-25 kg
Groep 3 gewicht 22-36 kg
Er is een gedeeltelijke overlapping tus-
sen de groepen; daarom zijn systemen
verkrijgbaar die geschikt zijn voor meer
dan één gewichtsgroep.
Alle systemen moeten zijn voorzien van
de typegoedkeuring en van een goed
vastgehecht plaatje met het controle-
merk, dat absoluut niet mag worden ver-
wijderd.
Kinderen met een lengte van meer dan
1,50 m worden, met betrekking tot de
veiligheidssystemen, gelijkgesteld met
volwassenen en moeten dan ook nor-
maal de veiligheidsgordels omleggen.In Lineaccessori Alfa Romeo zijn kin-
derzitjes opgenomen voor elke ge-
wichtsgroep. Wij raden het gebruik van
deze kinderzitjes aan, omdat ze speci-
aal zijn ontworpen en ontwikkeld voor
de modellen van Alfa Romeo.KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een on-
geval moeten alle inzittenden zittend
reizen en beschermd worden door goed-
gekeurde veiligheidssystemen. Dit geldt
met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgens
richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten
van de Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in ver-
houding met de rest van het lichaam
groter en zwaarder dan dat van vol-
wassenen, terwijl spieren en botstruc-
tuur nog niet volledig zijn ontwikkeld.
Daarom moeten kleine kinderen door
andere systemen beschermd worden
dan door de veiligheidsgordels.
Monteerabsoluutgeen
kinderzitjeachterste-
vorenopdepassagiersstoel
vooralsdefrontairbagaan n
passagierszij
deisingescha-
keld.Alsbijeenongevalde
airbagsinwerkingtreden(op-
blazen),k kanditernstigletsel
enzelfsdedo
odtotgevolg
hebben,ongeachtdezwaarte
vanhetongeluk.Kinde eren
moetenaltijdinkinderzitjesop
deachterbankwor
denver-
voerd;dezepositielevertde
grootsttebeschermingtijdens
eenongeval.
OPGELET
129-148 Alfa 159 NL 21-10-2008 15:59 Pagina 135
Page 140 of 330

139
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VEILIGHEID
❒controleer altijd of de gordels goed
zijn vastgemaakt door aan de gor-
delband te trekken;
❒ieder veiligheidssysteem is bedoeld
voor slechts een kind: vervoer nooit
twee kinderen in een systeem.
❒controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt;
❒zorg er tijdens de rit voor dat het
kind geen afwijkende houding aan-
neemt of de gordels losmaakt;
❒vervoer kinderen nooit in uw armen,
ook geen pasgeboren kinderen. Nie-
mand is sterk genoeg om ze bij een
ongeval vast te kunnen houden;
❒na een ongeval moet het zitje door
een nieuwe worden vervangen. Hierna zijn de richtlijnen voor
een veilig vervoer van kinderen
aangegeven:
❒monteer het kinderzitje op een van
de zitplaatsen achter, omdat die
plaatsen bij een ongeval de meeste
bescherming bieden.
❒als de frontairbag aan passagiers-
zijde buiten werking wordt gesteld,
moetaltijdgecontroleerd worden
of de airbag daadwerkelijk is uitge-
schakeld: het betreffende lampje
Fmoet continu branden;
❒houdt u bij de montage van het kin-
derzitje strikt aan de instructies. De
fabrikant is verplicht deze instructies
bij te leveren. Bewaar de instructies
samen met het instructieboekje in
de auto. Monteer geen gebruikte
kinderzitjes waarvan de gebruiks-
aanwijzingen ontbreken.
Monteerabsoluutgeen
kinderzitjeachterste-
vorenopdepassagiersstoel
vooralsdefrontairbagaan n
passagierszij
deisingescha-
keld.Alsbijeenongevalde
airbagsinwerkingtreden(op-
blazen),k kanditernstigletsel
enzelfsdedo
odtotgevolg
hebben,ongeachtdezwaarte
vanhetongeluk.Wijr radenu
aankinderenaltijdopdezit-
plaatsenachterine
engeschikt
kinderzitjetevervoeren,om-
ddatdieplaatsenbijeenonge-
valdemeestebescherming
bieden.
OPGELET
129-148 Alfa 159 NL 21-10-2008 15:59 Pagina 139
Page 144 of 330

143
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VEILIGHEID
143
FRONTAIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE
Deze bestaat uit een opblaasbaar kus-
sen dat in een daarvoor bestemde ruim-
te in het midden van het stuur is ge-
plaatstfig. 14.
A0E0077mfig. 14A0E0078mfig. 15
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
Deze bestaat uit een opblaasbaar kus-
sen met een groter volume dan dat aan
bestuurderszijde. Het kussen is in een
daarvoor bestemde ruimte in het dash-
boardfig. 15 geplaatst.
Monteerabsoluutgeen
kinderzitjeachterste-
vorenopdepassagiersstoel
vooralsdefrontairbagaan
p passagierszij
deisingescha-
keld.Alsbijeenongevalde
airbaginwerkingtreedt(op-
blaast),kanditernstigletsel
enzelfsdedood
totgevolg
hebben.
OPGELET
Alsbijdeautodepas-
sagiersairbags(front,
knie(waarvoorzien)
zij-airbags)uitkunnen
wordenggeschakeld,
moete
ndezewordenuitge-
schakeldalseenkinderzitjeop
devoorstoelwordtgemon-
teerdd.Bovendienmoetdepas-
sagiersst
oelzovermogelijk
naarachterenzijngeplaatst;
hierdoorwordtv voorkomendat
hetkinderzitjehetdashboard
raakt.O
okalshetnietwet-
telijkverplichtis,radenw wiju
aan,vooreenoptimalebe-
schermingvandevolwasse-
nen,deairbag
onmiddellijk
weerintescchakelenzodraer
geenkinderenmeervervoerd
worden.
OPGELET
129-148 Alfa 159 NL 21-10-2008 15:59 Pagina 143
Page 145 of 330

144
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
144
HANDMATIG UITSCHAKELEN (waar voorzien)
FRONTAIRBAG PASSAGIERS- ZIJDE, KNIE-AIRBAG
PASSAGIERS-ZIJDE (waar voorzien) EN ZIJ-AIRBAGS
PASSAGIERSZIJDE KNIE-AIRBAG AAN
BESTUURDERS- EN
PASSAGIERSZIJDE
(waar voorzien)
Deze bestaan uit een snel opblazend
kussen in een ruimte onder het stuur
aan de bestuurderszijde fig. 16en on-
der het dashboard aan de passagiers-
zijdefig. 17. Deze airbags bieden een
extra bescherming bij een frontale aan-
rijding.
A0E0092mfig. 17A0E0079mfig. 16
Als het absoluut noodzakelijk is een kind
op de passagiersstoel voor te vervoeren,
moeten de frontairbag en de knie-airbag
(waar voorzien) aan passagierszijde en
de zij-airbags worden uitgeschakeld. Het
in-/uitschakelen van de airbags vindt
plaats als de elektronische sleutel uit het
startsysteem is verwijderd, m.b.v. de
sleutelschakelaar (waar voorzien) op
het rechter uiteinde van het dashboard
fig. 18. De schakelaar kan alleen wor-
den bereikt als het portier is geopend.
Als het portier is geopend, kan de me-
talen baard sleutel in beide standen uit
de sleutelschakelaar worden gehaald of
in worden gestoken.WAARSCHUWINGBedien de scha-
kelaar alleen bij uitgeschakelde motor
en uit het startsysteem verwijderde sleu-
tel.
De sleutelschakelaar kan in twee standen
worden gezet:
❒frontairbag, knie-airbag (waar voor-
zien) en zij-airbags passagierszijde
ingeschakeld (stand ON
P): het
lampje
Fop het paneel van het
plafondlampje is gedoofd; het is be-
slist verboden kinderen op de voor-
stoel te vervoeren;
A0E0062mfig. 18
129-148 Alfa 159 NL 21-10-2008 15:59 Pagina 144
Page 149 of 330

148
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
148
Alsdesleutelinhet
startsysteemisge-
plaatst,kan,ookbijuitgezet-
temotor,deairbaginscha ake-
lenalsdeautost
ilstaatende
autowordtaangeredendoor
eenandereautodiemetvol-
doendes snelheidrijdt.Daarom
mogen,ookalsdeaut
ostil-
staat,absoluutgeenkinderen
opdepassagierssto oelvoor
wordengeplaatst.Alsdesleu-
telnietinhetstartsy
steemis
geplaatst,wordtbijeenonge-
valgeenenkelbeveiligings-
systeem(airbagofgordel-
spanners)geactiveerd
;alseen
systeemnie etinwerking
treedt,betekentditnietdat
hetsysteemnietgoedwerkt.
OPGELET
Destoelenmogenniet
metwaterwordenaf-
genomenofmetstoomwor-
dengereinigd(metdehandof
ineenautomatischwasap
pa-
raat).
OPGELET
Alsdesleutelinhet
startsysteemisge-
plaatst,gaathetlampje
F
(alsdesleutelschakelaarvoor
deairbagsaanenpassagiers-
zijdeindestandONstaat)ge-
durendeenigesecondenbran
-
denenvervolgensknipperen
omaantegevendatdefron-
tairbag,deknie-airba agaande
passagierszijdeendezij-airb
ags
aandepassagierszijdebijeen
ongevalwordengeactiveerdd.
Hiernamoethetlampjedoven.
OPGELET
Defrontairbagtreedtin
werkingbijeenzwaar-
derebotsingdandegordel-
spanners.Bijaanrijdinggendie
tussendiet
weedrempelwaar-
deninliggen,tredenalleende
gordelspannersinwerking.
OPGELET
Haakgeenhardevoor-
werpenaandekle-
dinghaakjesenaandesteun-
handgrepen.
OPGELET
Deairbagisgeenver-
vangingvoordeveilig-
heidsgordels,maareenaanvul-
ling.Omdatdefrontai irbagsniet
wordeng
eactiveerdbijfronta-
lebotsingenbijlagesnelheid,bij
zijdelingseaanrijding genenalsde
autovanachterwordtaa
nge-
redenofoverdekopslaat,wor-
denindezegevallendei inzit-
tendenuitsluitenddoordevei-
ligheidsgordelsbes
chermd.De
gordelsmoetendusaltijdge-
dr ragenworden.
OPGELET
129-148 Alfa 159 NL 21-10-2008 15:59 Pagina 148