display Alfa Romeo 4C 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2014, Model line: 4C, Model: Alfa Romeo 4C 2014Pages: 202, PDF Size: 7.87 MB
Page 75 of 202

BELANGRIJK In het “Geprogrammeerd
Onderhoudsschema” zijn de
onderhoudsbeurten van de auto op
vaste intervallen vermeld, zie het
hoofdstuk "Onderhoud en zorg". Het
bericht "Service" wordt automatisch
weergegeven, en het
waarschuwingslampje
gaat
branden, wanneer de sleutel in de
stand MAR wordt gedraaid, vanaf
2.000 km (of het equivalent in mijl) vóór
de volgende servicebeurt, en wordt
elke 200 km (of het equivalent in mijl)
herhaald. Onder de 200 km wordt deze
melding met kortere intervallen
weergegeven. Het bericht verschijnt in
kilometers of mijlen, afhankelijk van
de "Meeteenheid" die is ingesteld.
Bovendien gaat het
waarschuwingslampjebranden en
verschijnt het bericht "Service" op de
display, gevolgd door het aantal
resterende kilometers of mijlen,
wanneer het onderhoudsinterval bijna is
vervallen en de sleutel in de stand
MAR wordt gedraaid. Neem contact op
met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
De werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd
onderhoudsschema" zullen uitgevoerd
worden en het bericht zal gereset
worden. Passagiersairbags
(In-/uitschakeling van
frontairbag
passagierszijde)
Deze functie zorgt voor in- en
uitschakeling van de frontairbag aan
passagierszijde.
Ga als volgt te werk:
❒
druk op de SET/
knop en, nadat
de melding (Bag pass: Off) (voor het
uitschakelen) of de melding (Bag
pass: On) (voor het inschakelen) op
het display is verschenen door het
indrukken van de knoppen "
"en"
", nogmaals op de SET/
knop
drukken;
❒ op het display verschijnt een verzoek
om bevestiging;
❒ druk op de knoppen
of
om "Ja"
te selecteren (om het inschakelen/
uitschakelen te bevestigen) of "Nee"
(om te annuleren);
❒ druk kort op de SET/
knop: er
verschijnt een bevestigingsbericht
van de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm.
Houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan. Het
controlelampje
op het
instrumentenpaneel gaat branden. Dagverlichting (DRL)
(voor bepaalde versies/markten)
Met deze functie kan de dagverlichting
worden in- en uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk om de functie in-
en uit te schakelen:
❒
druk kort op knop SET/
. "On" of
"Off" knippert op het display,
afhankelijk van de eerder gemaakte
instelling;
❒ druk op
of
om uw keuze te
maken;
❒ Druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of houd de knop ingedrukt om terug
te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
❒ Houd de SET/
knop ingedrukt
om terug te keren naar het
standaardscherm of het hoofdmenu
afhankelijk van de menuopties waarin
u zich bevindt.
72
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
3-10-2013 16:37 Pagina 72
Page 76 of 202

Druk op de knop
om terug te keren
naar de eerste menuoptie.
TRIP COMPUTER
IN HET KORT
De Trip computer geeft informatie
over de werking van het voertuig
weer, wanneer de contactsleutel in
de stand MAR is gedraaid.
Met deze functie kunnen twee
afzonderlijke reizen worden
aangemaakt, “Trip A” en Trip B”
genaamd, waarmee "volledige reizen"
van de auto worden bewaakt. Beide
functies werken onafhankelijk van
elkaar.
Beide functies kunnen gereset
worden bijv begin van een nieuwe rit.
“Trip A” geeft informatie over:
❒ Bereik
❒ Afgelegde afstand
❒ Gemiddeld verbruik
❒ Huidig verbruik
❒ Gemiddelde snelheid
❒ Reistijd.
“Trip B” geeft informatie over:
❒ Afgelegde afstand B
❒ Gemiddeld verbruik B ❒
Gemiddelde snelheid B
❒ Reistijd B.
“Trip B” kan uitgeschakeld worden (zie
paragraaf "Inschakeling/Gegevens
Trip B (Inschakeling Trip B)". De
parameters “Actieradius” en “Huidig
verbruik" kunnen niet worden gereset.
WEERGEGEVEN
WAARDEN
Bereik
Dit geeft de afstand bij benadering weer
die nog gereisd kan worden met de
aanwezige brandstof in de tank,
aangenomen dat de rijstijl ongewijzigd
blijft.
Op het display wordt “----”
weergegeven, wanneer de volgende
gebeurtenissen zich voordoen:
❒ het bereik is minder dan 50 km (of 30
mijl)
❒ de auto staat lang geparkeerd met
draaiende motor.
73
3-10-2013 16:37 Pagina 73
Menu afsluiten
Met deze laatste functie wordt de
cyclus van de in het menuscherm
vermelde instellingen afgesloten.
Druk kort op de knop SET/
om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Page 77 of 202

BELANGRIJK Het bereik kan variëren
afhankelijk van verschillende factoren:
de rijstijl, het type route (snelweg,
stadsverkeer, bergwegen, enz.…), en
de gebruiksomstandigheden
(beladingstoestand, bandenspanning,
enz.). Bij de planning van een reis dient
men dus rekening te houden met
deze factoren.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand weer die de auto heeft
afgelegd sinds het begin van een
nieuwe reis.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddeld brandstofverbruik
van de auto weer sinds het begin van
een nieuwe reis.
Huidig verbruik
Geeft het huidige brandstofverbruik
weer. Deze waarde wordt continu
bijgewerkt. Als de auto stilstaat met
draaiende motor verschijnt “----”op
het display.Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid weer
afhankelijk van de totale tijd die is
verlopen sinds het begin van de reis.
Reistijd
Tijd die is verstreken sinds het begin
van de nieuwe reis.
Aanwijzingen op het
display
Telkens wanneer een waarde wordt
geselecteerd, verschijnt de volgende
informatie:
❒
het woord “Trip” (of “Trip A” of “Trip
B”) (A fig. 62);
❒ naam, waarde en meeteenheid van
de gekozen waarde (bijv. "Actieradius
520 km") (B fig. 62). Na enkele seconden wordt de naam
van de geselecteerde waarde
vervangen door het bijbehorende
pictogram (zie voorbeeld fig. 63).
Knop TRIP RESET
De TRIP RESET-knop bevindt zich op
de rechterhendel fig. 64. Wanneer
de contactsleutel in de stand MAR
staat, kunnen met deze knop de
hiervoor beschreven waarden bekeken
worden en kunnen de gegevens
worden gereset om een nieuwe reis te
beginnen:
❒
kort indrukken: weergave van de
verschillende waarden;
❒ lang indrukken: reset de waarden en
start een nieuwe reis.
62
A0L0122
63
A0L0123
74
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
3-10-2013 16:37 Pagina 74
Page 79 of 202

LAMPJES EN BERICHTENWAARSCHUWING Het waarschuwingslampje gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er klinkt een
geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun beknopte
karakter niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het Instructieboek.
Het wordt daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. Zie de informatie in dit hoofdstuk in de gevallen dat
een storing wordt gemeld.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden langdurig herhaald weergegeven. Ernstige storingen
worden langdurig herhaald weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide categorieën kan onderbroken
worden. Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is verholpen.
76
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
3-10-2013 16:37 Pagina 76
Page 80 of 202

WAARSCHUWINGSLAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Wat het betekentWat te doen
roodLAAG REMVLOEISTOFNIVEAU / HANDREM
AANGETROKKEN
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer
de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid en moet enkele seconden later doven.
Laag remvloeistofniveau
Dit lampje gaat branden wanneer het
remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het
minimumpeil bevindt, bijvoorbeeld wegens een
lek in het circuit.
Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna
of het lampje gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden,
neem dan contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
Handrem aangetrokken
Het lampje gaat branden wanneer de handrem is
aangetrokken. Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna
of het lampje gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden,
neem dan contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.roodgeelSTORING EBD
Wanneer de lampjes
(rood) en
(geel) bij
draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er
een storing in het EBD-systeem of is het systeem
niet beschikbaar. In dit geval kunnen de
achterwielen bij hard remmen plotseling blokkeren
waardoor de auto begint te slippen.
Op het display verschijnt een speciaal bericht. Rijd zeer voorzichtig naar het dichtstbijzijnde
speciale Alfa Romeo Servicepunt om het systeem
onmiddellijk te laten controleren.
77
3-10-2013 16:37 Pagina 77
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel
Page 81 of 202

Wat het betekentWat te doen
roodSTORING AIRBAG
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.
Het lampje blijft continu branden als er een
storing in het airbagsysteem is.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
59) 60)
roodVEILIGHEIDSGORDELS NIET
VASTGEMAAKT
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje blijft continu branden
bij stilstaande auto als de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet is vastgemaakt.
Het lampje gaat knipperen en er klinkt een
geluidssignaal als de auto rijdt en de
veiligheidsgordel van de bestuurder niet goed is
vastgemaakt. Neem contact op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt om het geluidssignaal van het SBR-
systeem (Seat Belt Reminder) permanent te laten
uitschakelen. Het systeem kan weer worden
ingeschakeld in het Setup-menu.
BELANGRIJK
59) Als het
waarschuwingslampje niet dooft wanneer de sleutel naar MAR wordt gedraaid of als het blijft branden
tijdens het rijden (terwijl er ook een bericht op het display wordt weergegeven), dan kan er iets mis zijn met de
veiligheidssystemen; in dit geval worden de airbags misschien niet opgeblazen of werken de gordelspanners niet
goed indien een ongeval optreedt of, in een zeer beperkt aantal gevallen, werken ze op het verkeerde moment. Laat
het systeem onmiddellijk controleren door een speciaal Alfa Romeo Servicepunt alvorens verder te rijden.
78
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
3-10-2013 16:37 Pagina 78
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel
Page 82 of 202

60) Een storing van het waarschuwingslampje
wordt aangegeven als het waarschuwingslampje
langer dan de
gebruikelijke 4 seconden blijft knipperen. Bovendien schakelt het airbagsysteem de airbag aan passagierszijde
automatisch uit. In dat geval kan het lampje
mogelijk geen storingen in de veiligheidssystemen aangeven. Laat het
systeem onmiddellijk controleren door een speciaal Alfa Romeo Servicepunt alvorens verder te rijden.
Wat het betekent Wat te doen
geelSTORING AIRBAG
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele
seconden moet het doven.
Het lampje gaat branden om een systeemstoring
aan te geven. In dit geval blijft het remsysteem
normaal werken, maar zonder de extra prestaties
van het ABS-systeem.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
Rijd zeer voorzichtig en neem zo snel mogelijk
contact op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.geelAIRBAG PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
Het lampje
gaat branden wanneer de airbag
van de passagier op de voorstoel uitgeschakeld
wordt.
Wanneer de airbag van de passagier op de
voorstoel is ingeschakeld en de contactsleutel
naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
ongeveer 4 seconden continu branden,
daarna dooft het.
Als het lampje gaat knipperen, dan duidt dit op
een storing van het airbagwaarschuwingslampje.61)
Laat het systeem onmiddellijk controleren door
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt alvorens
verder te rijden.
79
3-10-2013 16:37 Pagina 79
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel
Page 83 of 202

Wat het betekentWat te doen
geelSTORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Onder normale omstandigheden, wanneer de
contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
branden maar dit moet doven zodra de motor is gestart.
De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur
waarmee de werking van het lampje
kan worden
gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften van het land waar u rijdt in acht.
5)
Wanneer het lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, wijst dit op een onjuiste werking van het
inspuitsysteem; met name duidt een continu brandend
lampje op een storing in het brandstoftoevoer-/
inspuitsysteem die zou kunnen leiden tot overmatige
uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte
rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de
storing wordt toch door het systeem in het geheugen
opgeslagen. Onder deze omstandigheden kan men
met gematigde snelheid verder rijden
zonder te veel van de motor te eisen. Het
langdurig rijden met continu brandend
lampje kan tot schade leiden.
Neem zo snel mogelijk contact op met
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Als het waarschuwingslampje knippert, betekent dit dat
de katalysator beschadigd kan zijn. In dit geval moet het gaspedaal worden
losgelaten om het motortoerental te
verlagen tot het lampje stopt met
knipperen. Rijd verder met gematigde
snelheid en voorkom rijomstandigheden
die kunnen leiden tot het opnieuw gaan
knipperen van het lampje. Neem zo snel
mogelijk contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
80
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
3-10-2013 16:37 Pagina 80
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel
Page 84 of 202

Wat het betekentWat te doen
geelTPMS
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of
meerdere lekke banden, dit kan de
bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen.
Breng de auto tot stilstand, voorkom bruusk
remmen en sturen. Repareer de band(en)
onmiddellijk met behulp van de speciale kit (zie
de paragraaf "Een wiel repareren" in het
hoofdstuk "Noodgevallen") en neem zo snel
mogelijk contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
Storing TPMS
Het lampje gaat branden wanneer er een storing in
het TPMS wordt gedetecteerd.
Als op een of meerdere wielen geen sensoren zijn
gemonteerd, verschijnt er een bericht op het
display tot de oorspronkelijke condities zijn
hersteld. Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op
met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Lage bandenspanning - Zie instructieboek
Het waarschuwingslampje gaat branden en er
verschijnt een speciaal bericht op het display, om
aan te geven dat de bandenspanning lager is dan
de aanbevolen waarde en/of dat de band
langzaam spanning verliest. Onder deze
omstandigheden kunnen de optimale levensduur
van de banden en het benzineverbruik niet
gegarandeerd worden.
Als twee of meerdere banden zich in boven
genoemde toestand bevinden, worden op het
display afwisselend de indicaties voor elke band
weergegeven. In elke situatie waarin op het display het bericht
"Zie instructieboek" wordt weergegeven, is het
ESSENTIEEL om de inhoud van de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens" te raadplegen, en moeten de
aanwijzingen die u daarin vindt strikt worden
opgevolgd.
81
3-10-2013 16:37 Pagina 81
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel
Page 85 of 202

Wat het betekentWat te doen
geelELEKTRONISCH STABILITEITSSYSTEEM
(ESC)
Onder normale omstandigheden, wanneer de
contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het
lampje branden maar dit moet doven zodra de
motor is gestart.
Inwerkingtreding van het systeem wordt
aangegeven door het knipperen van het
waarschuwingslampje: dit geeft aan dat de
stabiliteit en de grip van de auto in kritieke
toestand verkeren.
Als het waarschuwingslampje niet dooft, of als
het blijft branden als de motor loopt, is er een
storing in het ESC-systeem vastgesteld.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt om het
probleem te laten diagnosticeren en oplossen.
Storing Hill Holder
Het waarschuwingslampje gaat tegelijk branden
met het digitale waarschuwingslampje
en het
bijbehorende bericht verschijnt op het display om
een storing in het Hill Holdersysteem aan te
geven. Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
82
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
3-10-2013 16:37 Pagina 82
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneel