Alfa Romeo 4C 2015 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2015, Model line: 4C, Model: Alfa Romeo 4C 2015Pages: 207, PDF Size: 7.73 MB
Page 131 of 207

BELANGRIJK
92) Waarschuw de andere
weggebruikers voor de stilstaande
auto conform de plaatselijke
wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten,
gevarendriehoek enz. Alle
inzittenden moeten de auto
verlaten en uit de buurt van
gevaarlijk verkeer wachten tot de
reparatie is uitgevoerd. Indien
de auto geparkeerd is op een
helling of ruw terrein, blokkeer
dan de wielen met wiggen of
andere geschikte middelen (zie
voor de juiste procedure voor het
veilig parkeren van de auto, de
paragraaf "Parkeren" in het
hoofdstuk "Starten en rijden").
93) Overhandig de informatiefolder
aan het personeel dat de band zal
repareren die behandeld is met
de "Fix&Go automatic" kit.94) Reparatie is niet mogelijk als de
wielvelg beschadigd is (groef is
vervormd, waardoor lucht kan
ontsnappen). Verwijder niet het
eventueel in de band
binnengedrongen voorwerp
(schroef of spijker).
95) Bedien de compressor niet
langer dan 20 minuten achter
elkaar. Gevaar voor oververhitting.
De snelle bandenreparatiekit is
niet geschikt voor definitieve
reparatie. Banden gerepareerd
met de snelle bandenreparatiekit
mogen slechts tijdelijk gebruikt
worden.
86A0L0082
127
Page 132 of 207

96) Het busje bevat ethyleenglycol
en latex: dit kan een allergische
reactie veroorzaken. Schadelijk bij
inslikken. Irriterend voor de ogen.
Kan irritatie veroorzaken bij
inademing of contact. Vermijd
contact met huid, ogen en
kleding. Spoel bij contact
onmiddellijk uit met rijkelijk water.
Wek het braken niet op bij
inslikken. Spoel de mond uit, drink
veel water en raadpleeg
onmiddellijk een arts. Buiten
bereik van kinderen bewaren. Het
product mag niet gebruikt worden
door astmapatiënten. Adem de
dampen niet in tijdens het
inbrengen en oppompen.
Raadpleeg onmiddellijk een arts
bij allergische reacties. Bewaar
het busje in zijn houder, uit de
buurt van warmtebronnen. Het
afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Vervang de
bus als de houdbaarheidsdatum
van het afdichtmiddel is
verstreken.
97) Doe de beschermende
handschoenen aan die bij de
bandenreparatiekit zijn geleverd.98) Breng de sticker op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats
aan, om eraan te herinneren dat
de band behandeld is met de
snelle bandenreparatiekit. Rijd
voorzichtig, met name in bochten.
Rijd niet harder dan 80 km/h.
Vermijd bruusk accelereren en
remmen.
99) Rij niet verder als de
bandenspanning onder 1,8 bar is
gedaald: de Fix&Go automatic
snelle bandenreparatiekit kan de
vereiste wegligging niet
garanderen omdat de band te
ernstig beschadigd is. Neem
contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt.
100) Geef altijd aan dat de band
gerepareerd is met behulp van de
snelle bandenreparatiekit.
Overhandig de informatiefolder
aan het personeel dat de met de
snelle bandenreparatiekit
behandelde band moet repareren.
BELANGRIJK
13) Als de band door vreemde
voorwerpen lek is gelaakt, kan de
kit gebruikt worden voor
beschadigingen in het loopvlak of
de schouder van de band met
een diameter van maximaal 4 mm.
Gebruik de reparatiekit niet als
de band beschadigd is geraakt
door het rijden met een lege band.
BELANGRIJK
2) Laat het busje en het
afdichtmiddel niet in het milieu
achter. Verwerk de onderdelen
overeenkomstig de nationale en
plaatselijke voorschriften.
128
NOODGEVALLEN
Page 133 of 207

EEN WIEL
VERVANGEN
(voor bepaalde versies/markten)
ALGEMENE INSTRUCTIES
In bepaalde markten kan de auto
uitgerust zijn met een noodreservewiel:
zie de instructies op de volgende
pagina's om een band te vervangen.
101) 102) 103) 104) 105)
KRIK
Het is nuttig om het volgende te weten:
❒de krik weegt 1,7 kg;
❒de krik behoeft geen afstelling;
❒de krik niet kan worden gerepareerd:
in geval van een defect moet de krik
door een origineel exemplaar worden
vervangen;
❒afgezien van de slinger mag geen
enkel ander gereedschap op de
krik gemonteerd worden.
Ga als volgt te werk om een wiel te
vervangen:
❒stop het voertuig op een plek die niet
gevaarlijk is voor het verkeer en waar
het wiel op veilige wijze vervangen
kan worden. De ondergrond moet zo
vlak mogelijk en voldoende stevig
zijn;❒zet de motor af, trek de handrem aan
en schakel de 1
steversnelling of de
achteruit in. Doe het reflecterende
veiligheidsvest (wettelijk verplicht) aan
voordat u uit de auto stapt;
❒pak het noodreservewiel;
❒neem de wielvervangingskit uit de
bagageruimte fig. 87;
❒neem sleutel A en draai de
wielbevestigingsbouten fig. 88
ongeveer één slag los. Draai de
wielen opzij om het gemakkelijker te
maken de velg van de wielnaaf te
verwijderen;
❒zet de krik onder de auto, in de buurt
van het te vervangen wiel; dichtbij de
symbolen
op de zijskirts;
❒monteer stang D fig. 90 in de zitting
op mechaniek A;❒duw de krik onder de auto met
behulp van de sang tot het opschrift
"STOP" op de stang samenvalt
met de zijskirt: "VOOR" bij het
vervangen van een voorwiel,
"ACHTER" bij het vervangen van een
achterwiel (zie fig. 91 - fig. 92);
❒monteer het gereedschap E fig. 90
op de stang;
BELANGRIJK Zoals afgebeeld in fig. 91
- fig. 92, zit er op de stang D een
indicatie van de max. limiet voor de
plaatsing voor en achter onder de auto
die samen moet vallen met het
merkteken op de zijskirts.
❒bedien mechaniek A om de krik te
verlengen, tot het bovenste gedeelte
B fig. 89 correct op een van de
hefpunten rust, zoals afgebeeld in fig.
93 - fig. 94, anders moet de krik
opnieuw geplaatst worden;
87A0L0182
88A0L0183
129
Page 134 of 207

BELANGRIJK Zorg ervoor dat het
bovenste gedeelte B van de krik stevig
rust op de bodemplaat van de auto
op de punten afgebeeld in fig. 93 - fig.
94 om te voorkomen dat de auto naar
beneden valt als hij wordt opgekrikt
❒bedien de krik en hef het voertuig op
tot het wiel enkele centimeters van
de grond is;❒waarschuw alle omstanders dat de
auto wordt opgekrikt; zorg dat
niemand in de buurt van de auto
komt tot deze weer helemaal op
grond staat;
❒verwijder het beschadigde wiel.
❒zorg dat de contactvlakken van het
noodreservewiel en de velg schoon
zijn, verwijder eventueel vuil om
het losraken van de wielbouten te
voorkomen;
❒monteer het noodreservewiel en draai
de eerste wielbout in het onderste
gat enkele slagen vast. Draai de
overige wielbouten op dezelfde
manier vast.
❒neem sleutel A fig. 88 en draai de
wielbouten volledig vast;
❒bedien gereedschap E om de auto
omlaag te brengen. Verwijder
vervolgens de krik;
89A0L0184
90A0L0186
STOP - FRONT
STOP - FRONT
91A0L0189
STOP - REAR
STOP - REAR
92A0L0190
93 - AchterkantA0L0185
94 - VoorkantA0L0188
130
NOODGEVALLEN
Page 135 of 207

❒gebruik sleutel A en controleer of alle
wielbouten kruislings vastgedraaid
zijn, in de volgorde die is aangegeven
in fig. 95;
WAARSCHUWING Bij het vervangen
van het wiel wordt geadviseerd om het
ondersteboven te zetten, met de
esthetische kant naar boven, om de
lichtmetalen velg niet te beschadigen.
HET WIEL WEER
MONTEREN
Volg de eerder beschreven procedure,
krik de auto op en verwijder het
noodreservewiel.
Ga als volgt te werk:
❒zorg dat de contactvlakken van het
standaardwiel en de naaf schoon
zijn, verwijder eventueel vuil om het
losraken van de wielbouten te
voorkomen;
❒draai de bevestigingsbouten vast met
sleutel A fig. 88;
❒breng de auto omlaag en verwijder
de krik;
❒draai de wielbouten volledig vast met
de sleutel A in de volgorde
aangegeven in fig. 95
14)
Na voltooiing van de
werkzaamheden:
Ga als volgt te werk:
❒zet het noodreservewiel weer op zijn
plaats;
❒berg de krik en de andere werktuigen
in de gereedschapshouder op;
❒berg de houder en gereedschappen
op in de bagageruimte;
BELANGRIJK
101) Het noodreservewiel (voor
bepaalde versies/markten) is
specifiek voor de auto; monteer
het niet op andere auto’s en
monteer ook geen
noodreservewielen van andere
auto’s. Gebruik het
noodreservewiel alleen in
noodgevallen. Het
noodreservewiel mag alleen zo
kort mogelijk en niet bij hogere
snelheden dan 80 km/h gebruikt
worden. Op het noodreservewiel
is een oranje etiket aangebracht
met de belangrijkste
waarschuwingen en
gebruiksbeperkingen. Verwijder
dit etiket nooit en dek het niet af.
Op dit etiket staan de volgende
gegevens in vier talen vermeld:
"Belangrijk! Alleen voor tijdelijk
gebruik! max. 80 km/h! Vervang
het noodreservewiel zo snel
mogelijk door het standaard wiel.
Dek deze aanwijzingen niet af."
95A0L0187
131
Page 136 of 207

102) Gebruik de alarmknipperlichten,
de gevarendriehoek enz., om te
laten zien dat uw auto stilstaat.
Alle inzittenden moeten de auto
verlaten en uit de buurt van het
verkeer wachten tot het wiel is
verwisseld. Leg wiggen of ander
geschikt materiaal onder de
wielen om de auto op een helling
of ongelijkmatig wegdek te
blokkeren.
103) De rijeigenschappen van de
auto veranderen bij een
gemonteerd noodreservewiel.
Vermijd bruusk optrekken en
remmen, scherpe
stuurbewegingen en snelle
bochten. De totale levensduur van
het noodreservewiel is ongeveer
3000 km. Hierna moet de band
vervangen worden door een nieuw
exemplaar van hetzelfde type.
Monteer nooit een standaard
band op de velg van een
ruimtebesparend reservewiel.
Zorg ervoor dat het verwisselde
wiel zo snel mogelijk wordt
gerepareerd en gemonteerd. Het
gebruik van twee of meer
noodreservewielen is verboden.
Smeer de schroefdraad van de
wielbouten niet voordat ze
gemonteerd worden, ze kunnen
plotseling losraken.104) De krik mag alleen gebruikt
worden om wielen te vervangen
van de auto waarbij de krik
geleverd is of van auto's van
hetzelfde model. Gebruik de krik
niet voor andere doeleinden, zoals
het opkrikken van andere auto’s.
Gebruik de krik nooit voor het
uitvoeren van reparaties onder de
auto. Door onjuiste plaatsing
van de krik kan de auto van de
krik vallen. Gebruik de krik niet
voor zwaardere lasten dan is
aangegeven op het plaatje op de
krik.
105) Op het noodreservewiel kunnen
geen sneeuwkettingen
gemonteerd worden.
BELANGRIJK
14) Neem zo snel mogelijk contact
op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt om het correcte
aanhaalkoppel van de wielbouten
te laten controleren.
EEN LAMP
VERVANGEN
15)
106) 107) 108)
ALGEMENE INSTRUCTIES
❒Controleer alvorens een lamp te
vervangen of de contacten zijn
geoxideerd;
❒vervang doorgebrande lampen door
exemplaren van hetzelfde type en
vermogen;
❒controleer na vervanging van een
gloeilamp in de koplamp altijd of
de koplampafstelling goed is;
❒als een lamp niet werkt, controleer
dan of de betreffende zekering is
doorgebrand alvorens de lamp te
vervangen. Om de zekeringen te
vinden wordt verwezen naar de
paragraaf “Zekeringen vervangen” in
dit hoofdstuk;
132
NOODGEVALLEN
Page 137 of 207

BELANGRIJK
15) Raak alleen het metalen
gedeelte van halogeenlampen
aan. Het aanraken van de bol met
de vingers kan de lichtopbrengst
en de levensduur van de lamp
reduceren. Als de bol per ongeluk
toch wordt aangeraakt,
schoonwrijven met een doekje
met alcohol en vervolgens laten
drogen.
BELANGRIJK
106) Wijzigingen of reparaties aan
het elektrisch systeem die niet
correct zijn uitgevoerd en waarbij
geen rekening wordt gehouden
met de technische
systeemgegevens, kunnen
storingen veroorzaken die kunnen
leiden tot brand.
107) In halogeenlampen bevindt zich
gas onder druk; als ze breken,
kunnen er glassplinters
wegschieten.108) Wegens de hoge
voedingsspanning mogen
gasontladingslampen (Bi-Xenon)
alleen door gespecialiseerd
personeel vervangen worden:
levensgevaar! Neem contact op
met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
BELANGRIJK Bij een lage temperatuur
en of bij een hoge
luchtvochtigheidsgraad of na hevige
regen of een wasbeurt kan het
oppervlak van koplampen of
achterlichten beslagen zijn en/of
kunnen zich condensatiedruppels
vormen. Dit is geen defect maar een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door de temperatuur- en
vochtverschillen tussen de binnen- en
buitenzijde van het glas, en dat geen
enkele nevenwerking heeft op de
normale werking van de lichten. Deze
aanslag verdwijnt geleidelijk aan (van
het midden tot de randen) zodra de
koplampen worden ingeschakeld.
133
Page 138 of 207

TYPEN LAMPEN
De auto heeft de volgende typen lampen:
Volglas lampen:(type A) klemmontage. Trek om te
verwijderen.
Lamp met bajonet-sluiting:(type B) druk de lamp ietwat in
en draai linksom om hem uit de houder te verwijderen.
Buislampen:(type C) trek de lamp uit de veercontacten om
hem te verwijderen.
Halogeenlampen:(type D) haak de borgveer los om de lamp
uit de zitting te verwijderen.
134
NOODGEVALLEN
Page 139 of 207

Lampen Type Vermogen Ref. Figuur
Stadslichten/dagverlichting (DRL) LED - -
Stadslicht achter LED - -
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-Halogeen
koplampen) (voor bepaalde versies/markten)H7 55 W D
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-Xenon
koplampen) (voor bepaalde versies/markten)D1S 35 W -
Grootlicht/dimlicht (versies met Bi-LED koplampen)
(voor bepaalde versies/markten)LED - -
Richtingaanwijzers voor PY21W 21 W B
Richtingaanwijzers achter PY21W 21 W B
Richtingaanwijzers op flanken WY5W 5 W A
Remlichten LED - -
Derde remlicht LED - -
Kentekenverlichting W5W 5 W A
Mistachterlicht W16W 16 W A
Achteruitrijlicht W16W 16 W A
Plafondverlichting C10W 10 W C
Verlichting bagageruimte W5W 5 W A
135
Page 140 of 207

BUITENLAMPEN
VERVANGEN
KOPLAMPUNITS
De koplampunits omvatten de
gloeilampen voor de stadslichten/
dagverlichting (DRL), het dimlicht, het
grootlicht en de richtingaanwijzers.
De plaatsing van de lampen is als
volgt:fig. 96:
AStadslichten/dagverlichting (DRL)
BDimlicht/grootlicht
CRichtingaanwijzers
Om de lampen van het dimlicht,
grootlicht en de richtingaanwijzers te
vervangen de beschermflappen op de
binnenste wielkuip openen fig. 97
deze kunnen gevonden worden door
het stuurwiel helemaal te draaien.A - beschermflap lamp
richtingaanwijzer
B - beschermflap lamp dimlicht/
grootlicht
Stadslichten/
dagverlichting (DRL)
Dit zijn led-lampjes. Neem voor de
vervanging contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
Dimlicht/grootlicht
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒open de beschermflap B fig. 97
door de bevestigingsbout los te
draaien;❒haal de elektrische stekker A weg fig.
98 en draai vervolgens de
lamphouder B rechtsom en verwijder
hem;
❒verwijder de lamp en vervang hem;
❒monteer de nieuwe lamp, zorg ervoor
dat hij goed vergrendeld is en sluit
stekker A weer aan;
❒sluit de beschermflap B fig. 97.
Richtingaanwijzers
Voor
Ga als volgt te werk om de lamp te
vervangen:
❒draai het stuur tot tegen de aanslag;
❒open de beschermflap A fig. 97
door de bevestigingsbout los te
draaien;
96A0L0091
97A0L009298A0L0093
136
NOODGEVALLEN