cruise control Alfa Romeo Giulietta 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2017, Model line: Giulietta, Model: Alfa Romeo Giulietta 2017Pages: 220, PDF Size: 4.32 MB
Page 55 of 220
Lampjes op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
CRUISE CONTROL (voor bepaalde uitvoeringen/
markten)
Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden, maar het moet na
enkele seconden doven als de Cruise-control
uitgeschakeld is. Het lampje gaat branden wanneer de
ring van de cruise control in de stand ON wordt gedraaid
(zie de paragraaf “Cruise Control” in het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto").
STADSLICHT
Het lampje gaan branden wanneer het stadslicht wordt
ingeschakeld.
FOLLOW ME HOME
Het lampje gaat branden wanneer dit systeem
ingeschakeld is (zie “Buitenverlichting” in het hoofdstuk
“Kennismaking met de auto”).
DIMLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het dimlicht wordt
ingeschakeld.
MISTLAMPEN VOOR
Het lampje gaat branden wanneer de mistlampen voor
worden ingeschakeld.
RICHTINGAANWIJZER LINKS
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gebracht of,
samen met de rechter richtingaanwijzer, wanneer de
knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
53
Page 87 of 220
Laten we eens kijken naar het "hart" van het voertuig: dan kunt u
zien hoe u het potentieel ervan optimaal kunt benutten.
We zullen u laten zien hoe u het voertuig in elke situatie veilig kunt
besturen, zodat het een echt "maatje" voor u kan zijn, waarbij het
comfort en de portefeuille niet vergeten worden.
STARTEN EN RIJDEN
DEMOTORSTARTEN............................86
VERSNELLINGSBAK MET DUBBELE KOPPELING...........88
START&STOP SYSTEEM..........................92
CRUISE-CONTROL.............................93
PARKEERSENSOREN............................95
EEN AANHANGER TREKKEN .......................97
DE AUTO PARKEREN ...........................87
GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK . . ...............91
TANKEN....................................98
Page 95 of 220
alleen opnieuw gestart worden met de
contactsleutel.
De bestuurder wordt op de hoogte
gebracht door een geluidssignaal, het
knipperen van het symbool
op de
display (en bij sommige versies verschijnt
ook een melding op de display).
"ENERGY SAVING" FUNCTIE(voor bepaalde versies/markten)
Als de bestuurder, na een automatische
start van de motor, gedurende enige tijd
(ongeveer 3 minuten) geen enkele
handeling uitvoert, dan schakelt het
Start&Stop-systeem de motor definitief
uit om brandstof te besparen. In
dergelijke gevallen kan de motor alleen
opnieuw gestart worden met de
contactsleutel.
OPMERKING De motor kan in elk geval
draaiende worden gehouden door het
Start&Stop-systeem uit te schakelen.
ONREGELMATIGE WERKING
Indien zich een storing voordoet, wordt
het Stop/Start-systeem uitgeschakeld.
De bestuurder wordt geïnformeerd over
de fout door het knipperen van het
symbool
. Bij bepaalde
versies/markten wordt er ook een
bericht op het display weergegeven.
Neem in dit geval contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
LANGDURIGE STILSTAND VAN DE AUTO
Als het voertuig enige tijd niet gebruikt
wordt (of als de accu wordt vervangen),
moet speciale aandacht besteed worden
aan het loskoppelen van de
stroomvoorziening van de accu.
100)
BELANGRIJK
30)Als een comfortabele temperatuur
prioritair is, dan kan het Stop/Start-systeem
worden uitgeschakeld zodat de
klimaatregeling kan blijven werken.
BELANGRIJK
100)Als de accu vervangen moet worden,
neem dan altijd contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk. Vervang de accu
door een exemplaar van hetzelfde type
(HEAVY DUTY) en met dezelfde
specificaties.
CRUISE-CONTROL
(voor bepaalde versies/markten)
Dit is een elektronisch geregeld
hulpsysteem waarmee de gewenste
rijsnelheid gehandhaafd kan worden,
zonder het gaspedaal in te hoeven
trappen. Het systeem kan gebruikt
worden bij een snelheid van meer dan
30 km/h op lange, droge en rechte wegen
met weinig veranderingen in de
rijomstandigheden (bijv. snelwegen). Het
gebruik van de cruise-control wordt dus
niet aanbevolen op buitenwegen met
druk verkeer. Gebruik het systeem niet in
de stad.
93
Page 96 of 220
HET SYSTEEM INSCHAKELEN
Draai ring 1 fig. 66 op ON:
Het systeem kan niet worden
ingeschakeld als het voertuig in de 1
e
versnelling of in de achteruit staat. Het is
raadzaam om het systeem in te
schakelen vanaf de 5
eversnelling of
hoger.
Op afdalingen kan de auto bij
ingeschakelde cruise-control de
opgeslagen snelheid iets overschrijden.
Inschakeling wordt aangegeven door het
branden van het lampje
.
DE GEWENSTE SNELHEID INSTELLEN
Ga als volgt te werk:
zet de draaischakelaar 1 fig. 66 op ON
en trap het gaspedaal in om de gewenste
snelheid te bereiken;
beweeg de hendel ten minste één
seconde omhoog (+) en laat dezevervolgens los: de snelheid wordt
opgeslagen en het gaspedaal kan
losgelaten worden.
Indien nodig (bijvoorbeeld bij inhalen) kan
de snelheid gewoon verhoogd worden
door het gaspedaal in te trappen; als het
gaspedaal vervolgens wordt losgelaten,
keert het voertuig terug naar de eerder
opgeslagen snelheid.
DE OPGESLAGEN SNELHEID
OPROEPEN
Als het systeem is uitgeschakeld door het
intrappen van het rem- of
koppelingspedaal, kan de opgeslagen
snelheid als volgt worden gereset:
geef geleidelijk gas totdat een
snelheid in de buurt van de opgeslagen
snelheid wordt bereikt;
schakel de versnelling in die
ingeschakeld was op het moment van het
opslaan van de snelheid;
druk op de RES-knop(2 fig. 66).
DE OPGESLAGEN SNELHEID
VERHOGEN
Zodra de elektronische Cruise-Control is
ingeschakeld, kan de snelheid verhoogd
worden door op de knop SET + te
drukken.
DE OPGESLAGEN SNELHEID
VERLAGEN
Zodra de elektronische Cruise-Control is
ingeschakeld, kan de snelheid verlaagd
worden door op de knop SET + te
drukken.
HET SYSTEEM UITSCHAKELEN
Het systeem kan op de volgende
manieren worden uitgeschakeld:
door de ringmoer 1 fig. 66 in de
OFF-stand te draaien;
door de motor uit te schakelen;
door het rem-, koppelings- of
gaspedaal in te drukken; in het laatste
geval wordt het systeem eigenlijk niet
uitgeschakeld, maar wordt voorrang aan
het acceleratieverzoek gegeven. Het
systeem blijft actief, zonder de noodzaak
om de RES-knop te bedienen om na het
accelereren naar de vorige toestand
terug te keren.
Automatische uitschakeling
In de volgende gevallen wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld:
als het ABS- of het ESC-systeem
ingrijpt;
bij een voertuigsnelheid onder de
ingestelde limiet;
in geval van een systeemstoring.
101)
66A0K0559C
94
STARTEN EN RIJDEN
Page 97 of 220
BELANGRIJK
101)Als met actieve cruise-control wordt
gereden, mag de versnellingspook nooit in
de vrijstand worden gezet.
102)In geval van slechte werking of storing
van het systeem, contact opnemen met het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
PARKEERSENSOREN
(voor bepaalde versies/markten)
Deze sensoren bevinden zich in de
voorbumper en de achterbumper en
detecteren de aanwezigheid van
obstakels achter het voertuig en
waarschuwen de bestuurder met een
geluidssignaal.
INSCHAKELING
Versie met sensoren achter
Bij de versie met sensoren achter wordt
het systeem automatisch ingeschakeld
wanneer de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Versie met sensoren voor en achter
Bij versies met sensoren voor en achter,
wordt het systeem ingeschakeld wanneer
de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld of de knop
wordt
ingedrukt.
Wanneer de achteruit wordt
uitgeschakeld, blijven de sensoren voor
en achter geactiveerd totdat een
snelheid van circa 15 km/h wordt
overschreden, om voltooiing van de
parkeermanoeuvre toe te staan.
De sensoren worden uitgeschakeld door
opnieuw op de knop
te drukken of
wanneer een snelheid van 15 km/h wordtoverschreden: de led in de knop is uit
wanneer het systeem niet actief is.
AANWIJZINGEN OP HET DISPLAY(voor bepaalde versies/markten)
Versie met sensoren achter
Bij het activeren van de sensoren
verschijnt de afbeelding van het voertuig
met achterafstandsstangen op het
"Herconfigureerbare multifunctionele
display".
Versie met sensoren voor en achter
Bij het activeren van de sensoren,
verschijnt de afbeelding van het voertuig
met voor- en achter afstandsstangen op
het "Herconfigureerbare
multifunctionele display".
Informatie over de aanwezigheid en de
afstand van obstakels wordt gegeven
door middel van een zoemer (volume van
de geluidswaarschuwing kan niet worden
aangepast) en een aanduiding op het
display.
Wanneer er meerdere obstakels zijn,
wordt het dichtstbijzijnde obstakel
weergegeven. Bij de versie met sensoren
voor en achter, wordt het dichtstbijzijnde
obstakel in de zone voor en achter de
auto weergegeven.
95
Page 215 of 220
ALFABETISCH REGISTER
"Alfa DNA"-systeem...........32
"Follow me home" systeem........19
"Universeel" kinderzitje monteren . . .72 "Electronic Q2" ("E-Q2")..........63
"Smart bag" systeem (meertraps
frontairbags)..............78
ABS.....................62
Accu ....................147
advies voor verlengen levensduur......................147
vervangen...............147
Accu (opladen)..............144
Achterruitsproeier
vloeistofniveau
achterruitsproeier..........143
Achterruitwisser/-sproeier........22
Achteruitkijkspiegels
Buitenspiegels.............17
Actieve veiligheidssystemen.......62
Afmetingen ................164
AFS adaptieve lichten (Adaptive
Frontlight System)...........20
Afsluiter van de brandstoftoevoer . .122
Alarmknipperlichten...........102
Alarmsysteem...............11
Alfa Romeo code systeem........10
ALFATCT..................88
Contactsleutel verwijderen.....122
ASR (AntiSlip Regulation) systeem.......................62Automatische dual-zone
klimaatregeling.............25
AUX-bron..............190 ,201
Bagageruimte...............31
Achterklep openen in geval van
nood...................31
Bagagehaken..............31
Bagagenet................31
Bagageruimte sluiten.........31
Bagageruimte uitbreiden.......31
De kofferbak openen.........31
Initialisatie bagageruimte.......31
Banden
bandenspanning...........163
Fix&Go Automatic (kit).......118
Bedieningselementen
Overzichtstabel
bedieningselementen frontpaneel......................196
Bedieningsknoppen............39
Bedieningspaneel en
boordinstrumenten...........38
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display........38
Bedieningstoetsen op stuurwiel.185 ,197
Bluetooth®..............189 ,201
Brandstofverbruik............176
Buitenverlichting..............18
Carrosserie
onderhoud...............149CBC (Cornering Brake Control)
systeem.................63
CO2-emissie...............178
Contactslot..................9
Stuurslot.................10
Cruise-control...............93
Dagverlichting (DRL)...........18
De auto parkeren
Handrem.................87
De motor starten..............86
Rollend starten............121
Starten met hulpaccu........120
De sleutels..................8
Mechanische sleutel...........8
Sleutel met afstandsbediening....8
Derde remlicht
lamp vervangen............108
Dieselfilter................146
Dimlicht
lamp vervangen............106
Display....................39
DST systeem (Dynamic Steering
Torque)..................62
EBD-systeem...............63
Een aanhanger trekken..........97
Montage van de trekhaak.......97
Een lamp vervangen . ..........102
Algemene instructies........102
buitenverlichting . ..........106