display Alfa Romeo MiTo 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2009, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2009Pages: 250, PDF Size: 4.83 MB
Page 113 of 250

112WEGWIJS IN UW AUTO
IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE
FUNCTIE “Dynamic”
Inschakelen
Verplaats het hendeltje A-fig. 70 omhoog (naar de letter “d”) en
wacht in deze stand 0,5 seconde en in ieder geval tot het bijbe-
horende lampje gaat branden of de indicatie “Dynamic” niet meer
op het display wordt weergegeven (zie de afbeeldingen). Nadat
het hendeltje A wordt losgelaten, keert deze terug in zijn centrale
positie.
Uitschakelen
Om de stand “Dynamic” uit te schakelen en terug te zetten in “Nor-
mal”, moet dezelfde beweging met het hendeltje uit worden ge-
voerd met de zelfde tijdsduur. In dit geval gaat de “Normal”-led
gaan branden en wordt op het instelbare multifunctionele display
“Normal ingesteld” weergegeven(zie de afbeelding).
A0J0186mA0J1051g
A0J1052g
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 112
Page 114 of 250

WEGWIJS IN UW AUTO113
1
IN- EN UITSCHAKELEN VAN DE
FUNCTIE “All Weather”
Inschakelen
Verplaats het hendeltje A-fig. 70 omhoog (naar de letter “a”) en
wacht 0,5 seconden en in ieder geval tot het bijbehorende lampje
gaat branden of de indicatie “All Weather” op het display verschijnt
(zie de afbeeldingen).
A0J0187mA0J1180g
Uitschakelen
Om de functie “All Weather” uit te schakelen en terug te zetten
in “Normal”, moet dezelfde procedure als beschreven bij de stand
“Dynamic” worden uitgevoerd, met het verschil dat het hendeltje
A-fig. 70 verplaatst moet worden naar de letter “a”. WAARSCHUWINGEN
❍Het is niet mogelijk direct van de functie “Dynamic” naar de
functie “All Weather” en omgekeerd te schakelen. U moet al-
tijd eerst terugkeren naar de functie “Normal” en vervolgens
de andere functie te selecteren.
❍Als bij het uitschakelen van de motor de functie
“Dynamic” was ingesteld, zal bij de volgende keer dat men de
motor start, automatisch de stand “Normal” gekozen worden.
Als echter bij het uitschakelen van de motor de functie
“All Weather” of “Normal” was ingesteld, zal bij de volgende
keer dat de motor wordt gestart deze functie gehandhaafd blij-
ven.
❍Bij meer dan 110 km/h kan de functie “Dynamic” niet inge-
steld worden.
❍Bij storing van het systeem of van het hendeltje A-fig. 70,
kan geen enkele rijfunctie worden ingesteld. Op het display zal
een waarschuwing worden weergegeven.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 113
Page 123 of 250

122WEGWIJS IN UW AUTO
Als een band verwijderd wordt, is het aan te be-
velen ook de rubberen ventieldop te vervangen:
wendt u zich hiervoor tot het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk. Bij het monteren/verwijderen van banden
en/of velgen moeten speciale voorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen; om beschadiging of verkeerde
montage van de sensoren te voorkomen, mogen de ban-
den en/of de velgen alleen door gespecialiseerd perso-
neel worden vervangen. Wendt u zich tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Storingen door een zeer intense radiofrequentie
kunnen de juiste werking van het TPMS belem-
meren. De bestuurder van de auto wordt over de-
ze omstandigheden geïnformeerd m.b.v. een bericht op
het display. Deze melding verdwijnt automatisch zodra de
storing het systeem niet meer hindert.De bandenspanning kan afhankelijk van de bui-
tentemperatuur variëren. Het TPMS kan tijdelijk
een te lage bandenspanning aangeven. Controleer
in dit geval de banden als ze koud zijn, en herstel zono-
dig de spanning.
001-126 Alfa NL MiTo 7-07-2008 9:44 Pagina 122
Page 130 of 250

VEILIGHEID129
2
WAARSCHUWING Als de rugleuning goed is vergrendeld, dan is
de “rode band” B-fig. 3 naast de hendels A niet meer zichtbaar.
Als de “rode band” zichtbaar is, is de rugleuning niet goed ver-
grendeld.
WAARSCHUWING Plaats de veiligheidsgordels op de juiste wijze te-
rug als de achterbank weer in de normale stand wordt gezet, zo-
dat ze altijd direct klaar zijn voor gebruik.SBR-SYSTEEM
(Seat Belt Reminder)
Dit systeem bestaat uit een zoemer die samen met het knipperen
van lampje
gordel.
Bij sommige uitvoeringen is bovendien een display (in plaats van
de lampjes op het instrumentenpaneel) onder de binnenspiegel
(fig. 4) aanwezig; dit display waarschuwt visueel en m.b.v. een
geluidssignaal de achterpassagiers voor een niet juist omgelegde
veiligheidsgordel.
Wendt u voor het permanent uitschakelen van dit systeem tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
Het SBR-systeem kan uitsluiten m.b.v. het Setup-menu van het dis-
play opnieuw worden ingeschakeld (zie hoofdstuk “1”).
Controleer of de rugleuning aan beide zijden goed
vergrendeld is (“rode band” B-fig. 3niet zichtbaar)
om te voorkomen dat in geval van bruusk rem-
men, de rugleuning naar voren klapt en de passagiers
verwondt.
fig. 4A0J0210m
AB
fig. 3A0J0182m
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 129
Page 147 of 250

146VEILIGHEID
Als de airbag in werking treedt, ontsnapt een beetje rook. deze
rook is niet giftig en wordt niet veroorzaakt door brand. Het poe-
der kan wel de huid en ogen irriteren: was zonodig met een neu-
trale zeep en water.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties en de vervanging van de
airbag moeten door het Alfa Romeo Servicenetwerk worden uit-
gevoerd.
Aan het einde van de lange levensduur van uw auto moet u con-
tact opnemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem
buiten werking te laten stellen.
Het in werking treden van de gordelspanners en airbags wordt door
de elektronische regeleenheid bepaald, afhankelijk van het type
ongeval. Als een van deze onderdelen niet in werking treedt, dan
duidt dat niet op een storing in het systeem.Bevestig nooit harde voorwerpen aan de ophang-
haken en de handgrepen.
Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebo-
gen tegen het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag om verwondingen tijdens het op-
blazen te voorkomen.
Steek nooit het hoofd, de armen of ellebogen uit
het raam.
WAARSCHUWINGEN
De stoelen mogen niet met water of met stoom worden gerei-
nigd (met de hand of in een automatisch wasapparaat).
De airbags voor en/of zij-airbags voor en achter kunnen worden
geactiveerd bij krachtige stoten aan de onderzijde van de carros-
serie (bijvoorbeeld bij zware botsingen tegen drempels of stoep-
randen of als de auto terecht komt in grote gaten of verzakkin-
gen in het wegdek).Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft branden tij-
dens het rijden (bij enkele uitvoeringen verschijnt
op het display ook een bericht), is er mogelijk een storing
in de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags
of gordelspanners niet geactiveerd worden bij een onge-
val of, in een zeer beperkt aantal gevallen, niet op de juis-
te wijze geactiveerd worden. Wendt u onmiddellijk tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem te laten con-
troleren.
127-148 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:08 Pagina 146
Page 151 of 250

150STARTEN EN RIJDEN
MOTOR STARTEN
BENZINEMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan en zet de versnellingspook in vrij;
❍trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het gaspedaal in
te trappen;
❍draai de contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zod-
ra de motor is aangeslagen.
WAARSCHUWINGEN
❍Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleu-
tel terugdraaien in stand STOP voordat u opnieuw start.
❍Als met de contactsleutel in stand MAR het lampje Yop het
instrumentenpaneel (of het symbool op het display) samen
met het lampje
Ublijft branden, draai dan de sleutel in de
stand STOP en vervolgens weer in de stand MAR; als het lamp-
je nog steeds blijft branden, probeer het dan met de andere ge-
leverde sleutels. Als de motor nog niet aanslaat, voer dan een
noodstart uit (zie “Noodstart” in hoofdstuk “4”) en wendt u
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
❍Laat de start-/contactsleutel niet in stand MAR staan als de
motor stilstaat.
DIESELMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan en zet de versnellingspook in vrij;
❍draai de contactsleutel in stand MAR: op het instrumentenpa-
neel gaan de lampjes
menY(of het symbool op het dis-
play) branden;
❍wacht totdat het lampje (of het symbool op het display) dooft;
❍trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het gaspedaal in
te trappen;
❍draai de contactsleutel in de stand AVV, direct nadat het lamp-
je
mis gedoofd. Als u te lang wacht, zijn de voorgloeibou-
gies weer afgekoeld. Laat de sleutel los, zodra de motor is aan-
geslagen.
Als het lampje mgedurende ongeveer 1 minuut
knippert na het starten of tijdens een langdurige
startpoging, duidt dit op een storing in het voor-
gloeisysteem. Als de motor aanslaat, kunt u de auto op
de gewone manier gebruiken, maar wendt u zo snel mo-
gelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
149-158 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:01 Pagina 150
Page 192 of 250

IN NOODGEVALLEN191
4
43
43
43
43
45
45
45
45F49
F50
F51
F53
F4
F5
F6
F15
7,5
5
5
15
10
15
20
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE FIGUUR
Regeleenheid parkeersensoren, Regeleenheid
bandenspanningscontrole, regen-/schemersensor
op binnenspiegel sensor van automatisch
dimbare binnenspiegel, Display omgelegde gordel
op binnenspiegel,
Verlichting schakelaarpanelen (midden,
bestuurderszijde
op stuurwiel, Blue&Me
TM-schakelaarpaneel),
Schakelaars stoelverwarming voorstoel,
Regeleenheid bewegingsdetectiesensoren diefstalalarm,
Opendakregeleenheid,
PND-aansluiting op dashboard
Airbagregeleenheid
Koppelingspedaalschakelaar, Remlicht-
schakelaar, spoel van relais in
zekeringenkast motorruimte, bedieningspaneel
op verwarming/klimaatregeling
interieur, Blue&Me
TM-regeleenheid,
Inbouwvoorbereiding, Luchtkwantummeter,
Waterdetectiesensor in brandstof
Instrumentenpaneel
Regeleenheid versterker van Bose HiFi audiosysteem
Subwoofer in reservewielbak
Stoelverwarming links en rechts
Schuifdakbediening
159-196 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:10 Pagina 191
Page 199 of 250

198VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Juist onderhoud is een belangrijke factor voor een lange levens-
duur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik van de
auto.
Daarom heeft Alfa Romeo een aantal controles en onderhouds-
beurten voorbereid voor elke 30.000 (benzine-uitvoeringen) of el-
ke 35.000 kilometer (dieseluitvoeringen).
Voor en na de 30.000/35.000 km en tussen de servicebeurten,
is het beslist noodzakelijk goed het Geprogrammeerd onder-
houdsschema in de gaten te houden (controleer bijv. periodiek de
vloeistofniveaus, de bandenspanning enz.).
De werkzaamheden van het geprogrammeerd onderhoud kunnen
door het Alfa Romeo Servicenetwerk tegen vaste tarieftijden wor-
den uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het uitvoeren van
de diverse inspecties en controles van het geprogrammeerd on-
derhoud, worden uitsluitend na toestemming van de klant uitge-
voerd.
Als de auto vaak wordt gebruikt voor het trekken van aanhan-
gers, moeten er kortere intervallen worden aangehouden voor de
werkzaamheden van het geprogrammeerd onderhoud.WAARSCHUWINGEN❍2000 km voor de volgende onderhoudsbeurt verschijnt een be-
richt op het display.
❍De servicebeurten van het Geprogrammeerd Onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven. Als de onderhoudsbeurten
niet worden uitgevoerd, is het mogelijk dat de garantie vervalt.
❍Het verdient aanbeveling eventuele kleine defecten onmid-
dellijk door het Alfa Romeo Servicenetwerk te laten verhel-
pen en daarmee niet te wachten tot de volgende servicebeurt.
197-220 Alfa NL MiTo 4-07-2008 19:03 Pagina 198
Page 243 of 250

242INHOUD
Display...................................... 26
Dorpelverlichting.......................... 78
– lamp vervangen ..................... 183
DST ........................................... 110
Electronic Q2 (“E-Q2”) ................ 110
Elektrisch bediend opendak ........... 92
Elektrische ruitbediening ............... 96
Elektrische stuurbekrachtiging ........ 114
EOBD (systeem) ......................... 114
Extra verwarming ........................ 75
Fix&Go automatic (systeem) ........ 169
Frontairbags............................... 142
Geprogrammeerd
onderhoudsschema .................... 199
– periodieke controles ............... 203
Gewichten.................................. 235
Gordelspanners........................... 131
Grootlicht
– bediening ............................. 77– lamp vervangen ..................... 176
Grootlichtsignaal.......................... 77
Handrem .................................. 152
Hill Holder (systeem) ................... 108
Hoofdsteun................................ 59
Identificatiegegevens ................... 222
Imperiaal/skidrager..................... 104
In noodgevallen .......................... 159
Inbouwvoorbereiding autoradio ...... 115
Inbouwvoorbereiding voor montage
“Isofix” kinderzitje .................... 139
Instrumentenpaneel ..................... 7
Instrumentenpaneel
en instrumenten ........................ 8
Interieur (reinigen) ...................... 218
Interieuruitrusting ........................ 89
Interieurverlichting .......................83-86
Isofix (zitje type) ........................ 140
Ken uw auto ............................. 5
Kentekenverlichting
– lamp vervangen ..................... 179
Kinderen veilig vervoeren .............. 134
Motorruimte (reinigen) ..............217
– inbouwvoorbereiding
voor montage “Isofix”
kinderzitje ............................ 139
– kinderzitje ............................ 137
Kinderzitje (geschiktheid) ............. 137
Kit “Fix&Go automatic” ............... 169
Klimaatregeling........................... 63
Koplampen................................. 105
Koplampsproeiers
– bediening ............................. 213
Koplampverstelling ...................... 105
Lak .......................................... 216
Lamp (vervangen) ....................... 174
– algemene aanwijzingen .......... 174
– type van de lampen ............... 174
Lamp vervangen .....................174-180
241-248 Alfa NL MiTo 8-07-2008 9:30 Pagina 242