airbag Alfa Romeo MiTo 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2014, Model line: MiTo, Model: Alfa Romeo MiTo 2014Pages: 280, PDF Size: 8.01 MB
Page 132 of 280
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDEDeze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar kussen dat in een
speciale ruimte in dashboard is opgeborgen fig. 104: deze airbag
heeft een groter volume dan de bestuurdersairbag.
Plaats NOOIT een kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel van auto's met een actieve
passagiersairbag. Bij een ongeval, hoe klein ook, kan de
airbag ernstig letsel en zelfs de dood van de baby tot
gevolg hebben. Schakel dus altijd de passagiersairbag uit
wanneer een kinderzitje op de passagiersstoel wordt geplaatst.
Bovendien moet de passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard. Ook als is het niet wettelijk
verplicht, moet de airbag onmiddellijk weer ingeschakeld worden
zodra geen kinderen meer vervoerd worden, om een betere
bescherming van de volwassenen te garanderen.
KNIE-AIRBAG BESTUURDERSZIJDEDeze airbag is opgenomen in een speciale ruimte onder het stuurwiel
fig. 105. Deze biedt extra bescherming in het geval van een frontale
botsing.
fig. 104
A0J0050
fig. 105
A0J0056
128WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 133 of 280
Uitschakeling airbags aan
passagierszijde: frontairbag en in de
stoel gemonteerde zijairbag ter
bescherming van bekken, borst en
schouders (zijairbag)Als een kind in een kinderzitje dat achterstevoren op de voorstoel is
geplaatst vervoerd moet worden, schakel dan de frontairbag en
zijairbags voor bescherming van bekken, borst en schouders aan
passagierszijde (zijairbag) uit.
Als de airbags uitgeschakeld zijn, gaat er een lampje
branden in
de bekleding boven de achteruitkijkspiegel fig. 106.
Voor het uitschakelen van deze airbags, raadpleeg de
paragraaf “Menuopties” in het hoofdstuk
“Kennismaking met de auto”.
ZIJAIRBAGS (ZIJAIRBAG -
HOOFDAIRBAG)Om de bescherming van de inzittenden in geval van flankbotsingen te
verbeteren, is de auto uitgerust met zijairbags die borst en schouders
van bestuurder en voorpassagier beschermen en hoofdairbags die het
hoofd van de inzittenden voor- en achterin beschermen
(gordijnairbags).
Als de zijairbags niet worden opgeblazen bij andere soorten
aanrijdingen (frontale botsingen, kop-staartaanrijdingen, over de kop
slaan enz.), betekent dit niet dat het systeem slecht functioneert.ZIJAIRBAGS VOORIN (ZIJAIRBAGS)Deze bestaan uit twee soorten kussens die zich in de rugleuning van
de voorstoelen bevinden fig. 107 en die het bekken, de borst en
schouders van de inzittenden bij middelzware zijdelingse botsingen
beschermen.
fig. 106
A0J0402
fig. 107
A0J0103
129WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 134 of 280
HOOFDAIRBAGS (WINDOW BAGS)De twee gordijnairbags zitten achter de dakbekleding aan de
zijkanten en zijn afgedekt met speciale afwerkingselementen fig. 108.
Dit type airbag is ontworpen om het hoofd van de inzittenden voorin
en achterin te beschermen bij flankbotsingen, dankzij het grote
oppervlak dat in opgeblazen toestand wordt beslagen.
Bij lichte flankbotsingen is het opblazen van de hoofdairbags niet
vereist.
Bij lichte frontale botsingen (waarbij de bescherming van de
omgelegde gordel volstaat) worden de airbags niet opgeblazen. Om
die reden moeten veiligheidsgordels steeds worden omgelegd.
Het systeem biedt de beste bescherming bij een zijdelingse botsing als
de passagier correct op zijn stoel zit, zodat de hoofdairbag zo goed
mogelijk opgeblazen kan worden.
Hang geen harde voorwerpen aan de kledinghaken of
de steunhandgrepen.
Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebogen
tegen het portier, de ruiten of in het gebied van de
hoofdairbag om mogelijke verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen.Steek nooit het hoofd, de armen of ellebogen uit het
raam.
BELANGRIJK
Reinig de stoelen niet met water of stoom onder druk (met de hand of
in een automatisch wasapparaat).
De frontairbags en/of zijairbags kunnen geactiveerd worden bij
krachtige stoten aan de onderzijde van de carrosserie (bijv. heftige
botsing tegen drempels of stoepranden, grote gaten of verzakkingen in
het wegdek etc.).
Als de airbag geactiveerd wordt, ontsnapt een kleine hoeveelheid
poeder: dit poeder is niet schadelijk en duidt niet op het begin van een
brand. Dit poeder kan echter de huid en ogen irriteren: was ze in dit
geval met neutrale zeep en water.
Alle werkzaamheden aan airbags (controle, reparatie en vervanging)
moeten door het Alfa Romeo Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet het airbagsysteem onbruikbaar
gemaakt worden door het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Gordelspanners en airbags worden op verschillende manieren
geactiveerd, afhankelijk van het type botsing. Als een of meerdere van
deze voorzieningen niet in werking treden, dan duidt dat niet op een
storing in het systeem.
fig. 108
A0J0051
130WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 135 of 280
Als de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid en het
lampje
gaat niet branden of blijft branden tijdens
het rijden (bij sommige versies samen met de melding
op de display), dan is er mogelijk een storing in de
veiligheidssystemen. In dat geval kunnen de airbags of
gordelspanners niet geactiveerd worden bij een ongeval of, in
een zeer beperkt aantal gevallen, op verkeerde wijze
geactiveerd worden. Laat het systeem onmiddellijk controleren
door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
De vervaldata van de explosieve lading en de
klokveer staan vermeld op een specifiek etiket in het
dashboardkastje. Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk als de vervaldata naderen.Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de borst
en houd niets in de mond (pijp, pen, etc.). Dit kan
ernstig letsel veroorzaken als de airbag in werking
treedt.Laat bij diefstal of poging tot diefstal, vandalisme of
overstromingen het airbagsysteem door het Alfa
Romeo Servicenetwerk controleren.
De airbags kunnen tevens geactiveerd worden
wanneer de auto stil staat met de contactsleutel naar
de stand MAR gedraaid
of wanneer de motor
is afgezet, als de auto door een ander voertuig
wordt aangereden. Om die reden mogen kinderen
nooit in een achterstevoren geplaatst kinderzitje
op de voorstoel worden geplaatst, ook niet als de
auto stil staat. Als bij een botsing de airbag wordt
opgeblazen, kan dit leiden tot ernstig letsel en zelfs
tot de dood van het kind. Schakel dus altijd de
passagiersairbag uit wanneer een kinderzitje op de
passagiersstoel wordt geplaatst. Bovendien moet
de passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren
zijn geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje
eventueel in aanraking komt met het dashboard.
Ook al is dit niet wettelijk verplicht, moet de airbag
onmiddellijk weer ingeschakeld worden zodra geen
kinderen meer vervoerd worden, om een betere
bescherming van de volwassenen te garanderen.
Als de sleutel echter in de stand STOP staat, wordt
bij een ongeval geen enkel veiligheidssysteem
(airbag of gordelspanners) geactiveerd. In dat geval
duidt de niet-activering niet op een storing van het
systeem.
131WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 136 of 280
Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat het waarschuwingslampje
(bij
actieve frontairbag aan passagierszijde) enkele
seconden knipperen, om eraan te herinneren dat de
passagiersairbag bij een botsing geactiveerd wordt. Hierna moet
het lampje doven.
De activeringsdrempel van de frontairbag is hoger dan
die van de gordelspanners. Bij aanrijdingen die tussen
deze twee drempelwaarden liggen, treden alleen de
gordelspanners in werking.
De airbag vervangt niet de veiligheidsgordels, maar
verhoogt hun doeltreffendheid. Omdat de frontairbags
niet worden geactiveerd bij frontale botsingen bij lage
snelheden, zijdelingse botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden in deze gevallen de inzittenden uitsluitend
door de zijairbags en de veiligheidsgordels beschermd, die dus
altijd gedragen moeten worden.
132WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 170 of 280
Neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk
als de zekering opnieuw doorbrandt.Vervang een doorgrande zekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.Vervang een zekering nooit door een exemplaar met
een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
Alvorens een zekering te vervangen, moet men
controleren of de contactsleutel uit het slot is genomen
en of alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn
uitgeschakeld.Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen
(airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of stuurinrichting
doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
166WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 274 of 280
Contactslot........................................... 42
– Stuurslot ......................................... 42
Cruise-control ...................................... 66Dagverlichting (DRL) ........................... 60
Dashboardkastverlichting
– lamp vervangen .............................. 163
Dashboard .......................................... 3
De auto langdurig stallen ...................... 142
De motor starten .................................. 133
De motor starten .................................. 143
– Rollend starten ................................ 144
– Starten met hulpaccu ....................... 143
Derde remlicht
– lamp vervangen .............................. 161
De sleutels ........................................... 35
– Code-card ...................................... 35
– Sleutel met afstandsbediening........... 36
– Sleutel zonder afstandsbediening ..... 36
Diefstalalarm ....................................... 40
Dieselfilter ........................................... 191
Dieselroetfilter (DPF) ............................. 111
Dimlicht
– lamp vervangen .............................. 159
Display................................................ 20
DPF (roetfilter) ...................................... 111DST systeem
(Dynamic Steering Torque) .................. 93
Dynamic suspension (actief
schokdempersysteem) ......................... 101
Een lamp vervangen ........................... 155
– Algemene instructies ........................ 155
Een wiel vervangen .............................. 144“Electronic Q2” (“E-Q2”) .................... 93Elektrische ruitbediening ...................... 80
– Bedieningselementen ....................... 80
Elektrisch stuurbekrachtiging ................. 103
EOBD-systeem ..................................... 102
ESC (Electronic Stability Control)
systeem ............................................. 91
Extra verwarming................................. 59Fix&Go Automatic kit .......................... 150"Follow me home" systeem .................. 62Frontairbag bestuurderszijde ............... 127
Frontairbag passagierszijde .................. 128
Frontairbags ........................................ 127G
ear Shift Indicator ............................ 21
Gebruik van de versnellingsbak............. 136
Geprogrammeerd onderhoudsschema ... 178
Gewichten ........................................... 223
Gordelspanners ................................... 116– Krachtbegrenzers ............................ 116
Grootlicht ............................................ 62
– lamp vervangen .............................. 158
Grootlichtsignaal .................................. 62
H
andrem ........................................... 135
Herconfigureerbaar multifunctioneel
display .............................................. 20
Hill Holder ........................................... 92
Hoofdairbags (window bags) ................ 130
Hoofdsteunen....................................... 46
– “Anti-Whiplash” voorziening............ 46
– Hoofdsteunen achter ........................ 47
– Hoofdsteunen voor .......................... 46
Identificatiegegevens
– Chassisnummer ............................... 202
– identificatieplaatje carrosserielak ...... 202
– motorcode ...................................... 202
– typeplaatje met
identificatiegegevens ....................... 201
Imperiaal/skidrager ............................. 88
Inbouwvoorbereiding voor "Isofix"
kinderzitje ......................................... 123
Installatie van elektrische/
elektronische systemen ........................ 103
Instaplichten in de spiegels
– lamp vervangen .............................. 165
270WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Page 275 of 280
Instapverlichting ................................... 63
– lamp vervangen .............................. 164
Instrumentenpaneel .............................. 4
– Herconfigureerbaar
multifunctioneel display.................... 5
– Multifunctioneel display ................... 4
Interieur (reiniging)............................... 199
Interieuruitrusting ................................. 72Kentekenverlichting
– lamp vervangen .............................. 161
Klimaatcomfort .................................... 50
– Uitstroomopeningen/roosters ........... 50
Klimaatregeling / verwarming .............. 51
Knie-airbag bestuurderszijde ................ 128
Koelvloeistoftemperatuurmeter ............... 6
Koplampen .......................................... 89
– Hoogteregeling koplampen .............. 89
– Koplampafstelling in het
buitenland ...................................... 90
– lamp vervangen .............................. 158
– Lichtbundel afstellen......................... 89
Koplampsproeiers ................................ 196
Koppeling............................................ 211
Krik ..................................................... 145Lampen
– typen lampen .................................. 156Lampjes op instrumentenpaneel ............. 6
lamp vervangen ............................ 160-161
– interieurverlichting........................... 162
Lamp vervangen
– buitenverlichting .............................. 158
Lichtunits
– achterlichtunits (lamp vervangen)...... 160
– koplampunits (lamp vervangen) ........ 158
Luchtfilter ............................................. 191
M
enuopties ....................................... 24
Milieubescherming ............................... 111
Mistachterlichten/achteruitrijlicht ........... 161
Mistachterlicht ...................................... 71
Mistlampen voor ............................. 71-160
Montage universeel isofix kinderzitje ..... 124
Motorcodes.......................................... 203
Motorkap ............................................ 86
– Openen .......................................... 86
– Sluiten ............................................ 87
Motor .................................................. 205
– code............................................... 202
– vloeistofniveau van het
motorkoelsysteem ............................ 189
Motorolie
– niveau controleren ........................... 189
– verbruik .......................................... 189Motorruimte
– niveaus controleren.......................... 183
Motorruimte
– reinigen .......................................... 198
MSR .................................................... 93
Multifunctioneel display ........................ 20
O
nderhoud en zorg
– geprogrammeerd onderhoud ........... 177
– geprogrammeerd
onderhoudsschema ......................... 178
– intensief gebruik van de auto ........... 182
– periodieke controles......................... 182
Opbergvak .......................................... 72
Opheffen van het voertuig .................... 175
Parkeer-/dagverlichting (DRL)
– lamp vervangen .............................. 158
Parkeerlichten ...................................... 61
Parkeer-/remlichten .............................. 160
Parkeersensoren ................................... 104
Parkeren .............................................. 135
– Handrem ........................................ 135
Plafondverlichting................................. 68
– Bagageruimteverlichting .................. 69
– Dashboardkastverlichting ................. 70
– Instapverlichting .............................. 69
271WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Page 276 of 280
– In-/uitstapverlichting in de
spiegels .......................................... 69
– Plafondverlichting voor .................... 68
Plafondverlichting voor
– lamp vervangen .............................. 162
Pollenfilter............................................ 191
Portieren .............................................. 79
– Centrale portiervergrendeling ........... 79
Prestaties ............................................. 222Radiozenders en mobiele telefoons ...... 104
Regensensor ........................................ 64
Reiniging en onderhoud
– auto-interieur .................................. 199
– carrosserie ...................................... 197
– koplampen...................................... 198
– kunststof en gecoate interieurdelen.... 200
– lederen interieurdelen ...................... 200
– lederen stoelen ................................ 199
– motorruimte .................................... 198
– ruiten ............................................. 198
– stoelen en stoffen bekleding.............. 199
Remmen .............................................. 212
– remvloeistofniveau ........................... 190
Richtingaanwijzers .......................... 62-160
– lamp vervangen .............................. 159
– "Lane change"-functie...................... 62Ruiten reinigen ..................................... 63
Ruiten (reinigen) ................................... 198
Ruitensproeier
– vloeistofniveau ruitensproeier ........... 190
Ruitensproeiers van achterruit................ 196
Ruitensproeiers van vooruit ................... 196
Ruitensproeier/-wisser voorruit .............. 63
– Automatische wis-/wasfunctie .......... 64
Ruitenwissers
– wisserbladen................................... 194
– wisserbladen vervangen .................. 195
Safe Lock systeem ............................... 38
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) .......... 114
Schemersensor ..................................... 61
Schuifdak ............................................ 76
Setup-menu ......................................... 23
Slepen van de auto .............................. 175
– Montage van het sleepoog ............... 175“Smart Bag” systeem (Meertraps
frontairbags) ..................................... 127Smeermiddelen (specificaties) .............. 229
Sneeuwkettingen .................................. 141
Snelheidsmeter..................................... 6
Stadslicht en dimlicht ............................ 61
Start&Stop systeem ............................... 97Stoelen ................................................ 43
– Voorstoelen ..................................... 43
Stopcontacten ...................................... 73
Stuurinrichting ..................................... 213
Stuurslot .............................................. 42
Stuurwiel ............................................. 47
Symbolen ............................................ 34
Tankdop ............................................ 110
Tanken ................................................ 110
Technische gegevens............................. 201
Toerenteller .......................................... 6
TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System) ............................................. 107
Transmissie .......................................... 211
Trip Computer ...................................... 31
TRIP knop ............................................ 33"Universeel" kinderzitje monteren......... 120Veiligheidsgordels .............................. 113
– Gebruik .......................................... 113
Veilig kinderen vervoeren...................... 118
Velgbescherming (banden).................... 216
Velgen
– afmetingen ..................................... 217
– verklaring van de velgcodes ............. 215
– wielen en banden ............................ 193
272WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Page 277 of 280
Vloeistoffen en smeermiddelen
(specificaties) ..................................... 229
Vulinhouden ........................................ 226W
elcome movement .......................... 22
Wielen en banden
– bandenspanning ............................. 219
– een wiel vervangen ......................... 144
– Fix&Go Automatic (kit) .................... 150
– reservewiel ..................................... 214
– Wielen en banden........................... 193
Wielen
– velgen en banden............................ 214
Wielophanging .................................... 212
Winterbanden ..................................... 141
Zekeringen vervangen ........................ 165
Zijairbags (zijairbag - hoofdairbag) ...... 129
Zijairbags (zijairbags voorin) ................ 129
Zitplaatsen
– Easy Entry ...................................... 45
– Sportconfiguratie voorstoelen ........... 45
Zonnekleppen ...................................... 75
273WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER