BMW 3 SERIES 2019 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 341 of 424

'xAutobeveiligentegenwegrollen,daarvoordeparkeerremvastzetten.'xStuurwielvergrendelinglatenvastklikkenin
rechtuitstandvandewielen.'xAlleinzittendenlatenuitstappenenbuiten
hetgevarengebiedbrengen,bijvoorbeeld
achterdevangrails.'xEventueelgevarendriehoekopdejuisteafj
standneerzetten.
Afdichtmiddelindeband
brengen
Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR
Bijeengeblokkeerdeuitlaatpijpofonvoldoende ventilatiekunnenuitlaatgassenindeautobinj nendringen,dieschadelijkvoordegezondheidzijn.Deuitlaatgassenbevattenkleur-enreukjlozeschadelijkestoffen.Ingeslotenruimten
kunnendeuitlaatgassenzichookbuitende
autoophopen.Erbestaatlevensgevaar.Deuitj
laatpijpvrijhoudenenvoorvoldoendeventilatie zorgen.
OPMERKING
Alsdecompressortelanginwerkingiskan
dezeoververhitraken.Erbestaatgevaarvoor
schade.Compressornietlangerdan10minuj
tenlatendraaien.
Vullen1.Afdichtmiddelverpakkingschudden.2.Vulslangvollediguitopbergruimtevandeafj dichtmiddelhoudertrekken.Slangnietbuij
gen.3.Afdichtmiddelhouderhoorbaarvastklikkenin
debevestigingvandebehuizingvandecomj pressor.Seite341WielenenbandenMOBILITEIT341
OnlineEditionforPartno.01402896963-X/18

Page 342 of 424

4.Vulslangvanafdichtmiddelhouderophet
bandventielvanhetdefectewielschroeven.5.Bijeenuitgeschakeldecompressordestekj kerindecontactdoosinhetinterieurvande
autoaanbrengen.6.Bijingeschakeldegereedheidofdraaiende
motordecompressorinschakelen.
Compressormaximaal10minutenaanlaten
staanomdelekkagemetafdichtmiddeltevullen
eneenbandenspanningvancirca2,0barteverj
krijgen.
Bijhetaanbrengenvanhetafdichtmiddelkande bandenspanningtijdelijkoplopentotcirca5bar. Compressorindezefasenietuitschakelen.
Bandenspanningcontrolerenen
corrigeren
Controleren1.Compressoruitschakelen.2.Bandenspanningopdebandenspanningsinj dicatieaflezen.
Omdoortekunnenrijdenmoeterminstenseen
bandenspanningvan2barbereiktzijn.
Afdichtmiddelhouderafnemenen
opbergen
1.Vulslangvanafdichtmiddelhoudervanhet
bandenventielafschroeven.2.Opderodeontgrendelingdrukken.3.Bandenafdichtmiddelflesvandecompressor
verwijderen.4.Legeafdichtmiddelhouderinpakkenenopj bergenomvervuilingvandebagageruimtete
vermijden.
Minimalebandenspanningwordt
nietbereikt
1.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.2.10mvoor-enachteruitrijdenomhetafdichtj
middelindebandteverdelen.3.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.Seite342MOBILITEITWielenenbanden342
OnlineEditionforPartno.01402896963-X/18

Page 343 of 424

4.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvandeautoaanbrengen.5.Bijingeschakeldegereedheidofdraaiende
motordecompressorinschakelen.
Wordtdebandenspanningvanminimaal 2barnietbereikt,contactopnemenmeteenServicePartnervandefabrikantofeenanj
deregekwalificeerdeServicePartnerofspej cialist.
Wordtdebandenspanningvanminimaal
2bereikt,zieMinimalevuldrukwordtbereikt.6.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.7.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.8.MobilitySystemindeautoopbergen.
Minimalebandenspanningwordt
bereikt
1.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.2.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.3.MobilitySystemindeautoopbergen.4.Directcirca10kmrijden,zodathetafdichtjmiddelzichgelijkmatigindebandenverdeelt.
Snelheidvan80km/hnietmeeroverschrijj
den.
Indienmogelijknietlangzamerrijdendan
20km/h.Corrigeren1.Opeengeschikteplaatsstoppen.2.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.3.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvan deautoaanbrengen.4.Bandenspanningcorrigerentotminimaal2,0bar.'xBandenspanningverhogen:bijingeschaj
keldegereedheidofdraaiendemotorde
compressorinschakelen.'xBandenspanningverlagen:knopopde compressorindrukken.5.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.6.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.7.MobilitySystemindeautoopbergen.
Ritvoortzetten
Toegestanemaximumsnelheidvan80km/hniet overschrijden.
BandenpechwaarschuwingRPA,ziepagina 351,
opnieuwinitialiseren.
Seite343WielenenbandenMOBILITEIT343
OnlineEditionforPartno.01402896963-X/18

Page 344 of 424

ResetvandebandenspanningscontroleRDC,zie
pagina 344,uitvoeren.
Dedefectebandendeafdichtmiddelhoudervan hetMobilitySystemzosnelmogelijklatenverj
vangen.
Sneeuwkettingen
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Doordemontagevansneeuwkettingenop bandendienietdaarvoorgeschiktzijnkunnen
desneeuwkettingenmetdelenvandeautoin
contactkomen.Erbestaatkansopeenongeval
ofschade.Desneeuwkettingenalleenopbanj
denmonteren,diedoordefabrikantzijningej
deeldalsgeschiktvoorhetgebruikvansneej
uwkettingen.
WAARSCHUWING
Onvoldoendeaangespannensneeuwkettingen
kunnenbandenenvoertuigonderdelenbeschaj digen.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Controleerofdesneeuwkettingenalj
tijdvoldoendeaangespannenzijn.Zonodigde
sneeuwkettingennaspannenovereenkomstig
deopgavenvandefabrikant.
Sneeuwkettingenmetfijne
schakels
Defabrikantvanuwautoadviseerthetgebruik
vansneeuwkettingenmetfijneschakels.Bej
paaldesneeuwkettingenmetfijneschakelszijn
doordefabrikantvandeautogetestenalsverj
keersveiligengeschiktaangemerkt.
Informatieovergeschiktesneeuwkettingenisbij
eenServicePartnervandefabrikantofeenanj
deregekwalificeerdeServicePartnerofspecialist verkrijgbaar.
Gebruik
Hetgebruikisuitsluitendpaarsgewijstoegestaanopdeachterwielenvoordevolgendewielmaten:'x205/60R16.'x225/50R17.'x225/45R18.
Aanwijzingenvandesneeuwkettingfabrikantin
achtnemen.
Metsneeuwkettingendebandenpechwaarschuj
wingRPAnietinitialiseren,omdatdittotonjuiste weergavenkanleiden.
Metsneeuwkettingengeenresetvandebanj denspanningscontroleRDCuitvoeren,omdatdit
totonjuisteweergavenkanleiden.
Bijhetrijdenmetsneeuwkettingeneventueelde
dynamischetractiecontroleDTCvoorkortetijd
activeren,omdetractieteverbeteren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Metsneeuwkettingennietharderrijdendan
50km/h.
BandenspanningscontroleRDC
Principe
Hetsysteembewaaktdebandenspanninginde viergemonteerdebanden.Hetsysteemwaarj schuwtwanneerineenofmeerbandendebanjdenspanninglagerisgeworden.
Algemeen
Sensorenindeventielenvandebandenmeten despanningentemperatuurvandebanden.
Hetsysteemherkentdegemonteerdebanden
automatisch.Hetsysteemgeeftdevoorgegeven
streefwaardenvoordebandenspanningweerop
deControlDisplayenvergelijktdiemetdehuij digebandenspanningen.
Seite344MOBILITEITWielenenbanden344
OnlineEditionforPartno.01402896963-X/18

Page 345 of 424

Bijbandendienietopdebandenspanningswaarjdenopdeauto,ziepagina 334,tevindenzijn,
bijvoorbeeldbandenmeteenspecialeonthefj
fing,moethetsysteemactiefgeresetworden.
Hierdoorwordtdeactuelebandenspanningals
gewenstespanningovergenomen.
Voordebedieningvanhetsysteemookdeverj
dereinformatieenopmerkingeninhethoofdstuk Bandenspanning,ziepagina 334,inachtnemen.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Deweergavevandegewenstespanningverj
vangtnietdebandenspanningswaardenopde
auto.Verkeerdegegevensindebandeninstelj lingenleidentotverkeerdegewenstebandenjspanningen.Erkandangeenbetrouwbaremelj
dingvaneenspanningsverliesworden gegarandeerd.Erbestaatkansopletselofschade.Eroplettendatdegroottenvandegejmonteerdebandencorrectwordenweergegej
venenovereenstemmenmetdegegevensop
debandenendebandgegevens.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voorhetsysteemmoetaandevolgendevoorj
waardenzijnvoldaan,anderskanergeenbej trouwbaremeldingvaneenspanningsverlieswordengegarandeerd:
'xNaelkeband-ofwielvervangingwordende
gemonteerdebandendoorhetsysteemherj
kend,geactualiseerdennaeenkorteritopde
ControlDisplayweergegeven.
Degegevensvandegemonteerdebandenin
debandinstellingeninvoerenwanneerde bandennietautomatischdoorhetsysteemwordenherkend.'xBijbandenmetspecialetoelating:'xNahetverwisselenvaneenbandofwieliserbijcorrectebandenspanningeenreset
uitgevoerd.'xNaeenaanpassingvandebandenspanj
ningopeennieuwewaardeisereenreset
uitgevoerd.'xWielenmetRDC-elektronica.
Bandeninstellingen
Algemeen
Degegevensvandegemonteerdebandenkunj nenindebandinstellingenwordeningevoerd
wanneerdebandennietautomatischdoorhet systeemwordenherkend.
Debandenmatenvandegemonteerdebanden
kunnenopdebandenspanningswaardenopde
autoofdirectopdebandenafgelezenworden, ziepagina 334.
Degegevensvandebandenhoevennietopj nieuwtewordeningevoerdalsdebandenspanj ningwordtgecorrigeerd.
Voordezomer-enwinterbandenzijnsteedsde
alslaatsteingevoerdegegevensvandebanden
opgeslagen.Hierdoorkunnennahetverwisselen vanbandenofwielendeinstellingenvandeals
laatstgebruiktebandensetswordengeselecj teerd.
Menuoproepen
ViaiDrive:
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.
Instellingenuitvoeren ViaiDrive:
1.Bandeninstellingen2.Bandenselecteren:'xZomerbanden'xWinter/Viersei.Seite345WielenenbandenMOBILITEIT345
OnlineEditionforPartno.01402896963-X/18

Page 346 of 424

3.Actueel:4.Bandtypeselecterendatopdeachterasis
gemonteerd:'xBandenmaat,bijv.245/45R1896Y.'xBijbandenmeteenspecialeontheffing: Andereband5.Beladingstoestandvandeautoselecterenalsereenbandenmaatisgeselecteerd.6.Bandeninstellingenopslaan
Demetingvandeactuelebandenspanningwordt
gestart.Devoortgangvandemetingwordtgej toond.
Statusweergave Actuelestatus
DestatusvanhetsysteemkanophetControl Displaywordenweergegeven,bijv.ofhetsysj
teemactiefis.
ViaiDrive:
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.
Deactuelestatuswordtweergegeven.
Actuelebandenspanning
Deactuelebandenspanningwordtvoorelke
bandweergegeven.
Deactuelebandenspanningenkunnendoorhet
rijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Huidigebandentemperatuur Afhankelijkvanhetmodelwordendehuidigebandentemperaturenweergegeven.
Dehuidigebandentemperaturenkunnendoor
hetrijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Gewenstespanning
Degewenstespanningvoordebandenaande voor-enachteraswordtweergegeven.
Degewenstespanningenzijnindeautoopgej
slagenwaarden.
Bijdevermeldegewenstespanningzijntempej ratuurinvloedendoorhetrijdenofdebuitentemj
peratuurmeegerekend.Onafhankelijkvande
weersomstandigheden,bandtemperaturenenrijj
tijdenwordtaltijddepassendegewenstespanj ningweergegeven.
Degewenstespanningkanveranderenenvan
debandenspanningswaardenopdeportierstijl
vanhetbestuurdersportierafwijken.Debandenj
spanningkanzonaardewaardevandeweergej
gevengewenstespanningenwordengecorrij
geerd.
Degewenstespanningwordtdirectaangepast alsindebandeninstellingendebeladingstoej standwordtgewijzigd.
Toestandvandeband
Algemeen
OphetControlDisplaywordtdestatusvande
bandenenhetsysteemweergegevendoorde kleurvandewieleneneentekst.
Aanwezigemeldingenwordenevt.nietgewistals
bijdecorrectievandebandenspanningdeweerj gegevengewenstespanningnietwordtbereikt.
Allewielengroen'xHetsysteemisactiefengebruiktvoordewaarschuwingdeweergegevengewenste
spanningen.'xBijbandenmetspecialetoelating:hetsysj teemisactiefengebruiktvoordewaarschuj
wingdelaatstebandenspanningdieisopgej slagenbijdereset.
Eentotvierwielengeel
Erissprakevaneenlekkebandofeenaanzienlijk
spanningsverliesindeaangegevenbanden.
Seite346MOBILITEITWielenenbanden346
OnlineEditionforPartno.01402896963-X/18

Page 347 of 424

Wielengrijs
Bandenspanningsverlieskanmogelijknietherj
kendworden.
Mogelijkeoorzaken:'xStoring.'xTijdensdebandenspanningsmeting,nabej vestigingvandebandeninstellingen.'xBijbandenmetspecialetoelating:resetvanhetsysteemwerduitgevoerd.
Bijbandenmeteenspeciale
ontheffing:resetuitvoeren
ViaiDrive:
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Rijden-stand-byinschakelenennietwegrijj
den.5.Bandenspanningresetten:Resetuitvoeren.6.Wegrijden.
Dewielenwordeninhetgrijsweergegevenen hetvolgendewordtgetoond:
Bandenspanningscontroleresetwordt
uitgevoerd

Page 348 of 424

BijtelagebandenspanningMelding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen Check-Control-meldingophetControlDisplay.SymboolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Maatregel
1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan 130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.
Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.
SymboolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenband
meteenaanzienlijkspanningsverj
liesaanwezig.
Maatregel
1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopj pen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.2.Controleerofdeautometnormalebandenof
bandenmetnoodloopeigenschappenisuitj
gerust.Bandenmetnoodloopeigenschappen,ziepaj gina 339,zijnopdezijwandgekenmerktmet
eenrondsymboolmetdelettersRSC.
Meldingen:bijbandenmeteen
specialeontheffing
Algemeen
Bijmeldingvaneenlagebandenspanningwordt
eventueeldedynamischestabiliteitscontrole DSCingeschakeld.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Eenbeschadigdenormalebandmeteengej
ringebandenspanningofspanningsverlies heefteennegatieveinvloedopderijeigenj
schappen,bijvoorbeeldhetstuur-enremgej
drag.Bandenmetnoodloopeigenschappen kunnennogeenbepaaldestabiliteitinstandj
houden.Erbestaatgevaarvoorongevallen.
Nietdoorrijdenalsdeautoisvoorzienvannorj malebanden.Deaanwijzingenm.b.t.debanj
denmetnoodloopeigenschappenenverderrijj denmetdezebandeninachtnemen.
Wanneercontrolevande
bandenspanningvereistis
Melding
EensymboolmeteenCheck-Control-melding verschijntophetControlDisplay.
Seite348MOBILITEITWielenenbanden348
OnlineEditionforPartno.01402896963-X/18

Page 349 of 424

Symj
boolMogelijkeoorzakenDevullingisnietvolgensvoorschrifj
tenuitgevoerd,bijv.bijonvoldoende
ingebrachtelucht.
Hetsysteemheeftdevervangingvan
eenwielherkend,maarerisgeenrej setuitgevoerd.
Debandenspanningistenopzichte vandelaatsteresetgedaald.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj genbijdereset.
Maatregel
1.Bandenspanningregelmatigcontrolerenenzonodigcorrigeren.2.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.
Bijtelagebandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen Check-Control-meldingophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj
genbijdereset.Maatregel1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan 130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.3.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.
Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenbandmet
eenaanzienlijkspanningsverliesaanj wezig.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj
genbijdereset.
Maatregel
1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopj pen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.2.Controleerofdeautometnormalebandenof
bandenmetnoodloopeigenschappenisuitj
gerust.
Bandenmetnoodloopeigenschappen,ziepaj gina 339,zijnopdezijwandgekenmerktmet
eenrondsymboolmetdelettersRSC.Seite349WielenenbandenMOBILITEIT349
OnlineEditionforPartno.01402896963-X/18

Page 350 of 424

Juistehandelwijzebij
bandenpech
Normalebanden1.Beschadigdebandidentificeren.
Deluchtdrukinallevierbandencontroleren, bijvoorbeeldmetdebandenspanningsmeter
vaneenbandenreparatieset.
Bijbandenmetspecialetoelating:isdebanj
denspanninginallevierdebandeninorde,
danisvoordebandenspanningscontroleevt.
geenresetuitgevoerd.Indatgevalresetuitj voeren.
Alsergeenschadeaandebandkanworden
ge

Page:   < prev 1-10 ... 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 ... 430 next >