BMW 4 SERIES COUPE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 191 of 285

RijdenmeteenaanhangwagenUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
Algemeen Het toegestane aanhangwagengewicht, de asj
belastingen, kogeldruk en het toegestane toj taalgewicht zijn aangegeven in de technischegegevens.
Voor mogelijkheden voor het verhogen hiervan contact opnemen met de Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist.
De auto is uitgerust met een versterkte vering
aan de achteras en afhankelijk van het type
met een koelsysteem met verhoogde capacij teit.
Voorhetrijden Kogeldruk
De minimale kogeldruk van 25 kg indien mogej lijk niet onderschrijden en de maximale kogeldj
ruk zo veel mogelijk benutten.
De maximale belading van de trekkende auto
wordt door het gewicht van de trekhaak en de
kogeldruk verminderd. De kogeldruk verhoogt het gewicht van de auto. Het maximaal toelaatjbaar totaalgewicht van de trekkende auto mag
daardoor niet worden overschreden.
Belading
De bagage zo gelijkmatig mogelijk over het
laadvlak verdelen.
De belading zo laag mogelijk en in de nabijheid
van de aanhangerassen opbergen. Een lager aanhangerzwaartepunt verhoogt de veiligheidvan de totale combinatie.
Het toegestane totaalgewicht van de aanhanj ger en de toegestane aanhangerlast van deauto mogen niet overschreden worden. Delaagste waarde is altijd beslissend.
Bandenspanning Let op de bandenspanning van de auto en de
aanhanger.
Voor de auto geldt de bandenspanning, zie paj gina 213, voor hogere belading.
Bij de aanhanger zijn de voorschriften van de fabrikant maatgevend.
Bandenpechwaarschuwing
Na correctie van de bandenspanning en aan-
of afkoppelen van een aanhanger de bandenj pechwaarschuwing opnieuw initialiseren.
Bandenspanningscontrole
Na correctie van de bandenspanning en aan-
of afkoppelen van een aanhanger de bandenj
spanningscontrole opnieuw initialiseren.
Buitenspiegels De wetgever schrijft twee buitenspiegels voordie de beide achterkanten van de aanhanger
laten zien. Dergelijke spiegels zijn als accesj soires bij een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist verkrijgbaar.Seite 191RijdenmeteenaanhangwagenRijtips191
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 192 of 285

StroomverbruikVoor het begin van de rit de werking van de
achterlichten van de aanhangwagen controlej
ren.
Het vermogen van de aanhangerachterlichten
mag de volgende waarden niet overschrijden:'yRichtingaanwijzers: per zijde 42 watt.'yAchterlichtlampen: per zijde 50 watt.'yRemlichten: samen 84 watt.'yMistachterlichten: samen 42 watt.'yAchteruitrijlamp: samen 42 watt.
Inschakeltijden van de stroomverbruikers bij
het rijden met een caravan kort houden om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Rijdenmeteenaanhanger
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Vanaf ca. 80 km/h kan de aanhangwagen,
afhankelijk van de constructie en voertuigbelaj ding, in slingerbewegingen raken. Er bestaat
kans op een ongeval of schade.
Bij het rijden met een aanhanger snelheid aanj
passen. Bij slingerbewegingen direct remmen en de nodige stuurcorrecties zo voorzichtigmogelijk uitvoeren.'

Page 193 of 285

Als de aanhangercontactdoos in gebruik iszonder dat er een aanhanger is aangekoppeld,kan het systeem in extreme verkeerssituatieseveneens in werking treden bijv. bij gebruikvan een fietsendrager met verlichting.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Het systeem werkt bij het trekken van een aanjhanger en gebruikte aanhangercontactdoos
vanaf ca. 65 km/h.
Grenzenvanhetsysteem'yHet systeem kan niet ingrijpen als de aanj
hanger meteen schaart, bijv. op bij gladj
heid of op wegen met een losse onderj
grond.'yAanhangers met een hoog zwaartepunt kunnen kantelen voordat een slingerbewej
ging wordt herkend.'yHet systeem is buiten bedrijf, wanneer de dynamische stabiliteitscontrole DSC gej
deactiveerd of uitgevallen is.
trekhaakmetelektrisch
draaibarekogelkop
Algemeen
De wegdraaibare kogelkop bevindt zich aan de onderzijde van de auto.
LED brandt groen als het systeem bedrijfsklaar is.
De toets voor het uit- en inzwenken van de kojgelkop bevindt zich in de bagageruimte.
Kogelkopnaarbuitendraaien
1.Bagageruimte openen.2.Niet in het zwenkbereik van de kogelkopachter de auto gaan staan.3. Toets in de bagageruimte indrukken.
Kogelkop draait naar buiten. LED in de toets knippert groen.4.Wachten tot de kogelkop de eindpositiebereikt heeft.
WAARSCHUWING
Bij een niet vergrendelde kogelkop kunj
nen instabiele rijtoestanden of ongevallen opj
treden. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. Voordat met een aanhangwagen of
bagagedrager wordt gereden, controleren of
de kogelkop correct vergrendeld is.
LED in de toets brandt rood als de kogelkop
niet correct vergrendeld is.'

Page 194 of 285

Kogelkop draait naar binnen. LED in de
toets knippert groen.3.Wachten tot de kogelkop de eindpositie bereikt heeft.
Automatischonderbrekenofomkerenvandezwenkbeweging
Algemeen
Het naar buiten of binnen zwenken wordt autoj
matisch onderbroken of omgekeerd of niet uitj
gevoerd als de stroomlimietwaarde overschrej
den wordt, bijvoorbeeld bij zeer lage
temperaturen of bij mechanische weerstanj
den.
;wenkprocedurebijdraaiendemotor
herhalen
1.Motor starten met de Start-/stopknop.2. Toets in de bagageruimte zo lang inj
drukken, tot de kogelkop volledig in- resp. uitgeklapt is.
Zo nodig zwenkprocedure bij ingedrukte toets
en draaiende motor herhalen.
De LED in de toets brandt groen als de kogelj
kop een eindstand heeft bereikt.
Als het probleem zich herhaalt, contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist.
Aanhangwagencontactdoos
De aanhangwagencontactdoos bevindt zich
aan de trekhaak.
Afdekking naar beneden klappen.
Oogvoorborgkabel
Er bevindt zich een oog aan de trekhaak voor het vergrendelen van de aanhanger-borgkabel.
Voor meer veiligheid de aanhanger-borgkabel
tijdens het rijden met aanhanger in het oog bej
vestigen.
Seite 194RijtipsRijdenmeteenaanhangwagen194
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 195 of 285

BrandstofbesparenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijv. vanwege de landspecijfieke of gekozen speciale uitrusting niet bej
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrej
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het land geldende voorschriften worden nagejleefd.
Algemeen Uw auto bevat geavanceerde technologie

Page 196 of 285

Hogemotortoerentallen
vermijden
In principe geldt het volgende: bij rijden met een lager motortoerental nemen het brandj
stofverbruik en de slijtage af.
De 1e versnelling alleen gebruiken bij het wegj rijden. Vanaf de 2e versnelling vlot accelereren.
Daarbij hoge motortoerentallen en te vroeg opj
schakelen vermijden.
Bij het bereiken van de gewenste snelheid naar
de hoogst mogelijke versnelling schakelen en
zo mogelijk met een lager motortoerental en
constante snelheid rijden.
Evt. de schakelpuntindicator van de wagen in acht nemen, zie pagina 92.
Afremmenopdemotor
Ga bij het naderen van een rood verkeerslicht van het gaspedaal en laat de auto uitrollen.
Bij hellingafwaarts rijden het gaspedaal loslajten en de auto laten uitrollen.
De brandstoftoevoer wordt bij vaart minderen
onderbroken.
Motorbijlangerstoppen
afzetten
Motor bij langere stops, bijv. bij verkeerslichj
ten, overwegen of in de file, afzetten.
Automatischestart-stop-functie
De automatische start-stop-functie van de auto zet de motor tijdens een stop automajtisch af.
Indien de motor uitgezet en aansluitend opj
nieuw gestart wordt, dalen het brandstofverj
bruik en de uitstoot in vergelijking met een
continu draaiende motor. Al bij een motorstop
van enkele seconden zijn besparingen mogej
lijk.Het brandstofverbruik hangt bovendien af van
andere factoren zoals rijstijl, toestand van de
weg, onderhoud en omgevingsomstandighej
den.
Schakelniet-gebruikte
functiesuit
Functies als bijv. stoel- of achterruitverwarjming vragen veel energie en verkleinen de acj tieradius, met name in het stadsverkeer en bijstilstaand en langzaamrijdend verkeer.
Deze functies uitschakelen wanneer zij nietworden gebruikt.
Het rijprogramma ECO PRO ondersteunt het energiezuinige gebruik van comfortfuncties.
Deze functies worden automatisch gedeeltelijk of volledig gedeactiveerd.
Onderhoudlatenuitvoeren Auto regelmatig laten onderhouden om eenoptimaal rendement en een lange levensduurte bereiken. BMW adviseert onderhoudswerkjzaamheden door een BMW Service Partner te
laten uitvoeren.
Hiervoor ook het BMW onderhoudssysteem, zie pagina 233, in acht nemen.
ECOPRO
Principe
ECO PRO ondersteunt een rijstijl die het verj
bruik verbetert. Hiervoor worden de motorrej geling en comfortfuncties, zoals het vermogenvan de airconditioning, aangepast.
Onder bepaalde omstandigheden wordt in
keuzehendelstand D de motor van de transj missie ontkoppeld. De auto rolt in dat geval
met stationair lopende motor uit om het verj
bruik te optimaliseren. De keuzehendelstand D blijft daarbij ingeschakeld.Seite 196RijtipsBrandstofbesparen196
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 197 of 285

Bovendien kunnen afhankelijk van de situatieaanwijzingen worden weergegeven, die helpenmet een optimaal verbruik te rijden.
De verkregen afstandswinst kan op het instruj mentenpaneel als bonusactieradius worden
weergegeven.
Algemeen
Het systeem omvat de volgende functies en
weergaven van EfficientDynamics:'yECO PRO-bonusactieradius, zie paj gina 198.'yRijaanwijzing ECO PRO-tips, zie paj
gina 198.'yECO PRO-klimaatregeling, zie pagina 197.'yRijaanwijzing ECO PRO-anticipeerhulp, zie
pagina 199.'yECO PRO-rijmodus Uitrollen, zie paj
gina 201.'yECO PRO-rijstijlanalyse, zie pagina 202.
Overzicht
Rijbelevingsschakelaar
ECOPROactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het inj
strumentenpaneel ECO PRO wordt
weergegeven.
ECOPROconfigureren
Viarijbelevingsschakelaar1.ECO PRO activeren.2."ECO PRO configureren"
ViaiDrive
1."Instellingen"2."ECO PRO modus"
Bij overeenkomstige uitvoering:
1."Instellingen"2."Rijmodus"3."ECO PRO configureren"
ECOPROLimit
'y"ECO PRO limiet":
Een ECO PRO-tip verschijnt als de snelj heid van de ingestelde ECO PRO-limietwordt overschreden.'y"Aanwijzing bij:":
Gewenste ECO PRO snelheid instellen.
ECOPRO-klimaatregeling
ECO PRO klimaatregeling activeren:
"ECO PRO klimaatbedien."
De klimaatregeling wordt ten gunste van een
laag verbruik aangepast.
Hierdoor is er sprake van een geringe afwijking t.o.v. de ingestelde temperatuur, d.w.z. het
langzamer verwarmen/afkoelen van het interij eur vindt daarom mogelijk plaats ten gunste
van het verbruik.
De spiegelverwarming is beschikbaar bij lage
buitentemperaturen.
UitrollenUitrollen activeren:
"Uitrollen in vrijloop"
Met de ECO PRO-rijmodus Uitrollen, is het
mogelijk de auto met stationair lopende motor
Seite 197BrandstofbesparenRijtips197
Online Edition for Part no. 01 40 2 973 389 - VI/16

Page 198 of 285

te laten uitrollen om het verbruik te optimalisej
ren.
De functie is alleen in de rijmodus ECO PRO
beschikbaar.
Om de remwerking van de motor bij hellingen te kunnen gebruiken, de functie deactiveren.
ECOPRObesparingspotentieel
Er wordt weergegeven hoeveel procent van het mogelijke besparingspotentieel met de acjtuele configuratie kan worden bereikt.
Weergaveophetinstrumentenpaneel
ECOPRO-bonusactieradius Aanpassing van de rijstijl maakt
een verlenging van de actieraj dius mogelijk.
Dit kan als bonusactieradius in
het instrumentenpaneel worden
weergegeven.
De weergave van de actieradius bevat de boj nusactieradius.
Na het tanken wordt de bonusactieradius autoj
matisch gereset.
ECOPROeffici

Page 199 of 285

Weergave activeren:1."Instellingen"2."Info-display"3."ECO PRO info"
ECOPROtip-SymbolenEr worden een extra symbool en een tekstaanj
wijzing weergegeven.
SymboolMaatregelVoor het effici

Page 200 of 285

De aanwijzing wordt weergegeven totdat het
routegedeelte is bereikt.
Bij een aanwijzing kan de snelheid verbruiksj
vriendelijk worden verminderd door het gas tej
rug te nemen en de auto te laten uitrollen tot
het bereiken van het traject.
Afhankelijk van de situatie maakt het systeem automatisch gebruik van de motorrem door het
onderbreken van de functie uitrollen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
De functie is afhankelijk van de actualiteit en
kwaliteit van de navigatiegegevens.
De navigatiegegevens kunnen worden geacj
tualiseerd.
Weergave
Hetcontrolelampjeophet
instrumentenpaneel
De aanwijzing voor een naderend rouj
tegedeelte wordt gegeven als ECO
PRO-tip voor anticiperend vertragen.
In de toerentalmeter geeft de
lange pijl tot het nulpunt van de
effici

Page:   < prev 1-10 ... 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 ... 290 next >