BMW 4 SERIES COUPE 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 361 of 444

'xAutobeveiligentegenwegrollen,daarvoordeparkeerremvastzetten.'xStuurwielvergrendelinglatenvastklikkenin
rechtuitstandvandewielen.'xAlleinzittendenlatenuitstappenenbuiten
hetgevarengebiedbrengen,bijvoorbeeld
achterdevangrails.'xEventueelgevarendriehoekopdejuisteafj
standneerzetten.
Afdichtmiddelindeband
brengen
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Bijeengeblokkeerdeuitlaatpijpofonvoldoende ventilatiekunnenuitlaatgassenindeautobinjnendringen,dieschadelijkvoordegezondheid
zijn.Deuitlaatgassenbevattenkleur-enreukj lozeschadelijkestoffen.Ingeslotenruimten
kunnendeuitlaatgassenzichookbuitende
autoophopen.Erbestaatlevensgevaar.Deuitj
laatpijpvrijhoudenenvoorvoldoendeventilatie
zorgen.
OPMERKING
Alsdecompressortelanginwerkingiskan
dezeoververhitraken.Erbestaatgevaarvoor
schade.Compressornietlangerdan10minuj
tenlatendraaien.
Vullen1.Flesmetbandenafdichtmiddelschudden.2.Vulslangvollediguitopbergruimtevandefles
metbandenafdichtmiddeltrekken.Slangniet buigen.3.Flesmetbandenafdichtmiddelhoorbaar
vastklikkenindebevestigingvandebehuij
zingvandecompressor.Seite361WielenenbandenMOBILITEIT361
OnlineEditionforPartno.01405A11260-VI/20

Page 362 of 444

4.Vulslangvandeflesmetbandenafdichtmidj
delophetbandventielvanhetdefectewiel schroeven.5.Bijeenuitgeschakeldecompressordestekjkerindecontactdoosinhetinterieurvande
autoaanbrengen.6.Bijeeningeschakeldegereedheidofrijden- stand-bydecompressorinschakelen.
Compressormaximaal10minutenaanlaten
staanomdelekkagemetafdichtmiddeltevullen
eneenbandenspanningvancirca2,0barteverj
krijgen.
Bijhetaanbrengenvanhetafdichtmiddelkande bandenspanningtijdelijkoplopentotcirca5bar. Compressorindezefasenietuitschakelen.
Bandenspanningcontrolerenen
corrigeren
Controleren1.Compressoruitschakelen.2.Bandenspanningopdebandenspanningsinj dicatieaflezen.
Omdoortekunnenrijdenmoeterminstenseen
bandenspanningvan2barbereiktzijn.
Afdichtmiddelhouderafnemenen
opbergen
1.Vulslangvanafdichtmiddelhoudervanhet
bandenventielafschroeven.2.Opderodeontgrendelingdrukken.3.Bandenafdichtmiddelflesvandecompressor
verwijderen.4.Legeafdichtmiddelhouderinpakkenenopj bergenomvervuilingvandebagageruimtete
vermijden.
Minimalebandenspanningwordt
nietbereikt
1.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.2.10mvoor-enachteruitrijdenomhetafdichtj
middelindebandteverdelen.3.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.Seite362MOBILITEITWielenenbanden362
OnlineEditionforPartno.01405A11260-VI/20

Page 363 of 444

4.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvandeautoaanbrengen.5.Bijeeningeschakeldegereedheidofrijden-stand-bydecompressorinschakelen.
Alsdebandenspanningvanminstens2bar
nietwordtbereikt,contactopnemenmeteen
servicepartnervandefabrikantofeenandere gekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkj
plaats.
Alsdebandenspanningvanminimum2bar
wordtbereikt,zieMinimalebandenspanning wordtbereikt.6.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.7.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.8.MobilitySystemindeautoopbergen.
Minimalebandenspanningwordt
bereikt
1.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.2.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.3.MobilitySystemindeautoopbergen.4.Directcirca10kmrijden,zodathetafdichtjmiddelzichgelijkmatigindebandenverdeelt.
Snelheidvan80km/hnietoverschrijden. Indienmogelijknietlangzamerrijdendan
20km/h.Corrigeren1.Opeengeschikteplaatsstoppen.2.Verbindingsslangvandecompressordirect
ophetventielvandebandschroeven.3.Stekkerindecontactdoosinhetinterieurvan deautoaanbrengen.4.Debandenspanningtotminstens2,0barcorj
rigeren:'xBandenspanningverhogen:bijeeningej
schakeldegereedheidofrijden-stand-by decompressorinschakelen.'xBandenspanningverlagen:toetsopde
compressorindrukken.5.Verbindingsslangvandecompressorvanhet
bandenventielschroeven.6.Stekkeruitdecontactdoosinhetinterieur vandeautotrekken.7.MobilitySystemindeautoopbergen.
Ritvoortzetten
Toegestanemaximumsnelheidvan80km/hniet overschrijden.
BandenpechwaarschuwingRPAopnieuwinitialij
seren.
Seite363WielenenbandenMOBILITEIT363
OnlineEditionforPartno.01405A11260-VI/20

Page 364 of 444

Resetvandebandenspanningscontroleuitvoej
ren.
Dedefectebandendeflesmetbandenafdichtj
middelvanhetMobilitySystemzosnelmogelijk latenvervangen.
Meerinformatie:'xBandenpechwaarschuwingRPA,ziepaj
gina 371.'xBandenspanningscontrole,ziepagina 364.
Sneeuwkettingen
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Doordemontagevansneeuwkettingenop
bandendienietdaarvoorgeschiktzijnkunnen
desneeuwkettingenmetdelenvandeautoin
contactkomen.Erbestaatkansopeenongeval
ofschade.Desneeuwkettingenalleenopbanj
denmonteren,diedoordefabrikantzijningej
deeldalsgeschiktvoorhetgebruikvansneej
uwkettingen.
WAARSCHUWING
Onvoldoendeaangespannensneeuwkettingen
kunnenbandenenvoertuigonderdelenbeschaj
digen.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Controleerofdesneeuwkettingenalj
tijdvoldoendeaangespannenzijn.Zonodigde
sneeuwkettingennaspannenovereenkomstig
deopgavenvandefabrikant.
Sneeuwkettingenmetfijne
schakels
Defabrikantvanhetvoertuigraadthetgebruik
vansneeuwkettingenmetfijneschakelsaan.Bej
paaldesneeuwkettingenmetfijneschakelszijn
doordefabrikantvandeautogetestenalsverj
keersveiligengeschiktaangemerkt.
Informatieovergeschiktesneeuwkettingenisbij
eenservicepartnervandefabrikantofeenanj
deregekwalificeerdeservicepartnerofvakwerkj
plaatsverkrijgbaar.
Gebruik Hetgebruikisuitsluitendpaarsgewijstoegestaan
opdeachterwielenvoordevolgendewielmaten:'x225/50R17.'x225/45R18.
Aanwijzingenvandesneeuwkettingfabrikantin
achtnemen.
Metsneeuwkettingendebandenpechwaarschuj
wingRPAnietinitialiseren,omdatdittotonjuiste weergavenkanleiden.
Metsneeuwkettingengeenresetvandebanj denspanningscontroleuitvoeren,omdatdittotonjuisteweergavenkanleiden.
Bijhetrijdenmetsneeuwkettingeneventueelde
DynamicTractionControlDTCvoorkortetijdacj
tiveren,omdetractieteverbeteren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Metsneeuwkettingennietharderrijdendan
50km/h.
Bandenspanningscontrole
Principe
Hetsysteembewaaktdebandenspanninginde
viergemonteerdebanden.Hetsysteemwaarj schuwtwanneerineenofmeerbandendebanjdenspanninglagerisgeworden.
Algemeen
Sensorenindeventielenvandebandenmeten
despanningentemperatuurvandebanden.
Hetsysteemherkentdegemonteerdebanden automatisch.Hetsysteemgeeftdevoorgegevenstreefwaardenvoordebandenspanningweerop
Seite364MOBILITEITWielenenbanden364
OnlineEditionforPartno.01405A11260-VI/20

Page 365 of 444

hetControlDisplayenvergelijktdiemetdehuijdigebandenspanningen.
Bijbandendienietopdebandenspanningswaarj denopdeautotevindenzijn,bijvoorbeeldbanj
denmeteenspecialevergunning,moethetsysj
teemactiefwordengereset.Hierdoorwordtde
actuelebandenspanningalsgewenstespanning overgenomen.
Voordebedieningvanhetsysteemookdeinforj
matieenopmerkingeninhethoofdstukBandenj
spanninginachtnemen.
Meerinformatie:
Bandenspanning,ziepagina 354.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Deweergavevandegewenstespanningverj
vangtnietdebandenspanningswaardenopde
auto.Verkeerdegegevensindebandeninstelj
lingenleidentotverkeerdegewenstebandenj
spanningen.Erkandangeenbetrouwbaremelj
dingvaneenspanningsverliesworden
gegarandeerd.Erbestaatkansopletselof
schade.Eroplettendatdegroottenvandegej monteerdebandencorrectwordenweergegejvenenovereenstemmenmetdegegevensopdebandenendebandgegevens.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voorhetsysteemmoetaandevolgendevoorj
waardenzijnvoldaan,anderskanergeenbej trouwbaremeldingvaneenspanningsverlieswordengegarandeerd:
'xNaelkeband-ofwielvervangingwordende
gemonteerdebandendoorhetsysteemherj
kend,geactualiseerdennaeenkorteritop hetControlDisplayweergegeven.
Degegevensvandegemonteerdebandenin
debandinstellingeninvoerenwanneerdebandennietautomatischdoorhetsysteem wordenherkend.'xDebandenspanningscontroleispasnameerjdereminutenrijdenactief:'xNahetverwisselenvaneenbandofwiel.'xNaeenreset,bijbandenmetspecialeverjgunning.'xNawijzigingvandebandeninstelling.'xBijbandenmetspecialetoelating:'xNahetverwisselenvaneenbandofwieliserbijcorrectebandenspanningeenreset
uitgevoerd.'xNaeenaanpassingvandebandenspanj
ningopeennieuwewaardeisereenreset
uitgevoerd.'xWielenmetelektronica.
Bandeninstellingen
Algemeen
Degegevensvandegemonteerdebandenkunj nenindebandinstellingenwordeningevoerd
wanneerdebandennietautomatischdoorhet systeemwordenherkend.
Debandenmatenvandegemonteerdebanden
kunnenopdebandenspanningswaardenopde
autoofdirectopdebandenwordenafgelezen.
Degegevensvandebandenhoevennietopjnieuwtewordeningevoerdalsdebandenspanjningwordtgecorrigeerd.
Voordezomer-enwinterbandenzijnsteedsde
alslaatsteingevoerdegegevensvandebanden
opgeslagen.Hierdoorkunnennahetverwisselen vanbandenofwielendeinstellingenvandeals
laatstgebruiktebandensetswordengeselecj teerd.
Instellingenuitvoeren
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.Seite365WielenenbandenMOBILITEIT365
OnlineEditionforPartno.01405A11260-VI/20

Page 366 of 444

4.Bandeninstellingen5.Bandenselectie6.Handmatig7.Bandensoort'xZomerbanden'xWinter-/all-seas.8.Bandtypeselecterendatopdeachterasis
gemonteerd.
Bijbandenmetspecialetoelating:
Anderebanden.
Verderewerkwijzeinhethoofdstuk'Reset
uitvoeren'inachtnemen.9.Beladingstoestandvandeautoselecterenals ereenbandenmaatisgeselecteerd.10.Bandeninstellingenopslaan
Demetingvandeactuelebandenspanningwordt
gestart.Devoortgangvandemetingwordtgej toond.
Statusweergave Actuelestatus
DestatusvanhetsysteemkanophetControl Displaywordenweergegeven,bijv.ofhetsysj
teemactiefis.
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.
Deactuelestatuswordtweergegeven.
Actuelebandenspanning
Deactuelebandenspanningwordtvoorelke
bandweergegeven.
Deactuelebandenspanningenkunnendoorhet
rijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Huidigebandentemperatuur Afhankelijkvanhetmodelwordendehuidigebandentemperaturenweergegeven.
Dehuidigebandentemperaturenkunnendoor
hetrijdenofdebuitentemperatuurveranderen.
Gewenstespanning
Degewenstespanningvoordebandenaande voor-enachteraswordtweergegeven.
Bijdevermeldegewenstespanningzijntempej ratuurinvloedendoorhetrijdenofdebuitentemj
peratuurmeegerekend.Onafhankelijkvande
weersomstandigheden,bandtemperaturenenrijj
tijdenwordtaltijddepassendegewenstespanj ningweergegeven.
Degewenstespanningkanveranderenenvan
debandenspanningswaardenopdeportierstijl
vanhetbestuurdersportierafwijken.Debandenj
spanningkanzonaardewaardevandeweergej
gevengewenstespanningenwordengecorrij
geerd.
Degewenstespanningwordtdirectaangepast alsindebandeninstellingendebeladingstoej standwordtgewijzigd.
Toestandvandeband
Algemeen
OphetControlDisplaywordtdestatusvande
bandenenhetsysteemweergegevendoorde kleurvandewieleneneentekst.
Aanwezigemeldingenwordenevt.nietgewistals
bijdecorrectievandebandenspanningdegej
wenstespanningnietwordtbereikt.
Allewielengroen'xHetsysteemisactiefengebruiktvoorde waarschuwingdegewenstespanningen.'xBijbandenmetspecialetoelating:hetsysjteemisactiefengebruiktvoordewaarschuj
wingdelaatstebandenspanningdieisopgej slagenbijdereset.
Eentotvierwielengeel
Erissprakevaneenlekkebandofeenaanzienlijk
spanningsverliesindeaangegevenbanden.
Seite366MOBILITEITWielenenbanden366
OnlineEditionforPartno.01405A11260-VI/20

Page 367 of 444

Wielengrijs
Bandenspanningsverlieskanmogelijknietherj
kendworden.
Mogelijkeoorzaken:'xStoring.'xTijdensdebandenspanningsmeting,nabej vestigingvandebandeninstellingen.'xBijbandenmetspecialetoelatingwordteenresetvanhetsysteemuitgevoerd.
Bijbandenmeteenspeciale
ontheffing:resetuitvoeren
1.CAR2.Autostatus3.Bandensp.contr.4.Garanderendatdecorrectebandeninstellinj
genwerdengeconfigureerd.
Bandeninstellingen,ziepagina 365.5.Rijden-stand-byinschakelenennietwegrijj
den.6.Bandenspanningresetten:Resetuitvoeren.7.Wegrijden.
Dewielenwordeninhetgrijsweergegevenen hetvolgendewordtgetoond:Bandenspanning wordtteruggezet

Page 368 of 444

BijtelagebandenspanningMelding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen Check-Control-meldingophetControlDisplay.SymboolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Maatregel
1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan 130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.
Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.
SymboolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenband
meteenaanzienlijkspanningsverj
liesaanwezig.
Maatregel
1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopj pen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.2.Controleerofdeautometnormalebandenof
bandenmetnoodloopeigenschappenisuitj
gerust.Bandenmetnoodloopeigenschappenzijnop
dezijwandgekenmerktmeteenrondsymj boolmetdelettersRSC.
Bandenmetnoodloopeigenschappen,ziepaj gina 359.3.Aanwijzingvoordehandelwijzebijbandenj
pechinachtnemen.
Handelwijzebijbandenpech,ziepagina 370.
Meldingen:bijbandenmeteen
specialeontheffing
Algemeen
Bijmeldingvaneenlagebandenspanningwordt
eventueeldedynamischestabiliteitscontrole DSCingeschakeld.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Eenbeschadigdenormalebandmeteengej
ringebandenspanningofspanningsverlies
heefteennegatieveinvloedopderijeigenj
schappen,bijvoorbeeldhetstuur-enremgej
drag.Bandenmetnoodloopeigenschappen kunnennogeenbepaaldestabiliteitinstandj
houden.Erbestaatgevaarvoorongevallen.
Nietdoorrijdenalsdeautoisvoorzienvannorj malebanden.Deaanwijzingenm.b.t.debanj
denmetnoodloopeigenschappenenverderrijj denmetdezebandeninachtnemen.
Wanneercontrolevande
bandenspanningvereistis
Melding
EensymboolmeteenCheck-Control-melding verschijntophetControlDisplay.
Seite368MOBILITEITWielenenbanden368
OnlineEditionforPartno.01405A11260-VI/20

Page 369 of 444

Symj
boolMogelijkeoorzakenDevullingisnietvolgensvoorschrifj
tenuitgevoerd,bijv.bijonvoldoende
ingebrachtelucht.
Hetsysteemheeftdevervangingvan
eenwielherkend,maarerisgeenrej setuitgevoerd.
Debandenspanningistenopzichte vandelaatsteresetgedaald.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj genbijdereset.
Maatregel
1.Bandenspanningregelmatigcontrolerenenzonodigcorrigeren.2.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.
Bijtelagebandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmeteen Check-Control-meldingophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenEriseenbandenspanningsverlies
geconstateerd.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj
genbijdereset.Maatregel1.Desnelheidreduceren.Snelheidvan 130km/hnietmeeroverschrijden.2.Bijdeeerstvolgendegelegenheid,bijv.opeentankstation,debandenspanninginalle
vierdebandencontrolerenenevt.corrigeren.3.Eenresetvanhetsysteemuitvoeren.
Bijsterkverliesvan
bandenspanning
Melding Eengeelwaarschuwingslampjeinhetinj
strumentenpaneelgaatbranden.
Bovendienverschijnteensymboolmetdebej treffendebandineenCheck-Control-meldingophetControlDisplay.
Symj
boolMogelijkeoorzakenEriseenlekkebandofeenbandmet
eenaanzienlijkspanningsverliesaanj wezig.
Voorhetsysteemwerdgeenreset
uitgevoerd.Hetsysteemgebruikt
voordewaarschuwingdelaatste
bandenspanningendiezijnopgeslaj
genbijdereset.
Maatregel
1.Snelheidverminderenenvoorzichtigstopj pen.Heftigerem-enstuurbewegingenverj
mijden.2.Controleerofdeautometnormalebandenof
bandenmetnoodloopeigenschappenisuitj
gerust.
Bandenmetnoodloopeigenschappenzijnop
dezijwandgekenmerktmeteenrondsymj boolmetdelettersRSC.
Bandenmetnoodloopeigenschappen,ziepaj gina 359.Seite369WielenenbandenMOBILITEIT369
OnlineEditionforPartno.01405A11260-VI/20

Page 370 of 444

3.Aanwijzingvoordehandelwijzebijbandenjpechinachtnemen.
Handelwijzebijbandenpech,ziepagina 370.
Juistehandelwijzebij
bandenpech
Normalebanden
1.Beschadigdebandidentificeren.
Deluchtdrukinallevierbandencontroleren, bijvoorbeeldmetdebandenspanningsmeter
vaneenbandenreparatieset.
Bijbandenmetspecialetoelating:alsdebanj
denspanninginallevierdebandeninordeis,
danisvoordebandenspanningscontroleevt.
geenresetuitgevoerd.Indatgevalresetuitj voeren.
Alsergeenschadeaandebandkanworden
ge

Page:   < prev 1-10 ... 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 ... 450 next >