BMW 5 SERIES 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 231 of 379

Waarschuwing
Lampjeinbuitenspiegel
Het lampje in de buitenspiegel knippert als de
achterste sensoren een voertuig herkennen en de eigen auto achteruit beweegt.
WeergaveophetPDC-display
Het betreffende randgebied op het PDC-disj
play knippert rood als de sensoren een voerj
tuig herkennen.
Weergaveophetcameradisplay
Het betreffende randgebied, pijl 1, op het caj
meradisplay knippert rood als de sensoren een
voertuig herkennen.
Gele lijnen, pijl 2, markeren de bumper van de eigen auto.
Akoestischewaarschuwing
Naast de optische weergave klinkt er een
waarschuwingssignaal als de eigen auto in de betreffende richting beweegt.
Grenzenvanhetsysteem De werking kan in de volgende voorbeeldsituajties beperkt zijn:'yAls de snelheid van het naderende voertuig
zeer hoog is.'yBij dichte mist en hevige regen of sneeuwj val.'yIn scherpe bochten.'yAls de achterbumper vervuild is of met ijs
is bedekt, of als er stickers op zijn aangej bracht.'yBij uitstekende lading.'yAls kruisende objecten zeer langzaam bej
wegen.'yAls zich in het gezichtsveld van de sensoj ren andere objecten bevinden die het kruij
sende verkeer aan het gezicht onttrekken.
Als de aanhangwagencontactdoos bezet is,
bijv. bij het rijden met een aanhangwagen of
fietsendrager, is de waarschuwing kruisend verkeer niet beschikbaar voor het gebied achjter de auto.
Seite 231RijhulpsystemenBediening231
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 232 of 379

RijcomfortUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Dynamische
schokdempercontrole
PrincipeHet systeem reduceert ongewenste beweginj
gen van de auto bij een dynamische rijstijl of
een oneffen wegdek.
Afhankelijk van de toestand van het wegdek en
van de rijstijl worden daardoor de rijdynamiek en het rijcomfort vergroot.
Algemeen
Het systeem biedt verschillende schokdempej
rafstemmingen.
De schokdemperafstemmingen zijn gekoppeld aan de verschillende rijmodi van de rijbelej vingsschakelaar, zie pagina 119.RijmodusSchokdemperafstemmingCOMFORT
ECO PROGebalanceerdSPORT
SPORT PLUSStugAdaptivedrive
Principe Adaptive Drive is een actief geregeld onderj
stel. Het systeem verhoogt het rijcomfort en
minimaliseert tegelijkertijd het overhellen in
bochten.
Algemeen
Voor de actieve regeling wordt de beschikbare informatie, bijv. uit het navigatiesysteem of derijstijlanalyse, gebruikt.
Met deze informatie wordt, met name in de rijj
modus ADAPTIVE, zie pagina 121, de aanstuj
ring van de dynamische schokdemperregeling
en de aansturing van de actieve stabilisatie tej gen overhellen, zie pagina 232, beïnvloed.
Hierdoor worden zowel de wendbaarheid als
het comfort van de auto verhoogd.
Actievestabilisatietegen
overhellen
Principe Het systeem reduceert het overhellen van de
carrosserie, zoals dat optreedt bij snel rijden in
bochten of bij snelle uitwijkmanoeuvres.
Het overhellen van de auto wordt tegengegaan door permanente aanpassing van de instelling
bij de voor- en achteras. De auto wordt daarj door voortdurend gestabiliseerd.
Wendbaarheid en rijcomfort worden in alle rijj
omstandigheden verbeterd.
Algemeen
Het systeem biedt verschillende afstemminj gen.Seite 232BedieningRijcomfort232
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 233 of 379

Deze zijn gekoppeld aan de verschillende rijj
modi van de rijbelevingsschakelaar, zie paj
gina 119.RijmodusAfstemmingCOMFORTComfortabelSPORT
SPORT PLUSStug
AdaptieveM-wielophanging
Principe Adaptive Drive is een actief geregeld onderj
stel. Het systeem reduceert ongewenste bej
wegingen van de auto bij een dynamische rijstj
ijl of een oneffen wegdek.
Afhankelijk van de toestand van het wegdek en
van de rijstijl worden daardoor de rijdynamiek
en het rijcomfort vergroot.
Algemeen
Het systeem biedt verschillende schokdempej
rafstemmingen.
Deze zijn gekoppeld aan de verschillende rijj modi van de rijbelevingsschakelaar, zie paj gina 119.
RijmodusSchokdemperafstemj
mingSPORTStugSPORT PLUSSportief strakCOMFORT/ECO
PROGebalanceerd
MDynamicProfessional
Principe
M Dynamic Professional is een actief geregeld
sportonderstel. Het systeem verhoogt het rijj
comfort en minimaliseert tegelijkertijd het
overhellen in bochten.
M Dynamic Professional omvat de volgende
systemen:'yVerlaagd sportonderstel.'yDynamische schokdempercontrole.'yActieve stabilisatie tegen overhellen.'yIntegraal-actieve besturing.
Algemeen
Voor de actieve regeling wordt de beschikbare informatie, bijv. uit het navigatiesysteem of de rijstijlanalyse, gebruikt.
Met deze informatie wordt, met name in de rijj
modus ADAPTIVE, zie pagina 121, de aanstuj
ring van de dynamische schokdemperregeling,
de aansturing van de actieve stabilisatie tegen overhellen, zie pagina 232, evenals de aanstuj
ring van de integraal-actieve besturing beïnj
vloed. Hierdoor worden zowel de wendbaarj
heid als het comfort van de auto verhoogd.
Seite 233RijcomfortBediening233
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 234 of 379

KlimaatregelingUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Luchtkwaliteitinhet
interieur
De luchtkwaliteit in de auto wordt verbeterddoor een emissiegecontroleerd interieur, mijcrofilter en klimaatsysteem voor regeling vande temperatuur, luchthoeveelheid en luchtrejcirculatiefunctie.
Daarnaast komen afhankelijk van de uitvoering
functies zoals micro-/actief koolfilter, ionisatie,
parfumering, airconditioning met automatische
luchtcirculatiefunctie (AUC) en standventilatie.Airconditioning
Overzicht
Toetseninmiddenconsole
Airconditioningsfuncties
ToetsFunctieTemperatuur, zie pagina 235.Aircofunctie, zie pagina 235.Maximaal koelen, zie paj
gina 236.AUTO-programma, zie paj
gina 236Luchtrecirculatiefunctie, zie
pagina 237.Luchthoeveelheid handmatig,
zie pagina 237.Luchtverdeling, handmatig, zie
pagina 237.SYNC-programma, zie paj
gina 238.Seite 234BedieningKlimaatregeling234
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 235 of 379

ToetsFunctieRuit ontdooien en ontwasej
men, zie pagina 238.Achterruitverwarming, zie paj
gina 238.Actieve stoelventilatie, zie paj
gina 92.Stoelverwarming, zie paj
gina 91.Menu airco oproepen.
Aircofunctiesindetail
In-/uitschakelen
Inschakelen
Willekeurige toets indrukken, met volgende uitzonderingen:
'yAchterruitverwarming.'yLinker toetszijde Luchthoeveelheid.'ySYNC-programma.'yStoelverwarming.'yStoelventilatie.
Uitschakelen
Bij uitvoering met uitgebreide airconditioning:
'yCompleet systeem: Toets aan de bestuurderszijdelinks ingedrukt houden, tot het
systeem wordt uitgeschakeld.'yOp de passagierszijde:
Toets aan de passagierszijde linksingedrukt houden.
Temperatuur
Principe
De geïntegreerde verwarmings- en airconditij
oningsregeling regelt de ingestelde temperaj
tuur zo snel mogelijk, indien nodig met het
hoogste koel- of verwarmingsvermogen, en
houdt deze dan constant.
Instellen Aan de draaiknop draaien om de
gewenste temperatuur in te
stellen.
Wisselingen tussen verschilj
lende temperatuurinstellingen
kort achter elkaar voorkomen. De airconditioj ning met elektronische temperatuurregeling
heeft dan niet voldoende tijd om de ingestelde temperatuur te regelen.
Weergave
Symbool wordt permanent op het display
van de airconditioning met elektronische temj
peratuurregeling weergegeven.
Koelfunctie
Principe
De lucht in het interieur wordt gekoeld, gej
droogd en afhankelijk van de temperatuurinj stelling weer verwarmd.
De koeling van het interieur is alleen bij ingej
schakelde rijden-stand-by mogelijk.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
LED licht bij ingeschakelde koelfuncj
tie.
De koelfunctie is bij draaiende motor ingeschaj
keld.
Na het activeren van de rijden-stand-by kunj
nen afhankelijk van de weersomstandigheden
de voor- en zijruiten korte tijd beslaan.
In het AUTO-programma wordt automatisch
de koelfunctie ingeschakeld.
In de airconditioning ontstaat condenswater,
dat onder de auto wegloopt.
Seite 235KlimaatregelingBediening235
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 236 of 379

Maximaalkoelen
Principe
Het systeem is bij ingeschakelde rijden-stand-
by ingesteld op de laagste temperatuur, de opj
timale luchthoeveelheid en de luchtrecirculaj
tiestand.
Algemeen
De functie is beschikbaar boven een buitenj
temperatuur van circa 0 

Page 237 of 379

tiefunctie uitschakelen om gebruik te kunnen
maken van de voordelen van de condenssenj sor. Ervoor zorgen dat er lucht naar de voorruitkan stromen.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Klimaatcomfort"4."Luchtkwaliteit"5."Automatische recirculatie"
Luchtrecirculatiefunctie
Principe
Bij sterk verontreinigde buitenlucht kunt u de
toevoer van buitenlucht tijdelijk afsluiten. De lucht in het interieur wordt dan gerecirculeerd.
Bediening Toets herhaald indrukken, om eenfunctie op te roepen:
'yLED uit: buitenlucht stroomt continu naarbinnen.'yLED aan: de toevoer van buitenlucht is perjmanent afgesloten.
Bij continu ingeschakelde luchtrecirculatie verj
slechtert de luchtkwaliteit in de auto en bej
slaan de ruiten steeds meer.
Bij het beslaan van de ruiten de toetsaan bestuurderszijde indrukken of de
luchtrecirculatiefunctie uitschakelen om gej
bruik te kunnen maken van de voordelen van
de condenssensor. Ervoor zorgen dat er lucht naar de voorruit kan stromen.
Luchthoeveelheidhandmatigregelen
Principe
De luchthoeveelheid voor de klimaatregeling kan handmatig ingesteld worden.
Algemeen
Om de luchthoeveelheid handmatig te kunnen
regelen, eerst het AUTO-programma uitschaj kelen.
Bediening Linker- of rechterzijde van de toets injdrukken: luchthoeveelheid verkleinen
of vergroten.
De geselecteerde luchthoeveelheid wordt op
het display van de automatische airconditioj
ning weergegeven.
De luchthoeveelheid van de airconditioning
wordt eventueel tot aan het uitschakelen gerej
duceerd om de accu te ontzien.
Luchtverdelinghandmatigregelen
Principe
De luchtverdeling voor de klimaatregeling kan
handmatig ingesteld worden.
Bediening Toets herhaald indrukken om een proj
gramma te selecteren:'yRuiten, ter hoogte van het bovenlichaam
en beenruimte.'yTer hoogte van het bovenlichaam en de
beenruimte.'yBeenruimte.'yRuiten en beenruimte.'yRuiten: alleen aan de bestuurderszijde.'yRuiten en bovenlichaam.'yTer hoogte van het bovenlichaam.
De geselecteerde luchtverdeling wordt op het
display van de airconditioning weergegeven.
Bij het beslaan van de ruiten de toets
aan bestuurderszijde indrukken om
gebruik te kunnen maken van de voordelen van de condenssensor.
Seite 237KlimaatregelingBediening237
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 238 of 379

SYNC-programma
Principe
Afhankelijk van de uitrusting kunnen de volj
gende instellingen aan de bestuurderszijde
worden overgebracht naar de passagierszijde en naar achterin:'yTemperatuur.'yLuchthoeveelheid.'yLuchtverdeling.'yAUTO-programma.
In-/uitschakelen
Toets indrukken.
LED brandt bij ingeschakeld SYNC-
programma.
Het programma wordt automatisch uitgeschaj
keld als instellingen aan passagierszijde of
achterin worden gewijzigd.
Ruitenontdooienenontwasemen
Principe
IJs en condens verdwijnen snel van de voorruit en voorste zijruiten.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
LED brandt bij ingeschakeld systeem.
Hiervoor de ventilatieroosters aan de zijkant eventueel op de zijruiten richten.
De luchthoeveelheid kan bij een ingeschakeld
systeem handmatig worden aangepast.
Bij het beslaan van de ruiten de toetsaan bestuurderszijde indrukken om de
koelfunctie in te schakelen, om gebruik te kunj nen maken van de voordelen van de condensjsensor.
Achterruitverwarming
Toets indrukken. LED brandt.
De functie is bij draaiende motor bej
schikbaar.
Achterruitverwarming wordt na enige tijd autoj
matisch uitgeschakeld.
Micro-/actief-koolstoffilter
Het microfilter filtert stof en pollen uit de binj
nenstromende lucht.
Het actief-koolstoffilter reinigt de binnenkoj
mende buitenlucht van gasvormige schadelijke stoffen.
Deze gecombineerde filters bij het onderhoud,
zie pagina 326, van de auto laten vervangen.
Ventilatie Principe
De richting van de luchtstromen kan individuj eel ingesteld worden.
Instellingvandeventilatie
Algemeen
De richting van de luchtstromen kan voor dij recte of indirecte ventilatie ingesteld worden.
Directeventilatie
De luchtstroom direct op de inzittenden richj
ten. De luchtstroom is merkbaar koel of warm,
afhankelijk van de ingestelde temperatuur.
Indirecteventilatie De luchtstroom niet direct op de inzittendenrichten. Het interieur wordt indirect verwarmtof gekoeld, afhankelijk van de ingestelde temj
peratuur.Seite 238BedieningKlimaatregeling238
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 239 of 379

Ventilatie,voor
Overzicht'yHendel voor aanpassen van de uitstroomj
richting, pijlen 1.'yGekartelde knop voor het traploos openen
en sluiten van de uitstroomopeningen,
pijl 2.
Temperatuurinstellen
De temperatuur van de ventilatie op het bovenj
lichaam kan worden gevarieerd.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3.Evt. "Klimaatcomfort"4."Temperatuuraanp. bovenlichaam"5.Gewenste temperatuur instellen.'yNaar blauw: kouder.'yNaar rood: warmer.
De ingestelde interieurtemperatuur voor bej
stuurder en passagier wordt daardoor niet gej wijzigd.
Ventilatieachterin,midden'yHendel voor aanpassen van de uitstroomj
richting, pijlen 1.'yGekartelde knop voor het traploos openen
en sluiten van de uitstroomopeningen,
pijl 2.'yGekartelde knop voor het vari

Page 240 of 379

AutomatischeaircoachterinOverzicht
Toetseninmiddenconsole
Airconditioningsfuncties
ToetsFunctieTemperatuur, zie pagina 240Maximaal koelen, zie paj
gina 241.AUTO-programma, zie paj
gina 241Luchthoeveelheid handmatig,
zie pagina 241.Luchtverdeling, handmatig, zie
pagina 241.Stoelverwarming, zie paj
gina 91.
Aircofunctiesindetail
In-/uitschakelen
ViaiDrive
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Klimaatcomfort"4."Klimaat achterin"
De automatische airco achterin is niet gej
bruiksklaar als de airconditioning met elektroj
nische temperatuurregeling is uitgeschakeld of de volgende functie actief is: ruiten ontdooien
en ontwasemen.
Viatoets:Inschakelen
Willekeurige toets indrukken, met volgende uitzonderingen:
'yLinker toetszijde Luchthoeveelheid.'yStoelverwarming.
Viatoets:Uitschakelen
Linker toetszijde ingedrukt houden.
Temperatuur Principe
De geïntegreerde verwarmings- en airconditij
oningsregeling regelt de ingestelde temperaj tuur zo snel mogelijk, indien nodig met het
hoogste koel- of verwarmingsvermogen, en
houdt deze dan constant.
Instellen Aan de draaiknop draaien om de
gewenste temperatuur in te
stellen.
Wisselingen tussen verschilj
lende temperatuurinstellingen
kort achter elkaar voorkomen. De airconditioj ning met elektronische temperatuurregeling
heeft dan niet voldoende tijd om de ingestelde temperatuur te regelen.
Weergave
Symbool wordt permanent op het display
van de airconditioning met elektronische temj
peratuurregeling weergegeven.
Seite 240BedieningKlimaatregeling240
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 ... 380 next >