BMW 5 SERIES 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 311 of 379

Het afsluiten van de initialisatie gebeurt tijdenshet rijden, de rit kan te allen tijde worden onjderbroken.
Tijdens een volgende rit wordt de initialisatie
automatisch voortgezet.
Meldingen
Algemeen
Bij melding van bandenpech wordt eventueel de dynamische stabiliteitscontrole DSC ingej schakeld.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Een beschadigde normale band met een
geringe bandenspanning of spanningsverlies heeft een negatieve invloed op de rijeigenjschappen, bijvoorbeeld het stuur- en remgejdrag. Banden met noodloopeigenschappenkunnen nog een bepaalde stabiliteit instandjhouden. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Niet doorrijden als de auto is voorzien van norj
male banden. De aanwijzingen m.b.t. de banj
den met noodloopeigenschappen en verder rijj den met deze banden in acht nemen.'

Page 312 of 379

kant of een andere gekwalificeerde ServicePartner of specialist.2.Bandenpech verhelpen, bijv. met een banjdenreparatieset of door het wiel te verwisj
selen.
Bandenmetnoodloopeigenschappen
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij beschadigde banden met noodloopeij
genschappen zonder of met een geringe banj denspanning of spanningsverlies veranderende rij-eigenschappen, bijvoorbeeld verminjderde koersstabiliteit bij het remmen, langereremweg en een ander stuurgedrag. Er bestaat
gevaar voor ongevallen.
Gematigd rijden en een snelheid van 80 km/h
niet overschrijden.'

Page 313 of 379

Wielenvervangen
Algemeen
Bij banden met noodloopeigenschappen of
gebruik van bandenafdichtmiddel is het niet noodzakelijk om de band direct te wisselen bij
spanningsverlies in geval van pech.
Zo nodig vindt u het juiste gereedschap voor het verwisselen van wielen als toebehoren bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
De krik van de autofabrikant is alleen bej
doeld voor het verwisselen van een wiel in gej val van pech. Voor veelvuldig gebruik is de krikniet geschikt, bijvoorbeeld wisselen van zojmer- naar winterbanden. Bij veelvuldig gebruik
kan de krik klem raken of beschadigd worden.
Er bestaat kans op letsel of schade. De krik alj leen gebruiken om een nood- of reservewiel te
wisselen in geval van pech.'

Page 314 of 379

Opeenvlakkeondergrond
Een wig of een ander geschikt voorwerp achter
het wiel leggen dat zich diagonaal tegenover
het te verwisselen wiel bevindt.
Bijeenlichtehelling
Wanneer een wiel op een lichte helling moetworden vervangen, keggen en andere gej
schikte voorwerpen, bijv. een steen, tegen de rolrichting in onder de wielen van de voor- en
achteras leggen.
Wielboutenmetslot
Overzicht De adapter van de wielbouten met slot bevindtzich in het boordgereedschap of in een opj
bergvak bij het boordgereedschap.
'yWielbout, pijl 1.'yAdapter, pijl 2.
Verwijderen
1.De adapter op de wielbout plaatsen.2.De wielbout losschroeven.
Na het vastschroeven de adapter weer verwijj deren.
Autovoorbereiden
'yDe auto zo ver mogelijk uit de buurt van deverkeersstroom en op een vaste en stroeveondergrond parkeren.'yAlarmknipperlichten inschakelen.'yParkeerrem bedienen.'yEen versnelling inschakelen of de keuzej
hendelstand P inschakelen.'yZodra de verkeerssituatie het toelaat alle
inzittenden laten uitstappen en buiten het
gevarengebied brengen, bijvoorbeeld achj
ter de vangrails.'yAfhankelijk van de uitvoering het gereedj schap en het noodwiel uit de auto nemen.'yEventueel gevarendriehoek of waarschuj
wingsknipperlichten op de betreffende afj
stand neerzetten.'yGeen houtblokken e.d. onder de autokrik
leggen, anders kan de krik haar draagverj
mogen niet bereiken wegens de beperkte hoogte.'yDe auto bovendien tegen wegrollen beveij
ligen.Seite 314MobiliteitWielenenbanden314
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 315 of 379

'yDe wielbouten een halve omwenteling losjdraaien.
Kriksteunpunten
De kriksteunpunten bevinden zich op de gejmarkeerde posities.
Voertuigoptillen WAARSCHUWING
De handen of vingers kunnen bij het gej
bruik van de krik ingeklemd raken. Er bestaat
kans op letsel. Bij het gebruik van de krik de
beschreven positie van de handen aanhouden
en deze positie niet veranderen.'

Page 316 of 379

5.Erop letten dat de krikvoet loodrecht omhj
oog wordt gebracht.6.Erop letten dat de krikvoet na het naar buij
ten komen onder een rechte hoek en loodj
recht onder het kriksteunpunt staat.7.De krik zo ver omhoogbrengen dat deze
met het gehele vlak op de grond staat en het betreffende wiel maximaal 3 cm van debodem loskomt.
Wielmonteren
Maximaal één noodwiel monteren.
1.De wielbouten losdraaien en het wiel verj
wijderen.2.Het nieuwe wiel of noodwiel plaatsen en minimaal twee bouten kruiselings met de
hand indraaien.
Indien geen originele lichtmetalen velgen
van de fabrikant van de auto gemonteerd
worden, moeten eventueel ook de bijbehoj rende wielbouten worden gebruikt.3.De overige wielbouten met de hand inj
draaien en alle bouten kruiselings goed aandraaien.4.De slinger van de krik linksom draaien om
de krik in te schuiven en de auto te laten zakken.5.De krik verwijderen.
Nahetverwisselenvaneenwiel
1.De wielbouten kruiselings vastdraaien. Het
aanhaalmoment bedraagt 140 Nm.2.Het defecte wiel opbergen in de bagagej ruimte.
Het defecte wiel is te groot om bewaard te kunnen worden onder de bagageruimteboj dem.3.De bandenspanning bij de volgende gelej
genheid controleren en zo nodig corrigej ren.4.Bandenpechwaarschuwing opnieuw initiajliseren.
Reset van de bandenspanningscontrole
uitvoeren.5.Het vastzitten van de wielbouten laten conj troleren met een gekalibreerde momentsj
leutel.6.Naar de dichtstbijzijnde Service Partner van de fabrikant, een andere gekwalifijceerde Service Partner of een specialist rijjden, om de beschadigde band te laten verj
vangen.
Noodwiel
Algemeen
Bij bandenpech kan het noodwiel als vervanj ging voor de defecte band gebruikt worden.
Het noodwiel is voor kortstondig gebruik bej
doeld, om het defecte wiel te vervangen.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het reservewiel heeft speciale afmetinj
gen. Bij het rijden met een reservewiel kunnen bij hogere snelheden gewijzigde rij-eigenj
Seite 316MobiliteitWielenenbanden316
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 317 of 379

schappen optreden zoals verminderde koersj
stabiliteit bij het remmen, langere remweg en verandering van het stuurgedrag in het grensj
bereik. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rustig rijden en een snelheid van max. 80 km/h niet overschrijden.'

Page 318 of 379

MotorruimteUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Belangrijkezakenindemotorruimte
1Vulnippel voor sproeiervloeistof2Starthulp, accupluspool3Olievulpijp4Koelvloeistofreservoir motor5Alleen benzinemotor: koelmiddelreservoir
extra koeling6Starthulp, accuminpool7VoertuigidentificatienummerSeite 318MobiliteitMotorruimte318
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 319 of 379

MotorkapVeiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Door ondeskundig uitgevoerde werkj
zaamheden in de motorruimte kunnen onderj delen worden beschadigd en tot een veiligjheidsrisico leiden. Er bestaat kans op een
ongeval of schade. Werkzaamheden in de moj
torruimte door een Service Partner van de faj brikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist laten controleren.'

Page 320 of 379

MotorolieUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Algemeen Het motorolieverbruik is afhankelijk van derijstijl en van de gebruiksomstandigheden.
Daarom regelmatig, na elke tankbeurt, het mojtoroliepeil met een uitvoerige meting controlejren.
Het motorolieverbruik kan hoger zijn, bijvoorj beeld in de volgende situaties:'yBij een sportieve rijstijl.'yBij het inrijden van de motor.'yBij het stationair draaien van de motor.'yBij het gebruik van motoroliesoorten die alsongeschikt zijn aangemerkt.
Afhankelijk van het motoroliepeil worden verjschillende Check Control-meldingen op het
Control Display weergegeven.
Veiligheidsvoorschriften OPMERKING
Te weinig motorolie veroorzaakt motorj
schade. Er bestaat gevaar voor schade. Onj middellijk motorolie bijvullen.'

Page:   < prev 1-10 ... 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 ... 380 next >