BMW 5 SERIES 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 71 of 379

Het kofferdeksel wordt geopend.'y"Achterklep en portier(en)"
Het kofferdeksel wordt geopend en de
portieren worden ontgrendeld.
Bevestigingssignalenvandeauto
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Knipperen bij ver-/ontgrendelen"
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen
door eenmaal knipperen.
Automatischvergrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4.Gewenste instelling selecteren:'y"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto autoj
matisch vergrendeld als na het ontj
grendelen geen portier wordt geopend.'y"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch vergrendeld.
Automatischontgrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Na einde van de rit ontgrendelen"
Na het be

Page 72 of 379

Ruststandbijhetopenenvande
voorportiereninstellen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Auto na openen portier uitsch."
Bij het openen van de voorportieren wordt
de ruststand, zie pagina 17, ingesteld.
Alarminstallatie
Algemeen
De alarminstallatie reageert bij een vergrenj
delde auto op de volgende veranderingen:
'yOpenen van een portier, de motorkap of de kofferklep.'yBewegingen in het interieur.'yVeranderen van de hellingshoek van de
auto, bijvoorbeeld bij een poging van diefj stal van de wielen of bij het wegslepen.'yOnderbreking van de accuspanning.'yOndeskundig gebruik van de contactdoos
voor de On-Board Diagnose.
Deze veranderingen signaleert de alarminstalj latie optisch en akoestisch:
'yAkoestisch alarm.
Afhankelijk van de wettelijke bepalingen
wordt het akoestische alarm eventueel onj derdrukt.'yInschakelen van de waarschuwingsknipjperlichtinstallatie.
In-enuitschakelen
Tegelijkertijd met het ontgrendelen en verj
grendelen van de auto via de afstandsbediej ning of de comforttoegang wordt de alarminjstallatie in- of uitgeschakeld.
Portierenopenenbijingeschakelde
alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
een portier, als deze met de geïntegreerde sleutel via het portierslot is ontgrendeld.
Alarm be

Page 73 of 379

'yControlelampje blijft na het ontgrendelen
zo lang knipperen tot de rijden-stand-by
wordt ingeschakeld, maximaal echter circa
5 minuten:
Alarm is geactiveerd.
Hellingshoeksensor
De hellingshoek van de auto wordt bewaakt.
De alarminstallatie reageert bijv. bij een poging van diefstal van de wielen of bij het wegslepen.
InterieurbeveiligingVoor een optimale werking moeten ruiten englazen dak gesloten zijn.
Ongewildalarmvermijden
Algemeen
De hellingshoeksensor en de interieurbeveilij ging kunnen een alarm activeren, hoewel geenonbevoegde handelingen zijn uitgevoerd.
Mogelijke situaties voor een ongewild alarm:
'yIn wasinstallatie of wasstraten.'yIn stapelgarages.'yBij het transport op autotreinen, op zee of op een aanhangwagen.'yBij dieren in de auto.
Voor dergelijke situaties kunnen de hellingsjhoeksensor en interieurbeveiliging worden uitj
geschakeld.
Hellingshoeksensoren
interieurbeveiliginguitschakelen
Toets van de afstandsbediening binnen10 seconden opnieuw indrukken, zodra
de auto vergrendeld is.
Controlelampje brandt circa 2 seconden en
gaat daarna knipperen.
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging zijn
totdat de auto opnieuw wordt ont- en vergrenj deld uitgeschakeld.
Alarmbeëindigen'yAuto met de afstandsbediening ontgrenj
delen, eventueel door probleemherkenning van de afstandsbediening, zie pagina 55.'yMet comforttoegang: Bij aanwezige afj
standsbediening de portierhandgreep van
het bestuurders- of passagiersportier volj
ledig omvatten.
Ruitbediening
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij de bediening van de ruiten kunnen lij
chaamsdelen of voorwerpen worden ingej
klemd. Er bestaat kans op letsel of schade. Bij
het openen en sluiten erop letten dat het bej
wegingsgebied van de ruiten vrij is.'

Page 74 of 379

Overzicht
RuitbedieningVeiligheidsschakelaar
Openen
'ySchakelaar tot het drukpunt drukken.
De ruit wordt geopend, zolang de
schakelaar ingedrukt wordt gehouden.'ySchakelaar door het drukpunt heen
drukken.
De ruit wordt automatisch geopend. Opj nieuw indrukken van de schakelaar stopt
de beweging.
Comfortopening met de afstandsbediening, zie pagina 53.
Sluiten
'ySchakelaar tot het drukpunt drukken.
De ruit wordt gesloten, zolang de
schakelaar ingedrukt wordt gehouden.'ySchakelaar door het drukpunt heen
drukken.
Bij gesloten portier sluit de ruit automaj
tisch. Opnieuw trekken stopt de beweging.
Comfortsluiten met de afstandsbediening, zie pagina 54.
Sluiten via het comforttoegangssysteem, zie pagina 62.
Inklembeveiliging
Algemeen
Overtreft de sluitkracht bij het sluiten van een
ruit een bepaalde waarde, dan wordt het sluij ten onderbroken.
De ruit wordt een beetje geopend.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Accessoires op de ruiten, bijvoorbeeld
antennes, kunnen de inklembeveiliging nadelig
beïnvloeden. Er bestaat kans op letsel. Geen
accessoires in het bewegingsgebied van de
ruiten bevestigen.'

Page 75 of 379

Bij een ongeval met een bepaalde zwaarte
wordt de veiligheidsfunctie automatisch uitgej
schakeld.
In-enuitschakelen Toets indrukken.
LED licht bij ingeschakelde veiligj
heidsfunctie.
Zonneschermachterruit Overzicht
Toets voor het zonnescherm.
Bediening Toets indrukken om het gesloten zonj
nescherm te openen of om het geoj
pende zonnescherm te sluiten.
Als de toets tijdens de beweging opnieuw
wordt ingedrukt, wordt het zonnescherm in de
tegengestelde richting bewogen.
Grenzenvanhetsysteem
Als het zonnescherm na een aantal malen bej
dienen vlak achter elkaar niet meer wil bewej gen, is de oververhittingsbeveiliging geactij
veerd.Het systeem wordt gedurende een bepaalde tijd geblokkeerd om oververhitting tevermijden. Systeem laten afkoelen.
Bij een lage interieurtemperatuur kan het zonj
nescherm niet meer worden bewogen.
Zonneschermenachterste
zijruiten
WAARSCHUWINGBij gesloten zonneschermen en geoj
pende ruiten kunnen de zonneschermen tijj dens het rijden zwaar door de rijwind wordenbelast. De zonneschermen kunnen worden bejschadigd en de inzittenden in gevaar brengen.Er bestaat kans op letsel. De ruiten tijdens het
rijden niet openen wanneer de zonneschermen gesloten zijn.'

Page 76 of 379

Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans opletsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.'

Page 77 of 379

bereikt. In deze stand is het windgeluid in het
interieur het geringst.
Desgewenst de beweging vervolgens voortj zetten met de schakelaar.
Bijregensluiten
Principe In de ruststand wordt het geopende glazen dak
onder de volgende voorwaarden automatisch
opgetild:'yAls het begint te regenen.'yZes uur na het vergrendelen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'yDe regensensor bij de binnenspiegel mag
niet afgedekt zijn, bijvoorbeeld als de auto
voor de helft onder een carport staat.'yDe auto bevindt zich in ruststand.'yDe functie is in de instellingen, zie paj
gina 70, geactiveerd.
Functiestoringen
Onder de volgende omstandigheden wordt het
geopende glazen dak niet opgetild:
'yHet glazen dak is geblokkeerd.'yDe inklembeveiliging is niet gewaarborgd.'yEr is een systeemstoring aanwezig, bijj voorbeeld door een tijdelijke stroomkrinjgonderbreking. In dit geval kan het initialij
seren van het glazen dak, zie pagina 78,
helpen.
Op het Control Display wordt een storingsmelj
ding weergegeven. Er vindt geen nieuwe sluitj poging plaats.
Onder de volgende omstandigheden wordt het
geopende glazen direct opgetild:
'yDe regenherkenning is als gevolg van het
systeem niet mogelijk.
Op het Control Display wordt een storingsmelj
ding weergegeven.
Inklembeveiliging
Algemeen
Overschrijdt bij het sluiten van het glazen dak
de sluitkracht een bepaalde waarde, dan wordt
het sluiten onderbroken vanaf het midden van de dakopening of bij het sluiten uit opgeheven
positie.
Het glazen dak wordt geopend.
Sluitenzonderinklembescherminguit
geopendepositie
Bij gevaar van buitenaf als volgt te werk gaan:1.Schakelaar door het drukpunt heen naar
voren schuiven en houden.
Het glazen dak wordt met beperkte inklemj
beveiliging gesloten. Overtreft bij het sluij ten van een ruit de sluitkracht een bej
paalde waarde, dan wordt het sluiten
onderbroken.2.Schakelaar opnieuw door het drukpunt
heen naar voren schuiven en ingedrukt
houden, tot het glazen dak zonder inklemj
beveiliging gesloten wordt. Let erop dat
het sluitbereik vrij is.
Sluitenzonderinklembescherminguit verhoogdepositie
Bij gevaar van buiten de schakej
laar door het drukpunt heen naar voor schuiven en zo houden.
Het glazen dak wordt zonder inklembeveiliging gesloten.
Seite 77OpenenensluitenBediening77
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page 78 of 379

InitialiserennastroomonderbrekingAlgemeen
Na een stroomonderbreking tijdens het opej
nen of sluiten is het glazen dak mogelijk
slechts beperkt te bedienen.
Het systeem kan onder volgende voorwaarden geïnitialiseerd worden.'yDe auto staat op horizontaal.'yHet rijden-stand-by is gerealiseerd.'yDe buitentemperatuur ligt boven 5 

Page 79 of 379

InstellenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Veiligzitten Voorwaarde voor ontspannen rijden zonder
vermoeid te raken is een zitpositie die aan de
behoeften van de inzittenden is aangepast.
Bij een ongeval speelt een correcte stoelposij tie een belangrijke rol. De aanwijzingen in de
volgende hoofdstukken in acht nemen:'yStoelen, zie pagina 79.'yVeiligheidsgordels, zie pagina 82.'yHoofdsteunen, zie pagina 84.'yAirbags, zie pagina 148.
Stoelen
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Door het instellen van de stoel tijdens het
rijden kunnen onverwachte stoelbewegingen
optreden. U kunt de controle over de auto verj liezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Destoel aan bestuurderszijde alleen instellen als
de auto stilstaat.'

Page 80 of 379

Langsrichting
Aan de hendel trekken en de stoel in de gej
wenste richting schuiven.
Na de hendel te hebben losgelaten, de stoel licht voor- of achteruit bewegen zodat de stoeljuist vergrendelt.
Bovenbeensteun
Aan de hendel aan de voorzijde van de stoel
trekken en bovenbeensteun naar voren of achj
teren schuiven.
Rugleuninghoek
De schakelaar naar voren of achteren kantelen.
Hoogte
De schakelaar naar boven of onder drukken. Zittinghoek
De schakelaar naar boven of onder kantelen. Elektrischverstelbarestoelen
Algemeen
De stoelinstelling voor de bestuurdersstoel wordt opgeslagen voor het momenteel gej
bruikte bestuurdersprofiel. Bij het ontgrendej
len van de auto via de afstandsbediening wordt de positie automatisch opgeroepen, als de
functie, zie pagina 71, hiervoor is geactiveerd.
De actuele zitpositie kan met de Geheugenj
functie, zie pagina 89, opgeslagen worden.
Seite 80BedieningInstellen80
Online Edition for Part no. 01402978679 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 380 next >