BMW 7 SERIES 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 171 of 379

ToetsStatusToets brandt groen: alle Intelligent
Safety-systemen zijn ingeschakeld.Toets brandt oranje: enkele Intellij
gent Safety-systemen zijn uitgej
schakeld.Toets brandt niet: enkele Intelligent
Safety-systemen zijn uitgeschakeld.
Gevoeligheidvandewaarschuwingen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Rijstr.verlatenwaarsch."5.Gewenste instelling selecteren.'y"Altijd": het systeem waarschuwt altijd binnen de technische grenzen.'y"Beperkt": afhankelijk van de situatieworden enkele waarschuwingen onjderdrukt, bijv. bij het inhalen zonder
richting aan te geven of bij het bewust
rijden over manoeuvreerlijnen in bochj
ten.'y"Uit": er vinden geen waarschuwingen
plaats.
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Sterktevandestuurwieltrillingeninstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Stuurwielvibratie"4.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt overgenomen voor alle Inj telligent Safety-systemen en opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Auto'smetwaarschuwingvooreen aanrijdingvanopzij:stuuringreepin-
ofuitschakelen
De stuuringreep kan afzonderlijk voor rijstrookj
wisselmelding en Lane Departure Warning worden in- en uitgeschakeld.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Stuuringreep"
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Weergaveinhetinstrumentenpaneel Het symbool brandt groen: Ten minsteéén rijbaanbegrenzingslijn werd herj
kend en waarschuwen is mogelijk.
Waarschuwingsfunctie
Bijhetverlatenvanderijbaan
Bij het verlaten van de rijstrook boven een herj
kende rijbaanbegrenzingslijn begint het stuurj
wiel te trillen.
Als voor het veranderen van rijbaan de richj
tingaanwijzer wordt ingeschakeld, wordt er geen waarschuwing gegeven.
Metwaarschuwingvooreenaanrijding
vanopzij
Wordt in het snelheidsbereik tot 210 km/h eenrijbaanbegrenzingslijn overschreden, dan grijpthet systeem naast de trilling in door een korteactieve stuuringreep en helpt zo om de autobinnen de rijbaan te houden. De stuuringreepis in het stuurwiel voelbaar en kan op elk moj
ment handmatig overstuurd worden.
Bijhetrijdenmeteenaanhangwagen Bij een bezette aanhangwagencontactdoos,bijvoorbeeld bij het rijden met een aanhangwaj
Seite 171VeiligheidBediening171
Online Edition for Part no. 0140 2 976 265 - X/16

Page 172 of 379

gen of fietsendrager, vindt geen stuuringreep
plaats.
Onderbrekingvandewaarschuwing De waarschuwing wordt in de volgende situj
aties afgebroken:'yAutomatisch na circa 3 seconden.'yBij terugkeer naar de eigen rijbaan.'yBij krachtig remmen.'yBij richting aangeven.'yAls DSC regelt.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj
wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 173 of 379

Het systeem laat zien wanneer zich voertuigenin de dode hoek bevinden, pijl 1, of op de
naastgelegen rijstrook van achteren naderen, pijl 2.
Het lampje in de buitenspiegel gaat gedimd
branden.
Bij veranderen van rijbaan met ingeschakelde
richtingaanwijzer waarschuwt het systeem in
de eerder genoemde situaties.
Het lampje in de buitenspiegel knippert en het
stuurwiel trilt.
Auto's met waarschuwing voor een aanrijding van opzij: bij snelheden tussen 70 km/h en
210 km/h kan het systeem met een korte acj
tieve stuuringreep ingrijpen en zo helpen om de auto binnen de rijbaan te houden.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj digheden en de verkeerssituatie juist in teschatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 174 of 379

"ALL ON": alle Intelligent Safety-systemen
worden ingeschakeld. Voor de subfuncties
worden basisinstellingen geactiveerd.
"INDIVIDUAL": de Intelligent Safety-systemen
worden overeenkomstig de individuele instelj
lingen ingeschakeld.
Enkele Intelligent Safety-systemen kunnen niet afzonderlijk uitgeschakeld worden.
Toets ingedrukt houden.
Alle Intelligent Safety-systemen worj
den uitgeschakeld.ToetsStatusToets brandt groen: alle Intelligent
Safety-systemen zijn ingeschakeld.Toets brandt oranje: enkele Intellij
gent Safety-systemen zijn uitgej
schakeld.Toets brandt niet: enkele Intelligent
Safety-systemen zijn uitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Inhaalwaarschuwing"5.Gewenste instelling selecteren.
"Uit": bij deze instelling wordt er geen
waarschuwing gegeven.
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Sterktevandestuurwieltrillingeninstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Stuurwielvibratie"4.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt overgenomen voor alle Inj telligent Safety-systemen en opgeslagen voor
het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Auto'smetwaarschuwingvooreenaanrijdingvanopzij:stuuringreepin-
ofuitschakelen
De stuuringreep kan afzonderlijk voor rijstrookj
wisselmelding en Lane Departure Warning
worden in- en uitgeschakeld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Stuuringreep"
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Vooralarm
Het gedimde lampje in de buitenspiegel geeft
aan dat zich voertuigen in de dode hoek bevinj
den of van achteren naderen.
Acutewaarschuwing
Als de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld
terwijl er zich een voertuig in het kritieke gej bied bevindt, gaat het stuurwiel kort trillen en
Seite 174BedieningVeiligheid174
Online Edition for Part no. 0140 2 976 265 - X/16

Page 175 of 379

begint het lampje in de buitenspiegel fel teknipperen.
De waarschuwing wordt be

Page 176 of 379

ment van waarschuwing, kunnen des te meer
waarschuwingen worden weergegeven. Dit
kan ook een toename van het aantal vroegtijj
dige waarschuwingen voor kritische voertuigen betekenen.
WAARSCHUWINGvooreen
aanrijdingvanopzij
Principe
Het systeem helpt om aanrijdingen van opzij te
vermijden.
Algemeen
Vier radarsensoren in de bumpers bewaken in
het snelheidsbereik van circa 70 km/h tot circa
210 km/h de ruimte naast de auto.
Een frontcamera bepaalt de positie van de rijj
baanbegrenzingen.
Als naast de auto bijvoorbeeld een ander voerj
tuig herkend wordt waarmee een aanrijding
van opzij dreigt, helpt het systeem de bestuurj
der door een stuuringreep een aanrijding te
voorkomen.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj
digheden en de verkeerssituatie juist in te
schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 177 of 379

Achterbumper.
Bumper bij de radarsensoren schoon en vrij
houden.
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel.
Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
De Waarschuwing voor een aanrijding van opzij
wordt automatisch geactiveerd na het vertrek,
als de functie bij be

Page 178 of 379

Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Bijaanrijdingsgevaar
Bij aanrijdingsgevaar knippert het lampje in de
buitenspiegel en trilt het stuurwiel. Vervolgens
vindt een actieve stuuringreep plaats om de botsing te vermijden en de auto veilig binnen
de eigen rijbaan te houden. De stuuringreep is in het stuurwiel voelbaar en kan op elk moment
handmatig overstuurd worden.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej staat kans op een ongeval of schade. De aanjwijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 179 of 379

Algemeen
Twee radarsensoren in de achterbumper bej
waken het gebied achter de auto.
Als zich van achteren een voertuig met een overeenkomstige snelheid nadert, reageert hetsysteem als volgt:
'yOm het achteropkomende verkeer te waarj
schuwen worden bij een dreigende aanrijj ding van achteren de alarmknipperlichten
ingeschakeld.'yActive Protection, zie pagina 180: Als een
aanrijding onvermijdbaar lijkt, worden Prej
Crash-functies geactiveerd.
Het systeem wordt bij vertrek automatisch gej
activeerd.
Het systeem wordt in de volgende situaties auj
tomatisch gedeactiveerd:
'yBij achteruitrijden.'yBij bezette aanhangwagencontactdoos,
bijvoorbeeld bij het rijden met een aanj
hangwagen of fietsendrager.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj
digheden en de verkeerssituatie juist in te
schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 180 of 379

Algemeen'yNormaal remmen: remlichten branden.'yHard remmen: remlichten knipperen.
Kort voor de stilstand worden de alarmknipperj
lichten ingeschakeld.
Alarmknipperlichten uitschakelen:
'yAccelereren.'yToets waarschuwingsknipperlichtinstallaj tie indrukken.
ActiveProtection
Principe
Active Protection bereidt de inzittenden en de
auto in kritieke rijsituaties of als een aanrijding
dreigt voor op een eventueel ongeval.
Algemeen
Active Protection bestaat uit verschillende PreCrash-functies, die afhankelijk van de uitjrusting kunnen vari

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 380 next >