BMW 7 SERIES 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 221 of 379

'ySteptronic transmissie: Parkeerhulpj
toets tijdens het parkeren loslaten.'y "Parkeerassistent" Symbool op het
Control Display selecteren.
Automatischafbreken
De werking van systeem wordt in de volgende
situaties automatisch afgebroken:
'yBij vasthouden van het stuur of als er zelf
gestuurd wordt.'yEventueel bij besneeuwde of gladde wej
gen.'yZo nodig bij moeilijk te overkomen obstaj
kels, bijvoorbeeld stoepranden.'yBij plotseling verschijnende obstakels.'yAls de Park Distance Control PDC te gej
ringe afstanden weergeeft.'yBij overschrijden van een maximaal aantal
inparkeerpogingen of de inparkeerduur.'yBij het omschakelen naar andere functies
op het Control Display.'yBij het loslaten van de parkeerhulptoets.'yBij geopend kofferdeksel.'yBij geopende portieren.'yBij het vastzetten van de parkeerrem.'yBij het accelereren.'yAls het rempedaal langer ingedrukt blijft als de auto stilstaat.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel.
Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
Voortzetten Een afgebroken parkeerprocedure kan eventuj
eel worden voortgezet.
Daartoe de parkeerassistent opnieuw activej
ren, zie pagina 219, en de aanwijzingen op het
Control Display opvolgen.
Uitschakelen
Het systeem kan handmatig worden uitgej
schakeld:
Toets parkeerassistent indrukken.
Geluidssignaalvoorgeschikte
parkeerruimtenin-/uitschakelen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Parkeren"4."Parkeerassistent"5."Geluid bij parkeerruimte"
De instelling wordt opgeslagen voor het mojmenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 222 of 379

'yOp steile hellingen of afdalingen.'yBij opeengehoopte bladeren of sneeuw opde parkeerplaats.'yBij gemonteerd reservewiel.'yBij veranderingen in een reeds opgemeten
parkeerruimte.'yBij greppels of afgronden, bijv. een havenj
kant.
Grenzenvandeultrasoonmeting
Het waarnemen van objecten kan worden bejperkt door de grenzen van de natuurkundige
ultrasone meting, zoals bij de volgende omj standigheden:
'yBij kleine kinderen en dieren.'yBij personen met bepaalde kleding, bijj
voorbeeld een dikke jas.'yBij externe storing van het ultrasone sigj
naal, bijvoorbeeld door voorbijrijdende
voertuigen of lawaaiige machines.'yBij vuile, bevroren, beschadigde of verj stelde sensoren.'yBij bepaalde weersomstandigheden, bijj
voorbeeld hoge luchtvochtigheid, regen, sneeuwval, extreme hitte, of sterke wind.'yBij aanhangwagentrekstangen en -koppejlingen van andere voertuigen.'yBij dunne of wigvormige voorwerpen.'yBij bewegende objecten.'yBij hoger gelegen en uitstekende objecten,
bijvoorbeeld muuruitsparingen of bagage.'yBij objecten met hoeken, randen en gladde vlakken.'yBij objecten met een dunne oppervlakte of
structuur, bijvoorbeeld hekken.'yBij objecten met poreuze oppervlakken.'yBij uitstekende lading.'yBij kleine en lage objecten, bijvoorbeeld kisten.'yBij obstakels en personen aan de rand vande rijbaan.'yBij zachte of met schuimstof omhulde objstakels.'yBij planten of struiken.'yReeds weergegeven, lage objecten, bijjvoorbeeld stoepranden, kunnen in hetdode bereik van de sensoren komen voorj
dat of nadat reeds een ononderbroken gej
luidssignaal klinkt.'yHet systeem houdt geen rekening met uitj stekende lading.
Er kunnen eventueel parkeerruimten wordenherkend, die daartoe niet geschikt zijn, of gej
schikte parkeerruimten worden niet herkend.
Storing Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
De parkeerassistent is uitgevallen. Het sysj
teem door een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
ParkeerassistentPlus:opafstandbediendparkeren
Principe In geschikte parkeervakken voor haaks parkej
ren, bijvoorbeeld een garage, kan op afstand bediend vooruit en achteruit uitgeparkeerd
worden. De bestuurder zit daarbij niet in de auto, maar regelt het parkeren van buitenafmet de BMW displaysleutel, zie pagina 58.
Bij obstakels de auto handmatig stoppen. De auto kan met de BMW displaysleutel over
circa 1,5 keer de voertuiglengte worden verj
plaatst. De snelheid bedraagt daarbij maximaal
1,8 km/h.
Algemeen
De volgende systemen vormen onderdeel van het systeem:
'yParkeerassistent, zie pagina 218.Seite 222BedieningRijhulpsystemen222
Online Edition for Part no. 0140 2 976 265 - X/16

Page 223 of 379

'yBMW displaysleutel, zie pagina 58.'yPark Distance Control PDC, zie paj
gina 203.
Toets op BMW displaysleutel: om ervoor te
zorgen dat de auto kan bewegen moet tijdens
het inparkeren de toets aan de zijkant van de
BMW displaysleutel ingedrukt worden gehouj
den. De toets bij obstakels loslaten, om de
auto handmatig te kunnen stoppen. De auto
stopt daarbij met een noodstop.
Als de ultrasone sensoren obstakels in de parj keerruimte of het einde van de parkeerruimte
herkennen, stopt het systeem de auto eventuj eel automatisch.
Tijdens de procedure wordt het dimlicht ingej schakeld.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie en de parkeersituatie juist in te schatten.Wegens systeembeperkingen kan het systeem
niet in alle situaties zelfstandig op gepaste wijze reageren. Er bestaat gevaar voor ongej
vallen. Verkeerssituatie en parkeersituatie obj serveren en in de betreffende situaties actiefingrijpen.'

Page 224 of 379

Achteruitrijcamera.
Onder in de buitenspiegelhuizen bevindt zich
telkens een camera.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Camera'senultrasoonsensoren
'ySensoren niet afdekken, bijvoorbeeld met stickers.'ySensoren schoon en vrij houden en evenj
tueel reinigen.'yCameralenzen schoon houden en eventuj
eel reinigen.Geschikteparkeerruimte'yIn de parkeerruimte kan vooruit, in het midj
den en recht ingeparkeerd worden.'yBreedte van de parkeerruimte: eigen breedte van de auto zonder buitenspiegels
plus circa 0,4 m aan elke zijde, pijl 1.'yAfstand tot de parkeerruimte, max. 2 m, pijl 2.'yDe bestuurder bevindt zich met de
BMW displaysleutel bij het op afstand bej
diend parkeren buiten de auto.
Maximale afstand tot de auto:'yAchter de auto, circa 3m4 m, pijl 3.'yOpzij van de auto, circa 1,5 m, pijl 4.'yHelling max. 5 %.'yGeen duplexgarages.
Vooruitinparkeren
Inparkeren Bij het vooruitrijden voert het systeem eventuj
eel geringe stuurcorrecties uit.
1.Vooruit, in het midden en recht naar de parkeerruimte toerijden en op een afstand
van ten hoogste 2 m stoppen.2.Parkeerrem inschakelen en rijden-stand-
by met de start-stop-toets uitschakelen.3.Alle inzittenden uitstappen laten en de porj tieren sluiten.4.Evt. display van BMW displaysleutel, ziepagina 58, inschakelen en displayvergrenj
deling opheffen.Seite 224BedieningRijhulpsystemen224
Online Edition for Part no. 0140 2 976 265 - X/16

Page 225 of 379

Op de BMW displaysleutel omschakelennaar het menu: "Op afst. parkeren"5. De toets aan de zijkant van de BMW disj
playsleutel gedurende de hele parkeerproj cedure ingedrukt houden.6.Wachten tot rijden-stand-by op het displayweergegeven wordt. Eventueel tekstmelj
dingen in acht nemen.7."ENGINE START": button aanraken. De motor wordt gestart.8.Om het parkeren te starten: op het display
het pijlsymbool voor vooruitrijden aanraj ken.
Toets ingedrukt houden: de auto verj
plaatst zich zolang de toets wordt ingej
drukt. De toets bij obstakels in het rijgj
edeelte loslaten, om de auto te kunnen
stoppen.
Voor manoeuvreerbewegingen: pijlsymj
bool voor achteruitrijden aanraken.
9.Aan het einde van het parkeren de toets
aan de kant van de BMW Display sleutel
loslaten. De auto stopt.
"ENGINE STOP": button aanraken. De moj
tor wordt afgezet.
Auto vergrendelen.
De parkeerrem wordt ingeschakeld en de
gereedheid uitgeschakeld.
Parkeerprocedureafbreken,
onderbreken,voortzetten
Parkeerprocedure afbreken of onderbreken:

De toets loslaten. De auto stopt met een noodj
stop.
Parkeerprocedure voortzetten:
Binnen
30 seconden toets opnieuw indrukken.
Achteruituitparkeren
Uitparkeren Bij het achteruitrijden rijdt de auto rechtuit,zonder te sturen, naar achteren.1.Evt. display van BMW displaysleutel, ziepagina 58, inschakelen en displayvergrenj
deling opheffen.2.Auto ontgrendelen.3.Op de BMW displaysleutel omschakelen naar het menu: "Op afst. parkeren"4. De toets aan de zijkant van de BMW disj
playsleutel gedurende de hele inparkeerj
procedure ingedrukt houden.5.Wachten tot rijden-stand-by op het display weergegeven wordt. Eventueel tekstmelj
dingen in acht nemen.6."ENGINE START": button aanraken. De motor wordt gestart.7.Om het uitparkeren te starten: Op het disjplay het pijlsymbool voor achteruitrijdenaanraken.
Toets ingedrukt houden: de auto verj
plaatst zich zolang de toets wordt ingej
drukt. De toets bij obstakels in het rijgj
edeelte loslaten, om de auto te kunnen
stoppen.
8.Aan het einde van het uitparkeren de toets
aan de kant van de BMW Display sleutel
loslaten. De auto stopt.9."ENGINE STOP": button aanraken. De moj
tor wordt afgezet.
De parkeerrem wordt ingeschakeld en de
rijden-stand-by uitgeschakeld.
Zo nodig de auto vergrendelen.
Parkeerprocedureafbreken,
onderbreken,voortzetten
Parkeerprocedure afbreken of onderbreken:

De toets loslaten. De auto stopt met een noodj
stop.
Seite 225RijhulpsystemenBediening225
Online Edition for Part no. 0140 2 976 265 - X/16

Page 226 of 379

Parkeerprocedure voortzetten: Binnen
30 seconden toets opnieuw indrukken.
MeldingenopdeBMWdisplaysleutel Het symbool duidt op meldingen van
het systeem.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj
wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 227 of 379

'yReeds weergegeven, lage objecten, bijjvoorbeeld stoepranden, kunnen in hetdode bereik van de sensoren komen voorj
dat of nadat reeds een ononderbroken gej
luidssignaal klinkt.'yHet systeem houdt geen rekening met uitj stekende lading.
Er kunnen eventueel parkeerruimten wordenherkend, die daartoe niet geschikt zijn, of gej
schikte parkeerruimten worden niet herkend.
Waarschuwingkruisend
verkeer
Principe
Twee radarsensoren in de achterbumper bej
waken de verkeerssituatie in een ruime boog
achter de auto.
Bij onoverzichtelijke uitritten of bij het uitparj keren uit dwarsparkeerruimten worden van de
zijkant naderende verkeersdeelnemers vroeger door het systeem herkend dan dat dit vanuit de
bestuurdersstoel mogelijk is.
Het systeem geeft het naderen van andere
verkeersdeelnemers aan.
Op het Control Display wordt de betreffende
weergave opgeroepen, eventueel klinkt een
geluidssignaal en het lampje in de buitenspiej
gel knippert.
Bij een overeenkomstige uitvoering wordt ook
de verkeerssituatie v

Page 228 of 379

Bij een overeenkomstige uitvoering bevinden
zich nog twee radarsensoren in de voorbumj
per.
Bumper bij de radarsensoren schoon en vrij
houden.
In-/uitschakelen
Systeeminschakelen/uitschakelen
1. Toets parkeerassistent indrukken.2.Controller naar links kantelen.3. "Instellingen"4."Waarschuwing kruisend verkeer"5."Waarschuwing kruisend verkeer"
Automatischinschakelen
Als het systeem via het Control Display is gej
activeerd, wordt het automatisch ingeschakeld zodra de PDC of Panorama View actief is en
een versnelling ingeschakeld wordt.
Bij ingeschakelde achteruitversnelling wordt
het systeem achter inschakelen.
Bij desbetreffende uitvoering wordt bij ingej
schakelde vooruitversnelling het systeem voorin ingeschakeld.
Automatischuitschakelen
Het systeem schakelt in de volgende situaties automatisch in:
'yBij harder dan stapvoets rijden.'yBij actieve stuur- en spoorassistent: Bij
overschrijding van een bepaalde afstand.'yBij een actieve parkeerprocedure van de
parkeerassistent.
Waarschuwing
Lampjeinbuitenspiegel
Het lampje in de buitenspiegel knippert als de
achterste sensoren een voertuig herkennen en de eigen auto achteruit beweegt.
WeergaveophetPDC-display
Het betreffende randgebied op het PDC-disj
play knippert rood als de sensoren een voerj
tuig herkennen.
Seite 228BedieningRijhulpsystemen228
Online Edition for Part no. 0140 2 976 265 - X/16

Page 229 of 379

Weergaveophetcameradisplay
Het betreffende randgebied, pijl 1, op het caj
meradisplay knippert rood als de sensoren een
voertuig herkennen.
Gele lijnen, pijl 2, markeren de bumper van de eigen auto.
Akoestischewaarschuwing
Naast de optische weergave klinkt er een
waarschuwingssignaal als de eigen auto in de betreffende richting beweegt.
Grenzenvanhetsysteem De werking kan in de volgende voorbeeldsituajties beperkt zijn:
'yAls de snelheid van het naderende voertuig
zeer hoog is.'yBij dichte mist en hevige regen of sneeuwj val.'yIn scherpe bochten.'yAls de achterbumper vervuild is of met ijs
is bedekt, of als er stickers op zijn aangej bracht.'yBij uitstekende lading.'yAls kruisende objecten zeer langzaam bej
wegen.'yAls zich in het gezichtsveld van de sensoj ren andere objecten bevinden die het kruij
sende verkeer aan het gezicht onttrekken.
Als de aanhangwagencontactdoos bezet is,
bijv. bij het rijden met een aanhangwagen of
fietsendrager, is de waarschuwing kruisend
verkeer niet beschikbaar voor het gebied achj ter de auto.Seite 229RijhulpsystemenBediening229
Online Edition for Part no. 0140 2 976 265 - X/16

Page 230 of 379

RijcomfortUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de betreffende geldende wetten en bepalingen
worden nageleefd.
Luchtvering Principe De luchtvering waarborgt een optimaal rijcomjfort bij alle ladingstoestanden. Door de variaj bele instelling bij de voor- en achteras wordt
de vering aangepast aan de toestand van de
auto.
Algemeen
Bij oneffenheden in het wegdek kan de auto
omhoog worden gebracht om de bodemvrijj
heid te vergroten.'yNormaal niveau, bij normale wegdektoej
stand.'yVerhoogd niveau, bij slechte wegdektoej
stand.
In de rijmodus SPORT, zie pagina 123, of bij
hogere snelheden wordt de auto omlaaggej
bracht.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Bij het omlaagbrengen van de auto kunj
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er bej
staat kans op letsel. Bij het omlaagbrengen van
de auto erop letten dat het bewegingsgebied onder de auto en onder de wielkastranden vrij
is.'

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 380 next >