BMW M2 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 31 of 236

Via iDrive:1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5."Bluetooth-informatie"6."Systeeminformatie"
Het is mogelijk om een software-actualisering,
zie pagina 35, uit te voeren.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'yGeschikt apparaat, zie pagina 30.'yApparaat gebruiksklaar.'yBluetooth op het apparaat en in de auto
geactiveerd, zie pagina 31.'yEvt. Bluetooth-instelling vooraf op het apj
paraat nodig, bijvoorbeeld zichtbaarheid,
zie handleiding van het apparaat.'yEvt. getal met ten minste 4 tot maximaal
16 cijfers als Bluetooth-code vastleggen. Alleen nodig voor het eenmalig aanmelden.
Bluetoothactiveren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5."Bluetooth"
Telefoonfunctieactiveren/deactiveren
Om alle ondersteunde functies van een moj biele telefoon te kunnen gebruiken, moetenv

Page 32 of 236

'yWeergegeven controlenummer op het
Control Display vergelijken met het
controlenummer op het display van het
apparaat.
Controlenummer in het apparaat en in
het Control Display bevestigen.'yHetzelfde controlenummer in het appaj
raat en via iDrive invoeren en bevestij gen.
Het apparaat wordt verbonden en in de apjparatenlijst weergegeven.
Als de verbinding niet is gelukt: Wat moet u
doen als ..., zie pagina 36.
USB-verbinding
Principe
Op de USB-aansluiting kunnen mobiele appaj
raten met USBjaansluiting aangesloten worj
den.
Algemeen
De volgende apparaten kunnen op de USB- aansluiting aangesloten worden:
'yMobiele telefoons die door de USB-aanj sluiting worden ondersteund.
De snap-in-adapter beschikt over een eij
gen USBjaansluiting, die bij het aanbrenj
gen van een geschikte mobiele telefoon automatisch verbonden is.'yAudio-apparatuur met USBjaansluiting,bijvoorbeeld MP3-speler.'yUSB-opslagapparatuur.
De gangbare bestandssystemen worden
ondersteund. Aanbevolen worden de
FAT32- en exFAT-formaten.
Informatie over geschikte USB-apparaten vindt u op www.bmw.com/bluetooth.
De volgende toepassingen zijn mogelijk:
'yExporteren en importeren van bestuurderj
sprofielen, zie pagina 50.'yAudiobestanden beluisteren via USB-auj
dio.'yVideofilms bekijken via USB-video.'yInstalleren van software-updates, zie paj
gina 35.'yImporteren van reisroutes.
Apparaatverbinden
USB-aansluiting, zie pagina 154
Het USB-apparaat wordt met de auto verbonj
den en in de apparatenlijst weergegeven.
Bij het aansluiten het volgende in acht nemen:
'yDe stekker niet geforceerd in de USB-aanj
sluiting steken.'yFlexibele adapterkabel gebruiken.'yUSB-apparaat tegen mechanische bej schadigingen beschermen.'yIn verband met de grote keuze aan verj
krijgbare USB-apparaten kan niet elk appaj
raat via de auto worden bediend.'yUSB-apparaten niet blootstellen aan exj treme omgevingsomstandigheden, bijjvoorbeeld zeer hoge temperaturen, zie
handleiding van het apparaat.'yIn verband met het grote aantal comprimej
ringstechnieken kunnen mogelijk niet alle op het USB-apparaat opgeslagen media
correct worden weergegeven.'yEen aangesloten USB-apparaat wordt via
de USB-aansluiting van laadstroom voorj
zien, als het apparaat dit ondersteunt.'yOm de probleemloze overdracht van de opgeslagen gegevens te waarborgen, eenUSB-apparaat niet via de boordcontactj
doos opladen, wanneer het op de USB- aansluiting aangesloten is.'yAfhankelijk van hoe het USB-apparaat
moet worden gebruikt, zijn eventueel inj
stellingen aan het USB-apparaat nodig, zie de handleiding van het apparaat.
Ongeschikte USB-apparaten:
Seite 32OverzichtAlgemeneinstellingen32
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 33 of 236

'yUSB harde schijf.'yUSB hubs.'yUSB-geheugenkaartlezers met meerdere
inschuifeenheden.'yHFS-geformatteerde USB-apparaten.'yMTP-apparaten.'yApparaten zoals ventilatoren of lampen.
Internetverbinding
Algemeen
Maximaal 8 apparaten kunnen gelijktijdig met de internet-hotspot worden verbonden.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'yConnectedDrive-contract.'yGegevenscontract met een provider.'yVoor wifi geschikt apparaat.'yWLAN of wifi op het apparaat geactiveerd.'yInternet-hotspot van de auto geactiveerd.'yContact ingeschakeld.
Internet-hotspotactiveren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5."Internet-hotspot"
Apparaatmetinternet-hotspot
verbinden
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4."Nieuw apparaat verbinden"5. "Internet-hotspot"Hotspot-naam en hotspot-sleutel worden
op het Control Display weergegeven.6.Op het apparaat naar WLAN- of wifi-netj werken zoeken. Netwerknaam op het apj
paraat selecteren.7.Hotspot-sleutel op het apparaat invoeren en verbinden.
Voor het eerste gebruik van internet via de injternet-hotspot moet een databundel worden
aangeschaft bij een provider.
Alle via de internet-hotspot verbonden apparaj
ten maken gebruik van deze databundel.
Evt. kan een databundel worden aangeschaft
via de ConnectedDrive Store.
Instellingen De netwerknaam en de hotspot-sleutel kunnenworden gewijzigd. Bovendien kan de netwerkj naam worden verborgen, zodat deze niet doorandere apparaten kan worden gevonden.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4. Toets indrukken.5.'y"Hotspot-code wijzigen"
Gewenste hotspot-sleutel invoeren.'y"Hotspot-naam wijzigen"
Gewenste netwerknaam invoeren.'y"Hotspot verbergen"
Functie activeren of deactiveren.6.De invoer van de hotspot-sleutel of de netj
werknaam bevestigen:
Symbool selecteren.
Seite 33AlgemeneinstellingenOverzicht33
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 34 of 236

Verderefuncties
Nadeeerstekeeraanmelden'yDe verbinding tussen het apparaat en de auto komt na korte tijd tot stand als de mojtor draait of het contact is ingeschakeld.'yDe op de SIM-kaart of in de mobiele telej
foon opgeslagen gegevens worden na herj
kenning overgebracht naar de auto.'yBij sommige apparaten zijn evtl. bepaalde
instellingen nodig, bijvoorbeeld autorisatie, zie handleiding van het apparaat.'yNa de eerste aanmelding worden de appajraten bij ingeschakeld contact automatisch
herkend en weer verbonden.
Apparaatconfigureren
Functies kunnen bij aangemelde of verbonden
apparaat worden geactiveerd of gedeactiveerd.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4.Gewenste apparaat selecteren.5.Gewenste instelling selecteren.
Wordt een functie toegewezen aan een appaj
raat, dan wordt dit eventueel bij een al verbonj
den apparaat geactiveerd en het apparaat wordt afgemeld.
Specifiekapparaatverbinden
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4.Apparaat selecteren.5."Apparaat verbinden"
De functies die voor het loskoppelen van het apparaat zijn toegewezen, worden bij het opj
nieuw verbinden aan het apparaat toegewej
zen. Bij een reeds verbonden apparaat worden
deze functies evt. gedeactiveerd.
Apparaatloskoppelen De verbinding tussen het apparaat en de auto
wordt gescheiden.
Het apparaat blijft aangemeld en kan weer verj bonden worden, zie pagina 34.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4.Apparaat selecteren.5."Apparaat loskoppelen"
Apparaatwissen Het apparaat wordt losgekoppeld en uit de apjparatenlijst gewist.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4.Apparaat selecteren.5."Apparaat wissen"
Telefoonenextratelefoon
verwisselen
Als twee mobiele telefoons met de auto zijn
verbonden, kunnen de functies van de telefoon
en extra telefoon worden verwisseld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5."Telefoon/tweede tel. verwisselen"Seite 34OverzichtAlgemeneinstellingen34
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 35 of 236

Software-update
Algemeen
De auto ondersteunt een groot aantal mobiele
apparaten, zoals mobiele telefoons en MP3-
spelers. Voor veel van de ondersteunde appaj
raten worden software-updates beschikbaar gesteld. Door een regelmatige actualisering
van de voertuigsoftware wordt de auto op de nieuwste stand gehouden.
Op de internetsite www.bmw.com/update worj
den updates en bijbehorende actuele opmerj
kingen ter beschikking gesteld.
Ge

Page 36 of 236

De geladen update wordt verwijderd.
De volgende stappen vervallen.9."OK"10.Wachten tot de update is uitgevoerd.11.Opnieuw starten van het systeem bevestij
gen.
Softwareversieherstellen
De softwareversie van de laatste software-acj tualisering en de fabrieksstand van de software
kunnen worden hersteld.
Het herstellen van de software mag alleen in stilstand worden uitgevoerd.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Software-update"4."Software herstellen"5.'y"Vorige versie"
De vorige softwareversie wordt weer
hersteld.'y"Standaardinstellingen software"
De eerste softwareversie wordt weer hersteld.6."Software verwijderen"7."OK"8.Wachten op het uitvoeren van de bewerjking.9.Opnieuw starten van het systeem bevestij
gen.
Veelgesteldevragen
Informatie over geschikte mobiele telefoons,
zie pagina 30.
Er is aan alle voorwaarden voldaan en alle
noodzakelijke stappen zijn in de aangegeven
volgorde uitgevoerd. Desondanks werkt het mobiele apparaat niet zoals verwacht.
In dit geval kan de volgende informatie verder helpen:
Waarom kon de mobiele telefoon niet aangej
meld of verbonden worden 'yControleren of WLAN in het voertuig geacj tiveerd is.
WLAN in de auto activeren.'yEr zijn te veel Bluetooth-apparaten met de
mobiele telefoon of met de auto verbonj den.
Eventueel verbinding met andere apparaj ten wissen.'yVoor de verbinding alle bekende Bluej
toothjverbindingen uit de apparatenlijst in
de mobiele telefoon wissen.
Zoeken naar apparaten opnieuw starten.'yMobiele telefoon bevindt zich in de enerj giespaarstand of heeft nog slechts weinig
accuspanningstijd.
Mobiele telefoon in snap-in-adapter, Wirej less Charging-houder of via laadkabel opj
laden.'yEvt. kan er slechts één mobiele telefoon met de auto worden verbonden, afhankelijk
van de mobiele telefoon.
Verbonden mobiele telefoon ontkoppelen
van de auto en slechts één mobiele telej foon aanmelden en verbinden.
Waarom reageert de mobiele telefoon niet
meer
'yDe toepassingen op de mobiele telefoon werken niet meer.
Mobiele telefoon uitschakelen en weer inj
schakelen.'yMogelijk te hoge of te lage omgevingstemj
peraturen voor het gebruik van de mobiele
telefoon.
Mobiele telefoon niet blootstellen aan exj
treme omgevingsomstandigheden.
Waarom zijn er geen telefoonfuncties mogej
lijk
'yDe mobiele telefoon is eventueel niet corj rect geconfigureerd, bijvoorbeeld als Bluej
tooth audioapparaat.Seite 36OverzichtAlgemeneinstellingen36
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 37 of 236

De mobiele telefoon configureren met de
functie Telefoon of Extra telefoon verbinj den.
Waarom worden niet alle, geen of onvolledigetelefoonboekinvoeren getoond
'yOverdracht van de telefoonboekinvoeren is nog niet afgesloten.'yEventueel worden alleen de telefoonboejkinvoeren van de mobiele telefoon of de
SIM-kaart overgedragen.'yTelefoonboekvermeldingen met speciale tekens kunnen eventueel niet worden
weergegeven.'yContacten uit sociale netwerken kunnen eventueel niet overgedragen worden.'yAantal telefoonboekinvoeren dat opgeslaj
gen moet worden is te hoog.'yGegevenshoeveelheid van het contact te
groot, bijvoorbeeld door opgeslagen inforj matie zoals notities.
Gegevenshoeveelheid van het contact rej duceren.'yEen mobiele telefoon kan alleen als audiojbron of als telefoon worden verbonden.
Mobiele telefoon configureren en met de
functie Telefoon of Extra telefoon verbinj
den.
Waarom is de kwaliteit van de telefoonverbinj ding slecht
'yAfhankelijk van de mobiele telefoon kan de sterkte van het Bluetooth-signaal worden
ingesteld.'yMobiele telefoon in snap-in-adapter plaatj
sen of in de buurt van de middenconsole
leggen.'yMobiele telefoon in de Wireless Charging-
houder plaatsen.'yVolume van microfoon en luidspreker afj
zonderlijk instellen.
Als alle punten van de lijst zijn gecontroleerd en de gewenste functie toch niet kan wordenuitgevoerd, neem dan contact op met de hotj
line, een Service Partner van de fabrikant ofeen andere gekwalificeerde Service Partner of
specialist.Seite 37AlgemeneinstellingenOverzicht37
Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page 38 of 236

Ge

Page 39 of 236

Oproepenbijweergavevaneen
Check-Control-melding
Direct vanuit de Check-Control-melding op het
Control Display:
"Handleiding"
Omschakelentussenfunctieen handleiding
Op het Control Display uit een functie, bijv.
radio, in de handleiding en tussen de beide
weergaven heen en terug wisselen:
1. Toets indrukken.2."Handleiding"3.Gewenste pagina in de handleiding selecj
teren.4. Toets opnieuw indrukken om naar de
laatste weergegeven functie terug te kej
ren.5. Toets indrukken om naar de laatste
weergegeven pagina van de handleiding terug te keren.
Om permanent tussen de laatste weergegevenfunctie en de laatste weergegeven pagina van
de handleiding te wisselen de stappen 4 en 5 herhalen. Hierbij worden steeds nieuwe
beeldvensters geopend.
Voorkeuzetoetsen
Algemeen
De punten van de handleiding kunnen onder de voorkeuzetoetsen, zie pagina 22, worden
opgeslagen en daarmee direct worden opgej roepen.
Opslaan
1.Gewenste punt via iDrive selecteren:'y"Beknopte handleiding"'y"Zoeken op afbeelding"'y"Zoeken op trefwoord"'y"Animaties"2. Gewenste voorkeuzetoets langer
dan 2 seconden ingedrukt houden.
Uitvoeren
Desbetreffende toets indrukken.Handleiding wordt met het geselecj
teerde punt direct weergegeven.
Seite 39Ge

Page 40 of 236


Online Edition for Part no. 01 40 2 974 689 - VI/16

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 240 next >