BMW M5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 161 of 396

Overzicht
In-/uitschakelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Head-up display"
Weergave
Overzicht
Op het Head-Up Display wordt de volgende inj
formatie weergegeven:
'xSnelheid.'xNavigatieaanwijzingen.'xCheck-Control-meldingen.'xKeuzelijst op het instrumentenpaneel.'xRijhulpsystemen.'xToerentalaanduiding.'xShift Lights.
Een deel van deze informatie wordt alleen indien nodig kortstondig weergegeven.
Aanzichtselecteren Bij het Head-Up Display zijn verschillende aanj
zichten beschikbaar.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5.Gewenste instelling selecteren:'x"M View": alle M-specifieke weergaven zijn actief. Afzonderlijke weergaven kunj
nen individueel worden geselecteerd.'x"STANDARD": alle weergaven op het
Head-Up Display zijn actief.'x"RUSTIG": de weergaven op het Head-Up
Display worden tot het hoogstnodige bej perkt.'x"INDIVIDUAL": alle weergaven op het
Head-Up Display zijn actief. Afzonderlijke weergaven, zoals bijv. Check-Control-meldingen, kunnen individueel worden
geselecteerd.
De instelling wordt opgeslagen voor het momenj
teel gebruikte bestuurdersprofiel.
WeergaveninhetHead-UpDisplay
selecteren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."INDIVIDUAL" of "M View"6.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt opgeslagen voor het momenj
teel gebruikte bestuurdersprofiel.
M-aanzicht
Algemeen
In M-aanzicht wisselen de weergaven op het
Head-Up Display van het standaardaanzicht naar
een een sportiever M-specifiek aanzicht.
Seite 161WeergavenBEDIENING161
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 162 of 396

Met navigatiesysteem: als de Shift Lights actiefzijn, worden er geen navigatiegegevens op het
Head-Up Display weergegeven.
M-aanzichtactiveren/deactiveren
Via iDrive:1."Mijn auto"2. "Setup"3."Head-up display M aanzicht"
De instelling wordt opgeslagen voor het momenj
teel gebruikte bestuurdersprofiel.
Weergave
1Actueel toerental, licht gemarkeerd2Veld vooralarm, toerentalaanduiding3Rood waarschuwingsveld, toerentalaanduij ding4Navigatie/Shift Lights5Versnellingsaanduiding/waarschuwingsmelj
dingen6Snelheid7Speed Limit Info met inhaalverbodsweergave
AanzichtinMSetupsinstellen
In de M Setups kunnen voor het Head-Up Disj
play verschillende instellingen worden gewijzigd.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2. "Setup"3."M1 configureren" of "M2 configureren"4. "Head-up displ."5.Gewenste instelling selecteren:'x"M View": in de gekozen M Setup wordt altijd het M-aanzicht getoond in het Head-
Up Display.'x"Standaard": in de gekozen M Setup
wordt altijd het standaardaanzicht gej toond in het Head-Up Display.'x"Ongewijzigd": bij activeren van Setup M1
of M2 blijft het ingestelde aanzicht in het
Head-Up Display actief.
Helderheidinstellen
De helderheid wordt automatisch aan het omgej
vingslicht aangepast.
De basisinstelling kan handmatig worden ingej steld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Helderheid"6.Controller draaien tot de gewenste helderj heid bereikt is.7.Controller indrukken.
Bij ingeschakeld dimlicht kan de helderheid vanhet Head-Up Display ook met behulp van de injstrumentenverlichting worden aangepast.
Hoogteinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Hoogte"Seite 162BEDIENINGWeergaven162
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 163 of 396

6.Controller draaien tot de gewenste hoogte is
bereikt.7.Controller indrukken.
De instelling wordt opgeslagen voor het momenj
teel gebruikte bestuurdersprofiel.
De hoogte van het Head-Up display kan ook met de Geheugenfunctie, zie pagina 112, opgeslagen
worden.
Rotatieinstellen De weergave van het Head-Up-Display kan worj
den gedraaid.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Rotatie"6.Controller draaien tot de gewenste instelling bereikt is.7.Controller indrukken.
Herkenbaarheidvandeweergave
De zichtbaarheid van de weergaven in het Head-Up Display wordt beïnvloed door de volgende
factoren:
'xBepaalde stoelposities.'xVoorwerpen op de afdekking van het Head-
Up Display.'xZonnebrillen met bepaalde polarisatiefilters.'xNat wegdek.'xOngunstige lichtverhoudingen.
Als het beeld vervormd wordt weergegeven, de
basisinstellingen door een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalificeerde Serj
vice Partner of specialist laten controleren.
Specialevoorruit
De voorruit is een onderdeel van het systeem.
De vorm van de voorruit laat een nauwkeurige projectie toe.
Een folie in de voorruit voorkomt dat het beeld
dubbel wordt weergegeven.
Daarom wordt dringend geadviseerd, de speciale
voorruit indien nodig door een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerdeService Partner of specialist te laten vervangen.
ShiftLights
Principe
De Shift Lights geven op de toerenteller het opj
schakelpunt aan, waarmee de best mogelijke acj
celeratiewaarde behaald wordt.
Algemeen
De weergave verschijnt op het Head-Up Display of het instrumentenpaneel.
Als de Shift Lights in het Head-Up Display actief
zijn, worden er geen Shift Lights op het instruj
mentenpaneel weergegeven.
ShiftLightsinhet
instrumentenpaneel
Inschakelen/uitschakelen
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5."INDIVIDUAL"6."Shift Lights"Seite 163WeergavenBEDIENING163
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 164 of 396

Weergave'xHet huidige toerental wordt op de toerenteller
weergegeven.'xPijl 1: achter elkaar geel brandende velden duiden op het aanstaande opschakeltijdstip.'xPijl 2: velden branden rood. Uiterlijk op dat
moment schakelen.
Bij het bereiken van het toegestane maximale
toerental knippert de gehele weergave rood.
Bij het bereiken van het toegelaten maximale toerental knippert de hele meter en wordt ter bej
scherming van de motor de brandstoftoevoer
verminderd.
ShiftLightswordtafgebeeldop
hetHead-UpDisplay
Inschakelen/uitschakelen Shift Lights worden op het Head-Up Display alj
leen op het M-aanzicht, zie pagina 161, afgej
beeld.
1.Head-Up Display inschakelen, zie pagina 161.2."Mijn auto"3. "Setup"4."Head-up display M aanzicht"Weergave'xHet huidige toerental wordt op de toerenteller
weergegeven.'xPijl 1: achter elkaar geel brandende velden duiden op het aanstaande opschakeltijdstip.'xPijl 2: velden branden rood. Uiterlijk op dat
moment schakelen.
Bij het bereiken van het toegelaten maximale toerental knippert het volledige instrumentenpaj
neel rood en wordt ter bescherming van de moj
tor de brandstoftoevoer verminderd.
Seite 164BEDIENINGWeergaven164
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 165 of 396

VerlichtingUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Overzicht
Schakelaarsindeauto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het stuurj
wiel.
SymboolFunctieMistachterlicht.Night Vision, zie pagina 187.Licht uit.
Automatische verlichtingsregeling.
Dagrijlicht.SymboolFunctieParkeerlicht.Automatische verlichtingsregeling.
Adaptieve lichtfuncties.Dimlicht.Instrumentenverlichting.Parkeerlicht, rechts.Parkeerlicht, links.
Stads-,dim-en
parkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
De buitenverlichting wordt automatisch uitgej
schakeld als bij uitgeschakeld rijden-stand-by het bestuurdersportier wordt geopend.
Stadslicht Schakelaarstand:

De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd ingej
schakeld laten, anders wordt de accu ontladen en kan de rijden-stand-by eventueel niet meer
worden ingeschakeld.
Seite 165VerlichtingBEDIENING165
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 166 of 396

DimlichtSchakelaarstand:

Het dimlicht brandt bij ingeschakelde rijden- stand-by.
Parkeerlicht
Bij het parkeren van de auto kan aan één kant
het parkeerlicht worden ingeschakeld.
ToetsFunctieParkeerlicht, rechts aan/uit.Parkeerlicht, links aan/uit.
Begroetings-en
thuiskomverlichting
Begroetingsverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitrusting kan de buitenverj
lichting van de auto individueel worden ingesteld.
Inschakelen/uitschakelen
Schakelaarstand:
,
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5.Gewenste instelling selecteren.'x"Begroetingsverlichting"
Enkele verlichtingsfuncties worden geduj rende een beperkte tijd ingeschakeld.Thuiskomverlichting
Algemeen
Het dimlicht brandt nog een bepaalde tijd, als bij ingeschakelde gereedheid het grootlicht wordt geactiveerd.
Duurinstellen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Thuiskomverl."6.Gewenste instelling selecteren.
Automatische
verlichtingsregeling
Principe
Het dimlicht wordt afhankelijk van de omgevingsj
lichtsterkte automatisch in- of uitgeschakeld, bijj voorbeeld in een tunnel, bij schemering of neerjslag.
Algemeen Een blauwe hemel met laagstaande zon kan totinschakelen van de verlichting leiden.
Activeren
Schakelaarstand:
,
Het controlelampje in het instrumentenpaneel
brandt bij ingeschakeld dimlicht.
Grenzenvanhetsysteem Het inschatten van de verlichting valt, ondanks
de automatische verlichtingsregeling, onder de
verantwoording van de bestuurder.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld mist of nevelig weer niet herkennen. In dergelijke situaties moet
Seite 166BEDIENINGVerlichting166
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 167 of 396

de verlichting handmatig worden ingeschakeld
om veiligheidsrisico's te voorkomen.
Dagrijlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
,
Het dagrijlicht brandt bij ingeschakelde rijden-
stand-by.
Inschakelen/uitschakelen
In sommige landen is dagrijlicht verplicht, daarom kan dit licht mogelijk niet uitgezet worden.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Dagrijlicht"
De instelling wordt opgeslagen voor het momenj
teel gebruikte bestuurdersprofiel.
Adaptieveverlichtingsfuncties
Principe Adaptive verlichtingsfuncties zorgen voor een
dynamische verlichting van de weg.
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering bestaan de adapj tieve verlichtingsfuncties uit één of meerderesystemen:
'xAdaptieve bochtverlichting, zie pagina 167.'xVariabele lichtverdeling, zie pagina 167.'xHoekverlichting, zie pagina 167.'xRotondeverlichting, zie pagina 168.Activeren
Schakelaarstand:

De adaptieve verlichtingsfuncties zijn bij ingej
schakelde rijden-stand-by actief.
Adaptievebochtverlichting Afhankelijk van de stuuruitslag en van andere pajrameters volgt het koplamplicht het verloop vande weg.
Om het tegemoetkomend verkeer niet te verblinj den, draait de adaptieve bochtverlichting bij stilj
stand niet naar de tegemoetkomende baan.
Als de koplampen worden veranderd, zie paj gina 169, is de adaptieve bochtverlichting evenj
tueel slechts beperkt beschikbaar.
Variabelelichtverdeling PrincipeDe variabele lichtverdeling maakt een nog betereverlichting van de weg mogelijk.
Algemeen
De lichtverdeling wordt automatisch aan de snelj
heid aangepast.
Bij uitrusting met navigatiesysteem wordt de
lichtverdeling afhankelijk van de navigatiegegej vens en de snelheid aangepast.
Stadslicht
Het verlichtingsbereik van het dimlicht wordt uitj gebreid aan de zijkanten.
Snelwegverlichting De reikwijdte van het dimlicht wordt vergroot.
Hoekverlichting In scherpe bochten, bijvoorbeeld haarspeldbochjten, of bij het afslaan wordt tot een bepaald sneljheidsbereik een afslaglicht ingeschakeld dat de
binnenbocht verlicht.
Seite 167VerlichtingBEDIENING167
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 168 of 396

De hoekverlichting wordt afhankelijk van de
stuuruitslag of richtingaanwijzers automatisch inj
geschakeld.
Bij het achteruitrijden wordt de hoekverlichting eventueel onafhankelijk van de stuuruitslag autoj
matisch ingeschakeld.
Rotondeverlichting Kort voor het oprijden van de rotonde wordt dehoekverlichting aan beide zijden ingeschakeld.De rand van de weg wordt beter verlicht. Kort nahet verlaten van een rotonde wordt de hoekverj
lichting aan beide zijden weer uitgeschakeld.
Adaptieve koplampverstelling
De adaptieve koplampverstelling compenseert
acceleraties en afremmen, om het tegemoetkoj
mend verkeer niet te verblinden en te zorgen voor een optimale verlichting van de weg.
Grootlichtassistent
Principe De grootlichtassistent herkent vroegtijdig andereverkeersdeelnemers en schakelt afhankelijk van
de verkeerssituatie het grootlicht automatisch in of uit.
Algemeen
De grootlichtassistent zorgt ervoor dat het grootj
licht wordt ingeschakeld als de verkeerssituatie
dit toelaat. Bij lage snelheden wordt het grootj licht door het systeem niet ingeschakeld.
Het systeem reageert op de verlichting van tej
genliggers en voorliggers alsook op de omgej vingsverlichting, bijvoorbeeld in de bebouwde
kom.
Het grootlicht kan altijd manueel worden in- en
uitgeschakeld.
Bij een uitvoering met Selective Beam wordt het
grootlicht bij tegenliggers of voorliggers niet uitj
geschakeld, maar worden alleen de gedeeltes
uitgeschakeld die het tegemoetkomend of voorj liggend verkeer kunnen verblinden. In dit geval
blijft het blauwe controlelampje gewoon branden.
Als de koplampen worden omgeschakeld, zie paj
gina 169, is de grootlichtassistent eventueel
slechts beperkt beschikbaar.
Inschakelen/uitschakelen
Schakelaarstand:
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar indrukj ken.
Bij ingeschakeld dimlicht brandt het conjtrolelampje in het instrumentenpaneel.
De verandering tussen dimlicht en grootlicht
wordt automatisch uitgevoerd.
Het blauwe controlelampje in het instruj
mentenpaneel brandt, als het grootlicht
door het systeem wordt ingeschakeld.
Bij het handmatig in- en uitschakelen van het
grootlicht, zie pagina 131, wordt de grootlichtasj
sistent gedeactiveerd.
Om de grootlichtassistent opnieuw te activeren,
de toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Grenzenvanhetsysteem
De grootlichtassistent kan de persoonlijke beslisj
sing over het gebruik van het grootlicht niet verj
Seite 168BEDIENINGVerlichting168
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page 169 of 396

vangen. In situaties waarin dit nodig is daarom
handmatig het grootlicht uitschakelen.
In de volgende situaties werkt het systeem niet of slechts beperkt en kan een persoonlijke hanj
deling nodig zijn:'xBij extreem ongunstige weersomstandighej den zoals dichte mist of hevige neerslag.'xBij de waarneming van verkeersdeelnemers
met slechte eigen verlichting, zoals voetganj
gers, fietsers, ruiters, karren, bij trein- of
scheepsverkeer nabij de weg of bij wildoverj steekplaatsen.'xIn scherpe bochten, op steile hellingen, bijkruisend verkeer of half verdekt tegemoetkojmend verkeer op de snelweg.'xIn slecht verlichte dorpen of bij sterk reflectejrende borden.'xAls de voorruit in het gebied voor de binnenjspiegel beslagen, verontreinigd of door sticj
kers, vignetten enz. bedekt is.
Mistlamp
Mistachterlicht
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
V

Page 170 of 396

InstellenDe lichtsterkte kan met de gekarjtelde knop worden ingesteld.
Interieurverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering worden interieurj
verlichting, beenruimteverlichting, instapverlichj ting, sfeerverlichting en luidsprekerverlichting auj
tomatisch gestuurd.
Overzicht
Toetsenindeauto
Interieurverlichting
Leeslampjes
Interieurverlichtingin-/
uitschakelen
Toets indrukken.
Permanent uitschakelen: toets circa 3 seconden ingedrukt houden.
De interieurverlichting achterin kan onafhankelijk
worden in- en uitgeschakeld. De toets bevindt
zich in de dakhemel achterin.
Leeslampjesin-/uitschakelen
Toets indrukken.
Afhankelijk van de uitrusting bevinden de leesj
lampjes zich voor- en achterin naast de interieurj verlichting.
Sfeerverlichting Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering kan de verlichting in
het interieur voor enkele lampen worden ingej
steld.
Als de sfeerverlichting via iDrive is gedeactiveerd, wordt hij niet ingeschakeld bij het ontgrendelenvan de auto.
In-/uitschakelen
De sfeerverlichting wordt ingeschakeld bij het ontgrendelen van de auto en uitgeschakeld bijhet vergrendelen van de auto.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Ambianceverlichting"
De gekozen instelling wordt opgeslagen voor het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Kleurschemaselecteren Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Interieurverlichting"5."Kleur"6.Gewenste instelling selecteren.Seite 170BEDIENINGVerlichting170
Online Edition for Part no. 01402989792 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 ... 400 next >