BMW X4 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

van de fabrikant of een andere gekwalificeerdeService Partner of specialist verkrijgbaar.Seite 251OnderhoudMobiliteit251
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Vervangen
van
onderdelenUitrusting
van
de
autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Boordgereedschap
Het boordgereedschap bevindt zich achter de
linkerklep in de bagageruimte.
Vervangen
van
de
wisserbladen
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Als de ruitenwisserarm zonder gemonj
teerd wisserblad op de voorruit valt, kan deze
worden beschadigd. Er bestaat gevaar voor
schade. Ruitenwisserarm bij het vervangen van
de wisserbladen vasthouden en de wissers
niet op de ruit klappen zolang er geen wisserj bladen zijn aangebracht.'

ceerde Service Partner of specialist te laten
uitvoeren.
Een doos met reservelampen is verkrijgbaar bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist.
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 253, in
acht nemen.
LED-lampen Sommige uitrustingsvarianten hebben achtereen afdekking LED-lampen als lichtbron. Deze LED's zijn verwant met gewone lasers en worj
den als lichtemitterende diode van klasse 1 gej
kenmerkt.
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 253, in
acht nemen.
Veiligheidsvoorschriften
Lampen
en
verlichtingen WAARSCHUWING
Ingeschakelde lampen kunnen heet worj
den. De lampen niet aanraken om verbrandinj
gen te voorkomen. Er bestaat kans op letsel. Lampen alleen vervangen als ze zijn afgej
koeld.'

Frontlampen,
lamp
vervangen
Halogeenkoplampen
Overzicht1Grootlicht/lichtsignaal2Dimlicht3Richtingaanwijzers4Stadslicht5Dagrijlicht
Toegang
tot
dimlicht
en
parkeerlicht
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 253, in
acht nemen.
1.Motorkap openen, zie pagina 240.2.Het deksel tegen de klok in draaien en verj
wijderen.3.De bovenste lamp is het dimlicht, de onj derste lamp is het stadslicht.Dimlicht
Lamp 55 watt, H7.1.De stekker met lamp zacht naar beneden kantelen en voorzichtig er uittrekken.2.De lamp uit de stekker trekken en dienieuwe lamp in de stekker steken.3.De nieuwe lamp in omgekeerde volgorde
inbouwen.4.Het deksel volgens de pijlmarkeringen op de lampbehuizing plaatsen.5.De koplampbehuizing met het deksel sluij
ten.
Stadslicht
Lamp 5 watt, W5W.
1.De lampenhouder verwijderen.2.De lamp voorzichtig uit de fitting trekken.3.De nieuwe lamp in omgekeerde volgorde
inbouwen.4.Het deksel volgens de pijlmarkeringen op de lampbehuizing plaatsen.5.De koplampbehuizing met het deksel sluij
ten.
Toegang
tot
grootlicht/lichtsignaal
en
dagrijlicht
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 253, in
acht nemen.
1.Motorkap openen, zie pagina 240.2.Het deksel tegen de klok in draaien en verj
wijderen.Seite 254MobiliteitVervangen
van
onderdelen254
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

3.De bovenste lamp is het grootlicht/lichtsigj
naal, de onderste lamp is het dagrijlicht.
Grootlicht/lichtsignaal
Lamp 55 watt, H7.
1.De stekker met lamp zacht naar boven kanj telen en voorzichtig er uittrekken.2.De lamp uit de stekker trekken en dienieuwe lamp in de stekker steken.3.De nieuwe lamp in omgekeerde volgorde
inbouwen.4.Het deksel volgens de pijlmarkeringen op de lampbehuizing plaatsen.5.De koplampbehuizing met het deksel sluij
ten.
Dagrijlicht
Lamp 21 watt, W21W.
1.Draai de afdekking tegen de klok in en
neem deze voorzichtig weg.2.De lamp voorzichtig uit de fitting trekken.3.De nieuwe lamp in omgekeerde volgorde
inbouwen.4.Het deksel volgens de pijlmarkeringen op de lampbehuizing plaatsen.5.De koplampbehuizing met het deksel sluij
ten.
Xenon-koplamp
Veiligheidsaanwijzing GEVAAR
Bij de verlichting kunnen hoge spanninj
gen aanwezig zijn. Er bestaat levensgevaar. Werkzaamheden aan de verlichtingsinstallatie,
inclusief het vervangen van lampjes, door een
Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist
laten uitvoeren.'

Gloeilamp 35 watt, H8.1.Schroevendraaier uit het boordgereedjschap met de vlakke zijde op de klem gej
leiden, pijl 1.2.Draai de schroevendraaier 90p, zie pijl 2.3.Mistlamp naar voren wegnemen.4.Stekker losmaken.5.Lamphouder draaien en verwijderen.6.Lamp verwijderen en vervangen.7.Ga in omgekeerde volgorde te werk voor het plaatsen van de mistlamp. Let daarbijop de geleiderails.LED-mistlamp
De mistlampen zijn van LED-techniek voorj zien. Bij een defect contact opnemen met de Service Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of specialist.
Richtingaanwijzers
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 253, in
acht nemen.
De richtingaanwijzers bevinden zich in het moj torcompartiment, naast de dimlichten.
Gloeilamp 21 watt, PY 21W.
Vervangen1.De motorkap openen, zie pagina 240.2.De lamp met de fitting linksom draaien en
voorzichtig uitnemen.3.De lamp door licht indrukken en draaien uitde fitting nemen.4.Voor het plaatsen van de nieuwe lamp in
omgekeerde volgorde te werk gaan.
Knipperlicht
in
de
buitenspiegel
De knipperlichten in de buitenspiegels maken
gebruik van LED-techniek. Bij een defect conj tact opnemen met de Service Partner van defabrikant of een andere gekwalificeerde Serj
vice Partner of specialist.
Seite 256MobiliteitVervangen
van
onderdelen256
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Achterlichten,
lamp
vervangen
Overzicht1Richtingaanwijzers2Achteruitrijlicht3Mistachterlicht4Achterlichtlamp5Remlicht
Lampvervanging
buitenste
achterverlichting
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 253, in
acht nemen.
Knipperlicht: lamp 21 watt, P21W. Remlicht: lamp 24 watt, PW24W.
Het achterlichtlamp is uitgevoerd in LED-techj
niek. Bij een defect contact opnemen met de Service Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of specialist.
Buitenste
achterlicht
uitbouwen1.De achterklep openen.2.De schroevendraaier uit het boordgereedj
schap, zie pagina 252, schuin naar voren in
de paneelopening, pijl 1.3.De afdeklijst uit de onderste stekkerverbinj ding, pijl 2 loswippen.'yLinker voertuigzijde: naar rechts losj
wippen.'yRechter voertuigzijde: naar links losj
wippen.4.Om de bovenste stekkerverbinding los te
maken, pijl 3, de afdeklijst voorzichtig verj wijderen, pijl 4.5.Met de handgreep van de schroevenj
draaier beide moeren losdraaien, pijlen.6.Verwijder het achterlicht van de carrosserie en maak de stekker van de lamphouder los.Seite 257Vervangen
van
onderdelenMobiliteit257
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Lampen
vervangen1.De drie bevestigingen, pijlen 1, van de
lamphouder losmaken en de lamphouder van het achterlicht wegnemen, pijl 2.2.De defecte lamp licht in de fitting drukken,
tegen de klok in draaien en verwijderen.
Richtingaanwijzer is de bovenste gloeij
lamp, het achterlicht/remlicht is de onderj ste gloeilamp op de lamphouder.3.Ga voor het plaatsen van de nieuwe lamp
en het aanbrengen van de lamphouder in omgekeerde volgorde te werk. Erop letten
dat de lamphouder vastklikt in alle bevestij gingen.
Achterlicht
inbouwen
1.De stekker op het achterlicht aansluiten.2.Het paneel op de drie bevestigingspunten,
pijlen, plaatsen en inschuiven. Let erop, dat
het achterlicht in de bevestigingen vastj
klikt.3.De beide moeren vastschroeven en de afj
scherming monteren.Lichten
in
de
achterklep
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 253, in
acht nemen.
Achteruitrijlichten: lamp 21 Watt, P21W
Mistachterlicht: gloeilamp 21 watt, H21W.
Toegang
tot
de
lampen1.De achterklep openen.2.Trek de afdekking eruit aan de verzonkenhandgreep, zie pijl.3.De stekker losmaken.
Achteruitrijlicht
en
mistachterlicht
vervangen
1.De lamphouder losmaken van het achterj licht.
Achteruitrijlicht is de bovenste lamp, misj
tachterlicht de onderste lamp op de lampj
houder.2.Voor het vervangen van het achteruitrijlicht
de gloeilamp voorzichtig uittrekken.
Voor het vervangen van het mistachterlicht de gloeilamp naar onderen drukken en naar
links draaien.
Lamphouder
inbouwen
1.De stekker op het achterlicht aansluiten.2.Ga voor het plaatsen van de nieuwe lamp
en het aanbrengen van de lamphouder in omgekeerde volgorde te werk.Seite 258MobiliteitVervangen
van
onderdelen258
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 911 - X/16

Let erop, dat de lampenhouder goed vast
zit.
Achterlichtlampen
en
kentekenplaatverlichting
Veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 253, in
acht nemen.
De lampen maken gebruik van LED-techniek. Bij een defect contact opnemen met de Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist.
Accu Onderhoud
De accu is onderhoudsvrij.
Het zuur waarmee de accu gevuld is volstaat
voor de volledige levensduur van de accu.
Specifieke informatie over de accu kan bij een Service Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of specialist
worden opgevraagd.
Voertuigaccu
vervangen
Algemeen
De fabrikant van uw auto adviseert om de voerj
tuigaccu na het vervangen door een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwaj
lificeerde Service Partner of specialist bij de
auto laten aanmelden, zodat alle comfortfuncj
ties onbeperkt beschikbaar zijn en eventueel
Check-Control-meldingen voor deze comfortj
functies niet meer worden weergegeven.
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Accu's die als ongeschikt zijn bevonden
kunnen systemen beschadigen of ertoe leiden
dat functies niet meer kunnen worden uitgej voerd. Er bestaat gevaar voor schade. Alleen
accu's gebruiken die door de fabrikant van de
auto als geschikt zijn aangemerkt.'

'yGlazen dak en schuifpaneel: systeem initiaj
liseren.
Oude
accu
verwerken
Oude accu's door een Service Partnervan de fabrikant of een andere gekwalijficeerde Service Partner of specialist
laten afvoeren of op een verzamelpunt afgej
ven.
Gevulde accu's moeten tijdens het vervoer en
de opslag rechtop staan. Tijdens het transport
tegen omvallen beveiligen.
Zekeringen Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Door verkeerde of gerepareerde zekerinj
gen kunnen elektrische kabels en onderdelen overbelast worden. Er bestaat brandgevaar.Doorgebrande zekeringen niet repareren ofdoor een zekering met een andere kleur of amj
perage vervangen.'