BMW X5 M 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 231 of 316

De standaard remblokken en de slijtage-indicatiezijn niet bedoeld voor racen op een circuit.
Informatie en advies zijn bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde
Service Partner of specialist verkrijgbaar.Seite 231B.WX5.enB.WX6.techniekRIJTIPS231
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 232 of 316

BijhetrijdeninachtnemenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Inrijden
Algemeen
Bewegelijke onderdelen moeten op elkaar inwerj
ken.
De volgende aanwijzingen helpen bij het verkrijj
gen van een optimale levensduur en zuinigheid
voor de auto.
Tijdens het inrijden de Launch Control niet gej
bruiken.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door nieuwe onderdelen en componenten kunj
nen veiligheids- en rijhulpsystemen vertraagd
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Na het inbouwen van nieuwe onderdelen of bij
een nieuwe auto defensief rijden en eventueel
vroegtijdig ingrijpen. Inrij-aanwijzingen van de
betreffende onderdelen en componenten in
acht nemen.
Motor,versnellingsbaken
differentieel
Tot2000km
Met wisselende toerentallen en snelheden rijden,
daarbij echter 5500/min en 170 km/h niet overj
schrijden.
Volledige belasting of kickdown beslist vermijj den.
Bij2000km
Onderhoud inrijcontrole laten uitvoeren.
Vanaf2000kmtot5000km
Toerental en snelheid kunnen geleidelijk tot een
constante snelheid van 220 km/h worden verj
hoogd.
De maximumsnelheid van 250 km/h slechts voor
korte tijd, bijv. bij inhaalmanoeuvres, benutten.
Banden
Direct na de productie is de grip van nieuwe banj
den nog niet optimaal.
Gedurende de eerste 300 km beheerst rijden.
Remsysteem
Remschijven en remvoeringen van de M Comj pound-rem bereiken pas na circa 500 km hunvolledige werking. Tijdens deze inrijperiode bejheerst rijden.
Navervangingvanonderdelen
Opnieuw de aanwijzingen voor het inrijden in acht nemen, indien later bij het gebruik van deauto de hierboven besproken componenten worj
den vervangen.Seite 232RIJTIPSBijhetrijdeninachtnemen232
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 233 of 316

Praktischetipsvoorhetrijden
Achterklepsluiten
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een geopende achterklep steekt boven de auto
uit en kan bij een ongeval, rem- of uitwijkmaj
noeuvre inzittenden en andere verkeersdeelnej mers in gevaar brengen of de auto beschadij
gen. Tevens kunnen uitlaatgassen in het
interieur binnendringen. Er bestaat kans op letj
sel of schade. Niet met geopende achterklep
rijden.
Rijdenmetgeopendeachterklep
Als u niettemin met geopende klep moet rijden:
'xAlle ruiten en het glazen dak sluiten.'xDe aanjagercapaciteit sterk verhogen.'xRustig rijden.
Heetuitlaatsysteem
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden kunnen hoge temperaturen onder de carrosserie optreden, bijvoorbeelddoor het uitlaatsysteem. Als brandbare materiajlen, bijvoorbeeld bladeren of gras, met hete onj
derdelen van het uitlaatsysteem in contact koj
men, kunnen deze materialen ontbranden. Er
bestaat kans op letsel of schade. De aangej
brachte hitteschilden niet verwijderen of van een bodembeschermingslaag voorzien. Eropletten dat tijdens het rijden, bij stationair draaienof bij het parkeren geen brandbare materialen
met hete onderdelen van de auto in contact kunnen komen. Heet uitlaatsysteem niet aanraj
ken.
Warmtewerendevoorruit
Het gemarkeerde vlak is niet voorzien van een warmtereflecterende laag.
Dit vlak gebruiken voor afstandsbedieningen van
garagedeuren, apparatuur voor de elektronische
tolheffing.
Mobiele
communicatieapparatuurinde auto
WAARSCHUWING
Voertuigelektronica en draadloze apparatuur
kunnen elkaar wederzijds be

Page 234 of 316

DoorwaterrijdenAlgemeen
Bij het rijden door water het volgende in acht nej
men:
Met interieurvoorverwarming:'xAlleen door rustig water rijden.'xSlechts door water met een hoogte van max.
25 cm rijden.'xMax. stapvoets tot 5 km/h door water rijden.
Zonder interieurvoorverwarming:
'xAlleen door rustig water rijden.'xSlechts door water met een hoogte van max.
45 cm rijden.'xMax. stapvoets tot 5 km/h door water rijden.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Als te snel door hoog water wordt gereden kan
het water in de motorruimte, de elektrische inj
stallatie of in de transmissie binnendringen. Er
bestaat gevaar voor schade. Bij het rijden door water de maximaal aangegeven waterhoogteen de maximumsnelheid voor het rijden doorwater niet overschrijden.
Veiligremmen
Algemeen
De auto is standaard met ABS uitgerust.
In situaties waarin dit nodig is een noodstop uitj voeren.
De auto blijft bestuurbaar. Eventuele obstakels met zo rustig mogelijke stuurbewegingen ontwijj
ken.
Het pulseren van het rempedaal wijst erop, dat
ABS regelt.
In bepaalde remsituaties kunnen de geperfoj reerde remschijven functiegeluiden veroorzaken.
Functiegeluiden hebben geen invloed op het prestatieniveau en de bedrijfsveiligheid van de
rem.
Voorwerpeninhetbewegingsbereik
vandepedalenenindebeenruimte
WAARSCHUWING
Voorwerpen in de beenruimte aan bestuurdersj zijde kunnen de gaspedaalslag beperken of een
ingedrukt pedaal blokkeren. Er bestaat gevaarvoor ongevallen. Voorwerpen in de auto zo opj
bergen dat deze beveiligd zijn en niet in de beenruimte aan bestuurderszijde kunnen kojmen. Vloermatten gebruiken die voor de auto
zijn goedgekeurd en veilig op de vloer kunnen worden bevestigd. Geen losse vloermatten gej
bruiken en nooit meerdere vloermatten over elj
kaar leggen. Erop letten dat voldoende ruimte
voor de pedalen aanwezig is. Erop letten dat de
vloermatten weer veilig worden bevestigd naj dat deze werden verwijderd, bijvoorbeeld voor
reiniging.
Natweer
Bij nat weer, strooizout of sterke regen over een afstand van enkele kilometers licht remmen.
Andere verkeersdeelnemers daarbij niet hindej
ren.
Door de warmte die tijdens het remmen ontstaat
worden de remschijven en remvoeringen gej droogd en tegen corrosie beschermd.
De remkracht staat indien nodig onmiddellijk ter beschikking.
Afdalingen Algemeen
Op lange of steile afdalingen in de versnelling rijj den waarin het minst moet worden geremd. Anj
ders kan het remsysteem oververhit geraken en
wordt de remwerking gereduceerd.
Seite 234RIJTIPSBijhetrijdeninachtnemen234
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 235 of 316

De remwerking van de motor kan door terugjschakelen naar de sequentiële modus, zie paj
gina 111, verder worden versterkt.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Lichte maar permanente druk op het rempej
daal kan hoge temperaturen, remblokslijtage en
mogelijk het uitvallen van het remsysteem tot
gevolg hebben. Er bestaat gevaar voor ongej
vallen. Overmatige belasting van de rem vermijjden.
WAARSCHUWING
Bij stationair draaiende of afgezette motor zijn
veiligheidsrelevante functies beperkt of niet
meer beschikbaar, bijvoorbeeld de remwerking
van de motor of de ondersteuning van remj
kracht en besturing. Er bestaat gevaar voor onj
gevallen. Niet met stationair draaiende of afgej
zette motor rijden.
Corrosievanderemschijven
Corrosie van de remschijven en verontreiniging van de remvoeringen worden door de volgende
omstandigheden bevorderd:
'xWeinig gebruik van de auto.'xLange standtijden.'xGeringe belasting.'xAgressieve, zuurhoudende of alkalische reinij gingsmiddelen.
Gecorrodeerde remschijven krijgen bij het remj
men groeven die meestal niet meer kunnen worj
den verwijderd.
Condenswaterbijgeparkeerde
auto
In de airconditioning ontstaat condenswater, datonder de auto wegloopt.
Bodemvrijheid
OPMERKING
Bij onvoldoende bodemvrijheid kan contact met
de voor- of achterspoiler optreden, bijvoorbeeld bij stoepranden of het inrijden van een parkeerj
garage. Er bestaat gevaar voor schade. Erop
letten dat voldoende bodemvrijheid aanwezig
is.
MDriver'sPackage:rijdenin
maximumsnelheidsbereik
WAARSCHUWING
Bij hoge snelheden kunnen beschadigingen
aan onderdelen van de auto het rijgedrag negaj
tief be

Page 236 of 316

Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Objecten op onverharde wegen, bijvoorbeeld
stenen of takken, kunnen de auto beschadigen.
Er bestaat gevaar voor schade. Niet op onverj
harde wegen rijden.
Bijhetrijdenopslechtewegen
Voor uw eigen veiligheid en die van passagiers
en de auto letten op de volgende punten:
'xVoor het wegrijden zich vertrouwd maken
met de auto, geen risico's nemen bij het rijj
den.'xSnelheid aanpassen aan de wegcondities. Hoe steiler en hobbeliger het wegdek, hoe lajger de snelheid moet zijn.'xBij het rijden op steile hellingen of afdalingen:motorolie en koelvloeistof bijvullen tot aan de
MAX-markering. Er kan gereden worden op hellingen en afdalingen tot max. 50 .'xBij het steil bergaf rijden Hill Descent ControlHDC gebruiken.
Het wegrijden is mogelijk op hellingen tot
32 . Het zijdelings overhellen is toegestaan tot 50 .'xContact van de onderzijde van de carrosserie
met de ondergrond vermijden.
De bodemvrijheid bedraagt maximaal 20 cm
en kan variëren afhankelijk van de beladingsj
toestand.'xBij doordraaiende wielen voldoende gas gej
ven, zodat de rijstabiliteitsregelsystemen de
aandrijfkracht kunnen verdelen over de wiej len. Zo nodig dynamische tractiecontroleDTC activeren.
Nahetrijdenopslechtewegen
Na het rijden op slechte wegen de wielen en
banden controleren op beschadiging om de verj
dere rijveiligheid te garanderen. De carrosserie
vrijmaken van grove verontreinigingen.
Seite 236RIJTIPSBijhetrijdeninachtnemen236
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 237 of 316

BeladingUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Door een hoog totaalgewicht kan de band
oververhit raken, inwendig beschadigd raken en plotseling spanningsverlies veroorzaken. De rij-eigenschappen kunnen negatief worden be

Page 238 of 316

'xHeel zware bagage: bij onbezette achterbankde buitenste veiligheidsgordels in de bijbehojrende sluitingen steken.'xRugleuningen helemaal inklappen als dat
voor het plaatsen van de bagage nodig is.'xBagage niet hoger dan de bovenkant van de
rugleuningen opstapelen.'xAls bescherming voor de inzittenden bagagej
ruimteafscheidingsnet, zie pagina 218, gej
bruiken. Erop letten dat er geen voorwerpen door het bagageruimteafscheidingsnet heenkunnen dringen.'xKleine en lichte bagage: met bagagespanriejmen of met een bagagenet of trekbanden
vastzetten.'xGrotere en zware bagage: met bagagespanj riemen vastzetten.
Sjorogeninde
bagageruimtemetrails
Voor het vastzetten van de bagage zijn vier verj
schuifbare bevestigingsogen aangebracht in de
bagageruimte.
Om de sjorogen te verschuiven, knop indrukken,
zie pijl 1. Erop letten dat de sjorogen vastklikken
in de nieuwe positie.
De sjorogen kunnen bij de uitsparingen uit de
rails worden genomen.
Hulpmiddelen voor het vastzetten van de baj gage, zoals sjorbanden, spanbanden, trekbandenof bagagenetten, aan de sjorogen in de bagagejruimte bevestigen.
Bagageruimtenet,FlexNet
Het flexibele bagageruimtenet wordt aan ogen
vastgehaakt en biedt in de bagageruimte een opj
bergmogelijkheid. Het bagagenet kan aan de volj
gende ogen worden bevestigd:
BMW X5 M:Seite 238RIJTIPSBelading238
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 239 of 316

BMW X6 M:'xSjorogen aan de rails.'xOgen aan de bagageruimtezijde.
De ogen bevinden zich aan beide zijden van de
bagageruimte.
Hulpmiddelen voor het vastzetten van de baj gage, zoals sjormiddelen, sjorbanden, spanbanj
den, trekbanden of bagagenetten, aan de sjorj
ogen in de bagageruimte bevestigen.
Dakdrager
Algemeen
Montage alleen mogelijk bij dakreling.
Dakdragers zijn beschikbaar als speciale accesj
soires.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij het rijden met dakbelasting, bijvoorbeeld
met een dakdrager, kan door het hogere zwaarj tepunt in rijkritische situaties de rijveiligheid nietmeer gewaarborgd zijn. Er bestaat kans op een
ongeval of schade. Bij het rijden met dakbelasj
ting de Dynamische Stabiliteitscontrole DSC
niet deactiveren.
Bevestiging
De montagehandleiding van de dakdrager in achtnemen.
Belading
Beladen dakdragers veranderen het rij- en stuurjgedrag van de auto omdat het zwaartepunt wordt verplaatst.
Daarom bij het beladen en rijden het volgende in acht nemen:'xToegestane dak-/aslast en toegestane totaalj
gewicht niet overschrijden.'xErop letten dat voldoende vrije ruimte overj
blijft voor het kantelen en openen van het glaj zen dak.'xDakbelading gelijkmatig verdelen.'xDakbelading mag geen groot vlak beslaan.'xDe zwaarste bagagestukken onderop leggen.'xDakbagage veilig bevestigen, bijvoorbeeld
met spanbanden vastsjorren.'xGeen voorwerpen in het zwenkbereik van de achterklep laten uitsteken.'xDefensief rijden en fel accelereren en remj
men of snel rijden in de bochten vermijden.Seite 239BeladingRIJTIPS239
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 240 of 316

RijdenmeteenaanhangwagenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Algemeen
Het toegestane aanhangwagengewicht, de asj
belastingen, kogeldruk en het toegestane totaalj
gewicht zijn aangegeven in de technische gegej vens.
Voorhetrijden
KogeldrukDe minimale kogeldruk van 25 kg indien mogelijk
niet onderschrijden en de maximale kogeldruk zo veel mogelijk benutten.
De maximale belading van de trekkende auto wordt door het gewicht van de trekhaak en dekogeldruk verminderd. De kogeldruk verhoogthet gewicht van de auto. Het maximaal toelaatjbaar totaalgewicht van de trekkende auto mag
daardoor niet worden overschreden.
Belading De bagage zo gelijkmatig mogelijk over het laadj
vlak verdelen.
De belading zo laag mogelijk en in de nabijheid van de aanhangerassen opbergen. Een lager
aanhangerzwaartepunt verhoogt de veiligheid
van de totale combinatie.
Het toegestane totaalgewicht van de aanhanger
en de toegestane aanhangerlast van de auto moj
gen niet overschreden worden. De laagste
waarde is altijd beslissend.
Bandenspanning Let op de bandenspanning van de auto en de
aanhanger.
Voor de auto geldt de bandenspanning, zie paj gina 252, voor hogere belading.
Bij de aanhanger zijn de voorschriften van de faj
brikant maatgevend.
BandenpechwaarschuwingRPA
Na correctie van de bandenspanning of het aan-
of afkoppelen van een aanhangwagen een initialij
sering van de bandenpechwaarschuwing RPA
uitvoeren.
BandenspanningscontroleRDC Na correctie van de bandenspanning of het aan-
of afkoppelen van een aanhangwagen een reset
van de bandenspanningscontrole RDC uitvoeren.
Buitenspiegels De wetgever schrijft twee buitenspiegels voordie de beide achterkanten van de aanhanger laj
ten zien. Dergelijke spiegels zijn als accessoires
bij een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist verkrijgbaar.
Stroomverbruik Voor het begin van de rit de werking van de achj
terlichten van de aanhangwagen controleren.
Het vermogen van de aanhangwagenachterlichjten mag de volgende waarden niet overschrijden:Seite 240RIJTIPSRijdenmeteenaanhangwagen240
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 ... 320 next >