BMW X6 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 171 of 316

Symj
boolBeschrijvingRoulerende balken tijdens het rijj
den: Snelheid wordt bij 60 km/h
niet meer verhoogd door de file-asj sistent.
Bij verhogen van de snelheid door
het intrappen van het gaspedaal,
indrukken van de RES-toets of de
tuimelschakelaar voert het systeem
geen verdere stuurbewegingen
meer uit.
Roulerende balk bij stilstaande
auto: De auto rijdt niet automatisch weg.Rood knipperend en geluidssigj
naal: file-assistent is onderbroken.
Het systeem voert geen stuurbej
weging uit. ACC is actief.
WeergaveninhetHead-Up-Display
Een deel van de informatie over het systeem
kan ook worden weergegeven op de Head-Up Display.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 172 of 316

verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 173 of 316

Snelheidinstellen
Snelheidhandhaven,opslaan
Tuimelschakelaar bij onderbroken werkin eenj
maal indrukken.
Bij ingeschakeld systeem wordt de actuele
snelheid gehandhaafd en als gewenste rijsnelj heid opgeslagen.
De opgeslagen snelheid wordt in de snelheidsj meter en kort in het instrumentenpaneel weerj
gegeven, zie pagina 174.
DSC wordt eventueel ingeschakeld.
Snelheidwijzigen
Zo vaak op de tuimelschakelaar naar boven of onder drukken, tot de gewenste rijsnelheid is
ingesteld.
In actieve toestand wordt de weergegeven snelheid opgeslagen en bereikt voor zover deverkeerssituatie dit toelaat.
'yDrukken van de tuimelschakelaar tot hetdrukpunt verhoogt of verlaagt de gewensterijsnelheid telkens met circa 1 km/h.'yDrukken op de tuimelschakelaar door het
drukpunt heen verandert de gewenstesnelheid telkens tot het volgende tiental
van de km/h-weergave op de snelheidsmej
ter.
De maximaal instelbare snelheid hangt af
van de auto.'yTuimelschakelaar tot het drukpunt drukken
en ingedrukt houden verhoogt of verlaagt de snelheid zonder op het gaspedaal te
trappen.
Na het loslaten van de tuimelschakelaar
wordt de bereikte snelheid behouden. Verj
der drukken dan het drukpunt verhoogt de snelheid nog meer.
Snelheidsregelingvoortzetten
Algemeen
Een onderbroken snelheidsregeling kan door
oproepen van de opgeslagen snelheid hervat worden.
Voor het oproepen van de opgeslagen snelj heid controleren, dat het verschil tussen de acj
tuele snelheid en de opgeslagen snelheid niet
te groot is. Anders kan het voertuig ongewenst
afremmen of accelereren.
In de volgende gevallen wordt de opgeslagen snelheidswaarde gewist en kan deze niet meer
worden opgeroepen:
'yBij het uitschakelen van het systeem.'yBij het uitschakelen van het contact.
Opgeslagensnelheidoproepen
Toets indrukken.
De opgeslagen snelheid wordt opnieuw bereikt en behouden.
Seite 173RijcomfortBediening173
Online Edition for Part no. 01402977606 - II/17

Page 174 of 316

Weergavenophet
instrumentenpaneel
Controlelampje Afhankelijk van de uitrusting geeft het
controlelampje op het instrumentenpaj neel aan of het systeem is ingeschaj
keld.
Gewenstesnelheidenopgeslagen
snelheid'yMarkering brandt groen:
systeem is actief, de markej
ring toont de gewenste snelj
heid.'yMarkering brandt oranje:
systeem is onderbroken, de
markering toont de opgeslaj
gen snelheid.'yMarkering brandt niet: systeem is uitgej
schakeld.
Met instrumentendisplay: analoog met
de markering van de gewenste rijsnelj heid wordt in de snelheidsmeter het
symbool weergegeven.
Kortestatusweergave Gekozen voorkeurssnelheid.
Als er geen snelheid wordt weergegeven, is er
op dit moment eventueel niet voldaan aan de
voorwaarden die voor de werking vereist zijn.
WeergaveninhetHead-Up-Display Een deel van de informatie over het systeem
kan ook worden weergegeven op de Head-Up Display.
Grenzenvanhetsysteem
Motorvermogen De gewenste snelheid wordt ook op neerjwaartse hellingen gehandhaafd. Op opwaartsehellingen kan de snelheid echter afnemen alshet motorvermogen niet toereikend is.
ParkDistanceControlPDC PrincipePDC helpt bij het inparkeren. Langzaam nadejren van een object achter of, bij overeenkomj
stige uitrusting met PDC v

Page 175 of 316

keerssituatie observeren en in de betreffendesituaties actief ingrijpen.'

Page 176 of 316

Waarschuwing
Geluidssignalen De nadering van een object wordt door een inj
tervaltoon gesignaleerd. Als bijvoorbeeld links achter de auto een object wordt waargenoj
men, klinkt het geluidssignaal uit de luidsprej
ker linksachter.
Hoe kleiner de afstand tot een object wordt, hoe korter de intervallen worden.
Als de afstand tot een herkend object kleiner is
dan circa 25 cm, klinkt er een continu signaal.
Bij uitvoering met PDC v

Page 177 of 316

'yBij aanhangwagentrekstangen en -koppejlingen van andere voertuigen.'yBij dunne of wigvormige voorwerpen.'yBij bewegende objecten.'yBij hoger gelegen en uitstekende objecten,
bijvoorbeeld muuruitsparingen of bagage.'yBij objecten met hoeken en scherpe kanj
ten.'yBij objecten met een dunne oppervlakte of
structuur, bijvoorbeeld hekken.'yBij objecten met poreuze oppervlakken.'yBij uitstekende lading.'yReeds weergegeven, lage objecten, bijj voorbeeld stoepranden, kunnen in hetdode bereik van de sensoren komen voorj
dat of nadat reeds een ononderbroken gej
luidssignaal klinkt.
Loosalarm
Het systeem kan onder de volgende omstanj digheden een waarschuwing weergeven, hoej wel er zich geen obstakel in het detectiegebied
bevindt:
'yBij zware regenval.'yBij sterke verontreiniging van of ijsvorming op de sensoren.'yBij met sneeuw bedekte sensoren.'yBij ruw wegdek.'yBij oneffenheden in het wegdek, bijvoorjbeeld verkeersdrempels.'yIn grote, rechthoekige gebouwen metgladde muren, bijvoorbeeld ondergrondsegarages.'yIn wasinstallaties en wasstraten.'yDoor sterke uitlaatgassen.'yBij scheefzittende afdekking van de trekjhaak.'yDoor andere ultrasone bronnen, bijvoorj
beeld veegmachines, stoomstraalreinigers of tl-lampen.Om onterechte waarschuwingen te beperken,het automatisch inschakelen van de PDC bij
herkende obstakels eventueel uitschakelen,
bijvoorbeeld in de wasstraat.
Storing
Er wordt een Check-Control-melding weergej geven.
Op het Control Display wordt het detectiegej bied van de sensoren gearceerd weergegeven.
PDC is uitgevallen. Het systeem door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist lajten controleren.
SurroundView
Principe
Surround View bevat verschillende camera-asj sistentsystemen die bij het parkeren en maj noeuvreren en bij onoverzichtelijke uitritten enkruispunten ondersteuning bieden.'yAchteruitrijcamera, zie pagina 177.'yTop View, zie pagina 181.'ySide View, zie pagina 183.
Achteruitrijcamera
Principe De achteruitrijcamera helpt bij het achterj
waarts inparkeren en manoeuvreren. Hiertoe
wordt het gebied achter de auto op het Control Display weergegeven.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
Seite 177RijcomfortBediening177
Online Edition for Part no. 01402977606 - II/17

Page 178 of 316

auto door goed kijken extra controleren en in
de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 179 of 316

De zoomfunctie voor aanhangwagengebruikkan alleen afzonderlijk worden geactiveerd.'yParkeerhulplijnen
"Parkeerhulplijnen"
Rijstrook- en draaicirkellijnen worden
weergegeven.
'yObstakelmarkering
"Obstakelmarkering"
Bij overeenkomstige uitvoering worden ruimtelijk gevormde markeringen weergej
geven.
'yTrekhaak
"Zoom trekhaak"
Zoom op trekhaak wordt weergegeven.
Manoeuvreerlijnen
Manoeuvreerlijnen kunnen in het beeld van de achteruitrijcamera worden geprojecteerd.
De manoeuvreerlijnen helpen u de benodigde ruimte bij het parkeren en manoeuvreren op
vlak wegdek in te schatten.
De manoeuvreerlijnen zijn afhankelijk van de actuele stuuruitslag en worden bij stuurwielbej
wegingen continu aangepast.
Bochtlijnen
De bochtlijnen kunnen alleen samen met maj
noeuvreerlijnen in het beeld van de achteruitrijj camera worden geprojecteerd.
De bochtlijnen geven het verloop van de
kleinst mogelijke draaicirkel op een vlak wegj
dek aan.
Vanaf een bepaalde stuurwieluitslag wordt alj leen een bochtlijn getoond.
Obstakelmarkering
Obstakels achter de auto worden bij overeenjkomstige uitvoering geregistreerd door dePDC-sensoren en door de achteruitrijcamera.
Bij desbetreffende uitvoering kunnen obstakelj
markeringen in het beeld van de achteruitrijcaj
mera worden geprojecteerd.
Het kleurpatroon van de obstakelmarkeringen
komt overeen met de markeringen van de
PDC.
Seite 179RijcomfortBediening179
Online Edition for Part no. 01402977606 - II/17

Page 180 of 316

ZoomoptrekhaakOm het aankoppelen van een aanhangwagente vergemakkelijken, kan het camerabeeld van
de trekhaak vergroot worden weergegeven.
De afstand van de aanhanger tot de aanj
hangerkoppeling kan met behulp van twee staj tische cirkelsegmenten worden geschat.
Een van de stuuruitslag afhankelijke koppej
lingslijnen helpt de aanhangwagen in lijn te
brengen met uw trekhaak.
De zoomfunctie kan bij ingeschakelde camera
worden geactiveerd.
Inparkerenaandehandvanmanoeuvreer-enbochtlijnen
1.Auto zodanig opstellen, dat de bochtlijnenbinnen de begrenzing van de parkeerplaats
vallen.2.Stuurwiel dusdanig draaien dat de rijspoorj
lijn de betreffende draaicirkellijn overdekt.
Instellingenvandeweergave
Helderheid
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1. Symbool selecteren.2.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1. Symbool selecteren.2.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Grenzenvanhetsysteem
Herkenningvanobjecten Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruitj
stekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende muren, kunnen niet door het systeem worden
waargenomen.
Bij overeenkomstige uitvoering houden enkele assistentiefuncties ook rekening met PDC-gej
gevens.
Aanwijzingen in het hoofdstuk PDC in acht nej men.
De op het Control Display getoonde objecten kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbijzijn dan het lijkt. Schat de afstand tot de objecjten daarom niet vanaf het display.
Seite 180BedieningRijcomfort180
Online Edition for Part no. 01402977606 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 320 next >