CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2014 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 101 of 269
   Praktische  voorzieningen   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
 99
ERGONOMIE
 en 
COMFORT
3
  Verwijderen 
 Trek het bagagescherm vanuit de 
bagageruimte naar u toe om het uit de 
steunen te verwijderen. 
 Geleid het bagagescherm tijdens het oprollen. 
 Neem de klemmen van de drie 
schermen los van de hoofdsteunen op 
de tweede zitrij. 
 Druk het oprolmechanisme aan de 
linkerzijde in om het uit de steun  B   te 
kunnen verwijderen. 
 Til het scherm op en kantel het naar voren.  
  Opbergen 
 Berg het bagagescherm op in de 
hiervoor bestemde ruimte in de dorpel 
van de bagageruimte, met de twee 
achterste fl appen naar boven. 
 Druk het bagagescherm eerst naar 
links. 
 Laat het los. 
 Berg de twee fl appen op en sluit het 
deksel.   
  Het  oprolmechanisme  is 
voorzien van drie schermen om 
de bagageruimte af te dekken, 
onafhankelijk van of de stoelen op 
de tweede zitrij in de normale of 
de comfortstand staan. 
 Elk scherm beschikt over twee 
klemmen waarmee het kan worden 
bevestigd aan de hoofdsteunen.   
Page 102 of 269
   Spiegels  en  ruiten   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
100
   Elektrisch  verstelbare 
buitenspiegels 
   -   Zet de knop naar links of rechts om de desbetreffende spiegel te 
selecteren. 
  -   Duw de knop in de 4 richtingen om  de spiegel af te stellen. 
  -   Zet de knop weer in het midden.   
  Elektrisch  inklappen/uitklappen 
 Bij stilstaande auto en aangezet 
contact kunnen de buitenspiegels 
van binnenuit elektrisch worden in- of 
uitgeklapt: 
   -   Zet de knop in de middelste stand. 
  -   Draai  de  knop  naar  beneden.   
  SPIEGELS 
  Buitenspiegels  met  verwarming 
 De elektrisch verstelbare buitenspiegels 
kunnen worden verwarmd. 
  Handmatig  verstelbare 
buitenspiegels 
 Stel de spiegel met behulp van de 
hendel in de gewenste stand. 
 Tijdens het parkeren kunnen de 
buitenspiegels handmatig ingeklapt 
worden. 
 Deze buitenspiegels worden niet 
verwarmd.   
  Handmatig  terugzetten 
 Als de buitenspiegel uit zijn 
oorspronkelijke positie is geraakt, 
zet dan bij stilstaande auto de 
buitenspiegel met de hand terug 
of gebruik de schakelaar om de 
buitenspiegel terug te zetten.   Druk op de toets van de 
achterruitverwarming.    
Page 103 of 269
   Spiegels  en  ruiten   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
 101
ERGONOMIE
 en 
COMFORT
3
 SPIEGEL  NAAR ACHTERPASSAGIERS 
 Deze spiegel, die boven de 
binnenspiegel is geplaatst, biedt 
de bestuurder of voorpassagier 
de mogelijkheid om de zitplaatsen 
achterin in de gaten te houden. 
 Doordat de spiegel kan worden 
gedraaid, kan deze eenvoudig 
handmatig worden afgesteld en is het 
mogelijk een goed zicht te krijgen op 
de ruimte achter in de auto. 
 De spiegel kan ook zo worden 
afgesteld dat deze een beter overzicht 
geeft bij parkeren of inhalen. 
  Vensters  voor  tol-/
parkeerkaarten 
 De athermische voorruit bevat twee 
niet-refl ecterende gedeelten aan 
weerskanten van de binnenspiegel. 
 Hier kunnen de tol- en/of 
parkeerkaarten worden bevestigd.  
 ZIJRUITEN  ACHTER 
 Kantel de hendel en druk deze 
helemaal naar buiten om de geopende 
ruit vast te zetten. 
  Binnenspiegel 
 De binnenspiegel kent 2 standen: 
   -   dagstand  (normaal), 
  -   nachtstand  (antiverblinding).  
 De spiegel kan in de dag- en 
nachtstand gezet worden met behulp 
van het hendeltje aan de onderzijde.   
Page 104 of 269
   Spiegels  en  ruiten   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
102
 ELEKTRISCH  BEDIENBARE RUITEN 
   1.   Schakelaar  ruitbediening bestuurderszijde 
  2.  
Schakelaar ruitbediening passagierszijde  
 U kunt de ruiten op twee manieren 
bedienen:   Open de ruit volledig en sluit de ruit. 
Telkens als de schakelaar omhoog 
wordt getrokken, sluit de ruit enkele 
centimeters. 
Laat de schakelaar los en trek hem 
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig 
is gesloten. 
 Tijdens deze handelingen is 
de beveiliging tegen beknellen 
uitgeschakeld.    
  Beveiliging  tegen  beknellen 
 Als de ruit sluit en tegen een obstakel 
stuit, stopt de ruit en gaat direct 
gedeeltelijk weer open.  
  Automatische  bediening 
 Duw of trek de schakelaar voorbij 
het zware punt. Als u de schakelaar 
hebt losgelaten, opent of sluit de 
ruit volledig. Druk nogmaals op de 
schakelaar om het openen of sluiten te 
stoppen. 
 De elektrische ruitbediening wordt 
uitgeschakeld: 
   -   ongeveer  45  seconden  na  het 
afzetten van het contact. 
  -   als bij afgezet contact een  voorportier  wordt  geopend.   
  Gebruiksvoorschrift 
 Wanneer tijdens het bedienen van de 
ruit iets tussen de ruit en de sponning 
bekneld raakt, moet de ruit weer 
worden geopend. Druk daarvoor op de 
desbetreffende schakelaar. 
 Wanneer de bestuurder de ruit aan de 
passagierszijde bedient, moet hij ervan 
verzekerd zijn dat niets het correcte 
sluiten van de ruit verhindert. 
 De bestuurder moet ervan verzekerd 
zijn dat de passagiers op de juiste 
manier gebruik maken van de 
elektrische ruitbediening. 
 Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens 
het bedienen van de ruit niet kunnen 
bezeren. 
 Als een van de elektrisch bedienbare 
ruiten te vaak achter elkaar geopend 
en gesloten wordt, treedt een 
beveiliging in werking en kan de ruit 
alleen nog worden gesloten. Wacht 
na het sluiten ongeveer 40 minuten. 
Na deze tijd kan de ruit weer worden 
bediend.  
  Handbediening 
 Duw of trek de schakelaar tot aan 
het zware punt om de ruit te openen 
of te sluiten. De ruit stopt zodra de 
schakelaar wordt losgelaten.  
  Resetten 
 Nadat de accukabels los zijn geweest 
of in het geval van een storing, moet 
de ruitbediening gereset worden.  
Page 105 of 269
 103
   Veiligheid  tijdens  het  rijden   
VEILIGHEID
4
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
 VEILIGHEID TIJDENS HET RIJDEN 
 CLAXON 
 Druk in het midden van het stuurwiel. 
 HANDREM 
  Aantrekken 
 Trek aan de hendel van de handrem 
om de auto op de handrem te zetten. 
 Controleer voordat u uitstapt of de 
handrem goed is aangetrokken.   Trek de handrem  
uitsluitend bij 
stilstaande auto   aan. 
 Trek, in het uitzonderlijke geval dat 
de handrem wordt gebruikt als de 
auto rijdt, deze voorzichtig aan om 
de achterwielen niet te blokkeren 
(slipgevaar).   
 ALARMKNIPPERLICHTEN 
 Druk deze knop in: de richtingaanwijzers 
knipperen tegelijkertijd. 
 De alarmknipperlichten werken ook als 
het contact is afgezet. 
 Gebruik de alarmknipperlichten alleen 
bij een noodsituatie, een noodstop of in 
uitzonderlijke omstandigheden. 
 Als de auto stilstaat op een helling, 
draai dan de wielen richting trottoir en 
trek de handrem aan. 
 Het is dan niet voldoende om alleen 
een versnelling in te schakelen bij het 
parkeren van de auto, zeker niet bij 
een beladen auto.  Als de handrem nog (iets) 
is aangetrokken, wordt 
dit aangegeven door dit 
verklikkerlampje op het 
instrumentenpaneel. 
  Automatische ontsteking van de 
alarmknipperlichten 
 Bij een noodstop schakelen de 
alarmknipperlichten, afhankelijk van de 
remvertraging die optreedt, automatisch in. 
De alarmknipperlichten blijven knipperen 
totdat er opnieuw gas wordt gegeven. 
 U kunt de alarmknipperlichten echter 
ook uitschakelen door de knop op het 
instrumentenpaneel in te drukken.  
  Loszetten 
 Trek aan de hendel van de handrem 
en druk op de knop om de handrem los 
te  zetten.   
Page 106 of 269
104
   Parkeerhulp   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
 De parkeerhulp achter met 
geluidssignalen en/of een 
grafi sche weergave bestaat uit vier 
parkeersensoren die zijn aangebracht 
in de achterbumper. Het systeem 
waarschuwt de bestuurder voor elk 
obstakel (persoon, auto, boom, hek, …) 
dat zich binnen het bereik van het 
systeem achter de auto bevindt. 
 Het waarschuwt u niet voor objecten 
die zich direct onder de bumper 
bevinden. Paaltjes, pionnen bij 
wegwerkzaamheden of gelijksoortige 
voorwerpen worden waargenomen 
bij aanvang van de aanrijmanoeuvre, 
maar niet meer wanneer de auto te 
dicht genaderd is. 
  Inschakelen  van  de 
achteruitversnelling 
 PARKEERHULP  ACHTER 
  Weergave  op  het  display   
  Uitschakelen  van  de 
parkeerhulp 
 Zet de versnellingsbak in de 
neutraalstand.  
 Een geluidssignaal bevestigt dat 
het systeem in werking treedt 
zodra de achteruitversnelling wordt 
ingeschakeld. 
 Een geluidssignaal geeft de afstand 
tot het obstakel aan. Hoe dichter de 
auto bij het obstakel komt, hoe korter 
de tijd tussen de geluidssignalen is. 
Als de auto minder dan ongeveer 
30 centimeter van het obstakel 
verwijderd is, is het geluidssignaal 
continu hoorbaar.  
Page 107 of 269
 105
   Parkeerhulp   
VEILIGHEID
4
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
  Activeren/Deactiveren   Storing 
 Als het systeem bij het inschakelen van 
de achteruitversnelling niet werkt, gaat 
het lampje van de schakelaar branden 
in combinatie met een geluidssignaal 
en een melding op het display. 
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of 
een gekwalifi ceerde werkplaats.  
  Gebruiksvoorschrift 
 Zorg ervoor dat de sensoren in de 
winter of bij slecht weer niet bedekt zijn 
met modder, ijs of sneeuw. 
 Het systeem zal automatisch worden 
uitgeschakeld bij het trekken van 
een aanhanger of de montage van 
een fi etsdrager (auto met een door 
CITROËN aanbevolen trekhaak of 
fi etsdrager). 
 De parkeerhulp is een hulpmiddel 
voor de bestuurder die desondanks 
waakzaam moet blijven en 
verantwoordelijk  is.  
 Druk op deze schakelaar om 
het systeem te activeren of te 
deactiveren. 
  De  geactiveerde  of 
gedeactiveerde toestand 
van het systeem wordt 
opgeslagen bij het afzetten 
van het contact.   
Page 108 of 269
ABS
ABS
106
   Veiligheid  tijdens  het  rijden   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
 ANTIBLOKKEERSYSTEEM 
(ABS - EBD) 
 Het ABS zorgt samen met de 
elektronische remdrukregelaar (EBD) 
tijdens het remmen voor een betere 
stabiliteit en bestuurbaarheid van uw auto, 
vooral op een slecht of glad wegdek. 
 Het ABS voorkomt het blokkeren van 
de wielen, terwijl de remdrukregelaar de 
remdruk over de vier wielen verdeelt.  Als dit verklikkerlampje gaat 
branden in combinatie met 
een geluidssignaal en een 
melding op het display, duidt 
dit op een storing in het 
antiblokkeersysteem. Door deze storing 
zou u tijdens het remmen de controle 
over uw auto kunnen verliezen. 
 Als dit verklikkerlampje 
gaat branden in combinatie 
met de verklikkerlampjes 
remsysteem en STOP, 
een geluidssignaal en een 
melding op het display, duidt dit 
op een storing in de elektronische 
remdrukregelaar. Door deze storing 
zou u tijdens het remmen de controle 
over uw auto kunnen verliezen. 
 NOODREMASSISTENTIE  (BAS) 
 Dit systeem zorgt ervoor dat in 
noodgevallen de optimale remdruk 
sneller wordt bereikt: trap het 
rempedaal volledig in zonder het los te 
laten. 
 Het systeem wordt ingeschakeld als 
de snelheid waarmee het rempedaal 
wordt ingetrapt groot is en zorgt ervoor 
dat de benodigde bedieningskracht 
verandert. 
 Houd het rempedaal ingetrapt om de 
werking van het brake assist system 
voort te zetten. 
  
  Gebruiksvoorschrift 
 Het ABS treedt automatisch in werking 
als één van de wielen dreigt te 
blokkeren. Het systeem zorgt niet voor 
een kortere remweg. 
 Op een erg glad wegdek (sneeuw, olie, 
enz.) kan de remweg door de werking 
van het ABS langer zijn. Trap het 
rempedaal bij een noodstop krachtig 
en volledig in en laat het niet los, ook 
niet op een glad wegdek. Het ABS 
zorgt er dan voor dat u om het obstakel 
heen kunt sturen. 
 De normale werking van het 
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn 
door het trillen van het rempedaal. 
 Zorg er bij vervanging van de wielen 
(banden en velgen) voor dat er wielen 
worden gemonteerd die zijn voorzien 
van een artikelnummer van CITROËN.    Stop onmiddellijk op een veilige 
plaats.  
 Raadpleeg in beide gevallen 
het CITROËN-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats.   
Page 109 of 269
 107
   Veiligheid  tijdens  het  rijden   
VEILIGHEID
4
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
 ANTISPINREGELING 
(ASR) EN ELEKTRONISCH 
STABILITEITSPROGRAMMA 
(ESC) 
 Deze systemen staan in verbinding 
met het ABS en zijn hier een aanvulling 
op. 
 De ASR zorgt voor een optimale 
overbrenging van de aandrijfkracht op 
de weg, zodat wordt voorkomen dat 
u tijdens het accelereren de controle 
over de auto verliest. 
 Het systeem past de aandrijfkracht 
aan om het doorspinnen van de wielen 
te voorkomen via de remmen van 
de aangedreven wielen en de motor. 
Het systeem zorgt ook voor meer 
koersstabiliteit bij het accelereren. 
 Houd als het ESC is ingeschakeld in 
een bocht het stuurwiel altijd in de 
gewenste richting en stuur niet tegen. 
 Het ESC-systeem grijpt automatisch in 
via het remsysteem en de motor als de 
koers van de auto afwijkt van de door 
de bestuurder gewenste richting. 
  Uitschakelen  ASR/ESC 
 In bijzondere omstandigheden (als de 
auto vastzit in de modder, sneeuw, in 
mulle grond, ...) kan het nuttig zijn het 
ASR/ESC uit te schakelen, zodat de 
wielen kunnen slippen en weer grip 
kunnen krijgen.   Controle  van  werking 
  Gebruiksvoorschriften 
 Het ASR-/ESC-systeem zorgt voor 
meer veiligheid tijdens het rijden. De 
bestuurder mag zich echter nooit laten 
verleiden tot het nemen van meer 
risico's en het te hard rijden. 
 De goede werking van het systeem 
wordt verzekerd onder voorwaarde dat 
de voorschriften van de constructeur 
op het gebied van wielen (banden 
en velgen), onderdelen van het 
remsysteem en elektronische 
onderdelen worden nageleefd en 
dat de procedures voor montage en 
het uitvoeren van werkzaamheden 
door het CITROËN-netwerk worden 
opgevolgd. 
 Laat deze systemen na een aanrijding 
controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalifi ceerde 
werkplaats.  
  Werking van het ASR- en ESC-
systeem 
 Het lampje knippert tijdens 
een ingreep van de ASR of 
het  ESC.  
  De systemen worden opnieuw: 
   -   automatisch  ingeschakeld  als  de  snelheid hoger wordt dan 50 km/h,   Bij een storing in de systemen 
zal het verklikkerlampje gaan 
branden in combinatie met 
een geluidssignaal en een 
melding op het display. 
 Raadpleeg het CITROËN-netwerk of 
een gekwalifi ceerde werkplaats om het 
systeem na te laten kijken. 
 Het verklikkerlampje kan ook gaan 
branden in het geval van een te lage 
bandenspanning. Controleer van alle 
banden  de  bandenspanning.   
   -   Druk op de knop of draai  het knopje in de stand 
ESC OFF (afhankelijk van 
de uitvoering). 
  -   Het  verklikkerlampje  gaat  branden:  de systemen ASR en ESC zijn 
uitgeschakeld.  
  -   ingeschakeld  als  u de knop indrukt of 
het draaiknopje weer 
terugdraait (afhankelijk 
van  de  uitvoering).    
Page 110 of 269
108
   Veiligheid  tijdens  het  rijden   
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap04_Securite_ed01-2014
  "GRIP  CONTROL" 
           Gebruiksvoorschriften 
 Uw auto is hoofdzakelijk ontworpen 
voor het gebruik op verharde wegen, 
maar het is ook mogelijk om zo nu 
en dan te rijden op minder goed 
begaanbare wegen. 
 Vooral als uw auto zwaar beladen is, 
is deze niet geschikt voor gebruik als 
terreinauto. Denk hierbij aan: 
   -   rijden  op  terreinen  die  de onderzijde van de auto zouden 
kunnen beschadigen of waarbij 
onderdelen (brandstofl eiding, 
brandstofkoeler,...) geraakt zouden 
kunnen worden door stenen of 
andere objecten, 
  -   rijden op terrein met steile hellingen  en weinig grip, 
  -   oversteken  van  beekjes  en  stroompjes.   
 In sneeuw, modder en zand zorgt dit 
aandrijfsysteem in combinatie met de 
banden Michelin 
®  Latitude Tour HP 
M+S voor een uitstekend compromis 
tussen veiligheid, grip en tractie. 
 Met dit systeem kan de auto in de 
meeste gevallen waarbij sprake is van 
weinig grip toch vooruit komen. 
 U moet het gaspedaal ver genoeg 
intrappen om ervoor te zorgen dat de 
motor voldoende vermogen levert, 
zodat het systeem de verschillende 
parameters optimaal kan aansturen.