display CITROEN C-ELYSÉE 2018 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 32 of 260
30
Het vergrendelen wordt bevestigd door het
gedurende ongeveer twee seconden branden
van de richtingaanwijzers.Als een van de portieren of de achterklep
geopend is, werkt de automatische
centrale vergrendeling niet: u hoort de
sloten dan weer openspringen.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk
wordt ontgrendeld zonder dat binnen
30
seconden een van de portieren of het
kofferdeksel wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht. Uw auto moet zijn vergrendeld.
F
D
ruk op de afstandsbediening
op de knop met het gesloten
hangslot.
Hierna zullen gedurende enkele seconden
de plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
Storing in de
afstandsbediening
Bij een storing in de afstandsbediening kan
de auto niet meer met de afstandsbediening
ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd
worden.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Synchroniseren
F Zet het contact uit en ver wijder de sleutel uit het contactslot.
F
D
ruk direct gedurende enkele seconden op
het gesloten hangslot.
F
D
raai de sleutel terug in de stand 2
(c
ontact
AAN ).
F
Z
et het contact uit en ver wijder de sleutel uit
het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
De batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
A ls de batterij van de
afstandsbediening leeg is, wordt u
gewaarschuwd door dit lampje op het
dashboard, een geluidssignaal, en
een melding op het display. F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
er wijder de lege batterij uit de houder.
F
P
laats de nieuwe batterij in de juiste richting
in de houder.
F
K
lik het deksel op de afstandbediening vast.
Toegang tot de auto
Page 35 of 260
33
Portieren
Openen
Van buitenaf
Van binnenuit
Sluiten
Als een portier niet goed is gesloten:- gaat bij draaiende motor
dit verklikkerlampje enkele
seconden branden in combinatie
met een melding op het
multifunctionele display,
-
gaat tijdens het rijden
(snelheid hoger dan 10
km/h)
dit verklikkerlampje enkele
seconden branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele
display.
Noodbediening
Hiermee kunt u de portieren mechanisch
vergrendelen en ontgrendelen in het geval van
een storing in de centrale vergrendeling of van
de accu.
Bestuurdersportier
Steek de geïntegreerde sleutel in het slot om
het portier te vergrendelen of ontgrendelen.
Overige portieren
F Controleer of de kinderslot van de achterportieren niet geactiveerd is.
F
O
ntgrendel de auto met de
afstandsbediening of de sleutel en trek aan
de portiergreep.
F
T
rek aan de binnenportiergreep van
een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld. F
V
er wijder de zwarte dop op de zijkant van
het portier met behulp van de sleutel.
F
S
teek de sleutel voorzichtig in de opening
en duw de hendel zonder de sleutel te
verdraaien, naar de binnenzijde van het
portier.
F
V
er wijder de sleutel en plaats het
afdekkapje terug.
Als de centrale vergrendeling niet werkt,
moet de accu worden losgekoppeld om de
achterklep te kunnen vergrendelen zodat
de auto volledig is vergrendeld.
2
Toegang tot de auto
Page 36 of 260
34
Kofferdeksel
Openen
Ontgrendelen en op een kier
zetten van het kofferdeksel met
de afstandsbediening
F Houd de middelste knop van de afstandsbediening langer dan
1
seconde ingedrukt.
Het kofferdeksel wordt ontgrendeld en op een
kier gezet.
Het kofferdeksel van binnenuit
openen
F Druk links op het dashboard op de knop voor het openen van het kofferdeksel.
Het kofferdeksel wordt ontgrendeld en op een
kier gezet.
Openen van het kofferdeksel
F Beweeg het kofferdeksel omhoog tot het volledig is geopend.
SluitenF Trek het kofferdeksel omlaag met behulp van een van de handgrepen aan de
binnenzijde.
F
D
uw ver volgens op het kofferdeksel om het
te sluiten.
-
gaat bij draaiende motor
dit verklikkerlampje enkele
seconden branden in combinatie
met een melding op het
multifunctionele display,
-
gaat tijdens het rijden
(snelheid hoger dan 10
km/h)
dit verklikkerlampje enkele
seconden branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
melding op het multifunctionele
display.Noodbediening
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in de centrale vergrendeling het
kofferdeksel mechanisch ontgrendeld worden.
OntgrendelenAls het kofferdeksel niet goed is gesloten:
F
K
lap de achterbank naar voren om bij het
slot in de bagageruimte te komen,
Neem als uw auto is voorzien van een
vaste achterbank contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om het kofferdeksel
te ontgrendelen.
Laat de achterklep bij een storing of
moeilijkheden bij het openen of sluiten
snel controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
om te voorkomen dat het probleem erger
wordt en de achterklep loslaat, wat ernstig
letsel tot gevolg kan hebben.
Toegang tot de auto
Page 44 of 260
42
Uitschakelen
Wanneer de knop van de
luchtopbrengstregeling in de stand 0 staat,
wordt het thermische comfort niet meer
geregeld.
Er blijft door de rijwind nog wel een kleine
luchtstroom gehandhaafd.
Luchtverdeling
Voorruit en zijruiten.
Voorruit, zijruiten en beenruimte.
Beenruimte.
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters, voetenruimten.
Centrale ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
De luchtstroom kan worden
gevarieerd door de rolknop in een
middenstand te zetten of door de
ventilatieroosters te sluiten.
Toevoer van buitenlucht /
Luchtrecirculatie
De luchtrecirculatie dient om de toevoer
van buitenlucht bij stank (bijvoorbeeld van
uitlaatgassen) af te sluiten.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen dat de
luchtkwaliteit in het interieur achteruitgaat en
de ruiten beslaan.
F
S
chuif de knop naar links in de
stand "Luchtrecirculatie in het
inter i eur ".
F
S
chuif de knop naar rechts in de
stand "Toevoer van buitenlucht".
Handbediende
airconditioning (zonder
display)
Dit systeem werkt alleen bij draaiende motor.
1 Temperatuur.
2 Luchtopbrengst.
3 Luchtverdeling.
4 Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie.
5 Airconditioning.
Comforttemperatuur
F Draai de rolknop naar blauw
(koel) of rood (warm) om de
temperatuur naar wens in te
stellen.
Luchtopbrengstregeling
F Draai de rolknop om de gewenste luchtopbrengst te
verkrijgen.
Ergonomie en comfort
Page 46 of 260
44
Automatische
airconditioning (met
display)
Dit systeem werkt alleen bij draaiende motor.
1Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie.
2 Temperatuur.
3 Airconditioning.
4 Maximumstand airconditioning.
5 Luchtverdeling.
6 Luchtopbrengst.
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van buitenlucht
weer in om te voorkomen dat de luchtkwaliteit in het
interieur achteruitgaat en de ruiten beslaan.
F Druk op de toets om de toevoer van
buitenlucht af te sluiten en de lucht
in het interieur te laten circuleren. Dit
wordt bevestigd door de indicator die
op het display verschijnt.
F Druk nogmaals op de toets
om de toevoer van buitenlucht
weer in te schakelen. Dit wordt
bevestigd door het verdwijnen
van de indicator op het display.
Comforttemperatuur
F Druk op deze toetsen (rood voor warm en blauw voor koud) om
de temperatuur naar behoefte in
te stellen.
Er verschijnen of verdwijnen geleidelijk
temperatuurbalkjes op het display.
Airconditioning
Inschakelen
F Druk op deze toets. De desbetreffende indicator
verschijnt op het display.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze toets. De indicator verdwijnt.
Als de airconditioning wordt uitgeschakeld,
wordt het thermische comfort niet meer
geregeld (vocht, beslagen ruiten).
Maximumstand
airconditioning
Met deze toets wordt de lucht in het interieur
snel gekoeld.
Inschakelen
F Druk op deze toets. De desbetreffende indicator
verschijnt op het display.
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze toets. De indicator verdwijnt.
Ergonomie en comfort
Page 47 of 260
45
Luchtverdeling
F Druk deze toets herhaaldelijk in om de luchtstroom te verdelen
naar hetzij:
-
d
e voorruit en de zijruiten
(ontwasemen of ontdooien),
-
d
e voorruit, de zijruiten en de
ventilatieroosters,
-
d
e voorruit, de zijruiten,
de ventilatieroosters en de
voetenruimten,
-
d
e voorruit, de zijruiten en de
voetenruimten,
-
d
e voetenruimten,
-
d
e ventilatieroosters en de
voetenruimten,
-
d
e ventilatieroosters.
Luchtopbrengstregeling
F Druk op deze toets om de luchtopbrengst te verhogen .
Uitschakelen van het
systeem
F Druk op deze toets (van de
luchtopbrengstregeling) tot
alle balkjes op het display zijn
verdwenen.
F
D
ruk op deze toets om de
luchtopbrengst te verlagen .
Er verschijnen geleidelijk balkjes van de
luchtopbrengst. De balkjes van de luchtopbrengst verdwijnen
geleidelijk.
Hiermee worden alle functies van de airconditioning
uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer geregeld. Er blijft
door de rijwind nog wel een kleine luchtstroom gehandhaafd.
Als u nogmaals op deze toets (van
de luchtopbrengstregeling) drukt,
wordt de functie weer ingeschakeld.
Rijd niet te lang met een uitgeschakeld
airconditioningssysteem (kans op beslaan van
de ruiten en vermindering van de luchtkwaliteit).
Ontwasemen – ontdooien
voorzijde
Deze opdruk op het
bedieningspaneel geeft aan in welke
stand de knoppen moeten staan om
de voorruit en de zijruiten snel te
ontwasemen of te ontdooien.
Met verwarmings-/
ventilatiesysteem
F Zet de knoppen van de temperatuurregeling
en de luchtverdeling in de met de
desbetreffende opdruk weergegeven stand.
F Zet de knop van de luchttoevoer in de stand "Toevoer van
buitenlucht" (knop naar rechts
g e s c h ove n).
F
Z
et de knop van de
luchtverdeling in de stand
"Voorruit".
3
Ergonomie en comfort
Page 48 of 260
46
Met handbediende
airconditioning (zonder
display)
F Zet de knoppen van de temperatuurregeling en de luchtverdeling in de met de
desbetreffende opdruk weergegeven stand.
F Zet de knop van de luchttoevoer in de stand "Toevoer van
buitenlucht" (knop naar rechts
g e s c h ove n).
F
Z
et de knop van de
luchtverdeling in de stand
"Voorruit".
F Schakel de airconditioning in door de desbetreffende toets in
te drukken; het lampje van de
desbetreffende knop gaat branden.
Met automatische
airconditioning (met
display)
F Druk op deze toets.
Het lampje van de toets gaat
branden.
F
D
ruk nogmaals op deze toets
om de functie uit te schakelen.
Het lampje van de toets gaat uit.
Verwarming onderzijde
voorruitOntwasemen – ontdooien
achterruit
Inschakelen
Ontwasemen/ontdooien van de achterruit werkt
alleen wanneer de motor draait.
Uitschakelen
De achterruitver warming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen. F
D
oor nogmaals op de
toets te drukken kan de
voorruitverwarming worden
uitgeschakeld voordat dit
automatisch gebeurt.
Het verklikkerlampje van de toets gaat uit.
Deze functie is actief zodra de
buitentemperatuur lager is dan 0
°C.
(Afhankelijk van het verkoopland.)
F
D
ruk op deze toets om de
achterruit en de buitenspiegels
(afhankelijk van de uitvoering) te
ontwasemen. Het lampje van de
toets gaat branden.
Bij koud weer zal, bij het inschakelen van de
achterruitver warming, ook de onderzijde van
de voorruit worden ver warmd om er voor te
zorgen dat de ruitenwissers niet door sneeuw
of ijs op de voorruit vastgeplakt blijven.
Ergonomie en comfort
Page 51 of 260
49
Armleuning vóór
Voor het comfort en als opbergmogelijkheid
voor de bestuurder en voorpassagier.
Opbergvakken
USB-aansluitingAansteker / 12V-aansluiting
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door CITROËN is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
F
T
oegang tot het afgesloten opbergvak: til de
handgreep op om het deksel op te tillen.
F
T
oegang tot het open opbergvak onder de
armsteun: klap de armsteun in zijn geheel
naar achteren. Op de middenconsole bevindt zich een USB-
aansluiting.
Hierop kunt u draagbare apparatuur, zoals een
digitale audiospeler (bijvoorbeeld een iPod
®) of
een USB-stick, aansluiten.
Via deze aansluiting kunt u de audiobestanden
op uw draagbare apparatuur beluisteren via de
luidsprekers van het audiosysteem.
U kunt deze bestanden beheren via het
bedieningspaneel van het audiosysteem van de
auto en ze weergeven op het display.
Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting kan
de draagbare apparatuur automatisch worden
opgeladen.
Tijdens het opladen wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik van het
externe apparaat groter is dan de door de auto
geleverde stroomsterkte. F D
ruk, wanneer u de aansteker wilt gebruiken,
deze in en wacht enkele seconden tot de
aansteker uit zichzelf naar buiten springt.
F
V
er wijder als u een 12V-accessoire (max.
vermogen: 120
W) wilt aansluiten, de
aansteker en sluit een geschikte adapter aan.
U kunt bijvoorbeeld een telefoonlader of een
flessenwarmer op deze aansluiting aansluiten.
Plaats de aansteker na het gebruik onmiddellijk
terug.
3
Ergonomie en comfort
Page 83 of 260
81
Starten – afzetten van de
motor
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over
een geheime code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het
contact deze code worden herkend door de
startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem even nadat het
contact is afgezet en voorkomt zo het starten
door onbevoegden.Bij een storing in het systeem
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het display.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk.
Contactslot
Contact aanzetten
In deze stand werkt de elektrische uitrusting
van de auto en kan externe apparatuur worden
opgeladen.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt,
schakelt het systeem over op de eco-modus
de elektrische voeding wordt automatisch
uitgeschakeld zodat de accu voldoende
opgeladen blijft. Hang geen zware voor werpen aan de
sleutel of de afstandsbediening: dit kan
namelijk storingen aan het contactslot
veroorzaken.
Starten van de motor
De parkeerrem moet zijn
aangetrokken.
F
Z
et bij een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in
de neutraalstand en trap ver volgens het
koppelingspedaal volledig in.
F
S
electeer bij een auto met een
automatische transmissie de stand P en
trap ver volgens het rempedaal stevig in.
F
S
teek de sleutel in het contactslot; het
systeem herkent de code.
F
O
ntgrendel het stuurslot door tegelijkertijd
aan het stuur wiel en aan de contactsleutel
te draaien.
In bepaalde gevallen moet u flink aan
het stuur wiel draaien om de wielen vrij te
krijgen (bijvoorbeeld als de wielen naar
het trottoir zijn gestuurd).
Het contactslot heeft 3
standen:
-
stand 1
(Stop) : sleutel in het contactslot
steken en uit het contactslot verwijderen,
stuurslot vergrendeld,
-
stand 2
(Contact) : stuurslot ontgrendeld,
contact ingeschakeld, voorgloeien
dieselmotor, draaien van de motor,
-
stand 3
(Star ten) .
6
Rijden
Page 85 of 260
83
Als u de auto verlaat, neem dan de sleutel
mee en vergrendel de auto.
Sleutel vergeten
Als de sleutel nog in het contactslot zit en in de
stand 1
(Stop) staat, wordt bij het openen van het
bestuurdersportier een waarschuwingsmelding
weergegeven in combinatie met een
geluidssignaal.
Als de sleutel onbedoeld in de stand 2
(Contact)
van het contactslot blijft staan, zal het contact na
een uur automatisch worden afgezet.
Draai de sleutel in de stand 1
(Stop) en
ver volgens opnieuw in de stand 2
(Contact) om
het contact weer aan te zetten.
Eco-modus (energiespaarstand)
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de eco-modus .
Na het afzetten van de motor (stand 1- Stop
)
kunt u nog gedurende maximaal 30 minuten
gebruikmaken van een aantal functies,
zoals het audio- en telematicasysteem, de
ruitenwissers, het dimlicht en de plafonniers.
Parkeerrem
Aantrekken
Vrijzetten
F Trek de parkeerremhendel iets omhoog, druk de ontgrendelknop in en duw de
hendel geheel omlaag.
Als tijdens het rijden dit
verklikkerlampje en het
verklikkerlampje STOP branden in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display, geeft
dit aan dat de parkeerrem nog (iets)
is aangetrokken.
F
T
rek de parkeerremhendel aan om uw auto
stil te zetten.
6
Rijden