radio CITROEN C3 AIRCROSS 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 5 of 244

3
Inhoudsopgave


bit.ly/helpPSA


Systeem voor detecteren
van onoplettendheid 120
Lane Departure Warning System 121
dodehoekbewaking 121
Parkeerhulp 123
Top Rear Vision 124
Park Assist 127
7Praktische informatie
Compatibiliteit van brandstoffen 132
Tanken 132
Tankbeveiliging (diesel) 133
Sneeuwkettingen 134
Trekhaak met afneembare kogel 134
Trekhaak 137
Eco-stand 138
Allesdragers 138
Motorkap 139
Onder de motorkap 140
Niveaus controleren 141
Controles 143
AdBlue® (BlueHDi) 145
Onderhoudstips 147
8In geval van pech
Brandstoftank leeg (diesel) 149
Boordgereedschap 149
Bandenreparatieset 150
Reservewiel 153
Een lamp vervangen 156
Een zekering vervangen 160
12V-accu 163
Slepen 166
9Technische gegevens
Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten 169
Benzinemotoren 170
Dieselmotoren 172
Afmetingen 172
Identificatie 173
10Bluetooth®-audiosysteem
De eerste stappen 175
Stuurkolomschakelaars 176
Menu's 176
Radio 177
Digitale radio
(DAB, Digital Audio Broadcasting)
178
Media 179
Telefoon 182
Veelgestelde vragen 185
11CITROËN Connect Radio
De eerste stappen 187
Stuurkolomschakelaars 188
Menu's 189
Applicaties 190
Radio 191
Digitale radio
(DAB, Digital Audio Broadcasting)
192
Media 193
Telefoon 194
Configuratie 198
Veelgestelde vragen 199
12CITROËN Connect Nav
De eerste stappen 202
Stuurkolomschakelaars 203
Menu's 204
Gesproken commando's 205
Navigatie 208
Online navigatie 210
Applicaties 212
Radio 215
Digitale radio
(DAB, Digital Audio Broadcasting)
217
Media 217
Telefoon 219
Configuratie 222
Veelgestelde vragen 224
 ■
Trefwoordenregister
Toegang tot aanvullende video's

Page 6 of 244

4
Overzicht
Cockpit
1Openen motorkap
2 Zekeringen dashboard 3
Plafonnier
Paneel met waarschuwingslampjes voor
veiligheidsgordels en airbag vóór aan
passagierszijde
Bediening zonnescherm panoramadak
Binnenspiegel
Toetsen noodoproep en pechhulpoproep
4 Monochroom display in combinatie met
audiosysteem
Touchscreen met CITROËN Connect Radio of
CITROËN Connect Nav
5 Ventilatie
Verwarming
Handbediende airconditioning
Automatische airconditioning
Ontwasemen - ontdooien voorruit
Ontwasemen - ontdooien achterruit
6 START/STOP-knop
Versnellingsbakbediening
7 Parkeerrem
8 USB-aansluiting
12 V-aansluiting
9 Claxon
10 Instrumentenpaneel
Stuurkolomschakelaars
1Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers
2 Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
3 Bediening audiosysteem
4 Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer
Schakelaars aan de zijkant

Opnieuw initialiseren van het bandenspanningscontrolesysteemUitschakelen van de Stop & Start
Inschakelen van de voorruitverwarming
OFF Lane Departure Warning System
Elektrische kinderbeveiliging

Page 21 of 244

19
Instruments de bord
1Bedieningselementen

Op het bedieningspaneel van het audiosysteem
kunt u de volgende toetsen gebruiken:
MENUOpen het hoofdmenu
5 of 6 Blader door de opties op het scherm
7 of 8 Verander de waarde van een instelling
OK Bevestigen
Vorige Huidige bewerking annuleren
Hoofdmenu

► Druk op de toets MENU om het hoofdmenu
te openen:
• "Multimedia",• "Telefoon",• "Boordcomputer",• "Verbindingen",• "Persoonlijke instelling - configuratie",► Druk op de toets "7" of "8" om het
gewenste menu te selecteren en bevestig dit
door op de toets OK te drukken.
Menu “Multimedia"
Als het audiosysteem is ingeschakeld, kunt u via
dit menu radiofuncties in- of uitschakelen (RDS,
Volgsysteem digitale zender / FM, Zenderinfo (TXT)) of instellen op welke manier de media
moeten worden afgespeeld (Normaal, Shuffle,
Shuffle uitgebreid, Herhaling).
Raadpleeg de rubriek "Audio en telematica” voor
meer informatie over de app "Multimedia”.
Menu “Telefoon"
Als het audiosysteem is ingeschakeld, kunt u via
dit menu telefoneren of de adresboeken van de
telefoon opvragen.
Raadpleeg de rubriek "Audio en telematica” voor
meer informatie over de app "Telefoon”.
Menu "Boordcomputer"
Via dit menu kunt u informatie over het
functioneren van de auto raadplegen.
Logboek waarschuw.
Deze functie geeft een overzicht van de actieve
waarschuwingsmeldingen door ze op het display
weer te geven.
Menu “Verbindingen"
Als het audiosysteem is ingeschakeld, kunt u via
dit menu een Bluetooth-apparaat aankoppelen
(telefoon, mediaspeler) en de aansluitmodus
ervan instellen (handsfree-kit, audiobestanden
afspelen).
Raadpleeg de rubriek "Audio en telematica” voor
meer informatie over de app "Verbindingen”.
Menu “Persoonlijke
instelling - configuratie"

In dit menu hebt u toegang tot de volgende
functies:
– “Parameters van de auto definiëren".– “Configuratie beeldscherm".
Parameters van de auto definiëren
In dit menu kunnen de volgende voorzieningen
worden ingeschakeld/uitgeschakeld, afhankelijk
van de uitvoering en/of het land waar de auto is
verkocht:
"Verlichting en signalering "
– "Bochtverlichting",– "Follow-me-home verlichting",– "Instapverlichting"."Comfort"– "Ruitenw. aan bij achteruit"."Hulp bij het rijden"

Page 22 of 244

20
Instruments de bord
– Autom. noodremfunctie,– Detectie verslapping aandacht,– Snelheidsadviezen.Zie de betreffende hoofdstukken voor meer
informatie over de verschillende voorzieningen.
Configuratie display
In dit menu kunt u de taal van het display uit een
lijst met talen kiezen.
In dit menu hebt u toegang tot de volgende
instellingen:
– “Keuze van eenheden".– “Datum en tijd instellen".– “Voorkeursinstellingen schermweergave".– “Taalkeuze".
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd bij stilstaande auto
uitvoeren.
Touchscreen
Het touchscreen heeft de volgende functies:– bediening van de verwarming/airconditioning,– toegang tot de configuratiemenu's van de functies en de systemen van de auto,– bediening van het audiosysteem, de telefoon en weergave van de bijbehorende informatie,
en, afhankelijk van de uitvoering:
– de weergave van de waarschuwingsmeldingen en de grafische weergave van de parkeerhulp,
– de permanente weergave van de tijd en de buitentemperatuur (er verschijnt een blauw
verklikkerlampje bij kans op gladheid),
– toegang tot de internetdiensten en bediening van het navigatiesysteem en weergave van de
bijbehorende informatie.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd bij stilstaande auto
uitvoeren.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar als de
auto rijdt.
Aanbevelingen
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Het kan bij alle temperaturen worden gebruikt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met vochtige
vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen te reinigen.
Werkingsprincipes
Gebruik de toetsen aan weerszijden van het
touchscreen om de menu's te openen en druk
vervolgens op de toetsen op het touchscreen.
Bepaalde functies kunnen op 1 pagina of op 2
pagina's worden weergegeven.
Druk op OFF/ON om een functie in of uit te
schakelen.
Druk op het pictogram van de functie om een
instelling (verlichtingsduur enz.) te wijzigen of
aanvullende informatie te bekijken.
Als gedurende enkele seconden geen handelingen op de secundaire pagina
worden uitgevoerd, wordt automatisch de
hoofdpagina weer weergegeven.
Gebruik deze toets om uw keuze te bevestigen.Gebruik deze toets om terug te keren naar de vorige pagina.
Menu's

Radio Media.Zie het gedeelte "Audio en telematica".Mirror Screen of Online navigatie
(afhankelijk van de uitvoering) .
Zie het gedeelte "Audio en telematica".
Airconditioning.Hiermee kunnen onder andere de
temperatuur en de aanjagersnelheid worden
ingesteld.

Page 23 of 244

21
Instruments de bord
1Raadpleeg de desbetreffende gedeeltes
voor meer informatie over de Verwarming,
Handbediende airconditioning en
Automatische airconditioning .
Telefoon.Zie het gedeelte "Audio en telematica".Apps.
Hiermee kunnen de beschikbare online
diensten worden weergegeven.
Zie het gedeelte "Audio en telematica".
Auto of Rijden (afhankelijk van de
uitvoering) .
Hiermee kunnen bepaalde functies worden
geactiveerd, gedeactiveerd en geconfigureerd.
De via dit menu beschikbare functies zijn
verdeeld onder twee tabbladen: " Overige
instellingen " en "Snelkoppelingen ".
Volumeregeling/onderbreken van het geluid.
Zie het gedeelte "Audio en telematica".
Druk met drie vingers op het touchscreen
om toegang te krijgen tot de
menucarrousel.
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
– Basisinformatie van de airconditioning en toegang tot een snelmenu (uitsluitend instellen
van de temperatuur en de aanjagersnelheid).
– Basisinformatie van de menu's RadioMedia en Telefoon en navigatie-
aanwijzingen (afhankelijk van de uitvoering).
– Gedeelte met berichten (sms en e-mail) (afhankelijk van de uitvoering).– Toegang tot de Instellingen .
Boordcomputer
Geeft informatie over de actuele rit (actieradius,
brandstofverbruik, gemiddelde snelheid enz.).
Informatiedisplay
Informatie wordt na elkaar weergegeven.– Het tabblad "actuele informatie" met:• Afgelegde kilometers.• De actieradius.• Het actuele brandstofverbruik.• De teller van het Stop & Start-systeem.• Informatie over de snelheidslimietherkenning (afhankelijk van de uitvoering).– Traject 1met:• De gemiddelde snelheid.
• Het gemiddelde brandstofverbruik.• De afgelegde afstand tijdens het eerste traject.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto kan
ook een 2
e traject worden weergegeven.– Traject 2met:• De gemiddelde snelheid.• Het gemiddelde brandstofverbruik.• De afgelegde afstand. tijdens het tweede traject. Traject 1 en 2 zijn onafhankelijk en kunnen op
dezelfde manier worden gebruikt.
Traject 1 kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor
een dagelijks verbruik en traject
2 voor een
maandelijks verbruik.



► Druk op de knop aan het uiteinde van de ruitenwisserhendel.

► Of, afhankelijk van de uitvoering, druk op de rolknop op het stuurwiel.

Page 54 of 244

52
Ergonomie en comfort
– Verwijder het apparaat en probeer het een kwartier later nog eens.
Als het probleem blijft bestaan, neem dan
contact op met een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
USB-aansluiting


Op de middenconsole bevindt zich een
USB-aansluiting.
Hierop kunt u draagbare apparatuur of een USB-
stick aansluiten.
Via deze aansluiting kunt u de audiobestanden
op uw draagbare apparatuur beluisteren via de
luidsprekers van het audiosysteem.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuurwiel of op het touchscreen.
Tijdens het gebruik van de USB-
aansluiting kan de draagbare apparatuur
automatisch worden opgeladen.
Er wordt een melding weergegeven als het
stroomverbruik van de draagbare apparatuur
hoger is dan de door de auto geleverde
stroomsterkte.
► Gebruik altijd de juiste adapter voor aansluiting van een accessoire van 12 V (max. vermogen: 120 W).
Houd u aan het maximaal toegestane
vermogen om schade aan apparatuur te
voorkomen.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door CITROËN is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische componenten van
de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
Draadloze smartphonelader


Hiermee kunt u apparaten zoals een smartphone
draadloos opladen volgens het principe van
magnetische inductie, in overeenstemming met
de norm Qi 1.1.
Het op te laden apparaat moet zelf compatibel
zijn met de Qi-norm of moet zijn voorzien van
een compatibele hoes of houder.
Het laadgedeelte is te herkennen aan het
symbool Qi.
De lader werkt terwijl de motor draait en het Stop
& Start-systeem in de STOP-stand staat.
Het opladen wordt aangestuurd door de
smartphone.
Bij Keyless entry and start kan de werking van
de lader kort worden onderbroken als er een
deur wordt geopend of als het contact wordt
uitgeschakeld.
Laden bezig
► Als het laadgedeelte leeg is, kunt u een apparaat in het midden plaatsen.

Als het apparaat wordt waargenomen, gaat het
controlelampje van de lader groen branden.
Het lampje blijft branden terwijl de batterij wordt
opgeladen.
Het systeem is niet bedoeld om
meerdere apparaten tegelijkertijd op te
laden.


Laat geen metalen voorwerpen zoals
munten, sleutels of de
afstandsbediening. in het laadgedeelte liggen,
omdat er dan kans op oververhitting of
onderbreking van het laadproces bestaat.
Controle van de werking
De status van het controlelampje geeft de
werking van de lader aan.
Status van
controlelampje Betekenis
Uit Motor afgezet.
Geen geschikt apparaat
gevonden.
Laden voltooid.
Groen,
permanent Geschikt apparaat
gevonden.
Laden bezig.
Knipperend
oranje Detectie van een
vreemd voorwerp in het
oplaadgedeelte.
Apparaat niet goed
gecentreerd in het
oplaadgedeelte.
Permanent
oranje Storing in de laadindicator
van het apparaat.
Temperatuur van batterij
apparaat te hoog.
Storing in de lader.


Als het controlelampje oranje brandt:– Verwijder het apparaat en plaats het opnieuw in het midden van het oplaadgedeelte.
of

Page 70 of 244

68
Veiligheid
Algemene aanbevelingen met betrekking tot de
veiligheid
Verwijder de stickers niet die op de
verschillende plaatsen van uw auto zijn
aangebracht. Ze bevatten
veiligheidswaarschuwingen en informatie over
de identificatie van de auto.
Neem voor alle werkzaamheden aan uw
auto contact op met een gekwalificeerde
werkplaats die beschikt over de juiste
technische informatie, vakkennis en
apparatuur. Het CITROËN-netwerk is in staat
u dit te bieden.
Afhankelijk van de landelijke wetgeving kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser, een
verbandtrommel, spatlappen aan de
achterzijde van de auto enz.
Monteren van elektrische accessoires:– Het monteren van elektrische uitrustingselementen of accessoires die niet
onder een artikelnummer in het assortiment
van CITROËN voorkomen, kan tot een hoger
stroomverbruik leiden en kan storingen
in het elektrische systeem van uw auto
veroorzaken. Ga naar het CITROËN-netwerk
voor meer informatie over het aanbod aan
accessoires met een artikelnummer.
– Uit veiligheidsoverwegingen is toegang tot de diagnose-aansluiting, die is gekoppeld
aan de elektronische systemen in de auto,
uitsluitend voorbehouden aan het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
waar de beschikking is over geschikt
gereedschap (kans op storingen in de
elektronische systemen die kunnen leiden
tot pech of ernstige ongevallen). De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld als dit
voorschrift niet wordt opgevolgd.
– Wijzigingen of aanpassingen die niet door CITROËN zijn voorzien of toegestaan, of die
niet volgens de technische voorschriften van
de fabrikant zijn uitgevoerd, leiden tot het
vervallen van de commerciële garantie.
Monteren van als accessoire
geleverde radiocommunicatiezenders
Voordat u een radiocommunicatiezender
met buitenantenne monteert, moet u bij
het CITROËN-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van de
voor montage geschikte zenders opvragen,
conform de Richtlijn Elektromagnetische
Compatibiliteit (2004/104/EG).
Conformiteitsverklaring voor
radioapparatuur
De relevante certificaten zijn beschikbaar op
de website http://service.citroen.com/ACddb/.
Alarmknipperlichten


► Wanneer u op de rode toets drukt, gaan alle richtingaanwijzers knipperen.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Automatisch inschakelen van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop worden de alarmknipperlichten
automatisch ingeschakeld, afhankelijk van de
mate van remvertraging. Zodra u weer gas geeft,
gaan de alarmknipperlichten uit.
Ze kunnen ook worden uitgeschakeld door weer
op de toets te drukken.
Claxon

► Druk op het middelste gedeelte van het stuurwiel.
* In overeenstemming met de algemene gebruiksvoorwaarden van de dienst, die u bij een dealer kunt opvragen en afhankelijk van de technische beperkingen van het systeem.
** In gebieden die worden gedekt door Oproep naar Urgence met lokalisering en Oproep naar Assistance met lokaliseringBij een dealer kunt u een lijst van landen waar het systeem werkzaam is en een lijst met beschikbare telematicadiensten opvragen; deze lijsten zijn ook beschikbaar op de internetsite
voor uw land.

Page 164 of 244

162
In geval van pech
Toegang tot de zekeringen

► Maak het deksel los.► Vervang de zekering.► Sluit na het vervangen van de zekering zorgvuldig het deksel voor een goede afdichting
van de zekeringkast.


Zekering
N r.Stroomsterkte
(A)Functies
F15 10 Mistlamp linksvoor.
► Open het dashboardkastje.► Maak het beschermdeksel van de zekeringskasten los.
Bovenste zekeringkast

Zekering
N r.Stroomsterkte
(A)Functies
F2 10 Verwarmde
buitenspiegels.
F3 30 Elektrische
ruitbediening met
eentrapsbediening
vóór.
F4 5 Automatisch
inklapbare
buitenspiegels.
F5 30 Elektrische
ruitbediening met
eentrapsbediening
achter.
F6 25 Stoelverwarmingen
vóór.
Zekering
N r.Stroomsterkte
(A)Functies
F7 15 Elektrische
ruitbediening vóór.
F8 20 Audioversterker.
F10 25 Panoramadak.
F12 20 Schuif-/kanteldak.
Onderste zekeringkast

Zekering
N r.Stroomsterkte
(A)Functies
F3 5 Voeding aanhanger.
F4 15 Claxon.
F5 - F6 20 Ruitensproeierpomp
voor en achter.
F7 10 12V-aansluiting.
F8 20 Ruitenwisser achter.
F10
- F11 30
Vergrendelen/
ontgrendelen van
de portieren en de
brandstofvulklep.
F14 5 Alarmsysteem,
telematica-eenheid.
F27 5 Alarm
(voorbereiding).
F29 20 Telematicaradio.
F31 15 Radio (achteraf
aanbrengen).
F32 15 12V-aansluiting vóór.
Zekeringen in de
motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder de motorkap,
naast de accu.

Page 167 of 244

165
In geval van pech
8

► Schakel om gevaarlijke vonken te voorkomen de lader B uit alvorens de kabels op de accu aan
te sluiten.
► Controleer of de kabels van de lader in goede staat zijn.► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool (+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is
uitgerust.
► Sluit de kabels van lader B als volgt aan:• de rode pluskabel (+) op de pluspool (+) van de accu A,• de zwarte minkabel (-) op het massapunt C
van de auto.
► Zet na afloop van het laden eerst acculader B
uit voordat u de kabels loskoppelt van accu A.

24v 12v
Als deze sticker is aangebracht, mag er uitsluitend een 12 V-lader worden
gebruikt. Anders kunnen elektrische
onderdelen van het Stop & Start-systeem
onherstelbaar beschadigd raken.
Probeer nooit om een bevroren accu te
laden - Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat deze
dan door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats controleren op
beschadigingen van de inwendige delen en
op scheuren in de behuizing (kans op lekkage
van giftig en corrosief zuur).
Loskoppelen van de accu
Als u de auto gedurende langere tijd niet
gaat gebruiken, koppel dan de accu los. Op
deze manier blijft het laadniveau van de accu
voldoende om de motor weer te starten.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu los te koppelen:
► sluit alle te openen carrosseriedelen (portieren, achterklep, ruiten, zonnedak);
► schakel alle stroomverbruikers (autoradio, ruitenwissers, verlichting, enz.) uit;► zet het contact uit en wacht vier minuten.U hoeft slechts de klem van de pluspool (+) los
te nemen.
Accupoolklem met snelsluiting
Loskoppelen van de plusklem (+)

► Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog om
de accupoolklem B te ontgrendelen.
► Beweeg de accupoolklem B omhoog om hem
te verwijderen.
Aansluiten van de pluspool (+)


► Trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog.► Plaats de geopende accupoolklem B op de
pluspool ( +).
► Druk op de accupoolklem B tot hij stuit.► Beweeg hendel A omlaag om accupoolklem
B te vergrendelen.

Page 177 of 244

175
Bluetooth®-audiosysteem
10Bluetooth® audiosysteem

De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de
bestuurder handelingen die de volle
aandacht vragen, zoals het koppelen van een
Bluetooth-telefoon aan het handsfreesysteem
met Bluetooth van het audiosysteem,
uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Werkzaamheden aan dit systeem
mogen uitsluitend door een dealer of
een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd om elke kans op elektrocutie,
brand of mechanische storing te vermijden.
Het audiosysteem kan na het afzetten
van de motor na enkele minuten
automatisch worden uitgeschakeld om te
voorkomen dat de accu leeg raakt.
De eerste stappen
Drukken: Aan/uit.Draaien: volume aanpassen.Kort indrukken: geluidsbron wijzigen (radio, USB-uitgang, AUX-uitgang (indien
draagbaar apparaat is aangesloten), CD-speler,
audiostreaming).
Lang indrukken: weergave van het menu
Telefoon (als een telefoon is aangesloten).
Audio-instellingen wijzigen:fader voor/achter, balans links/rechts,
lage/hoge tonen, loudness, geluidssfeer.
Inschakelen/uitschakelen automatische
volumeregeling (gekoppeld aan rijsnelheid).
Radio:Kort indrukken: zenderlijst weergeven.
Lang indrukken: zenderlijst bijwerken.
Media:
Kort indrukken: bestandsoverzicht weergeven.
Lang indrukken: sorteermogelijkheden
weergeven.
Selecteren van de weergave op het scherm:
datum, audiofuncties, boordcomputer, telefoon.
Bevestigen of weergave van het contextmenu.
Toetsen 1 - 6.Kort indrukken: voorkeuzezender
selecteren.
Lang indrukken: radiozender als
voorkeuzezender opslaan.
Radio:
Automatisch stapsgewijs zoeken naar een
radiozender met een lagere/hogere frequentie.
Media:
Selecteren van het vorige/volgende nummer van
de CD, USB, Streaming audio.
Scrollen in een lijst.
Radio:
Handmatig stapsgewijs zoeken naar een
radiozender met een lagere/hogere frequentie.
Selecteren van de vorige/volgende
MP3-afspeellijst.
Media:
Vorige/volgende map/genre/artiest/afspeellijst
van het USB-apparaat selecteren.
Scrollen in een lijst.
Huidige bewerking annuleren.Eén niveau omhooggaan in een structuur
(menu of map).
Toegang tot het hoofdmenu.
TA-functie (verkeersinformatie) in- of uitschakelen.
Lang indrukken: berichtensoort selecteren.
Selecteren van de golfbanden FM/DAB/AM.

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 50 next >