CITROEN C4 AIRCROSS 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 61 of 368

1
59
Controle tijdens het rijden

Scherm "Systeem"

Kies "Systeem" in het menu "Bezig met
afstemmen…" om de tijdzone of de eenheden
te veranderen, om een taal (Engels,
Nederlands, Zweeds, Frans, Portugees,
Italiaans, Duits, Spaans, Noors, Vlaams of
Deens) te kiezen of om andere instellingen te
veranderen.



Menu "Instellingen"

Druk voor toegang tot dit menu op de toets
SETTINGS
op het bedieningspaneel.


Gebruik een schone en zachte doek om
het scherm te reinigen.

Houd geen puntige voor werpen tegen
het touchscreen.
Raak het touchscreen niet aan met
natte vingers.
Uit veiligheidsover wegingen moet
de bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd bij stilstaande
auto uitvoeren.
Bovendien zijn bepaalde functies niet
beschikbaar als de auto rijdt.

Raadpleeg het hoofdstuk "Audio en
datacommunicatie" voor meer informatie
over de verschillende menu's.


Tijd instellen

De digitale klok wordt automatisch
ingesteld.
Met het signaal van RDS-zenders kan het
systeem automatisch de lokale tijd instellen.


)
Druk op de toets SETTINGS
op het
bedieningspaneel voor toegang tot de
instellingen.

Page 62 of 368

60
Controle tijdens het rijden
U moet de automatische instellingen
uitschakelen (RDS automatische
correctie) om de tijdzone te wijzigen en
de zomertijd in of uit te schakelen.


1.
Auto / GMT / GMT+1 / GMT+2:

Tijdzone kiezen.

2.
Zomertijd:

Zomertijd in-/uitschakelen.

3.
RDS automatische correctie:

Automatische instelling in-/uitschakelen. In dit menu hebt u toegang tot de volgende
functies:

Weergaveformaat instellen

Via het menu " Tijd
":


)
druk op de toets " Formaatwijziging
".

)
stel de weergaveparameters in.

)
druk op de toets " Te r u g
" om uw keuze te
bevestigen.




)
Druk op de toets Te r u g
om uw keuze te
bevestigen en terug te keren naar het
vorige menu.
)
Druk op het touchscreen op de toets
" Systeem
".
Op het scherm verschijnen de systeeminstellingen.



)
Druk op de toets " Tijd
".

Page 63 of 368

1
61
Controle tijdens het rijden





Dimmer dashboardverlichting


U kunt de lichtsterkte van de
dashboardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving.
Door herhaalde malen te drukken op de
knop wijzigt de lichtsterkte stapsgewijs,
bij elke stap klinkt een geluidssignaal.
De dashboardverlichting kan onafhankelijk van
de verlichting van de auto worden ingesteld op
"dag" of "nacht".
Druk, wanneer de verlichting het maximale
niveau heeft bereikt, nogmaals op de knop om
naar het minimale niveau te gaan.
Laat de knop los zodra u de gewenste
lichtsterkte heeft bereikt.

Als de verlichting uit is, kan alleen de lichtsterkte
van het instrumentenpaneel gewijzigd worden.
De instelling wordt opgeslagen wanneer het
contact in stand OFF gezet wordt.

Als de verlichting brandt, kan de lichtsterkte
van de volledige dashboardverlichting
(instrumentenpaneel, display,
aircobedieningspaneel...) gewijzigd worden.

Page 64 of 368

62
Toegang tot de auto
U kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het portierslot of met de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens voor de follow me home-functie, het starten van de auto en de diefstalbeveiliging.


















Sleutel met afstandsbediening


Uitklappen van de sleutel



)
Druk op de knop om de sleutel uit te
klappen.



Openen van de auto


Ontgrendelen met de
afstandsbediening


)
Druk op het geopende hangslot
om de auto te ontgrendelen.



Ontgrendelen met de sleutel



)
Draai de sleutel naar de voorzijde in het
slot van het bestuurdersportier om het slot
te ontgrendelen.



Het ontgrendelen wordt bevestigd door
de interieur verlichting die gedurende
ongeveer 15 seconden gaat branden
en de richtingaanwijzers die twee keer

knipperen.
Tegelijkertijd klappen, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels uit.

Page 65 of 368

63
2
Toegang tot de auto


)
Druk één keer op het
geopende hangslot om alleen
het bestuurdersportier te
ontgrendelen.


Selectieve ontgrendeling met de
afstandsbediening
Het selectief ontgrendelen is uitsluitend
beschikbaar op de uitvoeringen die niet
voorzien zijn van supervergrendeling.
Het selectief ontgrendelen is niet
mogelijk met de sleutel.
)
Druk nogmaals op het geopende hangslot
om de overige portieren en de achterklep
te ontgrendelen.

Het ontgrendelen wordt bevestigd door
de interieur verlichting die gedurende
ongeveer 15 seconden gaat branden
en de richtingaanwijzers die twee keer

knipperen.
Tegelijkertijd worden, volgens
uitvoering, bij de eerste ontgrendeling
de buitenspiegels uitgeklapt.

Page 66 of 368

64
Toegang tot de auto


















Sluiten van de auto



)
Draai de sleutel rechtsom in het slot van
het bestuurdersportier om het portier te
vergrendelen.




Normale vergrendeling met de
afstandsbediening


)
Druk op het gesloten hangslot
om de auto te vergrendelen.

Als één van de portieren of de
achterklep geopend is, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat
binnen een bepaalde tijd een van de
portieren wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.


Normale vergrendeling met de
sleutel

Het vergrendelen wordt bevestigd
door het één keer
knipperen van de
richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels ingeklapt.

Page 67 of 368

65
2
Toegang tot de auto
Wanneer u deze knop niet indrukt bij
het inklappen van de sleutel, kan het
mechanisme beschadigd raken.









Supervergrendeling met de
afstandsbediening



)
Druk op het gesloten hangslot
om de auto volledig te
vergrendelen.

)
Druk binnen 5 seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om de
super vergrendeling van de auto in te
schakelen.



Inklappen van de sleutel



)
Druk op deze knop om de sleutel in te
klappen.
De super vergrendeling blokkeert het
van buitenaf en van binnenuit openen
van de portieren.
Als de super vergrendeling
is ingeschakeld, is ook de
vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de
super vergrendeling in als er zich
iemand in de auto bevindt.

De super vergrendeling wordt bevestigd
door het driemaal
knipperen van de
richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden de buitenspiegels
ingeklapt (volgens uitvoering).

Page 68 of 368

66
Toegang tot de auto
















Systeem "Keyless entry and start"


Selectief ontgrendelen



)
Wanneer u de elektronische sleutel op zak
hebt en u alleen het bestuurdersportier wilt
ontgrendelen, drukt u één keer op toets
B
en trekt u aan de portiergreep om het
portier te openen.

)
Druk nog een keer op toets B
wanneer u
de auto volledig wilt ontgrendelen.


Systeem waarmee de auto geopend,
gesloten en gestart kan worden zonder
dat u de elektronische sleutel tevoorschijn
hoeft te halen. Kan ook worden gebruikt als
afstandsbediening; zie de rubriek "Sleutel met
afstandsbediening".




Openen van de auto


Volledig ontgrend elen



)
Als u de elektronische sleutel op zak hebt
binnen een van de detectiezones A
, kunt u
de auto ontgrendelen door op een van de
toetsen B
of C
te drukken. Trek ver volgens
aan de portiergreep om het portier te
openen.
Ook uw passagiers kunnen de portieren
openen als de elektronische sleutel zich in
een van de detectiezones bevindt.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door een geluidssignaal en de
richtingaanwijzers die twee keer
knipperen.
Tegelijkertijd worden de buitenspiegels
uitgeklapt.
De selectieve ontgrendeling is uitsluitend
beschikbaar op de uitvoeringen zonder
supervergrendeling.
Om veiligheidsredenen hebben
de detectiezones waarbinnen de
elektronische sleutel werkt een straal
van ongeveer 70 cm rondom elke toets
voor het openen.

Page 69 of 368

67
2
Toegang tot de auto


















Sluiten van de auto


Vergrendelen



)
Druk, als de sleutel zich binnen een van de
detectiegebieden A
bevindt, op een van de
knoppen B
of C
om de auto te vergrendelen.









Supervergrendeling


Het vergrendelen wordt bevestigd door
een geluidssignaal en het één keer

knipperen van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden de buitenspiegels
ingeklapt.


)
Druk, als de elektronische sleutel zich in
een van de detectiezones A
bevindt, op
een van de toetsen B
of C
om de auto te
vergrendelen.

)
Druk binnen vijf seconden nogmaals
op een van de toetsen B
of C
om de
supervergrendeling in te schakelen.
Het vergrendelen wordt bevestigd
door twee geluidssignalen en door
de richtingaanwijzers die drie keer

knipperen.
Op hetzelfde moment worden de
buitenspiegels ingeklapt. Controleer altijd of u de elektronische
sleutel bij u hebt voordat u de auto
vergrendelt: in sommige gevallen is het
mogelijk om de auto te vergrendelen
zonder dat is gesignaleerd dat de
elektronische sleutel zich in de auto
bevindt.
Het contact moet in de stand "OFF"
staan. Als bij auto's met Stop & Start-
systeem de motor in de Stop-stand
staat, kan de auto niet worden
vergrendeld.

Page 70 of 368

68
Toegang tot de auto






Met de afstandsbediening
inschakelen van de verlichting
Deze functie werkt uitsluitend bij afgezet
contact
en met de lichtschakelaar in de stand
" OFF
" of " AUTO
".
De met de afstandsbediening ingeschakelde
verlichting wordt automatisch uitgeschakeld:


- bij het aanzetten van het contact,

- als de lichtschakelaar in een andere stand
dan " OFF
" of " AUTO
" wordt gezet,

- als de handbediende follow me home-
verlichting wordt ingeschakeld.


Druk op deze toets om de verlichting
(parkeerlicht en dimlicht) gedurende
30 seconden in te schakelen.
Door de toets een tweede keer
in te drukken wordt de verlichting
uitgeschakeld.
De super vergrendeling blokkeert het van
buitenaf en van binnenuit openen van de
portieren.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de
super vergrendeling in als zich iemand in
de auto bevindt.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 370 next >