alarm CITROEN DS5 HYBRID 2016 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 67 of 780

OFF
OFF
65
DS5_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2015
Opnieuw inschakelen van de
interieur- en wegsleepbeveiliging
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
F

D

ruk op de ontgrendelknop
van de afstandsbediening of
ontgrendel de auto met het
"Keyless entry and start"-
systeem om de omtrekbeveiliging
uit te schakelen.
F

D

ruk op de vergrendelknop
van de afstandsbediening of
vergrendel de auto met het
"Keyless entry and start"-
systeem om alle alarmsystemen
in te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop
zal opnieuw één keer per seconde
knipperen. Als het verklikkerlampje van de knop
snel knippert bij het ontgrendelen van
de auto met de afstandsbediening of
met het "Keyless entry and start"-
systeem, is het alarm tijdens uw afwezigheid
afgegaan. Het lampje stopt met knipperen als
het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Voer in dit geval de volgende handelingen uit
om de beveiligingsfuncties uit te schakelen.
F

O
ntgrendel de auto met de sleutel (in de
afstandsbediening) in het slot van het
bestuurdersportier.
F

O
pen het portier; het alarm gaat af.
F

Z
et het contact aan, het alarm stopt. Het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel (in
de afstandsbediening) in het slot van het
bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje van de knop blijft branden,
duidt dit op een storing in het systeem.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
* Volgens verkoopland.
Automatisch inschakelen*
Het systeem wordt 2 minuten nadat het
l aatste portier of de achterklep is gesloten,
automatisch ingeschakeld.
F

O
m het afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de achterklep
te voorkomen, moet eerst op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
worden gedrukt of moet de auto
ontgrendeld worden met het "Keyless entry
and start"-systeem.
Toegang tot de auto

Page 127 of 780

125
DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
F Om deze functie uit te schakelen drukt u nog een keer op de knop: het
verklikkerlampje gaat uit.
Bij het afzetten van het contact wordt de status
van het systeem opgeslagen. Bij een storing in het systeem gaat het
verklikkerlampje in de schakelaar enkele
seconden knipperen; vervolgens gaat het uit.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Bij slechte weersomstandigheden
(zware regen, hagel enz.) kan het
systeem tijdelijk minder nauwkeurig
werken.
Vooral het rijden op een nat wegdek
of van een droog wegdek op een nat
wegdek terechtkomen kan tot een
vals alarm leiden (zo kan een wolk
waterdruppels in de dode hoek worden
aangezien voor een voertuig).
Let er bij slecht weer en in de winter
altijd op dat de sensoren niet met
modder, sneeuw of ijs bedekt zijn.
Plak geen stickers of andere zaken op
het gedeelte onder de buitenspiegels
waar de waarschuwingslampjes zitten,
omdat de de dodehoekbewaking dan
mogelijk niet goed werkt. Dit geldt ook
voor de detectiezones op de voor- en
achterbumper.
De dodehoekbewaking wordt
automatisch uitgeschakeld als u een
aanhanger trekt met een door het
CITROËN-netwerk gehomologeeerde
trekhaak.
Storingen
Rijden

Page 182 of 780

Richtingaanwijzers
F Links: duw de hendel helemaal omlaag.
F R echts: duw de hendel helemaal omhoog.Drie keer knipperen
Beweeg de hendel iets omhoog of omlaag,
zonder het zware punt te passeren; de
desbetreffende richtingaanwijzers knipperen
vervolgens drie keer.
Wanneer de richtingaanwijzers na
meer dan 20

seconden nog niet zijn
uitgeschakeld, wordt bij een snelheid
van meer dan 60

km/h automatisch het
knippergeluid versterkt.
Alarmknipperlichten
Druk de knop in, de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop - afhankelijk van de mate van
remvertraging, als het ABS ingrijpt, maar ook als
er een aanrijding wordt gesignaleerd, worden de
alarmknipperlichten automatisch ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F

U k
unt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Deze functie kunt u bij elke snelheid
gebruiken, maar komt vooral van pas bij
het wisselen van rijstrook op wegen met
meerdere rijstroken per rijbaan.
Bij uitvoeringen met richtingaanwijzers met
LED-verlichting, wordt het branden van de
LED-verlichting afgewisseld.
De sterkte van de dagrijverlichting wordt minder
tijdens het knipperen van de richtingaanwijzers.

Page 223 of 780

221
DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".
Zekeringtabel
Zekeringn r.Stroomsterkte
(A)Functies
F6

A of B 15Autoradio.
F8 3Inbraakalarm.
F13 10Aansteker vóór, 12V-aansluiting vóór.
F14 1012V-aansluiting achter.
F16 3Kaartleeslampen achter.
F17 3Make-upspiegel.
F28

A of B 15Autoradio.
F30 20Ruitenwisser achter.
F32 10Audioversterker.
Praktische informatie

Page 232 of 780

DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Slepen van uw autoSlepen van een andere
auto
F Maak het klepje in de voorbumper los door
op de bovenkant ervan te drukken.
F

D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F

Be
vestig de sleepstang. F
T rek het klepje in de achterbumper aan de
linkerkant los via de punt van de ring.
F

D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F

Be
vestig de sleepstang.
F

S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F

R
ijd rustig weg. Rijd vervolgens met een
lage snelheid en leg geen lange
afstanden af.
F

Z
et de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij de
automatische transmissie).
H
et niet opvolgen van deze aanwijzing
kan er toe leiden dat bepaalde
onderdelen van het remsysteem of
de aandrijving beschadigd raken en
dat de rembekrachtiger na het starten
mogelijk niet meer werkt.
F O ntgrendel het stuur wiel en zet de
parkeerrem vrij.
F

S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F

R
ijd rustig weg. Rijd vervolgens met een
lage snelheid en leg geen lange
afstanden af.

Page 236 of 780

DS5_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het CITROËN-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie van CITROËN.
"Comfort":
windgeleiders, rolgordijnen zijruiten, rolgordijn
achter, koelbox, kleerhanger aan hoofdsteun,
leeslamp, caravanspiegels, parkeerhulp,
parfumeur, aansteker, enz.
"Transportmiddelen":
mat bagageruimte, bagagebak, bagagenet,
stutten, allesdrager, fietsendrager, skidrager,
dakkoffer, trekhaak, trekhaakbedrading, enz.
"Styling":
aluminium pedalen, aluminium voetensteun,
lichtmetalen velgen, verchroomde
spiegelhuizen, enz.*

O
m te voorkomen dat pedalen blijven
hangen:
-

l
et erop dat vloermatten op de juiste
plaats liggen en goed zijn vastgemaakt,
-

l
eg nooit meerdere matten op elkaar.
"Veiligheid":
alarminstallatie, anti-takelmodule, car tracking
system, zitverhogingen en kinderzitjes,
hondenrek, alcoholtester, verbanddoos,
brandblusser, gordelsnijder/noodhamer,
gevarendriehoek, veiligheidsvest, wielbouten
met slot, sneeuwkettingen, sneeuwsokken, enz.
"Bescherming":
vloermatten*, spatlappen, stootstrips,
dorpelbeschermer voor de bagageruimte,
beschermhoes voor de auto, enz.
Bij montage van een trekhaak en bedrading
door een andere dan een dealer van het
CITROËN-netwerk, moeten de voorschriften
van de fabrikant worden opgevolgd en moet de
bedrading aangesloten worden op de daarvoor
bestemde aansluitingen van de auto.
De carosseriedelen van de achterzijde van de auto
zijn zo ontworpen dat het opspatten van water of
steenslag zo veel mogelijk wordt voorkomen.

Page 312 of 780

A
Aanhanger............................................... 99, 231
Aanhangergewichten ............................ 26
5, 269
Aansluiting 12V
......................................... 8

2, 83
Aansteker
........................................................ 83
A

ccessoires ........................................... 101, 234
Accessoirestand
........................................... 10

1
Accu


............................................... 223-227, 2 51
Accu laden


.................................................... 225
Achterbank


................................................ 77, 79
Achterlichten


................................................. 233
Achterruitverwarming


...............................80, 95
Achteruitrijcamera


......................................... 13 8
Achteruitrijlicht


.............................................. 216
Actieradius AdBlue


...............................254, 255
AdBlue
® ........................................... 29, 253, 258
AdBlue®-niveau ............................................. 253
AdBlue®-reservoir ................................. 253, 258
Additief AdBlue ...................... 29, 253 , 254, 258
Afmetingen
.................................................... 2

73
Afstandsbediening


.............................. 52-55, 60
Afstandsbediening, batterij
....................... 59,

60
Afstandsbediening, batterij vervangen


...........59
Afstandsbediening synchroniseren


................59
Afstellen van de koplamphoogte


..................150
Airbags


.................................................... 31, 189
Airbags vóór
...............................

...........189, 192
Airconditioning
...............................

.................14
Airconditioning, automatische


..................90, 91
Airconditioning (handbediend)


.......................90
Alarmknipperlichten


................................ 88, 180
Alarmsysteem


................................................. 63
Algemeen menu
...............................

.............284
Allesdragers


.................................................. 232
Allesdragers monteren


................................. 232
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 18

2
Antislipregeling


....................................... 27, 182
Armleuning


...................................................... 82Armleuning achter
...........................................
86
A
rmleuning vóór
...............................
...............
85
Asbak (uitneembaar)

.......................................
82
Audio-aansluitingen

........................
85, 290 , 291
Automatische ruitenwissers

..................
153, 155
Automatische schakeling grootlicht/dimlicht

.................................
20, 147
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten

....................................
180
Automatisch inschakelen verlichting

....
143 , 146
Autoradio

.................................................
39, 281
Autoradio, bedieningen aan stuurkolom

.......
283
AUX-aansluiting

............................................
291
Aux-aansluitingen
...............................
............
85
Aux-ingang
...............................
.....................
291
Bagageruimte

..................................................62
Bagageruimte, indeling


...................................87
Bagageruimte ontgrendelen


...........................53
Bagageruimte (openen)


..................................53
Bagageruimte openen


........................52-54, 62
Banden


............................................................14
Banden, noodreparatie
................................. 19

6
Bandenreparatieset


......................................19 6
Bandenspanning


..............................14, 197 , 2 74
Bandenspanning, detectie
............................ 11

6
Bandenspanningscontrole (met set)


.............19 6
Bandenspanning te laag (detectie)
............... 11

6
Bandreparatieset


..........................................19 6
Bekerhouder


...................................................82
Beladen


...................................................14, 232
Benzine
...............

..........................................240CD


.................................................................287
CD MP3
.................................................288, 289
CD-/MP3


-speler

...................................288, 289
Centrale vergrendeling


.............................53, 55
Citroën Noodoproep gelocaliseerd


..............278
Claxon


...........................................................181
Cockpit Roof
..............................

.....................68
B
C
Benzinemotor ................................ 240, 244 , 264
Bestuurdersplaats (instellingen) .....................74
Bijvullen additief AdBlue
® ............................. 25 8
Binnenspiegel ................................................. 81
B
lack panel ...................................................... 38
BlueHDi


......................................... 246, 253 , 254
Bluetooth (handsfree set)
............................. 2

92
Bochtverlichting
............................. 1

51, 152 , 2 11
Boordcomputer


......................................... 46-48
Brake Assist System (BAS)
.......................... 182
Brandstof


......................................... 14, 240 , 2 41
Brandstofadditief


................................... 250, 2 51
Brandstofaddititiefniveau


...................... 250, 2 51
Brandstofniveau


............................................ 239
Brandstofniveaumeter
................................... 23

9
Brandstofsysteem ontluchten


....................... 246
Brandstoftank


........................................ 239, 242
Brandstoftankdop


.......................................... 239
Brandstof tanken


.................................... 239 -242
Brandstoftank (inhoud)


................................. 239
Brandstoftankklep


................................. 239, 242
Brandstoftank leeg (diesel)


........................... 246
Brandstofverbruik


........................................... 14
Buitenspiegels ......................................... 80, 123
Buitenspiegels, in- en uitklappen


................... 80

Page:   < prev 1-10 11-20