keyless CITROEN DS5 HYBRID 2016 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 569 of 780

15Hybrid4-systeem

Starten van het Hybrid4-systeem


Inschakelen van het Hybrid4-systeem

Als het Hybrid4-systeem is ingeschakeld,
brandt de verlichting van het
instrumentenpaneel en staat de wijzer van de
vermogensmeter in de stand " 0
". Het stuurslot
wordt automatisch ontgrendeld (er is een geluid
hoorbaar en het stuur wiel beweegt lichtjes).
Afhankelijk van bepaalde parameters, zoals
de laadtoestand van de tractiebatterij en
de buitentemperatuur, bepaalt het Hybrid4-
systeem zelf of de HDi-dieselmotor moet
worden gestart.
De keuzeschakelaar staat in de stand AUTO
.


Onder winterse omstandigheden en bij
koude motor kan het verklikkerlampje
van het voorgloeien enkele seconden
blijven branden; wacht tot het
verklikkerlampje is gedoofd en laat dan
het rempedaal los.






























Starten / afzetten van het Hybrid4-systeem


Laat nooit kinderen alleen in de auto
achter als het Hybrid4-systeem is
ingeschakeld.



)
Zet de selectiehendel in de stand N
.

)
Plaats de elektronische sleutel in de lezer.
of


)
Als uw auto is voorzien van het keyless
entry and start-systeem, hoeft de
elektronische sleutel zich slechts in de auto
te bevinden.
)
Trap het rempedaal volledig in.




)
Druk één keer kort (ongeveer één seconde)
op de knop " START/STOP
".

)
Houd het rempedaal ingetrapt tot het
verklikkerlampje READY
gaat branden om
aan te geven dat het Hybrid4-systeem is
ingeschakeld; dit wordt bevestigd met een
geluidssignaal.

Als het Hybrid4-systeem niet wordt
ingeschakeld:


)
En N
knippert op het
instrumentenpaneel, zet dan de
selectiehendel in de stand A
en
ver volgens in de stand N
.

)
En de melding " Voet op het
rempedaal
" wordt weergegeven,
trap het rempedaal dan steviger in.


Als de eco-mode van de auto is
geactiveerd, kan het enkele seconden
duren voordat het verklikkerlampje
READY
gaat branden wanneer het
Hybrid4-systeem wordt ingeschakeld.

Page 571 of 780

17Hybrid4-systeem

Uitschakelen van het Hybrid4-systeem




)
Zet de auto stil.

)
Zet de selectiehendel in de stand N
.

)
Druk kort (ongeveer één seconde) op de
knop " START/STOP
".
Het Hybrid4-systeem wordt uitgeschakeld:


- het verklikkerlampje READY
gaat uit,

- het stuurslot wordt vergrendeld,

- de elektrische parkeerrem wordt
automatisch aangetrokken, behalve als de
automatische werking is uitgeschakeld.


)
Controleer of de verklikkerlampjes van de
elektrische parkeerrem branden.

)
Ver wijder de elektronische sleutel uit de
lezer.

Schakel altijd het Hybrid4-systeem uit
(verklikkerlampje READY
uit) en trek de
elektrische parkeerrem aan alvorens
werkzaamheden in de motorruimte uit
te voeren.

Controleer voordat u de auto verlaat of het
verklikkerlampje READY
is uitgegaan.
Laat uw elektronische sleutel nooit
achter in de auto.





Omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal: laat nooit de
elektronische sleutel in de auto achter,
ook niet wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te
houden.
















Aanzetten van het contact


Druk, met de elektronische sleutel in de lezer
of de sleutel van het keyless entry and start-
systeem in het interieur van de auto, zonder
het rempedaal in te trappen
op de knop
" START/STOP
" om het contact aan te zetten.



)

Druk op de knop " START/STOP
":
de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden zonder
dat het Hybrid4-systeem wordt ingeschakeld
.

Als het contact is aangezet, gaat
het systeem vanaf een bepaalde
laadtoestand van de accu automatisch
over op de eco-mode.

)
Druk nogmaals op deze knop om het
contact af te zetten en de auto te kunnen
vergrendelen.

Page 572 of 780



















Noodprocedure voor starten / afzetten


Noodprocedure voor het starten
met het keyless entry and start-
systeem
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en het Hybrid4-systeem
niet wordt ingeschakeld als u op de knop
" START/STOP
" drukt:


)
Steek de elektronische sleutel in de lezer.

)
Zet de selectiehendel in de stand N
.

)
Trap het rempedaal volledig in.

)
Druk op de knop " START/STOP
".
Het Hybrid4-systeem wordt ingeschakeld; het
verklikkerlampje READY
brandt.




















Als de elektronische sleutel niet
wordt herkend door het keyless
entry and start-systeem
Als de elektronische sleutel zich niet meer in het
detectiebereik bevindt tijdens het rijden of wanneer
u (op een later moment) het Hybrid4-systeem wilt
uitschakelen, wordt een melding weergegeven op
het display van het instrumentenpaneel.


)
Houd de knop "
START/STOP
"
ongeveer
drie seconden ingedrukt als u het Hybrid4-
systeem geforceerd wilt uitschakelen. In noodgevallen kan de motor geforceerd
worden afgezet.


)
Houd de knop " START/STOP
" ongeveer
drie seconden ingedrukt.
In dat geval wordt het stuurslot vergrendeld
zodra de auto stilstaat.

Tijdens het gebruik van de auto moet
de elektronische sleutel in de auto
blijven.



Noodprocedure voor het afzetten van de motor

Let op: zonder de elektronische sleutel
in het detectiebereik kan het systeem
niet meer ingeschakeld worden.

Page 599 of 780

45Tr e f w o o r d e n r e g i s t e r
12V-accu ........................................................... 5
Aanhangergewichten ...................................... 41
Afzetten van het Hybrid4-systeem .......... 15, 18
Airconditioning .......................................... 22, 25
Autowasstraat ................................................. 36
Banden ............................................................ 37
Bandreparatieset ............................................ 37
Bergingsauto of trailer (slepen) ...................... 38
Boordcomputer .......................................... 12-14
Boordgereedschap ......................................... 37
Brandstof ......................................................... 24
Brandstofverbruik ................................. 9, 12, 24
Contact ............................................................ 17
Contact aangezet ............................................ 17Handrem, elektrisch bediend ............. 15, 23, 36
Head-up display .............................................. 15
Hoogspanning ........................................... 27, 28
Hoogspanningskabel ...................................... 28Laadtoestand van de tractiebatterij .... 5, 10, 25, 27
Lekke band ...................................................... 37
ECO OFF (schakelaar) ................................... 22
Elektrisch rijden (ZEV) ............ 11, 19, 22, 24, 25
Elektromotor .......................................... 5, 19, 39Gewichten ....................................................... 41
Gewichten, overzicht ...................................... 41
Dieselmotor .........................5, 19, 22, 25, 36, 40
Display instrumentenpaneel ................. 8, 10, 13Milieu ............................................................... 24
Milieubewust rijden ......................................... 24
Motoren ..................................................... 39, 40
Motorenoverzicht ...................................... 39, 40
Motorkap, openen ........................................... 30
Motorruimte ..................................................... 30
Noodprocedure afzetten van de motor ........... 18
Noodprocedure starten ................................... 18
READY (verklikkerlampje) ................ 8, 9, 28, 30
Regeneratie roetfilter .................................. 5, 25
Resetten van het overzicht van het verbruik .... 14
Resetten van het traject ............................ 13, 14
Rijadviezen ..................................................... 23
Roetfilter ...................................................... 5, 25 Keuzeschakelaar .................................. 5, 19
, 24
Keyless entry and start ........................15, 17, 18
Koeling tractiebatterij ...................................... 29 Instrumentenpaneel .......................................... 8Ontdooien........................................................ 25
Ontwasemen ................................................... 25
Overzicht van het verbruik .............................. 12
A
B
CH
I
KL
D
EGM
N
O
RElektronische sleutel ............................15, 17, 18
Elektronisch gestuurde
versnellingsbak ....................... 5, 15, 23-25, 32
Energiestromen......................................... 10, 11

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30