radio FIAT PANDA 2018 Instructieboek (in Dutch)

Page 10 of 240

DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningselementen, de instrumenten en de meters kunnen variëren afhankelijk van
de versies.
1. Verstelbare luchtroosters 2. Bedieningshendel buitenverlichting 3. Frontairbag bestuurderszijde 4. Bedieningshendel ruitenwissers voor/achter en
tripcomputer 5. Verstelbare en richtbare luchtroosters in het midden 6. Frontairbag passagierszijde 7. Dashboardkastje (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) 8. Radio (voor bepaalde uitvoeringen/markten) 9. Bedieningsknoppen 10. Versnellingspook 11. Bedieningsorganen voor
verwarming/ventilatie/klimaatregeling 12. Contactslot 13. Instrumentenpaneel 14. Elektrische voorruiten 15. ECO/ASR OFF toetsen (voor bepaalde
versies/markten)
1F1D0131
8
KENNISMAKING MET DE AUTO

Page 12 of 240

CONTACTSLOT
2) 3) 4) 5)
De sleutel kan in 3 standen worden
gedraaid fig. 3:
STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden; stuurkolom is
vergrendeld. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, centrale
portiervergrendeling enz.) kunnen
werken;
MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.STUURSLOT
Inschakeling
Wanneer het apparaat op STOP staat,
de sleutel verwijderen en het stuurwiel
verdraaien tot het vergrendelt.
Uitschakelen
Draai het stuur enigszins en draai de
sleutel in de stand MAR.
BELANGRIJK
2)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet dit
gecontroleerd worden bij het Fiat
Servicenetwerk voordat er verder gereden
wordt.
3)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt verlaten, om
onbedoeld gebruik van de
bedieningselementen te voorkomen.
Vergeet niet de handrem aan te trekken.
Schakel de 1
eversnelling in als de auto op
een helling omhoog staat geparkeerd en de
achteruitversnelling bij een helling omlaag.
Laat kinderen nooit zonder toezicht in de
auto achter.
4)Demontage-/montagewerkzaamheden,
waarvoor wijzigingen in de stuurinrichting of
de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij montage
van een diefstalbeveiliging) zijn ten
strengste verboden. Zulke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem, de
garantie en de veiligheid in gevaar brengen
waardoor de auto niet meer aan de
typegoedkeuring voldoet.5)Verwijder de sleutel nooit terwijl de auto
rijdt. Het stuurwiel zal automatisch
vergrendeld worden zodra eraan gedraaid
wordt. Dit geldt ook voor auto's die
gesleept worden.
3F1D0006
10
KENNISMAKING MET DE AUTO

Page 43 of 240

INSTELLINGENMENU
Het menu omvat de volgende opties:
MENU
VERLICHTING
PIEP SNELHEID
SENSOR KOPLAMPEN (voor
bepaalde versies/markten)
INSCHAKELING/GEGEVENS TRIP
B
STEL UUR IN
STEL DATUM IN
RADIO HERHALING(voor bepaalde
markten/versies)
AUTOCLOSE (voor bepaalde
versies/markten)
MEETEENHEID
TAAL
GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN
PIEP VEILIGHEIDSGORDELS (voor
bepaalde versies/markten)
SERVICE
AIRBAG/PASSENGER BAG (voor
bepaalde versies/markten)
DAGLICHTEN (voor bepaalde
versies/markten)
RESET BANDEN (voor bepaalde
versies/markten)
CITY BRAKE C. (voor bepaalde
versies/markten)
RESET OLIEPEIL (voor bepaalde
versies/markten)
EXIT MENU
Uitschakeling van de airbags aan
de passagierszijde: frontairbag
en zijairbag
Met deze functie kan de frontairbag aan
passagierszijde in- of uitgeschakeld
worden.
Ga als volgt te werk:
druk op de knopen druk na
weergave van het bericht
“Passagiersairbag: Uit” om uit te
schakelen) of het bericht
(“Passagiersairbag: Aan” om in te
schakelen) door op
ente
drukken, nogmaals op
drukken;
op het display verschijnt een bericht
met het verzoek om bevestiging;
druk op de knoppenof
om "Ja" te selecteren (om het
inschakelen/uitschakelen te bevestigen)
of "Nee" (om te annuleren);
druk kort op de knop;er
verschijnt een bevestigingsbericht van
de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm.
Houd de knop ingedrukt om naar
het standaardscherm terug te keren
zonder op te slaan.Oliepeil resetten
(voor bepaalde versies/markten)
24)
Met deze functie wordt de
waarschuwing de olie bij te vullen
gereset die circa elke 8.000 km
verschijnt.
Ga als volgt te werk om deze
waarschuwing na het bijvullen van olie
te resetten:
Druk kort op de knop. Het
display vraagt u de reset te bevestigen.
Druk op de knopofen
selecteer “JA” om de waarschuwing te
resetten of “NEE” om de bewerking
te annuleren.
TRIP COMPUTER
De Trip Computer geeft informatie over
de werking van de auto weer op het
display, wanneer de contactsleutel in de
stand MAR staat. Er zijn twee
afzonderlijke reisfunctie, “Trip A” en
“Trip B” genaamd, waarmee de
gegevens over de gehele reis
onafhankelijk van elkaar bewaakt
kunnen worden.
41

Page 202 of 240

MULTIMEDIA
In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste
functies beschreven van de radio en
van de Uconnect Radio die op het
voertuig gemonteerd kunnen zijn.RADIO.............................................201
UCONNECT RADIO ........................209
200
MULTIMEDIARADIO EQUIPMENT DIRECTIVE
2014/53/EU ....................................225

Page 203 of 240

RADIO
181) 182) 183) 184) 185) 186)
De radio is ontworpen volgens de
specificaties van het
passagierscompartiment, met een
gepersonaliseerd design dat perfect
past bij de stijl van het dashboard.
TIPS
Verkeersveiligheid
Maak uzelf vertrouwd met de
verschillende functies van de radio (bijv.
het opslaan van stations) voordat u
gaat rijden.
Zorg en onderhoud
Maak het frontpaneel uitsluitend met
een zachte, antistatische doek schoon.
Reinigings- en polijstmiddelen kunnen
het oppervlak beschadigen.
DIEFSTALBEVEILIGING
De autoradio is uitgerust met een
diefstalbeveiliging die gebaseerd is op
de informatie-uitwisseling tussen de
autoradio en de elektronische
regeleenheid (Body Computer) in het
voertuig.
Dit systeem garandeert maximale
veiligheid en voorkomt dat elke keer dat
de stroomvoorziening van de autoradio
uitvalt, de geheime code opnieuw
ingevoerd moet worden.Als de controle een positief resultaat
oplevert, dan begint de radio te werken.
Als de codes bij de vergelijking echter
niet overeenkomen of als de
elektronische regeleenheid (Body
Computer) wordt vervangen, dan zal
het toestel de gebruiker vragen om de
geheime code in te voeren op de
manier die in de volgende paragraaf is
beschreven.
De geheime code invoeren
Wanneer de radio wordt ingeschakeld,
wordt op het display, als het password
wordt gevraagd, ongeveer 2 seconden
het opschrift "Radio code"
weergegeven, gevolgd door vier
streepjes "----".
De geheime code bestaat uit vier cijfers
van 1 t/m 6, waarbij elk streepje met
een cijfer overeenkomt.
Druk voor het invoeren van het eerste
cijfer van de code op de betreffende
toets van het voorkeuzestation (1
t/m 6). Voer de overige cijfers van de
code op dezelfde manier in.
Als de vier cijfers niet binnen 20
seconden worden ingevoerd, dan
verschijnt op het display "Enter code - -
- -". Als dit gebeurt, wordt dit niet als
het invoeren van een verkeerde code
beschouwd.
Na invoer van het vierde cijfer (binnen
20 seconden), begint de autoradio
te werken.Als een verkeerde code wordt
ingevoerd, geeft de radio een geluid af
en toont het display "Radio blocked/
wait" om aan te geven dat de juiste
code moet worden ingevoerd.
Elke keer dat de gebruiker een
verkeerde code invoert, neemt de
wachttijd geleidelijk aan toe (1 min, 2
min, 4 min, 8 min, 16 min, 30 min,
1 uur, 2 uur, 4 uur, 8 uur, 16 uur en 24
uur), tot een maximum van 24 uur.
De wachttijd wordt op het display
getoond met het opschrift "Radio
blocked/wait". Als dit opschrift is
verdwenen, kan de code opnieuw
worden ingevoerd.
Paspoort autoradio
Dit document is het eigendomsbewijs
van de autoradio. Op het paspoort van
de autoradio staan het model, het
serienummer en de geheime code
aangegeven.
BELANGRIJK Bewaar dit
autoradiopaspoort op een veilige plek,
zodat bij diefstal van de radio de
betreffende informatie aan de bevoegde
instanties gegeven kan worden.
Neem, in geval van zoekraken van het
paspoort van de autoradio, contact
op met het Fiat Servicenetwerk, neem
uw identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van uw auto
mee.
201

Page 205 of 240

Algemene functies
Knop Functies Modus
Inschakelen knop kort indrukken
Uitschakelen knop kort indrukken
Volumeregeling Draai knop links/rechts
FM ASKeuze radiobron FM1, FM2, FM Autostore Kort achter elkaar indrukken
AMKeuze radiobron MW1, MW2 Kort achter elkaar indrukken
MEDIACD-bronselectie Kort achter elkaar indrukken
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Knop kort indrukken
Audioregeling: lage tonen (BASS), hoge tonen
(TREBLE), balans rechts/links (BALANCE), balans
voor/achter (FADER) (waar voorzien)Menu inschakelen: toets kort indrukken
Type regeling selecteren: toetsofindrukken.
Waarde instellen: toetsofindrukken.
MENURegeling geavanceerde functiesMenu inschakelen: toets kort indrukken
Type regeling selecteren: toets
ofindrukken.
Waarde instellen: toetsofindrukken.
203

Page 206 of 240

Radiofuncties
Knop Functies Modus
Radiostation zoeken:
Automatisch zoeken
Handmatig zoekenAutomatisch zoeken: toets
ofindrukken (ingedrukt
houden voor snel vooruitzoeken)
Handmatig zoeken: toets
ofindrukken (ingedrukt
houden voor snel vooruitzoeken)
123456Huidige radiostation opslaanLang ingedrukt houden voor voorinstellen geheugen van
1 t/m 6
Opgeslagen radiostation oproepen Kort indrukken voor voorinstellen geheugen van 1 t/m 6
.
CD-functies
Knop Functies Modus
CD uitwerpen Knop kort indrukken
Vorige/volgende nummer weergeven Toetsofkort indrukken
Cd-nummer snel vooruit-/terugspoelen Toets de knoppen
oflang in
Vorige/volgende map weergeven (bij CD-MP3) Toetsofkort indrukken
204
MULTIMEDIA

Page 207 of 240

ALGEMENE INFORMATIE
De autoradio biedt de volgende
functies:
Radiosectie
PLL-tuner met FM/AM/MW
golfbanden;
RDS (Radio Data System) met
TA-functie (verkeersinformatie) - TP
(verkeersprogramma's) - EON
(Enhanced Other Network) - REG
(regionale programma's);
AF: zoeken naar alternatieve
frequenties in RDS;
voorbereiding voor noodberichten;
automatisch/handmatig afstellen op
stations;
FM Multipath detector;
handmatige opslag van 30 stations:
18 op FM-golfband (6 op FM1, 6 op
FM2, 6 op FMT), 12 op MW-golfband
(6 op MW1, 6 op MW2);
automatische programmering
(Autostore-functie) van 6 stations op
betreffende FM-golfband
SPEED VOLUME functie:
automatische volumeregeling op basis
van de voertuigsnelheid;
automatische Stereo/Mono selectie.
CD-gedeelte
Directe keuze van de CD;
Keuze van nummer (vooruit/
achteruit);
Nummers snel vooruit-/
terugspoelen;
CD Weergavefunctie: weergave van
CD-naam en verstreken tijd vanaf
begin van het nummer
Afspelen van audio CD, CD-R en
CD-RW.
MP3 CD-gedeelte
Functie MP3-Info (ID3-TAG);
Keuze van map (vorige/volgende);
Keuze van nummer (vooruit/
achteruit);
Nummers snel vooruit-/
terugspoelen;
Functie MP3-Display: weergave van
mapnaam, ID3-TAG informatie,
verstreken tijd vanaf het begin van het
nummer, bestandsnaam
Afspelen van audio- of gegevens-
CD, CD-R en CD-RW.
Audiogedeelte
Mute/Pauze functie;
Soft-Mute functie;
Loudness functie
grafische 7-bands equalizer;
Gescheiden regeling hoge/lage
tonen
Balansregeling linker/rechter
kanalen.FUNCTIES EN
INSTELLINGEN
De autoradio aanzetten
De autoradio wordt ingeschakeld als er
kort op de toets/knop
(ON/OFF)
wordt gedrukt.
Wanneer de radio wordt ingeschakeld
terwijl de sleutel uit het contactslot is
gehaald, dan schakelt hij automatisch
na circa 20 minuten uit. Nadat de radio
zichzelf automatisch heeft
uitgeschakeld, kan hij weer 20 minuten
extra worden ingeschakeld door op
de
(ON/OFF) toets/knop te drukken.
De autoradio uitzetten
Druk kortstondig op de
(ON/OFF)
toets/knop.
Volumeregeling
Draai aan de
(ON/OFF) toets/knop
om het volume te regelen.
Als het volumeniveau wordt gewijzigd
tijdens het uitzenden van
verkeersinformatie, dan blijft deze
nieuwe instelling slechts gehandhaafd
tot het einde van deze
verkeersinformatie.
205

Page 208 of 240

MUTE/Pause functie
(het volume uitzetten)
Druk kortstondig op de
toets om de
Mute-functie te activeren. Het volume
zal geleidelijk afnemen en het opschrift
“RADIO Mute” zal getoond worden
(bij radiogebruik) of “PAUSE” (bij
gebruik van de Cd-speler).
Druk kortstondig op de
toets om de
Mute-functie te deactiveren. Het
volume wordt geleidelijk verhoogd tot
het eerder ingestelde niveau.
Audio-instellingen
De functies die kunnen worden
geselecteerd in het audio-menu
wijzigen afhankelijk van de context:
AM/FM/CD.
Druk kortstondig op de
toets om de
audiofuncties te veranderen.
Na de eerste druk op de
toets,
toont het display de waarde van het
bass-niveau voor de op dat moment
ingeschakelde bron (bijv. bij gebruik van
FM, toont het display het opschrift
"FM Bass +2").
Gebruik de
oftoets om door de
menufuncties te lopen. Gebruik voor
het wijzigen van de instelling van de
gekozen functie de
oftoetsen. De
huidige status van de gekozen functie
verschijnt op de display.
De functies waarin het menu voorziet
zijn:
BASS: regeling van lage tonen;
HOOG: regeling hoge tonen;
BALANS: regeling balans rechts/
links;
FADER: regeling balans voor/achter
(waar voorzien).
LOUDNESS: inschakeling/
uitschakeling van de toename van bass
en hoge tonen;
EQUALIZER: activering en selectie
van in de fabriek ingestelde
equalizerniveaus;
USER EQUALIZER: persoonlijke
equalizerinstelling.
MENU
MENU Functies menutoetsen
Druk kortstondig op de MENU toets om
de Menu-functie te activeren. De
display toont het eerste instelbare
menu-item (AF) ("AF Switching On" op
de display).
Gebruik de
oftoets om door de
menufuncties te lopen. Gebruik voor
het wijzigen van de instelling van de
gekozen functie de
oftoetsen.
De huidige status van de gekozen
functie verschijnt op de display.
De functies waarin het menu voorziet
zijn:
AF SWITCHING: automatische
inschakeling/uitschakeling van de
selectie van het station met het sterkste
signaal dat hetzelfde programma
uitzendt.
TRAFFIC INFORMATION:
inschakeling/uitschakeling van
verkeersinformatie (alleen op FM band).
REGIONAL MODE: inschakeling/
uitschakeling van regionale
programma’s.
MP3-DISPLAY: CD MP3 display-
instelling.
SPEED VOLUME: automatische
snelheidsafhankelijke volumeregeling.
RADIO ON VOLUME: in-/
uitschakeling maximumlimiet
radiovolume.
RADIO OFF: off mode selectie.
SYSTEM RESET: resetten van
fabrieksinstellingen.
Druk opnieuw op de MENU-toets om
de Menu-functie te verlaten.
OPMERKING De instellingen AF
SWITCHING, TRAFFIC INFORMATION
en REGIONAL MODE zijn alleen bij
FM mogelijk.
206
MULTIMEDIA

Page 209 of 240

RADIO (Tuner)
Druk, om de radio te kiezen wanneer
naar een andere audiobron wordt
geluisterd, kortstondig op de toets FM
AS of AM, afhankelijk van de gewenste
golfband.
Zodra de Radio is ingeschakeld, toont
de display de naam (alleen RDS-
stations), de frequentie van het gekozen
station, de gekozen golfband (bijv.
FM1) en het nummer van de
voorkeuzetoets (bijv. P1).
Keuze frequentieband
Druk bij ingeschakelde radio meerdere
malen kort op de toets FM AS of AM
om de gewenste golfband te kiezen.
Elke keer dat op de toets wordt
gedrukt, worden de AM en FM
golfbanden na elkaar gekozen:
Voorkeuzetoetsen
De toetsen met de nummer 1 t/m 6
worden voor het instellen van de
volgende voorkeuzestations gebruikt:
18 op de FM-golfband (6 op FM1, 6
op FM2, 6 op FMT of "FMA") (bij
sommige uitvoeringen);
12 op de MW-golfband (6 op MW1,
6 op MW2).Kies voor het luisteren naar een
voorkeuzestation, de gewenste
golfband en druk vervolgens kort op de
betreffende voorkeuzetoets (1 t/m 6).
Door langer dan 2 seconden op de
voorkeuzetoets te drukken, wordt het
station waarop is afgestemd
opgeslagen. De opslagfase wordt
bevestigd door een geluidssignaal.
Automatische afstemming
Druk kortstondig op de
oftoets
om automatisch te zoeken naar het
volgende station dat in de gekozen
richting ontvangen kan worden.
Handmatig afstemmen
Kies de gewenste golfband en druk
vervolgens herhaaldelijk kort op de
oftoets om het zoeken in de
gekozen richting te starten. Als de
of
toets langer ingedrukt wordt
gehouden, dan start het snel zoeken.
Dit stopt wanneer de toets wordt
losgelaten.
CD-SPELER
Ga voor het inschakelen van de
ingebouwde CD-speler als volgt te
werk:
breng een CD bij reeds ingeschakeld
apparaat in: het eerste nummer wordt
afgespeeld;
of
als er reeds een CD is ingebracht,
schakel dan de autoradio in en druk
vervolgens kort op de CD-toets om de
“CD” werking te kiezen: het laatst
beluisterde nummer zal afgespeeld
worden.
Voor een optimale weergave wordt het
gebruik van originele CD's aangeraden.
Als CD-R/RW's worden gebruikt, dan
adviseren wij exemplaren van goede
kwaliteit die met de laagst mogelijke
snelheid gebrand worden.
CD inbrengen/uitwerpen
Steek de CD voorzichtig in de sleuf,
zodat het automatische laadsysteem
ingeschakeld wordt dat de CD correct
zal plaatsen.
Druk op de
toets (EJECT) bij
ingeschakelde radio om het
automatisch uitwerpen van de CD te
activeren. Na het uitwerpen wordt
de audiobron ingeschakeld die
beluisterd werd voordat de CD werd
afgespeeld.
72)
Aanwijzingen op het display
Wanneer de CD-speler werkt, verschijnt
op de display de volgende informatie:
"CD Track 5": geeft het
tracknummer op de CD aan;
207

Page:   1-10 11-20 21-30 next >