JEEP GRAND CHEROKEE 2018 Instructieboek (in Dutch)

Page 61 of 410

Automatische sluitfunctie resetten
Als de automatische sluitfunctie niet meer
werkt, moet de functie mogelijk worden gere-
set. De automatische sluitfunctie resetten:
1. Trek de raambedieningschakelaar omhoog
tot het raam volledig gesloten is en houd
de schakelaar vervolgens nog twee secon-
den langer vast.
2. Druk de raambedieningsschakelaar goed
in om het raam helemaal te openen en
houd de schakelaar nog twee seconden
langer ingedrukt als het raam helemaal
open is.
Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in het
bekledingspaneel van de bestuurdersportier
kunt u de raambediening van de achterpor-
tieren blokkeren. Om de bediening van de
ramen te blokkeren, drukt u kort op de raam-blokkeertoets (het controlelampje op de toets
gaat branden). Om de raambediening te ac-
tiveren, drukt u nogmaals kort op de raam-
blokkeertoets (het controlelampje op de toets
gaat weer uit).
Windgeruis
Windgeruis kan worden beschreven als het
gevoel van druk op de oren, vergelijkbaar met
het geluid van een helikopter. U ervaart dit
windgeruis mogelijk wanneer de ramen zijn
geopend of wanneer het zonnedak (indien
aanwezig) geheel of gedeeltelijk is geopend.
Dit is een normaal verschijnsel, dat tot een
minimum kan worden beperkt. Als u last
heeft van windgeruis bij geopende achterra-
men, open dan ook de voorramen om het
effect te verminderen. Wanneer sprake is van
windgeruis bij geopend zonnedak, verstel dan
de zonnedakopening of open een raam om
het effect tot een minimum te beperken.
Raamblokkeertoets
59

Page 62 of 410

ELEKTRISCH ZONNEDAK
De schakelaar voor het elektrisch bedienbare
zonnedak bevindt zich in de dakconsole.
Openen
Snel openen
Druk de schakelaar naar achteren en laat
hem binnen een halve seconde los. Het zon-
nedak wordt volledig geopend en stopt auto-
matisch.
Handmatig openen
Druk de schakelaar naar achteren en houd de
schakelaar in deze stand om het zonnedak te
openen. Als u de schakelaar loslaat, stopt de
beweging en blijft het zonnedak gedeeltelijk
geopend totdat de schakelaar opnieuw wordt
ingedrukt.
Ventilatiestand zonnedak
Als u kort op de knop drukt, wordt het zonne-
dak geopend tot aan de ventilatiestand.
Dit is de functie "Snel naar ventilatiestand",
die werkt vanuit elke stand van het zonnedak.
De functie Snel naar ventilatiestand zorgt dat
bij iedere beweging van de schakelaar het
zonnedak stopt.
Sluiten
Snel sluiten
Druk de schakelaar naar voren en laat hem
binnen een halve seconde los. Het schuifdak
wordt automatisch volledig gesloten vanuit
elke stand.
Handmatig afsluiten
Druk de schakelaar naar voren en houd de
schakelaar in deze stand om het zonnedak te
openen. Als u de schakelaar loslaat, stopt de
beweging en blijft het zonnedak gedeeltelijk
gesloten totdat de schakelaar opnieuw wordt
ingedrukt.
Windgeruis
Windgeruis kan worden omschreven als het
geluid van draaiende wieken van een helikop-
ter. Als windgeruis optreedt bij geopende
ramen van de achterportieren, wijzig dan de
raamopeningen voor en achter tezamen.
Als windgeruis optreedt bij een geopend zon-
nedak, wijzig dan de zonnedakopening of een
raamopening. Hierdoor wordt het windgeruis
geminimaliseerd.Schakelaar van elektrisch bedienbaar
zonnedak
1 — Zonnedak openen
2 — Zonnedak ventilatiestand
3 — Zonnedak sluiten
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
60

Page 63 of 410

Klembeveiliging
Deze functie zorgt ervoor dat obstakels in de
opening van het zonnedak worden gedetec-
teerd bij gebruik van de functie Snel sluiten.
Als een obstakel in de baan van het zonnedak
wordt gedetecteerd, trekt het zonnedak zich
automatisch terug. Verwijder het obstakel als
dit gebeurt. Druk vervolgens de schakelaar
kort naar voren om het zonnedak snel te
sluiten.
OPMERKING:
Wanneer drie opeenvolgende pogingen om
het zonnedak te sluiten zijn onderbroken door
de obstakeldetectie, wordt de vierde poging
uitgevoerd als een handmatige sluiting met
uitgeschakelde klembeveiliging.
WAARSCHUWING!
• Laat kinderen niet spelen met het zon-
nedak. Laat nooit kinderen zonder toe-
zicht in een auto achter of in de buurt
van een auto die niet is afgesloten. Laat
de sleutelhouder niet achter in of in de
buurt van het voertuig en laat het con-
tact van voertuigen met Keyless Enter-
N-Go niet in de modus ACC of ON/RUN
staan. Inzittenden, en vooral kinderen
zonder toezicht, kunnen bekneld raken
in de opening van het elektrisch bedien-
bare zonnedak wanneer ze de schake-
laars voor het elektrisch bedienbare zon-
nedak bedienen. Een dergelijke
beknelling kan ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING!
• In geval van een aanrijding is het risico
om uit een voertuig geslingerd te worden
groter wanneer het zonnedak geopend
is. U kunt ernstig of zelfs dodelijk ge-
wond raken. Maak altijd uw veiligheids-
gordel op de juiste wijze vast en contro-
leer of alle passagiers dit ook gedaan
hebben.
• Sta niet toe dat kleine kinderen het zon-
nedak bedienen. Steek nooit uw vingers,
andere lichaamsdelen of voorwerpen
door het zonnedak naar buiten. Anders
bestaat er kans op letsel.
61

Page 64 of 410

COMMANDVIEW
ZONNEDAK MET
ELEKTRISCH BEDIENDE
ZONWERING
De schakelaar voor het CommandView zonne-
dak met elektrisch bediende zonwering be-
vindt zich in de dakconsole.
Openen elektrisch bediende zonwering
Snel openen
Als u de zonweringsschakelaar naar achteren
drukt en snel (binnen een halve seconde)
loslaat, wordt de zonwering automatisch ge-
opend tot aan de halfgeopende stand en
stopt hij automatisch.
Als u vanuit de halfgeopende stand opnieuw
op de schakelaar drukt, wordt de zonwering
automatisch volledig geopend en stopt hij
automatisch.
Handmatig openen
Om het scherm te openen, drukt u de scha-
kelaar naar achteren en houdt u de schake-
laar in deze stand. De zonwering wordt ge-
opend en stopt automatisch in de
halfgeopende stand.
Druk de schakelaar naar achteren en houd de
schakelaar in deze stand. De zonwering wordt
automatisch volledig geopend.
Schakelaars van CommandView zonnedak
1 — Zonnedak openen
2 — Zonnedak ventilatiestand
3 — Zonnedak sluiten
4 — Zonwering openen
5 — Zonwering sluitenUW VOERTUIG LEREN KENNEN
62

Page 65 of 410

OPMERKING:
Als u de schakelaar loslaat, stopt de bewe-
ging en blijft de zonwering gedeeltelijk ge-
opend totdat de schakelaar opnieuw naar
achteren wordt gedrukt.
MOTORKAP
Openen
1. Trek aan de motorkaphendel onder het
stuur aan de onderkant van het
instrumentenpaneel.
2. Tast in de opening onder het midden van
de motorkap en beweeg de veiligheidsver-
grendeling terwijl u tegelijkertijd de mo-
torkap optilt.
WAARSCHUWING!
Controleer voordat u gaat rijden of de mo-
torkap goed vergrendeld is. Als de motor-
kap niet volledig vergrendeld is, kan hij
opklappen tijdens rijden, waardoor uw
zicht wordt belemmerd. Als u deze waar-
schuwing niet opvolgt, kan dit ernstig en
zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Sluiten
1. Controleer voordat u de motorkap sluit of
alle vuldoppen juist zijn gemonteerd.
2. Laat de motorkap zakken tot halverwege
en duw hem naar beneden om de motor-
kap te sluiten en deze goed op zijn plaats
te vergrendelen.
WAARSCHUWING!
Controleer voordat u gaat rijden of de mo-
torkap goed vergrendeld is. Als de motor-
kap niet volledig vergrendeld is, kan hij
opklappen tijdens rijden, waardoor uw
zicht wordt belemmerd. Als u deze waar-
schuwing niet opvolgt, kan dit ernstig en
zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
LET OP!
Om beschadigingen te voorkomen mag u
de motorkap niet hard dichtslaan. Sluit de
motorkap met een ferme neerwaartse be-
weging vooraan in het midden, zodat beide
vergrendelingen stevig aangrijpen.
ACHTERKLEP
Openen
De achterklep kan van binnenuit het voertuig
worden geopend met behulp van de knop voor
de elektrisch bediende achterklep op de dak-
console, met behulp van de sleutelhouder
buiten het voertuig of de elektronische ont-
grendeling van de achterklep.
Motorkaphendel
63

Page 66 of 410

Achterklep ontgrendelen/openen
De achterklep kan op verschillende manieren
worden ontgrendeld:
• Sleutelhouder
• Handgreep aan de buitenkant
• Knop op dakconsole
De ontgrendelfunctie voor de achterklep van
Passive Entry is ingebouwd in de elektroni-
sche ontgrendeling van de achterklep. Met
een geldige sleutelhouder met Passive Entry
binnen 1,5 m (5 ft) van de achterklep drukt u
op de elektronische ontgrendeling van de
achterklep om deze in één vloeiende bewe-
ging te openen. Druk tweemaal binnen vijf
seconden op de achterkleptoets op de sleu-
telhouder om de achterklep te ontgrendelen.OPMERKING:
Als "Unlock All Doors On 1st Press" (alle
portieren ontgrendelen met één druk op de
ontgrendeltoets) is geprogrammeerd op het
display in de instrumentengroep, worden alle
portieren ontgrendeld wanneer u op de elek-
tronische ontgrendeling op de achterklep
drukt. Als "Unlock Driver Door 1st press"
(bestuurdersportier ontgrendelen met één
druk op de ontgrendelknop) is geprogram-
meerd in Uconnect, wordt alleen de achter-
klep ontgrendeld wanneer u op de elektroni-
sche ontgrendeling van de achterklep drukt.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia"
voor meer informatie.
Locatie van de Passive Entry/
vergrendelknop
1 - Elektronische
ontgrendeling van
de achterklep2 - Locatie van de
vergrendelknopUW VOERTUIG LEREN KENNEN
64

Page 67 of 410

OPMERKING:
Met de schakelaar voor elektrische portierver-
grendeling op het bekledingspaneel van
beide voorportieren of de sleutelhouder kunt
u de achterklep ontgrendelen of vergrende-
len. De achterklep kan niet vergrendeld of
ontgrendeld worden via de handmatige deur-
sloten op de portieren of de slotcilinder van
het bestuurdersportier.
WAARSCHUWING!
Wanneer u met een geopende achterklep
rijdt, kunnen giftige uitlaatgassen in de
auto belanden. Deze gassen kunnen scha-
delijk zijn voor u en uw passagiers. Rijd
alleen met gesloten achterklep.
Sluiten
Pak de handgreep van de achterklep en doe
de achterklep naar beneden. Laat de hendel
los wanneer de achterklep het sluiten over-
neemt.Achterklep vergrendelen
Met een geldige sleutelhouder met Passive
Entry wordt het voertuig binnen een straal
van 1,5 m (5 ft) van de achterklep vergren-
deld, door op de vergrendeltoets Keyless
Enter-N-Go —Passive Entry te drukken, die
zich links van de buitenhandgreep bevindt.
De elektrisch bediende achterklep kan wor-
den gesloten door op de knop in de bovenbe-
kleding links in de opening van de achterklep
te drukken. Door op de knop te drukken,
wordt alleen de achterklep gesloten. Met
deze toets kan de achterklep niet worden
geopend.
OPMERKING:
De ontgrendelfunctie voor de achterklep is
ingebouwd in de elektronische ontgrendeling
van de achterklep.
Schakelaar elektrisch bediende
achterklep
65

Page 68 of 410

Elektrisch bediende achterklep — indien
aanwezig
De elektrisch bediende achter-
klep kan worden geopend door de
elektronische ontgrendeling van
de achterklep in te drukken (raadpleeg de
paragraaf "Keyless Enter-N-Go — Passive En-
try" in het hoofdstuk "Uw voertuig leren ken-
nen" in uw instructieboekje voor meer infor-
matie), of door op de achterkleptoets op de
sleutelhouder te drukken. Druk tweemaal
binnen vijf seconden op de achterkleptoets
op de sleutelhouder om de elektrisch be-
diende achterklep te openen. Nadat de ach-
terklep is geopend, kunt u deze sluiten door
nogmaals binnen vijf seconden twee keer op
de knop te drukken.
De elektrisch bediende achterklep kan ook
worden geopend en gesloten door de achter-
kleptoets op de dakconsole vóór in te druk-
ken. Als de achterklep volledig is geopend,
kunt u de achterklep sluiten door op de
achterkleptoets te drukken in het bekledings-
paneel linksachter, vlakbij de opening van deachterklep. Als de achterklep beweegt, kan
de beweging worden omgekeerd met de ach-
terkleptoets in het bekledingspaneel links-
achter.
Als u tweemaal op de achterkleptoets op de
sleutelhouder drukt, knipperen de richting-
aanwijzers om aan te geven dat de achterklep
wordt geopend of gesloten (indien Flash
Lamps with Lock (Verlichting knippert bij
vergrendelen) is ingeschakeld in de instellin-
gen van Uconnect) en klinken de pieptonen
van de achterklep. Raadpleeg de paragraaf
"Instellingen van Uconnect" in het hoofdstuk
"Multimedia" voor meer informatie.
OPMERKING:
• In geval van een onderbreking in de elektri-
sche voeding naar de achterklep kan een
noodontgrendeling van de achterklepver-
grendeling worden gebruikt om de achter-
klep te openen. Toegang tot de noodont-
grendeling van de achterklepvergrendeling
wordt verkregen via een klikafdekking in
het bekledingspaneel van de achterklep.• Als de achterklep gedurende een lange tijd
geopend blijft, kan het noodzakelijk zijn de
achterklep handmatig te sluiten om de wer-
king van de elektrisch bediende achterklep
terug te stellen.
WAARSCHUWING!
Tijdens het elektrisch bedienen bestaat er
risico van letsel of materiële schade. Zorg
ervoor dat de baan van de elektrisch be-
diende achterklep vrij is van obstakels.
Controleer voordat u gaat rijden of de ach-
terklep is gesloten en vergrendeld.
OPMERKING:
• De knoppen voor de elektrisch bediende
achterklep werken niet wanneer het voer-
tuig in een versnelling staat of de rijsnel-
heid hoger is dan 0 km/u (0 mph).
• De elektrische bediening van de achterklep
werkt niet bij temperaturen onder −30 °C
(−22 °F) of boven 65 °C (150 °F). Verwijder
eventueel sneeuw of ijs vanaf de achterklep
voordat u op een schakelaar voor de elek-
trisch bediende achterklep drukt.
2
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
66

Page 69 of 410

• Wanneer een of ander obstakel de elek-
trisch bediende achterklep hindert bij het
openen of sluiten, beweegt de klep automa-
tisch in de omgekeerde richting, als het
obstakel voldoende weerstand biedt.
• Aan de zijkanten van de achterklep zijn
beknellingsensoren aangebracht. Wanneer
er lichte druk op deze strips wordt uitgeoe-
fend, beweegt de achterklep terug naar de
geopende stand.
• Als de achterklep niet volledig is geopend,
drukt u twee keer op de achterkleptoets op
de sleutelhouder om de achterklep te be-
dienen.
• Als de elektronische ontgrendeling van de
achterklep wordt ingedrukt terwijl de elek-
trisch bediende achterklep wordt gesloten,
beweegt de achterklep terug naar de volle-
dig geopende stand.
• Als de elektronische ontgrendeling van de
achterklep wordt ingedrukt terwijl de elek-
trisch bediende achterklep wordt geopend,
wordt de achterklepmotor uitgeschakeld
zodat de achterklep handmatig kan worden
bediend.• Als de elektrisch bediende achterklep tij-
dens eenzelfde beweging op meerdere ob-
stakels stuit, stopt het systeem automa-
tisch en moet de achterklep handmatig
worden geopend of gesloten.
WAARSCHUWING!
• Wanneer u met een geopende achterklep
rijdt, kunnen giftige uitlaatgassen in de
auto belanden. Deze gassen kunnen
schadelijk zijn voor u en uw passagiers.
Rijd alleen met gesloten achterklep.
• Wanneer u met open achterklep moet
rijden, zorg er dan voor dat alle ramen
gesloten zijn en dat de aanjager van de
klimaatregeling in een hoge stand staat.
Schakel de recirculatiestand niet in.
BOORDAPPARATUUR
VOEDINGSUITGANGEN
Mogelijk zijn in dit voertuig drie aansluitcon-
tacten van 12 volt aanwezig.Het aansluitcontact voorin bevindt zich mo-
gelijk in de opbergruimte in het midden van
het instrumentenpaneel. Duw het deksel van
de opbergruimte naar binnen om het compar-
timent te openen zodat u bij dit aansluitcon-
tact kunt.
Aansluitcontact voorin
67

Page 70 of 410

Een tweede aansluitcontact voorin bevindt
zich mogelijk in de middenconsole.
Het aansluitcontact achterin bevindt zich
mogelijk in de bagageruimte rechtsachter.
De aansluitcontacten zijn voorzien van een
label met een “sleutel" of een “accu” om de
voeding van de aansluiting aan te duiden.
Aansluitcontacten die zijn voorzien van een
label met een “sleutel" worden gevoed als de
contactschakelaar in de stand ON/RUN ofACC staat. Aansluitcontacten die zijn voor-
zien van een label met een “accu” zijn recht-
streeks aangesloten op de accu en worden
altijd gevoed.
OPMERKING:
• Zorg ervoor dat het maximumvermogen van
160 watt (13 amp) bij 12 volt niet wordt
overschreden. Als het vermogen van
160 Watt (13 amp) wordt overschreden zal
de zekering, die het systeem beveiligt, ver-
vangen moeten worden.
• De aansluitcontacten zijn uitsluitend be-
doeld voor accessoirestekkers. Steek geen
voorwerpen in de aansluiting, om te voorko-
men dat de contacten worden beschadigd
en de zekering doorbrandt. Bij verkeerd
gebruik van de elektrische aansluiting kan
schade worden veroorzaakt die niet door de
garantie op uw nieuwe voertuig wordt ge-
dekt.
• Het aansluitcontact in de bagageruimte
kan worden geschakeld naar continue "ac-
cuvoeding" door de zekering voor aansluit-
contacten in het paneel rechtsachter in het
zekeringenpaneel te verplaatsen.
Elektrisch aansluitcontact middenconsole
Aansluitcontact laadruimte achterin
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
68

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 410 next >