ABS Lancia Delta 2011 Instructieboek (in Dutch)
Page 170 of 290
VEILIGHEID169
2
Bedenk dat als de contactsleutel in stand MAR
staat, ook bij uitgezette motor de airbags geacti-
veerd kunnen worden als de auto wordt aange-
reden door een andere auto. Daarom mogen, ook als de
auto stilstaat, absoluut geen kinderen op de passagiers-
stoel voor worden geplaatst. Als de contactsleutel ech-
ter in stand STOP staat, wordt bij een ongeval geen
enkel beveiligingssysteem (airbag of gordelspanners)
geactiveerd; als een systeem niet in werking treedt,
betekent dit niet dat het systeem niet goed werkt.
Als u de contactsleutel in stand MAR draait,
gaat het lampje
“enige seconden branden en
vervolgens enige seconden knipperen, om aan te
geven dat de airbag aan passagierszijde bij een ongeval
wordt geactiveerd. Hierna moet het lampje doven.
De stoelen mogen niet met water worden afgeno-
men of met stoom worden gereinigd (met de hand
of in een automatisch wasapparaat).
De frontairbag treedt in werking als de botsing
zwaarder is dan een botsing waarbij alleen de
gordelspanners worden geactiveerd. Bij aanrij-
dingen die tussen die twee drempelwaarden in liggen,
treden alleen de gordelspanners in werking.
Haak geen harde voorwerpen aan de kleding-
haakjes en aan de steunhandgrepen.
De airbag is geen vervanging voor de veilig-
heidsgordels, maar een aanvulling. Omdat de
frontairbags niet worden geactiveerd bij fronta-
le botsingen bij lage snelheid, bij zijdelingse aanrijdin-
gen en als de auto over de kop slaat, worden in deze
gevallen de inzittenden uitsluitend door de veiligheids-
gordels beschermd. De gordels moeten dus altijd gedra-
gen worden.
Page 180 of 290
STARTEN EN RIJDEN179
3
TREKKEN VAN AANHANGERS
BELANGRIJKE TIPS
Voor het trekken van aanhangwagens of caravans moet de au-
to uitgerust zijn met een trekhaak van een goedgekeurd type
en een adequate elektrische installatie. De montage van de trek-
haak moet door gespecialiseerd personeel worden uitgevoerd.
Ook moet documentatie worden overhandigd m.b.t. het rijden
met een aanhanger.
Monteer zo nodig speciale en/of extra achteruitkijkspiegels, waar-
mee u voldoet aan de geldende verkeerswetgeving.
Let er op dat het maximum klimvermogen van de auto door
het gewicht van een aanhanger of caravan wordt beperkt. Ook
de remweg wordt langer en u hebt langer de tijd nodig om in te
halen.
Schakel een lage versnelling in tijdens het afdalen om te voor-
komen dat u constant moet remmen.
Het gewicht van de aanhanger dat op de trekhaak rust, moet
worden afgetrokken van het laadvermogen van de auto. Om er
zeker van te zijn dat u het maximum toelaatbaar aanhangerge-
wicht (vermeld op het kentekenbewijs) niet overschrijdt, moet
u er rekening mee houden dat het maximum betrekking heeft
op het totale gewicht van de aanhangwagen of caravan, inclu-
sief accessoires en bagage.
Houdt u aan de snelheidsbeperkingen die voor auto's met aan-
hanger gelden. U mag in geen geval harder rijden dan 100 km/h.
Het ABS waarmee de auto kan zijn uitgerust,
werkt niet op het remsysteem van de aanhanger.
Wees daarom extra voorzichtig op gladde wegen.
Voer in geen geval modificaties aan het remsy-
steem van de auto uit. Het remsysteem van de
aanhanger moet geheel onafhankelijk van het
hydraulisch remsysteem van de auto worden bediend.
Page 191 of 290
190NOODGEVALLEN
❍stop na ongeveer 10 minuten en controleer opnieuw de ban-
denspanning; vergeet niet de handrem aan te trekken;❍als een spanning van ten minste 1,8 bar wordt gemeten, her-
stel dan de correcte bandenspanning (met draaiende motor
en aangetrokken handrem) en rijd verder;
❍rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van
het Lancia Servicenetwerk.
Plaats de sticker op een voor de bestuurder goed
zichtbare plaats om aan te geven dat de band
behandeld is met de snelle bandenreparatieset.
Rijd voorzichtig vooral in bochten. Rijd niet harder dan
80 km/h. Vermijd bruusk accelereren en remmen.
Als de bandenspanning onder 1,8 bar is gedaald,
mag niet verder worden gereden: de snelle ban-
denreparatieset Fix & Go automatic kan de ver-
eiste wegligging niet garanderen omdat de band te erg
beschadigd is. Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
U moet absoluut aangeven dat de band is gere-
pareerd met de snelle bandenreparatieset.
Overhandig de informatiefolder aan het perso-
neel dat de band moet repareren die behandeld is met de
snelle bandenreparatieset.
Page 194 of 290
NOODGEVALLEN193
4
WIEL VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
De auto kan zijn uitgerust met een noodreservewiel (optional
voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Voor het verwisselen van het wiel en voor het juiste gebruik van
de krik en het noodreservewiel moeten de onderstaande voor-
zorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Het noodreservewiel (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) behoort bij de auto waarbij het gele-
verd is. Gebruik het noodreservewiel niet bij
andere auto's en monteer geen reservewielen van andere
auto's. Het noodreservewiel mag alleen in noodgevallen
worden gebruikt. Het noodreservewiel moet zo kort moge-
lijk gebruikt worden en er mag niet sneller dan 80 km/h
mee worden gereden. Op het noodreservewiel is een oran-
je sticker aangebracht waarop de belangrijkste aanwij-
zingen en de beperkingen staan vermeld met betrekking
tot het gebruik van het reservewiel.
Deze sticker mag absoluut niet worden verwijderd
of afgedekt. Op het noodreservewiel mag nooit een
wieldeksel worden gemonteerd. Op de sticker
staan de volgende aanwijzingen in vier talen vermeld:
ATTENTIE! ALLEEN VOOR TIJDELIJK GEBRUIK!
80 KM/H MAX! VERVANG ZO SNEL MOGELIJK DOOR
EEN NORMAAL WIEL. BEDEK DEZE AANWIJZIN-
GEN NIET.
Als u het gemonteerde velgtype wilt vervangen (lichtme-
talen velgen in plaats van stalen of omgekeerd) moeten
tevens alle wielbouten worden vervangen door bouten met
een lengte die aangepast is aan het velgtype.
Attendeer het overige wegverkeer op de stil-
staande auto m.b.v.: de waarschuwingsknipper-
lichten, de gevarendriehoek enz. Tijdens het ver-
wisselen van een wiel moeten alle inzittenden de auto
hebben verlaten, vooral als de auto zwaar beladen is,
en op een veilige afstand van het verkeer wachten, tot-
dat het wiel verwisseld is. Blokkeer de wielen met ste-
nen of andere voorwerpen als de auto schuin op een hel-
ling of op een slecht wegdek staat.
Page 195 of 290
194NOODGEVALLEN
Bij een gemonteerd noodreservewiel veranderen
de rij-eigenschappen van de auto. Vermijd met
vol gas optrekken, bruusk remmen en hoge snel-
heden in de bochten. Het noodreservewiel heeft een
levensduur van ongeveer 3000 km. Na deze afstand
moet de band van het noodreservewiel vervangen wor-
den door een nieuwe band van hetzelfde type. Monteer
nooit een normale band op de velg van het noodreserve-
wiel. Laat het verwisselde wiel zo snel mogelijk repa-
reren en monteren. Gebruik nooit twee of meer noodre-
servewielen. Smeer voor montage de schroefdraad van
de wielbouten niet met vet: de bouten kunnen loslopen.De krik dient uitsluitend voor het verwisselen
van een wiel van de auto waarbij de krik gele-
verd is of voor auto's van hetzelfde model.
Gebruik de krik niet voor het opkrikken van andere
auto's. En beslist nooit voor het uitvoeren van werk-
zaamheden onder de auto. Als de krik niet juist
geplaatst wordt, kan de opgekrikte auto van de krik
vallen. Op een sticker op de krik is het maximum hef-
vermogen aangegeven; de krik mag nooit voor een
zwaardere last worden gebruikt. Het noodreservewiel
is niet geschikt voor de montage van sneeuwkettingen.
Als u een lekke voorband (aangedreven wiel) hebt en er
moet met sneeuwkettingen worden gereden, dan moet u
een wiel van de achteras afhalen en daarvoor in de
plaats het noodreservewiel monteren. Zo hebt u op de
vooras twee normale wielen waarop u sneeuwkettingen
kunt monteren.
Door een verkeerde montage kan het wieldeksel
tijdens het rijden loslaten. Maak het ventiel
absoluut niet open. Plaats geen enkel stuk
gereedschap tussen velg en band. Controleer regelmatig
de spanning van de banden en van het noodreservewiel
en houd daarbij de waarden aan die beschreven staan
in hoofdstuk “6”.
Gereedschaptas (uitvoeringen met Bose HI-FI)
Bij uitvoeringen met Bose HI-FI bevindt zich een gereedschap-
tas in de bagageruimte.
De gereedschaptas bevat:
❍schroevendraaier;
❍sleepoog;
❍wielboutsleutel;
❍montagehulpstuk voor wielbouten;
❍centreerpen voor lichtmetalen wielen;
❍krik.
Page 237 of 290
236ONDERHOUD EN ZORG
MOTORKOELVLOEISTOF B-fig. 1-2-3-4
Het niveau van de koelvloeistof moet gecontroleerd worden bij
een koude motor en moet tussen het MIN- en MAX-merkteken
op het expansiereservoir staan. Een te laag niveau bijvullen door
een mengsel van gedemineraliseerd water en 50% PARAFLU
UP
van PETRONAS LUBRICANTS langzaam via de vulopening van
het expansiereservoir te gieten tot aan het MAX-merkteken.
Een mengsel van PARAFLU
UPen gedemineraliseerd water in
een mengverhouding van 50% beveiligt tot een temperatuur van
−35 °C. Voor extreem koude klimatologische omstandigheden
raden wij een mengsel aan van 60% PARAFLU
UPen 40% ge-
demineraliseerd water.
Het motorkoelsysteem is gevuld met PARAFLUUP
-koelvloeistof. Gebruik voor het eventueel bijvul-
len vloeistof met dezelfde specificaties als waar-
mee het motorkoelsysteem is gevuld. PARAFLU
UP-koel-
vloeistof kan niet worden gemengd met welke andere
koelvloeistof dan ook. Als dit toch gebeurt, mag de motor
absoluut niet worden gestart en moet u zich tot het
Lancia Servicenetwerk wenden.
Het koelsysteem staat onder druk. Vervang de
dop zo nodig alleen door een exemplaar van het-
zelfde type, anders kan de werking van het sys-
teem in gevaar worden gebracht. Draai bij een warme
motor de dop van het expansiereservoir nooit los: gevaar
voor verbranding.
Page 239 of 290
238ONDERHOUD EN ZORG
Voorkom contact tussen de zeer corrosieve rem-
vloeistof en de lak. Als remvloeistof wordt
gemorst, moet de lak onmiddellijk met water
worden afgespoeld.
De remvloeistof is giftig en zeer corrosief. Als per
ongeluk remvloeistof wordt gemorst, moeten de
betreffende delen onmiddellijk worden gewassen
met water en neutrale zeep en daarna met veel water
worden afgespoeld. Bij inslikken dient onmiddellijk een
arts te worden geraadpleegd.
Het symbool πop het reservoir geeft aan dat
synthetische remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt. Het gebruik van
minerale vloeistoffen moet absoluut worden vermeden,
omdat de rubbers in het remsysteem door deze vloei-
stoffen worden beschadigd.
LUCHTFILTER/POLLENFILTER
Laat het luchtfilter of het pollenfilter vervangen door het Lan-
cia Servicenetwerk.
Page 270 of 290
Loodvrije benzine
ten minste 95 R.O.N.
(specificatie EN228)
Mengsel van gedemineraliseerd
water en 50% PARAFLU
UP(▲)
SELENIA K P.E.
SELENIA WR P.E. (❍)
TUTELA CAR MATRYX ()
TUTELA TRANSMISSION
GEARFORCE (❍)
TUTELA TOP 4
Mengsel van water en vloeistof
TUTELA PROFESSIONAL SC 35
TECHNISCHE GEGEVENS269
6
57 –
8/10 –
6,0 –
3,1 2,65
3,5 3,0
1,99 1,8
–0,8
6–57 –
8/10 –
5,9 –
2,75 2,4
2,9 2,55
2,4 2,0
–0,8
6–
VULLINGSTABEL
(▲) Voor extreem koude klimatologische omstandigheden raden wij een mengsel aan van 60% PARAFLUUPen 40% gedeminerali-
seerd water.
() Uitvoering 1.4 Turbo Jet 150 pk
(❍) Uitvoeringen 1.4 Turbo Jet 120 pk en 1.4 Turbo MultiAir
1.4 Turbo Jet 1.4 Turbo MultiAir Voorgeschreven brandstofliter kg liter kg en originele smeermiddelen
Brandstoftank:
incl. een reserve van:
Motorkoelsysteem:
Motorcarter: Carter en oliefilter:
Versnellingsbak en differentieel:
Hydraulisch remcircuit met ABS:
Vloeistofreservoir ruitensproeiers
en achterruitsproeier
Page 271 of 290
Diesel voor motorvoertuigen
(specificatie EN590)
Mengsel van gedemineraliseerd
water en 50% PARAFLU
UP(▲)
SELENIA WR P.E.
TUTELA CAR TECHNYX (❍)
TUTELA CAR MATRYX ()
TUTELA TOP 4
Mengsel van water en vloeistof
TUTELA PROFESSIONAL SC 35
57 –
8/10 –
7,1 –
4,3 3,6
4,9 4,1
3,1 2,7
–0,8
6–57 –
8/10 –
7,1 –
4,3 3,6
4,9 4,1
1,87 1,7
–0,8
6–
270TECHNISCHE GEGEVENS
(▲) Voor extreem koude klimatologische omstandigheden raden wij een mengsel aan van 60% PARAFLUUPen 40% gedeminerali-
seerd water.
(❍) Uitvoering 1.6 Multijet
() Uitvoering 1.9 Twin Turbo Multijet en 2.0 Multijet
1.6 Multijet 1.9 Twin Turbo Multijet Voorgeschreven brandstof
2.0 Multijet en originele smeermiddelen
liter kg liter kg
Brandstoftank:
incl. een reserve van:
Motorkoelsysteem:
Motorcarter: Carter en oliefilter:
Versnellingsbak en differentieel:
Hydraulisch remcircuit met ABS:
Vloeistofreservoir ruitensproeiers/
achterruitsproeier:
Page 280 of 290
ALFABETISCH REGISTER279
7
Airconditioning, automatisch
met gescheiden regeling ......... 56
Airconditioning,
handbediend.......................... 54
Armsteun voor/achter ........... 76-78
Asbak ....................................... 81
ASR (systeem) ......................... 114
Auto langere tijd stallen ........... 181
Bagageruimte .......................... 91
Bagageruimte
(magic back box)................... 96
Bagageruimteverlichting
(gloeilamp vervangen) ........... 211
Banden
– bandenspanning .................. 264
– Rim Protector ..................... 262
– standaard............................. 262
– verklaring
van bandencodering............. 260
– vervangen............................ 193
– winterbanden....................... 262Bediening.................................. 72
Bekerhouders/
opbergvakken........................ 79
Bescherming van het milieu ..... 148
Bougies .................................... 255
Brandstofsysteem...................... 257
Brandstoftoevoeronderbreking . 75
Brandstofverbruik.................... 273
Buitenspiegels........................... 51
Buitenverlichting ...................... 62
Carrosserie............................... 247
– carrosserie-uitvoeringen ....... 254
Centrale
portiervergrendeling................ 86
CO
2-emissie ............................. 274
Code-card ............................. 39-40
Cornering lights........................ 63
Cruise-Control ......................... 68
Dashboard ............................... 6
Dashboardkastje ...................... 79
Aansteker................................. 80
ABS ......................................... 115
Accu
– opladen ............................... 220
– starten met
een hulpaccu........................ 184
– vervangen............................ 239
Achterruitsproeier .................... 66
Achterruitwisser
– bediening............................. 66
– ruitensproeiers..................... 246
– wisserbladen ........................ 245
Achteruitrijlicht
(gloeilamp vervangen)............ 207
Adaptieve verlichting ..........74-101
Afmetingen .............................. 265
AFS (adaptieve verlichting) ...... 103
Afstandsbediening (sleutel) ...... 41
Airbag
– frontairbags ........................ 163
– sidebags .............................. 166