radio Lancia Voyager 2012 Instructieboek (in Dutch)
Page 107 of 376
mers door de Uconnect™ Phone pro-
blemen ondervindt, kunt u de functie
Stemtraining van de Uconnect™
Phone gebruiken. Om bij deze trai-
ning te komen, volgt u één van de
volgende twee procedures:
Wanneer u zich niet in de
Uconnect™modus bevindt (maar
bijvoorbeeld in de radiomodus)
Houd de toets
vijf seconden
lang ingedrukt tot de trainingsessie
begint of
Druk op de toetsen spreek de
volgende opdracht in: "Stemtrai-
ning, systeemtraining of start stem-training".
U kunt drukken op de toets
Uconnect™ Phone om de fabrieksin-
stellingen te herstellen, of u kunt de
woorden en zinnen herhalen wanneer
de Uconnect™ Phone u daarom
vraagt. U bereikt de beste resultaten
wanneer de stemtraining plaatsvindt
terwijl de auto is geparkeerd, de mo-
tor draait, alle ramen zijn gesloten en
de aanjager is uitgeschakeld. Deze procedure kan herhaald worden
met een nieuwe gebruiker. Het sys-
teem past zich alleen aan aan de laatst
getrainde stem.
Functies terugstellen
Druk op de knop
.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Instel-
len" en vervolgens "Terugstellen".
Hiermee verwijdert u alle telefoon-
koppelingen, telefoonboekgegevens
en overige instellingen in alle talen.
Het systeem zal u om bevestiging vra-
gen voordat de fabrieksinstellingen
worden hersteld.
Gesproken opdrachten
Voor optimale prestaties stelt u de achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen het
dakpaneel (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) en de spie-gel.
Wacht altijd op de pieptoon voor u begint spreken. Spreek gewoon zonder te pauzeren,
net alsof u een gesprek voert met
iemand die een meter of twee van u
vandaan zit.
Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt tijdens de spraakherken-ningstraining.
De spraakherkenning werkt het best:
als de aanjager op laag of in demiddenstand staat afgesteld,
bij lage tot matige snelheid van het voertuig,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
met volledig dichte ramen,
bij droge weersomstandigheden.
Ofschoon het systeem ontworpen is voor sprekers van Brits Engels, Ne-
derlands, Frans, Duits, Italiaans of
Spaans is het mogelijk dat het sys-
teem bij sommige mensen niet al-
tijd werkt.
Tijdens het navigeren door een ge- automatiseerd systeem, zoals voice-
mail, of wanneer u een pieper op-
101
Page 113 of 376
Gesproken opdrachten
Hoofd Alternatief/
alternatieven
nul eentweedrieviervijfzeszevenachtnegen
sterretje (*) ster
plus (+)
hekje (#)
alle allemaalpechhulpbellen
annuleren
controlevragen bevestiging
doorgaan
verwijderenkiezendownloaden
Nederlands NederlandsbewerkennoodgevalEngels
alles verwijderen alles wissenEspanolFrancais
Gesproken opdrachten
Hoofd Alternatief/
alternatieven
Duits Deutsch Helpthuis
Italiaans Italianotaal
namen weerge- ven
telefoons weerge- ven
hoofdmenu terug naar
hoofdmenu
mobiel
geluid uit
geluid aan
nieuwe invoernee
overige overige
een telefoon kop- pelen telefoonkoppe- ling koppelen
telefoonboek telefoonboek vorige
opnieuw kiezen
telefoon selecte-
ren selecteren
zenden
Gesproken opdrachten
Hoofd Alternatief/
alternatieven
instellen telefooninstellin-
gen of telefoon instellen
gesprek door-schakelen Uconnect™ gebruiksaanwij-zing
probeer nog- maals
stemtraining systeemtrainingwerkja
SPRAAKHERKENNING
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
BEDIENING VAN SPRAAK- HERKENNINGSSYSTEEM
Met dit spraakherkennings-
systeem kunt u de AM- en
FM-radio, cd/dvd-speler en
een memorecorder bedienen.
107
Page 114 of 376
OPMERKING:
Zorg dat u zo rustig en normaal
mogelijk tegen het Voice Interface
Systeem spreekt. De mogelijkheid
voor het Voice Interface Systeem
om commando's met de stem van
de gebruiker te herkennen kan ne-
gatief beïnvloed worden als u snel
spreekt of harder dan normaal.WAARSCHUWING!
U mag een spraakherkenningssys-
teem alleen gebruiken als de rijom-
standigheden veilig zijn en in over-
eenstemming met de lokale
voorschriften. Alle aandacht moet
gericht blijven op de weg voor u. Als
u dit niet doet, kan een botsing met
ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
Wanneer u op de spraakherkennings-toets
drukt, hoort u een piep-
toon. De pieptoon is het teken dat u
een opdracht moet geven. OPMERKING:
Indien u niet binnen enkele secon-
den een opdracht uitspreekt, geeft
het systeem u een lijst met moge-lijkheden. Als u het systeem wilt onderbreken
terwijl de lijst met mogelijkheden
wordt weergegeven, drukt u op despraakherkenningstoets
, wacht
u tot de pieptoon heeft geklonken en
spreekt u uw opdracht in.
Het drukken op de spraakherken- ningstoets
terwijl het systeem
spreekt, wordt "inbreken" genoemd.
Het systeem wordt in dat geval onder-
broken en na de pieptoon kunt u op-
drachten toevoegen of wijzigen. Dit
wordt erg makkelijk als u eenmaal de
opties begint te leren. OPMERKING:
U kunt op elk ogenblik de woorden
"annuleren", "help", of "hoofd-
menu" inspreken.
Deze opdrachten zijn universeel en
kunnen vanuit elk menu gebruikt
worden. Alle andere opdrachten kun-
nen gebruikt worden afhankelijk van
de actieve toepassing.
Bij het gebruiken van dit systeem
moet u duidelijk en met een normaal
volume spreken.
Het systeem zal uw opdrachten het
best begrijpen als de ramen gesloten zijn en de fan van de verwarming/
airconditioning laag staat.
Als het systeem ergens een van uw
opdrachten niet begrijpt, wordt u ge-
vraagd dit te herhalen.
Als u het eerste beschikbare menu wilt
horen, drukt u op de spraakherken-ningstoets
en zegt u "Help" of
"Hoofdmenu". COMMANDO'S
Het spraakherkenningssysteem be-
grijpt twee typen commando's. De al-
gemene commando's zijn altijd be-
schikbaar. Plaatselijke commando's
zijn beschikbaar als de ondersteunde
radiomodus actief is.
Het volume veranderen.
1. Start een dialoog door op de spraakherkenningstoets
te
drukken.
2. Spreek een commando in (bijvoor-
beeld "help").
3. Gebruik de draaiknop ON/OFF
VOLUME om het volume in te stellen
op een comfortabel niveau terwijl het
spraakherkenningssysteem spreekt.
Let op: het volume voor spraakher-
108
Page 115 of 376
kenning wordt anders ingesteld dan
voor het audiosysteem. Hoofdmenu
Start een dialoog door op de spraak-herkenningstoets
te drukken.
Als u naar het hoofdmenu wilt gaan,
zegt u "hoofdmenu".
In deze modus kunt u de volgende
commando's inspreken:
"Radio", als u wilt overschakelen
naar de radiomodus
"Disc", als u wilt overschakelen naar de disc-modus
"Memo", als u wilt overschakelen naar de memorecorder-modus
"Setup" (instellingen), als u wilt overschakelen naar het instellin-
genmenu van het systeem
Radiofrequentie AM (of lange golf
of middengolf) (voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Als u wilt overschakelen naar AM-
ontvangst, zegt u "AM" of "radio
AM". In deze modus kunt u de vol-
gende commando's inspreken:
"Frequency #" (frequentie), als u de frequentie wilt wijzigen "Next station" (volgende zender),
als u de volgende zender wilt kiezen
"Previous station" (vorige zender), als u de vorige zender wilt kiezen
"Menu radio" (radiomenu), als u naar het radiomenu wilt overscha- kelen
"Main menu" (hoofdmenu), als u naar het hoofdmenu wilt overscha-kelen
Radio FM
Als u wilt overschakelen naar FM-
ontvangst, zegt u "FM" of "radio
FM". In deze modus kunt u de vol-
gende commando's inspreken:
"Frequency #" (frequentie), als u de frequentie wilt wijzigen
"Next station" (volgende zender), als u de volgende zender wilt kiezen
"Previous station" (vorige zender), als u de vorige zender wilt kiezen
"Menu radio" (radiomenu), als u naar het radiomenu wilt overscha- kelen "Main menu" (hoofdmenu), als u
naar het hoofdmenu wilt overscha-kelen
Disk
Als u wilt overschakelen naar de disc-
modus, zegt u "disc". In deze modus
kunt u de volgende commando's in-
spreken:
"Track" [#] (nummer), als u een ander nummer wilt kiezen
"Next track" (volgende nummer), als u het volgende nummer wilt af- spelen
"Previous track" (vorige nummer), als u het vorige nummer wilt afspe-len
"Main menu" (hoofdmenu), als u naar het hoofdmenu wilt overscha-kelen
Memo
Als u wilt overschakelen naar de
voicerecorder-modus, zegt u "memo".
In deze modus kunt u de volgende
commando's inspreken:
"New memo" (nieuwe memo opne- men) — Tijdens het opnemen kunt
u op de spraakherkenningstoets
109
Page 132 of 376
voorin bevinden zich haken voor plas-
tic boodschappentassen. De spullen in
de tas worden deels ondersteund op
de vloer. BESTUURDERSSTOEL METGEHEUGENFUNCTIE
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
De geheugentoetsen 1 en 2 op het
bestuurdersportier kunnen worden
geprogrammeerd om de instellingen
van de bestuurdersstoel, de buiten-
spiegel aan bestuurderszijde, het ver-
stelbare rem- en gaspedaal en de
voorkeuzestations van de radio op te
roepen. U kunt uw afstandsbedienin-
gen ook programmeren om terug te
gaan naar de opgeslagen geheugenpo-
sities wanneer de ontgrendelknop isingedrukt.Uw auto is mogelijk afgeleverd met
twee afstandsbedieningen (RKE-
zenders). Alleen de afstandsbediening
kan aan elk van deze geheugenposi-
ties worden gekoppeld. INSTELLEN
GEHEUGENFUNCTIE EN
AFSTANDSBEDIENING
AAN GEHEUGENKOPPELEN OPMERKING:
Telkens als u op de insteltoets SET
(S) en een geheugentoets (1 of 2)
drukt, worden de geheugenposi-
ties voor de betreffende toets ge-
wist en de nieuwe posities opgesla-gen.1. Steek de sleutel in het contact en
zet het contact in de stand ON.
2. Druk op geheugentoets 1 als u het
geheugen voor bestuurder 1 wilt in-
stellen of op geheugentoets 2 als u het
geheugen voor bestuurder 2 wilt in-
stellen. Eventuele opgeslagen instel-
lingen worden opgeroepen. Wacht tot-
dat het systeem gereed is met
oproepen voordat u verder gaat naar
stap 3.
3. Stel de stoel, rugleuning en buiten-
spiegel aan de bestuurderszijde in op
de gewenste stand.
4. Stel het rem- en gaspedaal af op de
gewenste stand.
5. Zet de radio aan en stel de voor-
keuzestations in (u kunt maximaal
tien AM- en tien FM-stations instel-len).
6. Draai de sleutel in de stand OFF en
verwijder de sleutel.
7. Druk de SET (S) toets op het be-
stuurdersportier in en laat weer los.
8. Druk binnen 5 seconden toets 1 of
2 op het bestuurdersportier in en laat
de toets weer los. Als u de geheugen-
Schakelaar geheugenfunctie
bestuurder
126
Page 136 of 376
OPMERKING:
Deze beveiliging werkt alleen als
de contactsleutel niet in het con-
tactslot zit of als het contact uitge-
schakeld is. Dimschakelaar
De dimschakelaar bevindt zich naast
de koplampschakelaar.
Interieurverlichting uit
Draai de linker dimschakelaar naar
de uit-stand (laagste stand). De bin-
nenverlichting gaat nu niet meer aan
als u een portier of de achterklepopent. Dimschakelaar
Als u bij ingeschakelde parkeerlichten
of koplampen de linker dimschake-
laar voor de instrumentenverlichtingomhoog draait, gaat de instrumenten-
verlichting helderder branden.
Functie langzaam rijden
(instrumentenverlichting overdag)
Draai de linker dimschakelaar naar
de eerste klikstand. Hierdoor worden
de schermpjes van de kilometerteller,
radio en dakconsole helderder als de
parkeerlichten of koplampen aan zijn.
Interieurverlichting aan
Draai de dimschakelaar helemaal om-
hoog naar de tweede klikstand (hoog-
ste stand) om de interieurverlichting
in te schakelen. Als de dimmerknop in
deze stand staat, blijft de interieurver-
lichting branden.
Indirecte verlichting (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Indirecte verlichting is strategisch ge-
plaatste zachte verlichting die speci-
fieke gebieden verlicht om de inzit-
tenden te helpen specifieke functies te
vinden bij nachtelijke ritten.
De bedieningsschakelaar voor de in-
directe verlichting bevindt zich rechts
van de dimschakelaar.
U activeert de indirecte ver-
lichting door de schakelaar
voor de indirecte verlich-
ting omhoog of omlaag te
draaien, waardoor de verlichting ster-
ker of zwakker wordt.
PARKEERLICHTEN
Draai de knop van de kop-
lampschakelaar naar de eerste
klikstand om de parkeerlichten in te
schakelen. Ook de instrumentenver-
lichting gaat nu aan. KOPLAMPEN
Draai de koplampschake-
laar in de tweede klikstand
om de koplampen en de
Dimschakelaar
Schakelaar voor indirecte verlichting
130
Page 149 of 376
WAARSCHUWINGEN
Afstand achter
cm Meer dan
200 cm 200-100 cm 100-65 cm 65-30 cm Minder dan
30 cm
Hoorbare waar-
schuwinggong Geen Eerste 1/2
tweede toon Slow (Vertraagd) Snel Continu
Displaybericht Parkeerhulpsys- teem AANWaarschuwing
voorwerp gedetec-
teerd Waarschuwing
voorwerp gedetec-
teerd Waarschuwing
voorwerp gedetec-
teerd Waarschuwing
voorwerp gedetec-
teerd
Boogjes Geen 3 brandend
(continu)3 langzaam
knipperend 2 langzaam
knipperend 1 langzaam
knipperend
Radiovolume ver-
laagd Nee. Ja. Ja. Ja. Ja.
OPMERKING:
Indien ingeschakeld, zal Park-
Sense® het radiovolume verlagen
wanneer het systeem een geluids-
signaal laat horen.
PARKSENSE® INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
ParkSense® kan worden in- en uitge-
schakeld via het onderdeel "Door de
klant te programmeren functies" in
het EVIC. De beschikbare keuzes zijn:
OFF (uit), Sound Only (alleen geluid)
of Sound and Display (geluid en
beeld). Voor meer informatie raad- pleegt u "Elektronisch voertuiginfor-
matiecentrum (EVIC)/Persoonlijke
Instellingen (door de klant te pro-
grammeren functies)" in "De functies
op uw dashboard".
Als ParkSense® is uitgeschakeld,
wordt op de instrumentengroep gedu-
rende circa vijf seconden het bericht
"PARK ASSIST SYSTEM OFF"
(PARKEERHULPSYSTEEM UIT)
weergegeven. Voor meer informatie
raadpleegt u het "Elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC)" in
"De functies op uw dashboard". Als
de keuzehendel in de stand RE-
VERSE (achteruit) wordt gezet en hetsysteem is uitgeschakeld, verschijnt
op het EVIC het bericht "PARK AS-
SIST OFF" (parkeerhulp uitgescha-
keld) zolang de keuzehendel in RE-
VERSE (achteruit) staat.
ONDERHOUD VAN DE
PARKSENSE®
PARKEERSENSORENACHTER
Wanneer de ParkSense® parkeersen-
soren achter niet correct werken,
klinkt in de instrumentengroep een-
maal per contactcyclus een geluids-
signaal en verschijnt op het display
het bericht "CLEAN PARK ASSIST
143
Page 150 of 376
SENSORS" (parkeersensoren reini-
gen) of "SERVICE PARK ASSIST
SYSTEM" (laat parkeersensoren re-
pareren). Voor meer informatie raad-
pleegt u het "Elektronisch voertuigin-
formatiecentrum (EVIC)" in "De
functies op uw dashboard". Wanneer
het keuzehendel in de stand RE-
VERSE (achteruit) wordt gezet en het
systeem een storing heeft gedetec-
teerd, wordt het bericht "CLEAN
PARK ASSIST SENSORS" (parkeer-
sensoren reinigen) of "SERVICE
PARK ASSIST SYSTEM" (laat par-
keersensoren repareren) weergegeven
zolang de keuzehendel in de stand
REVERSE staat. In een dergelijk ge-
val werkt ParkSense® niet.
Als het bericht "CLEAN PARK AS-
SIST SENSORS" (PARKEERSEN-
SOREN REINIGEN) op het EVIC
verschijnt, terwijl u er zeker van bent
dat de achterzijde/-bumper geen
sneeuw, ijs, modder, vuil of andere
obstakels bevat, neemt u contact op
met een erkende dealer.
Wanneer de melding "SERVICE
PARK ASSIST SYSTEM" (laat par-
keersensoren repareren) op het EVICverschijnt, dient u contact op te ne-
men met een erkende dealer.
PARKSENSE® SYSTEEM REINIGEN
Reinig de ParkSense® sensoren met
water, een schoonmaakmiddel voor
auto's en een zachte doek. Gebruik
geen ruwe of harde doek. Steek geen
voorwerpen in de sensors en bekras
deze niet. Hierdoor kunnen de sensors
beschadigd raken.
VOORZORGSMAATREGELEN
BIJ GEBRUIK VAN HET
PARKSENSE® SYSTEEMOPMERKING:
Zorg ervoor dat de achterbum-
per vrij is van sneeuw, ijs. mod-
der, vuil e.d. om het ParkSense®
systeem correct te laten werken.
Drilboren, grote vrachtwagens en andere bronnen van trillin-
gen kunnen de werking van
ParkSense® nadelig beïnvloeden.
Wanneer u de ParkSense® par- keerhulp uitschakelt, toont de
instrumentengroep de melding "PARK ASSIST OFF" (parkeer-
hulp uitgeschakeld). Park-
Sense® blijft uitgeschakeld tot-
dat u de parkeerhulp opnieuw
inschakelt, zelfs als u het con-
tact inschakelt.
Als u de keuzehendel in de stand REVERSE (achteruit) zet en
ParkSense® is uitgeschakeld,
zal het EVIC het bericht "PARK
ASSIST DISABLED" (parkeer-
hulp uitgeschakeld) weergeven
zolang de transmissie in RE-
VERSE staat.
Indien ingeschakeld, zal Park- Sense® het radiovolume verla-
gen wanneer het systeem een ge-
luidssignaal laat horen.
Reinig de ParkSense® sensoren regelmatig, maar let daarbij op
dat u geen krassen of schade toe-
brengt. De sensors mogen niet
bedekt raken met ijs, sneeuw,
modder, vuil of afval. Verontrei-
niging van de sensors kan leiden
tot een slechte systeemwerking.
Het ParkSense® systeem kan
obstakels achter de auto/
bumper over het hoofd zien of
144
Page 152 of 376
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het wordt sterk aanbevolen om
voordat u de ParkSense® par-
keersensoren achter gaat gebrui-
ken de trekhaak van de auto te
verwijderen als deze niet wordt
gebruikt. Als u dit niet doet, kan
persoonlijk letsel of schade aan
voertuigen ontstaan doordat de
trekhaak zich veel dichter bij het
obstakel bevindt dan de achter-
bumper als het waarschuwings-
display de knipperende boog laat
zien en de aanhoudende toon laat
horen. Afhankelijk van de afme-
tingen en vorm van de trekhaak is
het ook mogelijk dat de sensors de
trekhaak detecteren en abusieve-
lijk aangeven dat er een obstakel
achter de auto aanwezig is. PARKVIEW® ACHTERUITRIJCAMERA
(voor bepaaldeuitvoeringen/markten)
Uw auto is mogelijk voorzien van een
ParkView® achteruitrijcamera. Hier-
mee kunt u het gebied achter de auto
op het scherm zien wanneer de scha-
kelhendel in de stand REVERSE
(achteruit) wordt gezet. Het beeld
wordt weergegeven op het navigatie-/
multimedia-radioscherm samen met
de waarschuwing "check entire sur-
roundings" (let op de gehele omge-
ving) aan de bovenkant van het
scherm. Na vijf seconden verdwijnt
deze opmerking. De ParkView® ca-
mera bevindt zich aan de achterzijde
van het voertuig boven de kenteken-plaat. Als u uit de achteruitversnelling scha-
kelt, wordt de achteruitrijcamera uit-
geschakeld en verschijnt het
navigatie- of audioscherm.
Indien getoond, geven statische ras-
terlijnen de breedte van het voertuig
aan, terwijl een onderbroken center-
lijn de middellijn van het voertuig
aangeeft. Deze lijnen kunnen bijv. van
dienst zijn bij het uitlijnen van het
voertuig voor een aanhanger. De sta-
tische rasterlijnen geven verschillende
zones aan waarmee u de afstand tot de
achterzijde van het voertuig kunt in-
schatten. De onderstaande tabel geeft
bij benadering de afstanden weer voor
elk van deze zones:
Zone Afstand tot de achterzijde van het voertuig
Rood 0 - 30 cm
Geel 30 cm - 1 m
Groen 1 m of meer
146
Page 153 of 376
WAARSCHUWING!
Bestuurders moeten voorzichtig
achteruit rijden, ook al wordt er ge-
bruik gemaakt van de achteruitrij-
camera. Kijk altijd goed vóór of ach-
ter uw auto, controleer of zich daar
geen voetgangers, dieren, andere
voertuigen of obstakels bevinden en
let op dode hoeken voordat u voor-
of achteruitrijdt. U bent verant-
woordelijk voor de veiligheid van uw
omgeving en moet blijven opletten
als u achteruitrijdt. Anders bestaat
er een risico op ernstig of dodelijkletsel.LET OP!
Om schade aan het voertuig tevoorkomen mag ParkView® al-
leen worden gebruikt als parkeer-
hulp. De camera is niet in staat is
om elk obstakel of voorwerp op
uw rijbaan te detecteren.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Om schade aan het voertuig te
voorkomen moet u langzaam rij-
den bij gebruik van de achteruit-
rijcamera, zodat u tijdig kunt
stoppen als u een obstakel ziet.
Het wordt de bestuurder aanbe-
volen om regelmatig over zijn/
haar schouder te kijken bij het
gebruik van ParkView®.
OPMERKING:
Wanneer de cameralens bedekt is
met sneeuw, ijs, modder of ander
vuil, moet de lens worden gerei-
nigd, met water worden gespoeld
en met een zachte doek worden
gedroogd. De lens niet afdekken.
PARKVIEW® IN- OF
UITSCHAKELEN — MET
NAVIGATIE-/
MULTIMEDIA-RADIO
1. Druk op de toets “menu”.
2. Selecteer de soft-toets "system set
up" (systeeminstellingen).
3. Druk op de schermtoets "camera
setup" (camera-instellingen). 4. Schakel de functie achteruitrijca-
mera in of uit door de soft-toets "ena-
ble rear camera in reverse" (camera
inschakelen bij achteruit rijden) te se-
lecteren.
5. Druk op de schermtoets "save" (opslaan).
PARKVIEW® IN- OF
UITSCHAKELEN —
ZONDER NAVIGATIE-/
MULTIMEDIA-RADIO
1. Druk op de toets “menu”.
2. Selecteer de soft-toets "system set
up" (systeeminstellingen).
3. Schakel de functie achteruitrijca-
mera in of uit door de soft-toets "ena-
ble rear camera in reverse" (camera
inschakelen bij achteruit rijden) te se-
lecteren. DAKCONSOLES
DAKCONSOLE VOORIN
Er zijn twee soorten dakconsoles be-
schikbaar. Het basismodel dakcon-
sole voorin heeft vaste instap-/
leeslampjes, een neerklapbaar
zonnebrilopbergvakje en een gesprek-
147