sin Lancia Voyager 2012 Instructieboek (in Dutch)
Page 103 of 376
Pak de telefoon en kies zelf het lo-kale nummer voor noodgevallen.
Als de telefoon niet binnen handbe-
reik is, maar de UConnect™ Phone
wel is ingeschakeld, kunt u het num-
mer voor noodgevallen als volgt bel-len:
Druk op de
toets om te begin-
nen.
Na de prompt "Gereed'' en de daarop volgende pieptoon zegt u
''Noodgeval''. Vervolgens zal de
UConnect™ Phone aan de gekop-
pelde mobiele telefoon de opdracht
geven het alarmnummer te bellen.
OPMERKING:
Het standaardnummer is 112. Het is mogelijk dat het gekozen
nummer niet van toepassing is
op de beschikbare mobiele tele-
foonservice en de regio waar u
zich bevindt.
Sommige systemen bieden de mogelijkheid het alarmnummer,
indien ondersteund, in te stel-
len. Druk hiertoe op de toets
en zeg "Instellen", gevolgd door "Noodgeval". Wanneer u via de UConnect™
Phone belt, is de kans dat de
oproep tot stand wordt gebracht
iets kleiner dan wanneer u
rechtstreeks via de mobiele tele-
foon belt.
WAARSCHUWING!
Als u het Uconnect™ Phonesysteem
wilt gebruiken bij noodgevallen,
moet uw mobiele telefoon:
zijn ingeschakeld,
zijn gekoppeld aan hetUconnect™systeem,
en een netwerkdekking hebben.
Hulp bij pech (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u pechhulp nodig heeft:
Druk op de
toets om te begin-
nen.
Na de prompt "gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "pech- hulp".
OPMERKING:
Het nummer voor pechhulp moet
vóór gebruik worden ingesteld. Als
u dit nummer wilt instellen, drukt u op de toets
, zegt u "instellen,
pechhulp" en volgt u de prompts. Paging
Raadpleeg "Werken met automati-
sche systemen" voor informatie over
het oproepen via een pieper. Het op-
roepen via een pieper werkt correct,
behalve bij piepers van sommige fir-
ma's die iets te vroeg uitgaan om goed
samen te werken met de Uconnect™Phone.
Voicemail bellen
Raadpleeg "Werken met automati-
sche systemen" voor informatie over
het beluisteren van uw voicemail.
Werken met automatische systemen
Deze methode wordt gebruikt in situ-
aties waarin normaal gesproken cij-
fers moeten worden ingedrukt op het
toetsenbord van de mobiele telefoon
tijdens het navigeren door een geau-
tomatiseerd telefoonsysteem.
U kunt de Uconnect™ Phone gebrui-
ken voor toegang tot uw voicemail of
een geautomatiseerde service, zoals
een oproepservice voor piepers of een
geautomatiseerde klantenservice. Bij
97
Page 107 of 376
mers door de Uconnect™ Phone pro-
blemen ondervindt, kunt u de functie
Stemtraining van de Uconnect™
Phone gebruiken. Om bij deze trai-
ning te komen, volgt u één van de
volgende twee procedures:
Wanneer u zich niet in de
Uconnect™modus bevindt (maar
bijvoorbeeld in de radiomodus)
Houd de toets
vijf seconden
lang ingedrukt tot de trainingsessie
begint of
Druk op de toetsen spreek de
volgende opdracht in: "Stemtrai-
ning, systeemtraining of start stem-training".
U kunt drukken op de toets
Uconnect™ Phone om de fabrieksin-
stellingen te herstellen, of u kunt de
woorden en zinnen herhalen wanneer
de Uconnect™ Phone u daarom
vraagt. U bereikt de beste resultaten
wanneer de stemtraining plaatsvindt
terwijl de auto is geparkeerd, de mo-
tor draait, alle ramen zijn gesloten en
de aanjager is uitgeschakeld. Deze procedure kan herhaald worden
met een nieuwe gebruiker. Het sys-
teem past zich alleen aan aan de laatst
getrainde stem.
Functies terugstellen
Druk op de knop
.
Na de prompt "Gereed" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "Instel-
len" en vervolgens "Terugstellen".
Hiermee verwijdert u alle telefoon-
koppelingen, telefoonboekgegevens
en overige instellingen in alle talen.
Het systeem zal u om bevestiging vra-
gen voordat de fabrieksinstellingen
worden hersteld.
Gesproken opdrachten
Voor optimale prestaties stelt u de achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen het
dakpaneel (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) en de spie-gel.
Wacht altijd op de pieptoon voor u begint spreken. Spreek gewoon zonder te pauzeren,
net alsof u een gesprek voert met
iemand die een meter of twee van u
vandaan zit.
Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt tijdens de spraakherken-ningstraining.
De spraakherkenning werkt het best:
als de aanjager op laag of in demiddenstand staat afgesteld,
bij lage tot matige snelheid van het voertuig,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
met volledig dichte ramen,
bij droge weersomstandigheden.
Ofschoon het systeem ontworpen is voor sprekers van Brits Engels, Ne-
derlands, Frans, Duits, Italiaans of
Spaans is het mogelijk dat het sys-
teem bij sommige mensen niet al-
tijd werkt.
Tijdens het navigeren door een ge- automatiseerd systeem, zoals voice-
mail, of wanneer u een pieper op-
101
Page 114 of 376
OPMERKING:
Zorg dat u zo rustig en normaal
mogelijk tegen het Voice Interface
Systeem spreekt. De mogelijkheid
voor het Voice Interface Systeem
om commando's met de stem van
de gebruiker te herkennen kan ne-
gatief beïnvloed worden als u snel
spreekt of harder dan normaal.WAARSCHUWING!
U mag een spraakherkenningssys-
teem alleen gebruiken als de rijom-
standigheden veilig zijn en in over-
eenstemming met de lokale
voorschriften. Alle aandacht moet
gericht blijven op de weg voor u. Als
u dit niet doet, kan een botsing met
ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
Wanneer u op de spraakherkennings-toets
drukt, hoort u een piep-
toon. De pieptoon is het teken dat u
een opdracht moet geven. OPMERKING:
Indien u niet binnen enkele secon-
den een opdracht uitspreekt, geeft
het systeem u een lijst met moge-lijkheden. Als u het systeem wilt onderbreken
terwijl de lijst met mogelijkheden
wordt weergegeven, drukt u op despraakherkenningstoets
, wacht
u tot de pieptoon heeft geklonken en
spreekt u uw opdracht in.
Het drukken op de spraakherken- ningstoets
terwijl het systeem
spreekt, wordt "inbreken" genoemd.
Het systeem wordt in dat geval onder-
broken en na de pieptoon kunt u op-
drachten toevoegen of wijzigen. Dit
wordt erg makkelijk als u eenmaal de
opties begint te leren. OPMERKING:
U kunt op elk ogenblik de woorden
"annuleren", "help", of "hoofd-
menu" inspreken.
Deze opdrachten zijn universeel en
kunnen vanuit elk menu gebruikt
worden. Alle andere opdrachten kun-
nen gebruikt worden afhankelijk van
de actieve toepassing.
Bij het gebruiken van dit systeem
moet u duidelijk en met een normaal
volume spreken.
Het systeem zal uw opdrachten het
best begrijpen als de ramen gesloten zijn en de fan van de verwarming/
airconditioning laag staat.
Als het systeem ergens een van uw
opdrachten niet begrijpt, wordt u ge-
vraagd dit te herhalen.
Als u het eerste beschikbare menu wilt
horen, drukt u op de spraakherken-ningstoets
en zegt u "Help" of
"Hoofdmenu". COMMANDO'S
Het spraakherkenningssysteem be-
grijpt twee typen commando's. De al-
gemene commando's zijn altijd be-
schikbaar. Plaatselijke commando's
zijn beschikbaar als de ondersteunde
radiomodus actief is.
Het volume veranderen.
1. Start een dialoog door op de spraakherkenningstoets
te
drukken.
2. Spreek een commando in (bijvoor-
beeld "help").
3. Gebruik de draaiknop ON/OFF
VOLUME om het volume in te stellen
op een comfortabel niveau terwijl het
spraakherkenningssysteem spreekt.
Let op: het volume voor spraakher-
108
Page 118 of 376
verstellen. Laat de schakelaar los
wanneer u de gewenste positie hebt
bereikt.
De rugleuning verstellen
De hoek van de rugleuning kan naar
voren of naar achteren worden ver-
steld. Druk de rugleuningsschakelaar
naar voren of naar achteren om de
stoel in de richting van de schakelaar
te verstellen. Laat de schakelaar los
wanneer u de gewenste positie hebt
bereikt.WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tij-dens het rijden kan gevaarlijk
zijn. Het verstellen van een stoel
tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur
verliest en een botsing met ernstig
of dodelijk letsel veroorzaakt.
Het verstellen van de stoelen moet
plaatsvinden voordat de veilig-
heidsgordels zijn vastgegespt en
terwijl de auto is geparkeerd. Een
slecht afgestelde veiligheidsgordel
kan ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Rij nooit met de rugleuning zo
schuin ingesteld dat de schouder-
gordel niet meer tegen uw borst-
kas rust. Tijdens een botsing be-
staat het gevaar dat u onder de
veiligheidsgordel door schuift,
waardoor ernstig of dodelijk letsel
kan ontstaan.LET OP!
Plaats geen voorwerpen onder een
elektrisch verstelbare stoel en zorg
dat deze altijd vrij kan bewegen. An-
ders kan de stoelbediening worden
beschadigd. De stoel kan niet vrij
bewegen als deze wordt gehinderd
door obstakels.
ELEKTRISCHE
LENDENSTEUN (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Auto's die zijn uitgerust met elek-
trisch verstelbare bestuurders- en
passagiersstoelen kunnen ook met een
elektrische lendensteun zijn uitgerust.
De schakelaar voor de elektrisch ver-
stelbare lendensteun bevindt zich aan de buitenzijde van de verstelbare
stoel. Druk de schakelaar naar voren
voor meer lendensteun. Druk de scha-
kelaar naar achteren voor minder len-densteun.
STOELVERWARMING (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij sommige modellen zijn de voor- en
achterstoelen uitgerust met verwar-
mingselementen in zowel de zittingen
als de rugleuningen.
Schakelaar voor de elektrische
lendensteun
112
Page 119 of 376
WAARSCHUWING!
Personen die geen pijn op de huidkunnen voelen als gevolg van ou-
derdom, chronische ziekte, diabe-
tes, rugletsel, medicatie, alcohol-
gebruik, uitputting of een andere
lichamelijke conditie, moeten
voorzichtig zijn bij het gebruik
van de stoelverwarming. Deze kan
zelfs bij lage temperaturen brand-
wonden veroorzaken, met name
als de verwarming langdurig
wordt gebruikt.
Plaats geen voorwerpen op de
stoel die warmte-isolerend wer-
ken, zoals een deken of kussen.
Hierdoor kan de stoelverwarming
oververhit raken. Gaan zitten op
een zitting die oververhit is kan
leiden tot ernstige brandwonden
als gevolg van de verhoogde op-
pervlaktetemperatuur van de zit-ting.
Verwarmbare voorstoelen
Met de twee schakelaars voor de stoel-
verwarming kunnen de bestuurder en
passagier de stoelen afzonderlijk be-
dienen. De bedieningselementen voor elk van de stoelverwarmingen bevin-
den zich in de rij schakelaars onder de
klimaatregelknoppen.
U kunt kiezen uit de verwarmingsin-
stellingen HIGH (hoog), LOW (laag)
en OFF (uit). Oranje indicatielampjes
in beide schakelaars geven de inge-
stelde verwarmingsgraad weer. Er
gaan twee indicatielampjes branden
voor de stand HIGH, één voor LOW
en geen voor OFF.
Voor stand HIGH drukt u
de schakelaar eenmaal in.
Voor stand LOW drukt u de
schakelaar tweemaal in. Als
u de verwarmingselementen wilt uit-
schakelen, drukt u een derde maal op
de schakelaar. OPMERKING:
Zodra u een stand hebt geselec-
teerd, voelt u na twee tot vijf minu-
ten dat de stoel warm wordt.
Als u de stand HIGH-level hebt gese-
lecteerd, geeft de verwarming extra
veel warmte tijdens de eerste bedrijfs-
fasen. Daarna wordt de normale hoe-
veelheid warmte voor de stand HIGH
afgegeven. Als het hoge niveau is ge- selecteerd, schakelt het systeem auto-
matisch na maximaal 60 minuten
continue werking terug naar laag ni-
veau. Op dat moment wordt één
lampje gedoofd om de wijziging aan te
geven. Er brandt dan nog één lampje.
Het lage niveau wordt automatisch na
45 uitgeschakeld (OFF).
Stoelverwarming achterin
Bij sommige modellen zijn de stoelen
op de tweede zitrij voorzien van stoel-
verwarming. Doordat er twee stoel-
verwarmingsschakelaars aanwezig
zijn, kunnen de beide stoelen onaf-
hankelijk van elkaar worden bediend
door de passagiers op de tweede zitrij.
De stoelverwarmingsschakelaars be-
vinden zich op de bekledingspanelen
van de schuifdeurgreep.
Schakelaar stoelverwarming
113
Page 120 of 376
U kunt kiezen uit de verwarmingsin-
stellingen HIGH (hoog), LOW (laag)
en OFF (uit). Oranje indicatielampjes
in beide schakelaars geven de inge-
stelde verwarmingsgraad weer. Er
gaan twee indicatielampjes branden
voor de stand HIGH, één voor LOW
en geen voor OFF.Voor stand HIGH drukt u
de schakelaar eenmaal in.
Voor stand LOW drukt u de
schakelaar tweemaal in. Als
u de verwarmingselementen wilt uit-
schakelen, drukt u een derde maal op
de schakelaar. OPMERKING:
Zodra u een stand hebt geselec-
teerd, voelt u na twee tot vijf minu-
ten dat de stoel warm wordt.
Als u de stand HIGH-level hebt gese-
lecteerd, geeft de verwarming extra
veel warmte tijdens de eerste bedrijfs-
fasen. Daarna wordt de normale hoe-
veelheid warmte voor de stand HIGH
afgegeven. Als het hoge niveau is ge-
selecteerd, schakelt het systeem auto-
matisch na maximaal 60 minuten
continue werking terug naar laag ni- veau. Op dat moment wordt één
lampje gedoofd om de wijziging aan te
geven. Er brandt dan nog één lampje.
Het lage niveau wordt automatisch na
45 uitgeschakeld (OFF). VOORSTOELEN/STOELEN
OP DE TWEEDE ZITRIJ
HANDMATIGVERSTELLEN
De beide voorstoelen kunnen naar vo-
ren en naar achteren worden versteld.
De hendel voor de handmatig verstel-
bare stoelen bevindt zich onder de
zitting aan de voorkant van de stoel.
Trek, terwijl u op de stoel zit, de hen-
del omhoog en schuif de stoel naar
voren of naar achteren. Laat de stang
los wanneer u de gewenste positie
hebt bereikt. Beweeg vervolgens metlichaamsdruk voorwaarts en achter-
waarts op de stoel om er zeker van te
zijn dat het stoelverstelmechanisme is
vergrendeld.
WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tij-
dens het rijden kan gevaarlijk
zijn. Het verstellen van een stoel
tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur
verliest en een botsing met ernstig
of dodelijk letsel veroorzaakt.
Het verstellen van de stoelen moet
plaatsvinden voordat de veilig-
heidsgordels zijn vastgegespt en
terwijl de auto is geparkeerd. Een
slecht afgestelde veiligheidsgordel
kan ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
Handmatige stoelverstelling
114
Page 121 of 376
HANDMATIG VERSTELBARE
RUGLEUNINGEN (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij uitvoeringen met handmatig ver-
stelbare rugleuningen bevindt de ver-
stelhendel zich aan de portierzijde
van de stoel.
Om de rugleuning schuiner te stellen
leunt u iets naar voren en licht u de
hendel op. Leun dan achterover om
de rugleuning in de gewenste stand te
drukken en laat de hendel los. Om de
stoel in zijn normale stand te zetten,
leunt u naar voren en licht u de hendel
op. Gebruik uw lichaamsgewicht enleun naar voren en naar achteren om
te controleren of de rugleuning ver-
grendeld is.
WAARSCHUWING!
Rij nooit met de rugleuning zo
schuin ingesteld dat de schoudergor-
del niet meer tegen uw borstkas rust.
Tijdens een botsing bestaat het ge-
vaar dat u onder de veiligheidsgor-
del door schuift, waardoor ernstig of
dodelijk letsel kan ontstaan.
HOOFDSTEUNEN
Hoofdsteunen zijn ontworpen om het
risico van letsel te verlagen door de
bewegingsvrijheid van het hoofd te
beperken tijdens aanrijdingen van
achteren. De hoofdsteunen moeten
zodanig worden afgesteld, dat de bo-
venkant van uw oor zich onder de
bovenkant van de hoofdsteun be-vindt.
WAARSCHUWING!
De hoofdsteunen moeten voor alle
inzittenden correct worden afgesteld
voordat u gaat rijden, of voordat de
passagiers plaatsnemen. De hoofd-
steunen mogen niet worden afge-
steld tijdens het rijden. Rijden in een
auto zonder hoofdsteunen of met in-
correct afgestelde hoofdsteunen kan
leiden tot ernstig of dodelijk letsel bijbotsingen.
Actieve hoofdsteunen —voorstoelen
Actieve hoofdsteunen zijn passieve
componenten die kunnen worden ge-
activeerd. Auto's met dit systeem
kunnen niet eenvoudigweg aan de
hand van markeringen worden
geïdentificeerd, maar alleen door vi-
suele inspectie van de hoofdsteun. De
hoofdsteun zal zich in twee helften
splitsen; de voorste helft bestaat uit
zacht schuim en bekleding en de ach-
terste helft uit decoratief plastic.
Wanneer de actieve hoofdsteunen tij-
dens een botsing van achteren worden
geactiveerd, schuift de voorste helft
van de actieve hoofdsteun naar voren
Hendel voor handmatig verstelbare rugleuning
115
Page 122 of 376
om de afstand tussen het achterhoofd
van de inzittende en de actieve hoofd-
steun zo klein mogelijk te maken. Dit
systeem is ontworpen om bij bepaalde
botsingen van achteren het risico van
letsel bij de bestuurder en voorpassa-
gier te voorkomen of te verlagen.
Raadpleeg "Gordelsystemen" in "Wat
u moet weten voordat u de auto start"
voor meer informatie.
Trek aan de hoofdsteunen om ze ho-
ger af te stellen. Als u de hoofdsteun
lager wilt afstellen, drukt u op de
drukknop onder aan de hoofdsteun en
duwt u vervolgens de hoofdsteun naarbeneden.
Voor een comfortabele houding kun-
nen de actieve hoofdsteun naar voren
en naar achteren worden gekanteld.
Om de hoofdsteun dichter naar deachterkant van uw hoofd te kantelen,
trekt u de onderkant van de hoofd-
steun naar buiten. Druk de onderkant
van de hoofdsteun naar achteren om
de hoofdsteun bij uw hoofd vandaan
te duwen. OPMERKING:
De hoofdsteunen mogen alleen
door een erkend mecanicien
verwijderd worden en alleen
voor onderhoudswerkzaamhe- den. Als een van de twee hoofd-
steunen verwijderd moeten wor-
den, moet u contact opnemen
met een erkende dealer.
Raadpleeg "Veiligheidsgordelsystemen/
Opnieuw instellen van de ac-
tieve hoofdsteunen (AHR)" in
"Wat u moet weten voordat u de
auto start" voor meer informatie
indien de actieve hoofdsteun isgeactiveerd.
WAARSCHUWING!
Plaats geen voorwerpen zoals jas-sen, stoelhoezen of draagbare
dvd-spelers over de bovenkant
van de hoofdsteunen. Deze voor-
werpen kunnen bij botsingen de
werking van de actieve hoofdsteu-
nen belemmeren en leiden tot ern-
stig of dodelijk letsel.
(Vervolgd)
Drukknop
Actieve hoofdsteun (normale positie)
Actieve hoofdsteun (gekanteld)
116
Page 126 of 376
De stoel klapt automatisch neer om de
derde zitrij gemakkelijk toegankelijk
te maken.WAARSCHUWING!
Bij een aanrijding kan ernstig letsel
ontstaan als de stoel niet goed is
vergrendeld.
QUAD-STOELEN (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De beide Quad-stoelen kunnen naar
voren en naar achteren worden ver-
steld. De hendel voor de handmatig
verstelbare stoelen bevindt zich onder
de zitting aan de voorkant van destoel. Trek, terwijl u op de stoel zit, de hen-
del omhoog en schuif de stoel naar
voren of naar achteren. Laat de stang
los wanneer u de gewenste positie
hebt bereikt. Beweeg vervolgens met
lichaamsdruk voorwaarts en achter-
waarts op de stoel om er zeker van te
zijn dat het stoelverstelmechanisme is
vergrendeld.
WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tij-
dens het rijden kan gevaarlijk
zijn. Het verstellen van een stoel
tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur
verliest en een botsing met ernstig
of dodelijk letsel veroorzaakt.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het verstellen van de stoelen moet
plaatsvinden voordat de veilig-
heidsgordels zijn vastgegespt en
terwijl de auto is geparkeerd. Een
slecht afgestelde veiligheidsgordel
kan ernstig of dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
Handmatig verstellen
Om de rugleuning schuiner te stellen
leunt u iets naar voren en licht u de
hendel op. Leun dan achterover om
de rugleuning in de gewenste stand te
drukken en laat de hendel los. Om de
stoel in zijn normale stand te zetten,
leunt u naar voren en licht u de hendel
op. Gebruik uw lichaamsgewicht en
leun naar voren en naar achteren om
te controleren of de rugleuning ver-
grendeld is.
Rugleuninghendel, tuimelhendel voor zitting en hoofdsteunhendel
Handmatige stoelverstelling
120
Page 127 of 376
WAARSCHUWING!
Rij nooit met de rugleuning zo
schuin ingesteld dat de schoudergor-
del niet meer tegen uw borstkas rust.
Tijdens een botsing bestaat het ge-
vaar dat u onder de veiligheidsgor-
del door schuift, waardoor ernstig of
dodelijk letsel kan ontstaan.
Neerklappen
Als u de stoel wilt neerklappen, trekt u
de hendel van de rugleuning volledig
omhoog en drukt u de rugleuning
naar voren tot deze op de zitting rust. Gemakkelijk in- en uitstappen
De Quad-stoelen kunnen naar voren
worden geklapt om de derde zitrij ge-
makkelijk toegankelijk te maken.
Wanneer de Quad-stoel is neerge-
klapt, trekt u de hendel voor gemak-
kelijk in- en uitstappen aan de onder-
kant van de stoel omhoog en klapt u
de stoel naar voren.Voor passagiers op de derde zitrij is
aan de portierzijde van de stoel bij de
onderkant van de rugleuning een
treklus aangebracht. Wanneer passa-
giers op de derde zitrij aan deze lus
trekken en de Quad-stoel naar voren
duwen, klapt de rugleuning neer en
kan de hendel voor gemakkelijk in- en
uitstappen gemakkelijk worden be-
reikt.
De stoelen kunnen naar voren worden
geklapt om extra ruimte achter de
stoelen op de tweede zitrij vrij te ma-ken.
Wanneer de stoelen zijn neergeklapt,
trekt u ontgrendelhendel van de neer-
geklapte stoel omhoog en klapt u de
stoel naar de gewenste stand.
Hendel rugleuning
Neergeklapte Quad-stoel
Hendel voor gemakkelijk in- en
uitstappen
Treklus voor passagiers op de derde zitrij
121