sensor Lancia Ypsilon 2011 Instructieboek (in Dutch)
Page 166 of 299
STORING START&STOP SYSTEEM
Versies met multifunctioneel display: een
storing in het Start&Stop systeem wordt
aangegeven met een brandend
lampje op het
instrumentenpaneel en met een melding op de
display.
Versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display:hetpictogram gaat
branden en er verschijnt een melding op de
display wanneer een storing in het Start&Stop
systeem optreedt.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als een storing in het Start&Stop systeem optreedt.
KANS OP GLAD WEGDEK
(voor bepaalde versies/markten)
Bij versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display, verschijnt een melding +
symbool op de display wanneer de
buitentemperatuur 3°C of minder bedraagt.
BELANGRIJK Bij een storing van de
buitentemperatuursensor, worden streepjes i.p.v.
temperatuurwaarden op de display weergegeven.ECO-FUNCTIE INSCHAKELEN/
UITSCHAKELEN (0.9 TwinAir 85 pk versies)
De inschakeling/uitschakeling van de ECO functie
door het indrukken van de betreffende knop (zie
de paragraaf "Bedieningselementen" in het
hoofdstuk "Kennismaking met de auto")
is aangegeven met een melding op de display.
ASR SYSTEEM
ASR systeem uitschakelen
Het ASR systeem kan worden uitgeschakeld door
op de knop ASR OFF te drukken (zie de paragraaf
"ASR systeem" in het hoofdstuk "Kennismaking
met de auto"). Bij versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display, wordt bij uitschakeling
van het systeem een melding en een symbool op de
display weergegeven; tegelijk gaat ook de led op
de ASR OFF knop branden.
164WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 201 of 299
Zekeringenkast in de motorruimte ZEKERING AMPERE
Achterruitverwarming/ruitontwaseming F20 30
Aircocompressor F21 7,5
Voeding vanaf hoofdrelais SCM voor ECU (versies
0.9 TwinAir 85 pk/1.3 16V MultiJet)F22 15
Voeding vanaf hoofdrelais SCM voor ECU (versies
1.2 8V 69 pk)F22 10
BSM 9.0 (ECU, kleppen) F23 20
BSM 9.0/NGE (+15 INT) F24 7,5
Voorgloei regeleenheid (versies 1.3 16V MultiJet) F81 60
Ventilator inzittendenruimte F82 40
Stopcontact voor (met of zonder aansteker) F85 15
Sensor laadtoestand accu F87 5+15 = plusklem vanaf contactsleutel
+30 = directe plusklem accu (niet vanaf
contactsleutel)
199WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 204 of 299
ACCU OPLADENBELANGRIJK De beschrijving voor het opladen
van de accu geldt slechts ter informatie.
Raadpleeg bij voorkeur het Lancia Servicenetwerk
om deze werkzaamheden te laten uitvoeren.
Het verdient aanbeveling aan de accu langzaam
en met een laag ampèrage gedurende ongeveer 24
uur op te laden. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.
VERSIES ZONDER Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒maak de minklem los van de accu;
❒sluit de kabels van de acculader aan op de
accupolen; let daarbij op de polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de acculader uit
alvorens de accu los te koppelen;
❒sluit de minklem aan op de accu.VERSIES MET Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒koppel de stekker A fig. 155 van de accusensor
C op de minklem D van de accu los;
❒sluit de pluskabel van de acculader aan op de
plusklem E van de accu en de minkabel op de
klem van de sensor D zoals aangegeven in
de figuur;
❒schakel de acculader in. Schakel na het opladen
de acculader uit;
❒sluit na de acculader te hebben afgekoppeld de
stekker A fig. 155 terug op de sensor C aan
zoals aangegeven in de figuur.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met een
alarmsysteem, moet dit met de afstandsbediening
worden uitgeschakeld (zie de paragraaf
"Alarmen" in "Ken uw auto").
BELANGRIJK
Accuvloeistof is giftig en corrosief:
vermijd contact met huid en ogen.
Het opladen van de accu moet worden
uitgevoerd in een goed verluchte ruimte, ver
van open vuur en vonken: brand- en
ontploffingsgevaar.
202WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 296 of 299
– openen/sluiten ................. 79
– reinigen .......................... 228
MSR ..................................... 87
MSR (systeem) ..................... 87
Multifunctioneel display ....... 9Niveaus
214-215-216Onderhoud en zorg ............. 207
– geprogrammeerd
onderhoud ...................... 207
Onderhoud en zorg
– geprogrammeerd
onderhoudsschema ......... 208
Onderhoud en zorg
– intensief gebruik van de
auto................................ 212
Onderhoud en zorg
– periodieke controles........ 212
Opheffen van het voertuig... 204Parkeer-/dagverlichting
(DRL)
– lamp vervangen .............. 183
Parkeerlichten ...................... 50
Parkeer-/remlichten ............ 186
Parkeren ............................. 142Plafondverlichting achter
– lamp vervangen .............. 189
Plafondverlichting
– bagageruimteverlichting .. 61
–
dashboardkastverlichting.... 61
– Plafondverlichting
achter .............................. 60
– Plafondverlichting voor.... 59
Plafondverlichting voor
– bediening ......................... 59
– lamp vervangen .............. 188
Pollenfilter .......................... 219
Portieren .............................. 69
– Centrale
portiervergrendeling ........ 69
Prestaties (topsnelheid)....... 245
Reiniging en onderhoud
– auto-interieur ................. 229
– carrosserie ...................... 226
– koplampen ..................... 228
– Kunststof en gecoate
interieurdelen ................. 229
– Lederen interieurdelen ... 230
– Lederen stoelen .............. 229
– motorruimte ................... 228– ruiten ............................. 228
– stoelen ............................ 229
Remmen
– kenmerken ..................... 236
– remvloeistofniveau ......... 218
Richtingaanwijzers
– bediening ......................... 51
– lamp vervangen .............. 184
Rijstijl ................................. 145
Ruiten reinigen..................... 53
Ruiten (reinigen) ................ 228
Ruitensproeier
– vloeistofniveau
ruitensproeier ................. 218
Ruitensproeiers van
achterruit .......................... 226
Ruitensproeiers van
vooruit .............................. 225
Ruitenwissers ....................... 53
– niveau
controleren ...... 214-215-216
– wisserbladen................... 224
– wisserbladen vervangen .. 224
SBR systeem....................... 118
Schemersensor ..................... 50
Schuifdak............................. 67
Slepen van de auto.............. 204
294WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
controleren..........