display MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 474 of 741

5–10 8
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Type B
* * *
*
*De indicatie verandert afhankelijk van
de geselecteerde modus. 2. Draai de audioregelknop en kies de
gewenste modus.
Display Modus Functie
PAIR
DEVICE Paringmodus Paren van
Bluetooth
®
audioapparatuur
LINK
CHANGE
Modus voor
verbindingswijziging Wijzigen van
de verbinding
naar Bluetooth
®
audioapparatuur
PAIR
DELETE Paring
verwijderen
modus Verwijderen van
de verbinding
naar Bluetooth
®
audioapparatuur
DEVICE
INFO
Weergavemodus
voor
apparatuurinformatie Weergeven van de
informatie van de
Bluetooth
® eenheid
van de auto
3. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
Paren van Bluetooth
® audioapparatuur
Voordat Bluetooth
® audioapparatuur
beluisterd kan worden via de luidsprekers
van de auto, moet de apparatuur gepaard
worden met de Bluetooth
® eenheid van de
auto.
Maximaal zeven stuks apparatuur
waaronder Bluetooth
® audioapparatuur en
handsfree mobiele telefoons kunnen met
één auto gepaard worden.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 475 of 741

5–109
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
  Als Bluetooth ® audioapparatuur
reeds met de auto is gepaard als
een handsfree mobiele telefoon,
hoeft deze niet nogmaals gepaard
te worden wanneer de apparatuur
als Bluetooth
® audioapparatuur
gebruikt wordt. Omgekeerd hoeft de
apparatuur niet nogmaals gepaard te
worden als een handsfree mobiele
telefoon als deze reeds als Bluetooth
®
audioapparatuur gepaard is.   Registratie van apparatuur is
ook mogelijk met behulp van
spraakherkenning.
Zie de bijbehorende gebruikershandleiding
voor de bediening van de Bluetooth
®
audioapparatuur zelf.
Bepaalde Bluetooth ® audioapparatuur
heeft PIN codes (vier cijfers).
Zie de gebruikershandleiding
van de audioapparatuur omdat de
paringsprocedure verschilt afhankelijk of
deze voorzien is van een PIN code of niet.
Paren van Bluetooth
® audioapparatuur
met een viercijferige PIN code
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paringmodus “ PAIR
DEVICE ” in de “ BT SETUP ” modus.
(Zie voor bijzonderheden “Instellen
van Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
Nadat “ ENTER PIN ” gedurende
drie seconden op de audiodisplay is
getoond, wordt “ PIN 0000 ” getoond en
kan de PIN code worden ingevoerd. 3. Voer de PIN code van uw Bluetooth
®
audioapparatuur in door de
voorkeuzezendertoetsen 1 tot 4 in te
drukken terwijl “ PIN 0000 ” wordt
getoond.
Druk voorkeuzezendertoets 1 in voor
het invoeren van het eerste cijfer, 2
voor het tweede, 3 voor het derde en
4 voor het vierde. Als de PIN code
bijvoorbeeld “4213” zou zijn, de
voorkeuzezendertoets 1 viermaal (1, 2,
3, 4), toets 2 tweemaal (1, 2), toets 3
eenmaal (1) en toets 4 driemaal (1, 2, 3)
indrukken. Als de weergave van “ PIN
0000 ” verdwijnt alvorens de invoer van
de PIN code is voltooid, de procedure
vanaf stap 1 herhalen.
OPMERKING
Sommige apparatuur accepteert enkel
een bepaalde paringcode (gewoonlijk
“0000” of “1234”).
Zie de gebruikershandleiding van
uw mobiele telefoon en probeer deze
nummers indien nodig als paren niet kan
worden voltooid.
4. Druk terwijl de ingevoerde PIN code
wordt getoond de audioregelknop in.
“ PAIRING ” knippert op de display.
5. Bedien de Bluetooth
® audioapparatuur
en stel deze in op de paringmodus
terwijl “ PAIRING ” knippert.
6. Wanneer het paren voltooid is, wordt

” en “ PAIR SUCCESS ” na ongeveer
10-30 seconden getoond, waarna
“ PAIR SUCCESS ” nog gedurende drie
seconden wordt getoond en de eenheid
vervolgens terugkeert naar de normale
display.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 476 of 741

5–110
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
  Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het “
” symbool wordt
getoond.
  Als het paren gefaald heeft, knippert
“ Err ” gedurende drie seconden.
  Het paren kan niet tijdens het rijden
uitgevoerd worden. Als u probeert
het paren uit te voeren tijdens het
rijden, wordt “ PAIR DISABLE ”
getoond.
  Als zeven stuks Bluetooth ®
audioapparatuur reeds met de auto
zijn gepaard, kan geen verdere paring
plaatsvinden en wordt “ MEMORY
FULL ” getoond. Voordat andere
apparatuur gepaard kan worden
dient één gepaard apparaat
verwijderd te worden.
Paren van Bluetooth
® audioapparatuur
zonder viercijferige PIN code
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paringmodus “ PAIR
DEVICE ” in de “ BT SETUP ” modus.
(Zie voor bijzonderheden “Instellen
van de Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus. Nadat “ ENTER
PIN ” gedurende drie seconden op de
audiodisplay is getoond, wordt “ PIN
0000 ” getoond en kan de PIN code
worden ingevoerd.
3. Druk terwijl “ PIN 0000 ” wordt getoond
de audioregelknop in.
“ PAIRING ” knippert op de
audiodisplay.
4. Bedien de Bluetooth
® audioapparatuur
en stel deze in op de paringmodus
terwijl “ PAIRING ” knippert. 5. Voer “0000” in aangezien voor de
Bluetooth
® audioapparatuur een PIN
code vereist is.
6. Wanneer het paren voltooid is, wordt

” en “ PAIR SUCCESS ” na ongeveer
10-30 seconden getoond, waarna
“ PAIR SUCCESS ” nog gedurende drie
seconden wordt getoond en de eenheid
vervolgens terugkeert naar de normale
display.
OPMERKING
  Als paren niet kan worden voltooid,
in plaats hiervan “1234” proberen.
Zie de gebruikershandleiding van uw
mobiele apparatuur voor de juiste
PIN code.
  Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het “
” symbool wordt
getoond.
  Als het paren gefaald heeft, knippert
“ Err ” gedurende drie seconden.
  Het paren kan niet tijdens het rijden
uitgevoerd worden. Als u probeert
het paren uit te voeren tijdens het
rijden, wordt “ PAIR DISABLE ”
getoond.
  Als zeven stuks Bluetooth ®
audioapparatuur reeds met de auto
zijn gepaard, kan geen verdere paring
plaatsvinden en wordt “ MEMORY
FULL ” getoond. Voordat andere
apparatuur gepaard kan worden
dient één gepaard apparaat
verwijderd te worden.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 477 of 741

5–111
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
® eenheid de
laatst gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is
het nodig de verbinding te wijzigen. Na
het wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
1. Selecteer met behulp van
de audioregelknop de
verbindingswijzigingmodus “ LINK
CHANGE ” in de “ BT SETUP ” modus.
(Zie voor bijzonderheden “Instellen
van Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de huidige verbonden
Bluetooth
® audioapparatuur wordt
getoond.
Als op dat moment geen Bluetooth
®
audioapparatuur is verbonden, wordt
de naam van de eerste van de gepaarde
apparatuur getoond. 4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de naam van de
apparatuur die u wilt verbinden.
Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7
5. Druk de audioregelknop in voor het
selecteren van de apparatuur die u wilt
verbinden.
Het “
” symbool verdwijnt en
“ PAIRING ” knippert in de
audiodisplay.
OPMERKING
Wanneer “ GO BACK ” wordt
geselecteerd en de audioregelknop wordt
ingedrukt, keert de display terug naar
“ LINK CHANGE ”.
6. Als de verbinding met de gewenste
apparatuur met goed gevolg is gemaakt,
wordt het “
” symbool nogmaals
getoond, tezamen met “ LINK
CHANGED ”. “ LINK CHANGED ”
wordt gedurende drie seconden
getoond, vervolgens keert de normale
display terug.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 478 of 741

5–112
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
  Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het “
” symbool wordt
getoond.
  Als een handsfree type mobiele
telefoon de meest recent gepaarde
apparatuur is, verbindt de Bluetooth
®
eenheid deze apparatuur. Als u een
Bluetooth® type audioapparatuur wilt
gebruiken dat reeds eerder met de
Bluetooth
® eenheid is gepaard, dient
de verbinding gewijzigd te worden
naar deze apparatuur.
  Als zich tijdens het verbinden
van apparatuur een fout voordoet,
knippert “ Err ” gedurende drie
seconden op de display en keert
de display terug naar “ LINK
CHANGE ”. Controleer in dit geval
de paringstatus van de Bluetooth
®
audioapparatuur en de locatie
van de apparatuur in de auto
(niet in de kofferruimte of in een
metalen doos) en probeer dan de
verbindingsprocedure opnieuw.
  Het selecteren van apparatuur
is ook mogelijk met behulp van
spraakherkenning.
Verifi ëren van de huidige verbonden
apparatuur
Schakel over naar de modus voor
verbindingswijziging. (Zie “Wijzigen
van de verbinding naar Bluetooth
®
audioapparatuur”)
De naam van de apparatuur die als eerste
wordt getoond is de apparatuur die op dat
moment is verbonden. Wissen van een apparaat
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paring verwijderen
modus “ PAIR DELETE ” in de
“ BT SETUP ” modus. (Zie voor
bijzonderheden “Instellen van
Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de eerste van de gepaarde
apparatuur wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop en selecteer
de naam van de gepaarde apparatuur
die u wilt verwijderen.
Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7
OPMERKING
Enkel de namen van de gepaarde
apparatuur kunnen getoond worden.
Als enkel één stuks apparatuur is
gepaard, wordt enkel de naam van deze
apparatuur getoond.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 479 of 741

5–113
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5. Als een andere selectie dan
“ GO BACK ” is gemaakt en de
audioregelknop wordt ingedrukt, wordt
“ SURE ? NO ” getoond.
6. Draai de audioregelknop rechtsom en
schakel de display over naar “ SURE ?
YES ”.
OPMERKING
De display verandert als volgt
afhankelijk van of de audioregelknop
rechtsom of linksom wordt gedraaid.
-Rechtsom: “ SURE ? YES ” wordt op de
display getoond
-Linksom: “ SURE ? NO ” wordt op de
display getoond
7. Druk de audioregelknop in voor het
verwijderen van de gekozen apparatuur.
OPMERKING
Selecteer “ GO BACK ” en druk de
audioregelknop in om terug te keren
naar de “ PAIR DELETE ” display.
8. Nadat het verwijderen is voltooid,
wordt “ PAIR DELETED ” gedurende
drie seconden getoond en keert de
display vervolgens terug naar de
normale display.
OPMERKING
Als zich tijdens het verwijderen van de
gepaarde apparatuur een fout voordoet,
knippert “ Err ” gedurende drie seconden
op de display en keert de display terug
naar “ LINK DELETE ”. Informatiedisplay van Bluetooth
®
audioapparatuur
1. Selecteer met behulp van
de audioregelknop de
modus voor weergave van
paringapparatuurinformatie “ DEVICE
INFO ” in de “ BT SETUP ” modus. (Zie
voor bijzonderheden “Instellen van
Bluetooth
® audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de Bluetooth
® eenheid
wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de informatie voor de
Bluetooth
® eenheid die u wilt zien.
Apparatuurnaam
BT adres
OPMERKING
Wanneer “ GO BACK ” wordt
geselecteerd en de audioregelknop wordt
ingedrukt, keert de display terug naar
“ DEVICE INFO ”.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 485 of 741

5–119
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5. Prompt: “Dit moet u doen in een stille
omgeving terwijl de auto stilstaat. Zie
de eigenaarshandleiding voor de lijst
met benodigde trainingsuitdrukkingen.
Druk even op de knop Spraak als u
wilt beginnen. U kunt op elk gewenst
moment stoppen door op de knop
Ophangen te drukken.”
6. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
7. De gesproken begeleiding leest het
spraakinvoeropdrachtnummer op (zie
de lijst met spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren). (Bijv.
“Lees alstublieft geavanceerde functie
1”)
8. Zeg: [Geluidssignaal] “0123456789”
(Zeg de spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren (1 tot
8) overeenkomstig de gesproken
begeleiding.)
9. Prompt: “Spraakregistratie is
compleet.”
OPMERKING
Als zich een fout heeft voorgedaan bij
het spraakherkenning leren, is opnieuw
leren mogelijk door de sprekentoets kort
in te drukken. Lijst met spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenningleren
Bij het oplezen dienen de volgende punten
in acht genomen te worden:
 


 Lees de nummers één voor één correct
en natuurlijk op.
  (Bijvoorbeeld, “1234” moet opgelezen
worden als “eén, twee, drie, vier”, niet
“twaalf, vierendertig”.)
 


 Lees geen haakjes op. “ (” en
koppeltekens “-” worden gebruikt
voor het scheiden van nummers in een
telefoonnummer.
Bijv.
“ (888) 555-1212” moet worden
uitgesproken als “Acht, acht, acht, vijf,
vijf, vijf, eén, twee, eén, twee.”
Zin Opdracht
1 0123456789
2 (888) 555-1212
3 Bel
4 Nummer keuze
5 Setup
6 Annuleer
7 Doorgaan
8 Help
OPMERKING
  De zin van toepassing verschijnt in
de audiodisplay.
  Nadat de gebruikerspraakregistratie
is voltooid, wordt door de gesproken
begeleiding “Spraakregistratie is
compleet” aangekondigd.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 487 of 741

5–121
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
Voor het automatisch downloaden van
de belhistorie en berichten, moeten alle
automatische downloadinstellingen zijn
ingeschakeld.
Zie Communicatie-instellingen op
pagina 5-143 .
Nadat apparatuur is geregistreerd, wordt
de apparatuur automatisch door het
systeem geïdentifi ceerd. Door Bluetooth
®
handsfree nogmaals te activeren of door
Bluetooth® handsfree eerst te activeren
nadat het contact van OFF op ACC is
gezet, wordt de verbindingsstatus van het
apparaat getoond op de middendisplay.
BELANGRIJK Opmerking over paring
en automatische herverbinding:
 




Als paring op dezelfde mobiele
telefoon opnieuw wordt uitgevoerd,
dient u eerst “Mazda” dat op het
Bluetooth
® instelscherm van het
mobiele apparaat verschijnt eenmaal
te wissen.
 


 Bij het updaten van het
besturingssysteem van de apparatuur
bestaat de kans dat de paringinformatie
gewist wordt. Herprogrammeer in
dit geval de paringinformatie in de
Bluetooth
® eenheid. 


 Controleer alvorens u uw apparaat paart,
dat Bluetooth ® op zowel uw telefoon als
op de auto “AAN” zijn.
Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
® eenheid de
laatst gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is
het nodig de verbinding te wijzigen. Na
het wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
Aansluiten van overige apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth ® instelling in.
5. Selecteer de naam van het apparaat dat
u wilt verbinden.
6. Selectie
Beide apparaten worden verbonden als
handsfree en Bluetooth ® audio.
Selectie
Wordt verbonden als een handsfree
apparaat.
Selectie
Wordt verbonden als Bluetooth ® audio.
OPMERKING
De volgende functies zijn voor
handsfree bellen of audiobediening
beschikbaar.
 
 Handsfree: Telefoongesprekken en
e-mail/SMS
  Audio: Bluetooth ® audio, Aha™,
Stitcher™ radio
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 488 of 741

*Bepaalde modellen.5–122
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Loskoppelen van apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth ® instelling in.
5. Selecteer de naam van het huidige
verbonden apparaat.
6. Selecteer
.
Wissen van een apparaat
Selecteren en wissen van apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth ® instelling in.
5. Selecteer de apparatuurnaam die u wilt
wissen.
6. Selecteer
.
7. Selecteer
.
Wissen van alle apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Selecteer
.
5. Selecteer
.
6. Selecteer
.
Wijzigen van de pincode
De pincode (4 cijfers) kan gewijzigd
worden.
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Selecteer
.
5. Selecteer
.
6. Voer de nieuwe pincode in die u wilt
instellen.
7. Selecteer
.
Beschikbare talen (Type C/Type
D)*
De taal kan gewijzigd worden.
Zie Instellingen op pagina 5-73 .
OPMERKING
Afhankelijk van de taal, is het mogelijk
dat deze enkel beschikbaar is voor
de schermdisplay maar niet voor de
spraakherkenning.
Spraakherkenning (Type C/Type
D)
In dit hoofdstuk wordt het basisgebruik
van de spraakherkenning verklaard.
Activeren van de spraakherkenning
Druk op de sprekentoets.
Beëindigen van de spraakherkenning
Gebruik een van de volgende methoden:
 


 Druk op de ophangtoets.



 Zeg, “annuleren”.



 Bedien de commanderschakelaar of de
middendisplay (alleen wanneer de auto
stilstaat).
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 510 of 741

*Bepaalde modellen.5–14 4
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Bluetooth ® Audio (Type
A/Type B)
*
Bluetooth® specifi catie van toepassing
(Aanbevolen)
Ver. 2.0
Responsprofi el




 A2DP (Advanced Audio Distribution
Profi le) Ver. 1.0/1.2




 AVRCP (Audio/Video Remote Control
Profi le) Ver. 1.0/1.3
A2DP is een profi el dat enkel audio naar
de Bluetooth
® eenheid verzendt. Als
uw Bluetooth ® audioapparatuur enkel
correspondeert met A2DP, maar niet met
AVRCP, kunt u deze niet bedienen met het
bedieningspaneel van de audio-installatie
van de auto. In dit geval is alleen de
bediening op het mobiele apparaat
beschikbaar, hetzelfde als wanneer een
draagbaar audioapparaat of een niet-
compatibel Bluetooth
® apparaat op de
AUX ingang wordt aangesloten.
Functie A2DP AVRCP
Ver. 1.0 Ver. 1.3
Weergave — X X
Pauze — X X
Bestand (Spoor)
vooruit/terug — X X
Terugspoelen — — X
Snelvooruitspoelen — — X
Tekstdisplay — — X
X: Beschikbaar
—: Niet beschikbaar
OPMERKING
  Het batterijverbruik van Bluetooth ®
audioapparatuur neemt toe wanneer
dit via Bluetooth ® is verbonden.   Als een gangbare mobiele telefoon
USB wordt aangesloten tijdens
muziekweergave via een Bluetooth
®
verbinding, wordt de Bluetooth ®
verbinding verbroken. Om deze
reden is muziekweergave via
een Bluetooth
® verbinding en
muziekweergave via een USB
verbinding niet tegelijkertijd
mogelijk.
  Het is mogelijk dat het systeem
afhankelijk van de Bluetooth ®
audioapparatuur niet normaal werkt.
Gebruik van de Bluetooth ® audio-
installatie
Overschakelen naar de Bluetooth ®
audiomodus
Schakel over naar de Bluetooth
®
audiomodus voor het bedienen van de
audioapparatuur met behulp van het
bedieningspaneel van de audio-installatie
voor het beluisteren van muziek of
spraakaudio welke is opgenomen
op Bluetooth
® audioapparatuur. Alle
Bluetooth® audioapparatuur dient gepaard
te worden met de Bluetooth ® eenheid
van de auto alvorens deze kan worden
gebruikt.
Zie Gereed maken van Bluetooth
® (Type
A/Type B) op pagina 5-102 .
1. Schakel de Bluetooth
® audioapparatuur
in.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 150 next >