MAZDA MODEL 3 HATCHBACK 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 321 of 741

4–157
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Geen wijzigingen aan de vering aanbrengen:
Als de hoogte van de auto of de overhelling gewijzigd wordt, kan het systeem
voorliggende voertuigen niet correct bespeuren. Dit heeft tot gevolg dat de stadsverkeer-
remassistent (SCBS) niet normaal functioneert of abusievelijk functioneert wat een
ernstig ongeluk kan veroorzaken.
Schakel de stadsverkeer-remassistent (SCBS) uit wanneer de auto op een rollenbank
wordt gezet of gesleept wordt:
Schakel de stadsverkeer-remassistent (SCBS) uit om te voorkomen dat deze per ongeluk
in werking treedt wanneer de auto op een rollenbank wordt gezet of gesleept wordt. Zie
de volgende pagina voor hoe u de stadsverkeer-remassistent (SCBS) kunt uitschakelen.
Zie Stopzetten van de werking van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) op pagina
4-160 .
OPGELET
  Bij het off-road rijden op plaatsen met gras of hooi, wordt het aanbevolen de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) uit te schakelen.
  Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen en van
hetzelfde merk, soort en profi elpatroon. Gebruik ook geen banden met duidelijk
verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto, aangezien de kans bestaat dat de
stadsverkeer-remassistent (SCBS) niet normaal functioneert.
  De lasersensor (voor) beschikt over een functie die verontreiniging van de voorruit
bespeurt en de bestuurder informeert, echter afhankelijk van de omstandigheden is
het mogelijk dat plastic zakken, ijs of sneeuw op de voorruit niet bespeurd worden. In
dergelijke gevallen kan het systeem niet nauwkeurig een voorliggend voertuig bepalen
en bestaat de kans dat dit niet normaal functioneert. Rijd altijd voorzichtig en let op de
weg vóór u.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 322 of 741

4–158
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) zal niet functioneren als de
bestuurder opzettelijk gebruik maakt van de rijbedieningsorganen (gaspedaal en
stuurwiel).
  De stadsverkeer-remassistent (SCBS) functioneert onder de volgende omstandigheden.




 Wanneer de motor draait.



 Het stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingslampje (oranje) brandt niet.



 Bij een rijsnelheid van ongeveer 4 tot 30 km/h.



 Het systeem van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) is niet uitgeschakeld.



 Het DSC systeem is niet uitgeschakeld met behulp van de DSC OFF schakelaar.



 Het DSC systeem is niet defect. 

 De stadsverkeer-remassistent (SCBS) bespeurt een voorliggend voertuig door het
uitzenden van een nabij infrarood laserstraal en het opvangen van de straal die door
de refl ector van het voorliggend voertuig weerkaatst wordt en dit vervolgens voor
de meting te gebruiken. Als gevolg bestaat de kans dat de stadsverkeer-remassistent
(SCBS) onder de volgende omstandigheden niet functioneert:
 


 Weerkaatsing van de laserstraal is slecht als gevolg van de vorm van het
voorliggende voertuig.
 


 Het voorliggende voertuig is buitengewoon vuil.



 Bij slechte weersomstandigheden, zoals regen, mist en sneeuw.



 De ruitensproeier wordt gebruikt of de voorruitenwissers worden niet gebruikt
wanneer het regent.
 


 Wanneer de voorruit vuil is.



 Het stuurwiel wordt volledig naar links of rechts gedraaid, of u laat de auto snel
accelereren en komt dichtbij het voorliggende voertuig.
 


 Vrachtwagens met lage laadbodems en voertuigen met een buitengewoon lage of
hoge opbouw.
 


 Voertuigen met afwijkende constructies zoals een autotransportvoertuig. 

 Onder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat de stadsverkeer-remassistent
(SCBS) niet normaal functioneert.
 


 Wanneer zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst.



 Als er de kans bestaat op gedeeltelijk contact met een voorliggend voertuig.



 Bij het rijden op continu bochtige wegen en het op- en afrijden van uitritten.



 Wanneer lang uitstekende bagage of lading op een gemonteerde dakdrager vervoerd
wordt die de lasersensor (voor) afdekt.
 


 Uitlaatgas van het voertuig vóór u, zand, sneeuw of waterdamp dat uit mangaten en
goten opstijgt en opspattend water.
 


 Bij het slepen van een defect voertuig.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 323 of 741

*Bepaalde modellen.4–159
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  In de volgende gevallen kan de lasersensor (voor) ten onrechte bepalen dat er een
voorliggend voertuig is en is het mogelijk dat de stadsverkeer-remassistent (SCBS) in
werking treedt.
 


 Voorwerpen op de weg bij de ingang van een bocht.



 Voertuigen die tijdens het maken van een bocht in de tegenovergestelde rijbaan
passeren.
 


 Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.



 Bij het rijden door een tolhek.



 Bij het rijden onder een plastic gordijn of vlag.



 Plastic voorwerpen zoals palen.



 Tweewielige voertuigen, voetgangers, dieren of bomen.



 Wanneer wordt gereden terwijl sommige van de banden buitengewoon versleten
zijn.
 
 Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door het
knipperen van het stadsverkeer-remassistent (SCBS) indikatielampje (rood) en de
actief rijden display
* .   Het stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingslampje (oranje) gaat branden
wanneer er een defect is in het systeem.
 Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-47 .
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 324 of 741

4–160
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Indikatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood)
Als de stadsverkeer-remassistent (SCBS)
in werking is, gaat het indikatielampje
(rood) knipperen.
Stopzetten van de werking van de
stadsverkeer-remassistent (SCBS)
De stadsverkeer-remassistent (SCBS) kan
tijdelijk buiten werking gesteld worden.
Wanneer het stadsverkeer-remassistent
(SCBS) systeem wordt uitgeschakeld, gaat
het stadsverkeer-remassistent (SCBS) OFF
indikatielampje branden.
Het systeem wordt gebruiksklaar zodra de
motor opnieuw gestart wordt.
OPMERKING
Wanneer de DSC OFF schakelaar wordt
ingedrukt om het DSC uit te schakelen,
stopt de werking van het stadsverkeer-
remassistent (SCBS) systeem eveneens
en gaat het stadsverkeer-remassistent
(SCBS) OFF indikatielampje branden.
Zonder SCBS OFF schakelaar
Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-16 .
OPMERKING
Als de werking van het stadsverkeer-
remassistent (SCBS) systeem wordt
uitgeschakeld, wordt tegelijkertijd de
werking van het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) uitgeschakeld.
Met SCBS OFF schakelaar
Druk op de SCBS OFF schakelaar om het
systeem uit te schakelen. Het stadsverkeer-
remassistent (SCBS) OFF indikatielampje
in de instrumentengroep gaat branden.
Druk nogmaals op de schakelaar om het
systeem opnieuw in te schakelen. Het
stadsverkeer-remassistent (SCBS) OFF
indikatielampje gaat uit.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 325 of 741

*Bepaalde modellen.4–161
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) *
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is een systeem dat de bestuurder
waarschuwt voor een mogelijke botsing door middel van een indikator en een
waarschuwingsgeluid in de instrumentengroep bij een rijsnelheid van 15 km/h of sneller
en de radarsensor van het systeem bepaalt dat uw auto met een voorliggend voertuig in
botsing kan komen. Als verder de radarsensor bepaalt dat een botsing onvermijdelijk is,
wordt de automatische remregeling uitgevoerd om schade in het geval van een botsing te
verminderen.
Bovendien, wanneer de bestuurder het rempedaal intrapt, werken de remmen sneller om de
bestuurder te hulp te komen (voertuigen met remvloeistofvoorvulling).
WAARSCHUWING
Vertrouw niet volledig op het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) en rijd altijd
voorzichtig:
Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is enkel bestemd om in het geval
van een botsing schade te verminderen. De mogelijkheid voor het bespeuren van
een obstakel is beperkt afhankelijk van het obstakel, weersomstandigheden of
verkeerssituaties. Als dus het gaspedaal of rempedaal per ongeluk wordt ingetrapt, kan
dit een ongeluk veroorzaken. Controleer altijd de veiligheid van de omgeving en trap
het rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger afstand aanhoudt ten opzichte van
voorliggende voertuigen of tegenliggers.
OPGELET
Als het voertuig gesleept wordt of als u een aanhanger trekt, het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) uitschakelen om verkeerde bediening te voorkomen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 326 of 741

4–162
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert wanneer aan alle
volgende voorwaarden is voldaan:
 


 Het contact op ON wordt gezet.



 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) is ingeschakeld.



 Het DSC OFF indikatielampje brandt niet.



 De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of sneller.



 De relatieve snelheid tussen uw auto en het voorliggende voertuig is ongeveer 15
km/h of hoger.
 


 De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) werkt niet. 

 Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) functioneert mogelijk niet onder de
volgende omstandigheden:
 


 Als er de kans bestaat van het botsen tegen enkel een deel van het voorliggende
voertuig.
 


 Als u uw auto snel laat accelereren en dit een voorliggend voertuig dicht nadert.



 De auto met dezelfde snelheid rijdt als het voorliggende voertuig.



 Het gaspedaal ingetrapt wordt.



 Het rempedaal is ingedrukt.



 Het stuurwiel gedraaid wordt.



 De keuzehendel bediend wordt.



 De richtingaanwijzer gebruikt wordt. 

 Hoewel de objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt 4-wielige voertuigen
zijn, is het mogelijk dat de radarsensor de volgende objecten bespeurt, bepaalt dat
deze obstakels zijn en dat het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) geactiveerd
wordt.
 


 Objecten op de weg bij de ingang van een bocht (zoals vangrails en sneeuwbanken).



 Er verschijnt een voertuig in de tegengestelde rijstrook bij het rijden om een hoek of
het maken van een bocht.
 


 Bij het rijden over een smalle brug.



 Bij het rijden onder een lage poort of door een tunnel of smalle poort.



 Bij het inrijden van een ondergrondse parkeergarage.



 Metalen voorwerpen, oneffenheden of uitstekende voorwerpen op de weg.



 Als u plotseling dicht bij een voorliggend voertuig komt.



 Bij het rijden op plaatsen waar hoog gras is of weiland.



 Tweewielige voertuigen zoals motorfi etsen of fi etsen.



 Voetgangers of niet-metalen objecten zoals bomen.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 327 of 741

4–163
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Wanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door het
knipperen van het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) indikatielampje (rood)
en de actief rijden display.
  Het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) waarschuwingslampje (oranje) gaat
branden wanneer er een defect is in het systeem.
 Zie Waarschuwingslampjes op pagina 4-47 .
Indikatielampje van Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS)
(Rood)
Als het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) in werking is, gaat
het indikatielampje (rood) knipperen.
Waarschuwing voor botsing
Als er de kans bestaat op een botsing
met een voorliggend voertuig, klinkt er
onafgebroken een pieptoon en wordt een
waarschuwing aangegeven op de display.
Stopzetten van de werking van het
Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS)
Het Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) kan tijdelijk buiten werking gesteld
worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-16 .
Wanneer het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) wordt
uitgeschakeld, gaat het Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS) OFF
indikatielampje branden.
Het systeem wordt gebruiksklaar zodra de
motor opnieuw gestart wordt.
OPMERKING
Als de werking van Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS) wordt
uitgeschakeld, wordt tegelijkertijd
de werking van het stadsverkeer-
remassistent (SCBS) systeem
uitgeschakeld.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 328 of 741

*Bepaalde modellen.4–16 4
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Vooruitrijcamera (FSC) *
Uw auto is uitgerust met een vooruitrijcamera (FSC). De vooruitrijcamera (FSC) is geplaatst
nabij de achteruitkijkspiegel en wordt gebruikt door de volgende systemen.
 


 Koplampregelsysteem (HBC)



 Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)

Vooruitrijcamera (FSC)
De vooruitrijcamera (FSC) bepaalt de omstandigheden aan de voorzijde van de auto bij het
rijden in het donker en herkent rijbanen. De afstand waarover de vooruitrijcamera (FSC)
objecten kan herkennen varieert afhankelijk van de omgevingsomstandigheden.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 329 of 741

4–165
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPGELET
Neem voor de juiste werking van de vooruitrijcamera (FSC) de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
 
 De afdekking van de vooruitrijcamera (FSC) niet verwijderen. 
 Plaats geen voorwerpen op het instrumentenpaneel die licht weerkaatsen. 
 Breng geen accessoires, stickers of folie op de voorruit aan in de buurt van de
vooruitrijcamera (FSC). Als er zich voorwerpen voor de lens van de vooruitrijcamera
(FSC) bevinden, zelfs een doorzichtige sticker, heeft dit tot gevolg dat het systeem niet
correct functioneert.
  Houd het gedeelte van de voorruit rondom de vooruitrijcamera altijd schoon door vuil
of wasem te verwijderen. Gebruik de voorruitontwaseming om wasem van de voorruit
te verwijderen.
  Zorg er voor bij het reinigen van de voorruit dat er geen glasreiniger of soortgelijke
vloeibare reinigingsmiddelen op de lens van de vooruitrijcamera (FSC) terechtkomen.
Raak ook de lens van de vooruitrijcamera (FSC) niet aan.
  Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur voor
wat betreft het reinigen van de binnenzijde van de voorruit rondom de vooruitrijcamera
(FSC).
  Wees voorzichtig de lens van de vooruitrijcamera (FSC) niet te beschadigen en
voorkom dat deze vuil wordt. De camera niet demonteren. Anders kan dit beschadiging
of defecten veroorzaken.
  Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur,
alvorens reparaties rondom de vooruitrijcamera (FSC) uit te voeren.
  De vooruitrijcamera (FSC) is aan de voorruit gemonteerd. Raadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur voor het repareren en
vervangen van de voorruit.
  Neem contact op met een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda
reparateur wanneer u reparaties rondom de achteruitkijkspiegel uitvoert.
  Raadpleeg een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur,
betreffende het reinigen van de lens van de vooruitrijcamera (FSC).
  De vooruitrijcamera (FSC) of het gedeelte er om heen niet blootstellen aan harde
schokken of stoten. Als de camera werd blootgesteld aan een krachtige schok,
het gebruik van het rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) en het
koplampregelsysteem (HBC) stoppen en een deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur raadplegen.

 De richting waarin de vooruitrijcamera (FSC) is geplaatst, is met grote precisie
afgesteld. De installatiepositie van de vooruitrijcamera (FSC) niet veranderen en deze
niet verwijderen. Anders kan dit beschadiging of defecten veroorzaken.
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page 330 of 741

*Bepaalde modellen.4–16 6
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Radarsensor (Voor) *
Uw auto is uitgerust met een radarsensor (voor).
De volgende systemen maken eveneens gebruik van de radarsensor (voor).
 


 Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS)



 Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem



 Afstandherkenninghulpsysteem (DRSS)
De radarsensor (voor) zendt radiogolven uit die weerkaatst worden door een voorliggend
voertuig of een obstakel en die vervolgens weer door de radarsensor (voor) worden
opgevangen.
De radarsensor (voor) is gemonteerd achter het voorembleem.
Radarsensor (voor)
Als het Smart Brake Support remhulpsysteem (SBS) waarschuwingslampje (oranje)
brandt, bestaat de kans dat het gedeelte rondom de radarsensor (voor) vuil is. Zie
“Waarschuwingsbegeleiding” in de middendisplay (Type B audio).
Zie Als een waarschuwingslampje gaat branden of knipperen op pagina 7-36 .
/C\FCA'(&0#A'FKVKQPKPFD

Page:   < prev 1-10 ... 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 ... 750 next >