ESP MAZDA MODEL 6 2017 Handleiding (in Dutch)

Page 545 of 842

5–88
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
OPMERKING
  Verplaats de schuifregelaar die de afspeeltijd aangeeft om over te gaan naar de
gewenste locatie op het spoor.
  Het aanzicht van de pictogrammen voor herhalen en shufÀ e veranderen afhankelijk
van de soort bedieningsopdracht waarbij de functie wordt gebruikt.
Categorielijst
Selecteer het
pictogram voor het tonen van de volgende categorielijst.
Selecteer een gewenste categorie en item.

Categorie Functie
Afspeellijst *1 Toont de playlists op het apparaat.
Artiest Toont de artiestnaamlijst.
Alle sporen of de sporen van elk album van de geselecteerde artiest kunnen worden
afgespeeld.
Album Toont de albumnaamlijst.
Muziek Alle sporen in het apparaat worden getoond.
Genre Toont de genrelijst.
Alle sporen of sporen per album of artiest in het geselecteerde genre kunnen worden
afgespeeld.
Audioboek
*2 Toont de audioboeklijst.
Hoofdstukken kunnen worden geselecteerd en afgespeeld.
Podcast
*2 Toont de Podcast lijst.
Episoden kunnen worden geselecteerd en afgespeeld.
Map
*3 Toont de lijst met mappen/bestanden.
*1 Playlistmappen van Apple apparatuur worden niet ondersteund.
*2 Alleen Apple apparatuur


*3 Alleen USB sticks and USB Android
™ apparatuur



Page 546 of 842

5–89
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Voorbeeld van gebruik (afspelen van
alle sporen in een USB apparaat)
( M e t h o d e 1 )
1. Selecteer
voor het tonen van de
categorielijst.
2. Selecteer
.
Alle sporen in het USB apparaat
worden getoond.
3. Selecteer een gewenst spoor.
Het geselecteerde spoor wordt
afgespeeld. Alle sporen in het USB
apparaat kunnen worden afgespeeld
door continue weergave.

OPMERKING
Alleen de sporen in de gewenste
categorie geselecteerd in stap 2 worden
afgespeeld.
(Methode 2)
*1
1. Selecteer
voor het tonen van de
categorielijst.
2. Selecteer
.
Alle mappen in het USB apparaat
worden getoond.
3. Selecteer
.
Alle sporen in het USB apparaat
worden getoond.
4. Selecteer een gewenst spoor.
Het geselecteerde spoor wordt
afgespeeld. Alle sporen in het USB
apparaat kunnen worden afgespeeld
door continue weergave.

*1 Kan gebruikt worden met behulp van
een Android™ apparaat of een USB
À ash-geheugen.

OPMERKING
Alleen de sporen in de gewenste
map geselecteerd in stap 3 worden
afgespeeld.


Page 547 of 842

5–90
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Gracenote Database (Type C/Type D)
Wanneer een USB apparaat op dit apparaat wordt aangesloten en audio wordt weergegeven,
wordt de albumnaam, artiestnaam, het genre en de titelinformatie automatisch getoond als
er een overeenkomst is tussen de databasecompilatie van het voertuig en de muziek die
wordt afgespeeld. De informatie die in dit apparaat is opgeslagen maakt gebruik van de
databaseinformatie in de Gracenote-muziekherkenningservice.
OPGELET
Ga naar de Mazda Handsfree website voor informatie die verband houdt met de meest
recente Gracenote database en hoe u deze moet installeren:
http://www.mazdahandsfree.com

Inleiding
Muziekherkenningstechnologie en verband houdende gegevens worden geleverd door
Gracenote
® . Gracenote is de industriestandaard in muziekherkenningstechnologie en de
levering van verband houdende gegevens. Zie voor meer informatie www.gracenote.com.

Gegevens verband houdend met CD en muziek van Gracenote, Inc., copyright © 2000 tot
thans Gracenote.
Gracenote Software, copyright © 2000 tot thans Gracenote. Eén of meer patenten in
eigendom van Gracenote zijn van toepassing op dit product en service. Zie de Gracenote
website voor een niet-limitatieve lijst van Gracenote patenten die van toepassing zijn.
Gracenote, CDDB, MusicID, MediaVOCS, het Gracenote logo en logotype en het “Powered
by Gracenote” logo zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Gracenote in
de Verenigde Staten en/of overige landen.



Gracenote ® Eindgebruikersovereenkomst
Deze toepassing of dit apparaat bevat software van Gracenote, Inc., Emeryville, Californië
(“Gracenote”). De software van Gracenote (de “Gracenote Software”) maakt het mogelijk
om met dit apparaat CD's en/of muziekbestanden te herkennen en informatie over muziek,
zoals naam, artiest, spoor en titelgegevens (“Gracenote-gegevens”) te verkrijgen van online-
servers of ingebedde databases (collectief, “Gracenote-servers”) en andere functies uit te
voeren. U mag Gracenote-gegevens uitsluitend gebruiken via de bedoelde toepassings- of
apparaatfuncties voor eindgebruikers.


Page 550 of 842

5–93
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
*Bepaalde modellen.
Bluetooth ® *
Beschrijving van Bluetooth ® handsfree
Wanneer Bluetooth
® apparatuur (mobiele telefoon) op de Bluetooth ® eenheid van de
auto wordt aangesloten via draadloze verbinding, is het mogelijk telefoongesprekken te
voeren of te ontvangen met behulp van de sprekentoets, opneemtoets, ophangtoets op de
audiobedieningsschakelaar of door bediening van de middendisplay. Als bijvoorbeeld de
apparatuur (mobiele telefoon) zich in uw jaszak bevindt, kunt u bellen zonder de apparatuur
(mobiele telefoon) uit uw zak te hoeven nemen en deze rechtstreeks te bedienen.
Beschrijving van Bluetooth
® audio
Wanneer draagbare audioapparatuur welke uitgerust is met de Bluetooth
®
communicatiefunctie met de auto wordt gepaard, kunt u via de luidsprekers van de auto
luisteren naar muziek welke op de gepaarde draagbare audioapparatuur is opgeslagen. Het
is niet nodig de draagbare audioapparatuur aan te sluiten op de ingangsaansluiting voor
externe apparatuur van de auto. Gebruik na het programmeren het audiobedieningspaneel
van de auto om audio af te spelen/stop te zetten.

OPMERKING
  Voor uw veiligheid kan apparatuur enkel gepaard worden wanneer de auto geparkeerd
is. Als de auto in beweging komt zal de paringprocedure beëindigd worden. Parkeer de
auto op een veilige plaats alvorens de apparatuur te paren.
  Het communicatiebereik van apparatuur welke met Bluetooth ® is uitgerust is ongeveer
10 m of minder.
  Ook al is Bluetooth ® niet aangesloten, is basisbediening van de audio-installatie
mogelijk door middel van spraakopdrachten.
  Om veiligheidsredenen is tijdens het rijden bediening van de middendisplay
uitgeschakeld. Echter items die niet in grijs worden getoond kunnen tijdens het rijden
bediend worden met behulp van de commanderschakelaar.


Page 552 of 842

5–95
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Onderdelen
Microfoon Sprekentoets, opnementoets en ophangentoets
Microfoon Audio-installatie
Type AType C/Type D
Sprekentoets
Ophangentoets Opnementoets

Microfoon (handsfree)
De microfoon wordt gebruikt voor het inspreken van spraakopdrachten of voor het houden
van een handsfree-telefoongesprek.
Sprekentoets, opneemtoets en ophangtoets (handsfree)
De basisfuncties van Bluetooth
® handsfree kunnen worden gebruikt voor bijvoorbeeld
bellen of ophangen via het gebruik van de spreken-, opneem- en ophangtoetsen op het
stuurwiel.
Commanderschakelaar (Type C/Type D)
De commanderschakelaar wordt gebruikt voor afstelling van het volume en bediening van
de display. Kantel of draai de commanderknop voor het verplaatsen van de cursor. Druk op
de commanderknop voor het selecteren van het pictogram.


Page 553 of 842

5–96
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Afstelling van het volume
De aan/uit/volume regelknop van de audio-installatie
*1 of de volumeregelknop van de
commanderschakelaar *2 wordt gebruikt voor het afstellen van het volume. Draai de
regelknop rechtsom om het volume te verhogen en linksom om het volume te verlagen.
Het volume kan ook worden afgesteld met behulp van de volumetoets op het stuurwiel.

*1 Type A
*2 Type C/Type D

OPMERKING
Als het volume lager is vergeleken met andere audiomodi, het volume aan de
apparatuurzijde verhogen.

(Type C/Type D)
Het gespreksvolume en het volume van de gesproken begeleiding en de beltoon kunnen elk
van te voren worden ingesteld.

1. Selecteer het pictogram op het thuisscherm voor het tonen van het
Communicatiescherm.
2. Selecteer
.
3. Stel de
en de af met behulp van de schuifregelaar.


Page 555 of 842

5–98
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
  Apparatuur kan enkel gepaard
worden wanneer de auto geparkeerd
is. Als de auto in beweging komt
zal de paringprocedure beëindigd
worden. Paren tijdens het rijden
is gevaarlijk - paar uw apparatuur
alvorens u begint te rijden. Parkeer
de auto op een veilige plaats alvorens
het paren uit te voeren.
  Als Bluetooth ® apparatuur reeds met
de auto is gepaard als Bluetooth ®
audioapparatuur, hoeft deze niet
nogmaals gepaard te worden wanneer
de apparatuur als een handsfree
mobiele telefoon gebruikt wordt.
Omgekeerd hoeft de apparatuur
niet nogmaals gepaard te worden
als Bluetooth
® audioapparatuur als
deze reeds als een handsfree mobiele
telefoon gepaard is.
  Aangezien het communicatiebereik
van met Bluetooth ® uitgeruste
apparatuur ongeveer 10 meter
is, bestaat de kans dat wanneer
apparatuur binnen een straal van 10
meter van de auto geplaatst wordt,
deze onbedoeld opgespoord/gepaard
wordt terwijl andere apparatuur
gepaard wordt.
1. Activeer de Bluetooth
® toepassing van
de apparatuur.
OPMERKING
Zie voor bediening van de apparatuur de
bijbehorende gebruikershandleiding.
2. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
3. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup” 4. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
5. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel opties”
6. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
7. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel”
8. Prompt: “Start koppelingsproces op
uw Bluetooth-apparaat. Uw PINcode
is 0000 (XXXX). Voer dit in op uw
Bluetooth-apparaat. Zie de handleiding
van het apparaat voor instructies.”
9. Voer met behulp van de apparatuur
een zoekopdracht voor de Bluetooth
®
apparatuur (randapparatuur) uit.
OPMERKING
Zie voor bediening van de apparatuur de
bijbehorende gebruikershandleiding.
10. Selecteer “Mazda” uit de lijst met
apparatuur die door de apparatuur
wordt afgezocht.
11. Voer de 4-cijferige paringcode op de
apparatuur in.
12. Prompt: “Spreek de naam van het
apparaat in na de pieptoon.”
13. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXX - - -”
(Spreek een “apparatuurnaam” uit, een
willekeurige naam voor de apparatuur.)
Voorbeeld: “Stan's apparatuur.”


Page 556 of 842

5–99
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
Zeg binnen 10 seconden een gepaarde
“apparatuurnaam”.
Als meer dan twee stuks apparatuur
gepaard moeten worden, kunnen deze
niet gepaard worden met dezelfde of een
gelijkluidende “apparatuurnaam”.
14. Prompt: “Toevoegen XXXXXX
- - - (Bijv. “Stan's apparatuur”)
(apparatuurnaam). is dit nummer
correct?”
15. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
16. Prompt: “Koppeling voltooid”


Nadat apparatuur is geregistreerd, wordt
de apparatuur automatisch door het
systeem geïdenti¿ ceerd. Door Bluetooth
®
handsfree nogmaals te activeren of door
Bluetooth
® handsfree eerst te activeren
nadat het contact van OFF op ACC is
gezet, leest het systeem een gesproken
begeleiding op “XXXXXX - - - (Bijv.
“Stan's apparatuur”) (apparatuurnaam) is
aangesloten”.
OPMERKING
  Wanneer de paring is voltooid, wordt
het
symbool getoond.   Bij bepaalde Bluetooth ®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het
symbool wordt
getoond.
  Registratie van de apparatuur is ook
mogelijk door bediening van de
audio-eenheid.
  Afhankelijk van de apparatuur is
het mogelijk dat de registratiestatus
na een bepaalde tijd verloren gaat.
Herhaal in dit geval de volledige
procedure vanaf stap 1.
Oplezing van geregistreerde apparatuur
Bluetooth
® handsfree kan de apparatuur
oplezen die in het systeem geregistreerd is.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te aÀ eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel opties”
5. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”


Page 557 of 842

5–10 0
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Lijst”
7. Prompt: “XXXXX..., XXXXX...,
XXXXX... (Bijv. Apparatuur A,
apparatuur B, apparatuur C)” (De
gesproken begeleiding leest de
apparatuurnamen op die in het
handsfree systeem geregistreerd zijn.)

Druk tijdens het oplezen bij de
gewenste apparatuur met een korte druk
op de sprekentoets en geef vervolgens
een van de volgende spraakopdrachten
om deze uit te voeren.
 

 
 “Selecteer telefoon”: Selecteert
apparatuur (mobiele telefoon)
wanneer de sprekentoets kort wordt
ingedrukt.
 

 
 “Selecteer muziekspeler”: Selecteert
apparatuur (muziekspeler) wanneer
de sprekentoets kort wordt ingedrukt.
 

 
 “Bewerken”: Bewerkt apparatuur
wanneer de sprekentoets kort wordt
ingedrukt.
 

 
 “Doorgaan”: Gaat door met het
oplezen van de lijst.
 

 
 “Wissen”: Verwijdert de
geregistreerde apparatuur wanneer de
sprekentoets kort wordt ingedrukt.
 

 
 “Vorige”: Keert terug naar de vorige
apparatuur met oplezing wanneer de
sprekentoets kort wordt ingedrukt.

8. Prompt: “Einde van de lijst. Wilt u
opnieuw beginnen?”
9. Zeg: [Geluidssignaal] “Nee”
10. Prompt: “Keer terug naar het
hoofdmenu.”

Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
® eenheid de
laatst gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is
het nodig de verbinding te wijzigen. Na
het wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
(Handsfree telefoon)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Selecteer
telefoon”
5. Prompt: “Noem de naam van
het apparaat dat u wilt selecteren.
Beschikbare apparaten zijn XXXXX...
(Bijv. apparatuur A), XXXXX...
(Bijv. apparatuur B), XXXXX... (Bijv.
apparatuur C). Welk apparaat wilt u
openen?”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “X” (Zeg het
nummer van de mobiele telefoon die u
wilt verbinden.)
7. Prompt: “XXXXX... (Bijv. apparatuur
B...) (Geregistreerde apparatuurnaam)
is dit nummer correct?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
9. Prompt: “XXXXX... (Bijv.
apparatuur B...) (Apparatuurnaam) is
geselecteerd.”



Page 566 of 842

5–109
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Beschikbare taal (Type A)
De beschikbare talen zijn Engels, Frans,
Spaans, Italiaans, Duits, Nederlands en
Portugees. Als de taalinstelling wordt
veranderd, worden alle gesproken
begeleiding en spraakinvoeropdrachten in
de gekozen taal gedaan.
OPMERKING
  Als de taalinstelling wordt veranderd,
blijft de apparatuurregistratie
behouden.
  Telefoonboekgegevens worden niet
gewist, echter voor elke taal is er een
apart telefoonboek. Dus gegevens
die in één taal zijn ingevoerd, moeten
opnieuw in het telefoonboek van de
nieuwe taal ingevoerd worden.
  Voer deze stappen uit alvorens
u begint te rijden. Deze minder
gebruikte functies zijn te zeer
aÀ eidend om tijdens het rijden
gebruikt te worden, totdat u volledig
vertrouwd bent met het systeem.
(Methode 1)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Taal”
5. Prompt: “Selecteer een taal: Engels,
Frans, Spaans, Italiaans, Duits,
Nederlands of Portugees.” 6. Zeg: [Geluidssignaal] “Frans” (Spreek
de gewenste taal uit: “Engels”,
“Frans”, “Spaans”, “Italiaans”, “Duits”,
“Nederlands”, of “Portugees”)
OPMERKING
Overige taalinstellingen kunnen in de
huidige instelling ook worden gemaakt
door het uitspreken van de naam van de
taal in de uitspraak van de betreffende
taal.
7. Prompt: “Frans (Gewenste taal) is
geselecteerd. is dit nummer correct?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
9. Prompt: “Een moment alstublieft,
het telefoonboek in het Frans wordt
geïnstalleerd. Frans is geselecteerd.”
(Gesproken in de nieuw geselecteerde
taal).

(Methode 2)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Frans” (Zeg
de gewenste taal: “Engels”, “Frans”,
“Spaans”, “Italiaans”, “Duits”,
“Nederlands”, of “Portugees”).
(Verander de gewenste taal door de
naam van de taal te zeggen.)
OPMERKING
Overige taalinstellingen kunnen in de
huidige instelling ook worden gemaakt
door het uitspreken van de naam van de
taal in de uitspraak van de betreffende
taal.
3. Prompt: “Wilt u de taal veranderen
naar het Frans (Gewenste taal) ?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”


Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 150 next >