sensor MAZDA MODEL 6 2017 Handleiding (in Dutch)
Page 765 of 842
7–48
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing
Dodehoekmonitor
(BSM)
waarschuwingsindicatie
* Dit lampje gaat branden als er een defect is in de dodehoekmonitor (BSM). Laat uw
auto door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur
controleren.
OPMERKING
Als er op wegen wordt gereden met minder verkeer en de radarsensoren weinig
voertuigen kunnen detecteren, bestaat de kans dat het systeem pauzeert. Dit duidt
echter niet op een defect.
(Oranje)
Waarschuwingsindicatie
van Mazda Radar
Cruise Control (MRCC)
systeem
* “Storing in sensorsysteem radar voor” wordt weergegeven als er een defect is in het
systeem terwijl het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is ingeschakeld.
Laat uw auto bij een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur
controleren.
Indicatielampje van
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) OFF
*
De volgende gevallen kunnen duiden op een storing in het systeem. Laat uw auto bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur controleren.
Het lampje gaat niet branden wanneer het contact op ON wordt gezet.
Dit blijft branden ook als de LDWS schakelaar uitgezet is.
OPGELET
Gebruik altijd banden van het voorgeschreven formaat voor alle wielen en van
hetzelfde merk, soort en pro ¿ elpatroon. Bovendien geen banden met duidelijk
zichtbaar verschillende slijtagepatronen op dezelfde auto gebruiken. Als dergelijke
ongeschikte banden gebruikt worden, bestaat de kans dat het systeem niet normaal
functioneert.
Wanneer een noodreservewiel wordt gebruikt, bestaat de kans dat het systeem niet
normaal functioneert.
OPMERKING
Als het gedeelte van de voorruit aan de voorzijde van de vooruitrijcamera (FSC)
beslagen of geblokkeerd is, gaat het lampje tijdelijk branden. Als het lampje blijft
branden, is er mogelijk een storing in het systeem.
Page 768 of 842
7–51
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Waarschuwingslampje
van Smart Brake Support
remhulpsysteem/
stadsverkeer-remassistent
(SBS/SCBS)
* Het lampje gaat branden als de
voorruit of de radarsensor vuil zijn of
als er een defect is in het systeem. Controleer de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt op de
middendisplay.
Als de reden waarom het
waarschuwingslampje brandt het gevolg
is van een verontreinigde voorruit, de
voorruit reinigen.
Als het waarschuwingslampje brandt
vanwege een vuile radarsensor, het
voorembleem reinigen.
Laat de auto door een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur controleren als er
andere redenen zijn.
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje voor
laag brandstofpeil Het lampje gaat branden wanneer de
resterende brandstof ongeveer 9,0 liter
bedraagt. OPMERKING
De momenten waarop het
lampje gaat branden kunnen
variëren, aangezien de brandstof
in de tank overeenkomstig de
rijomstandigheden en de stand van
de auto in beweging is. Brandstof bijtanken.
120km/h
waarschuwingslampje
* Het 120 km/h waarschuwingslampje
gaat branden wanneer de rijsnelheid
hoger wordt dan 120 km/h. Verminder de rijsnelheid.
Page 769 of 842
7–52
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Voorzitting)
Het
veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
gaat branden als de bestuurdersstoel
of voorpassagierszitting bezet is en de
veiligheidsgordel niet vastgemaakt is
terwijl het contact op ON staat.
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier
niet aangegespt is (alleen wanneer
de voorpassagierszitting bezet
is) en de snelheid van de auto
hoger is dan ongeveer 20 km/h,
gaat het waarschuwingslampje
knipperen. Na een korte tijd stopt
het waarschuwingslampje met
knipperen, maar blijft branden. Als
een veiligheidsgordel niet aangegespt
blijft, gaat het waarschuwingslampje
opnieuw voor een bepaalde tijd
knipperen.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier
niet aangegespt wordt nadat
het waarschuwingslampje is
gaan branden en de rijsnelheid
hoger is dan 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje opnieuw
knipperen.
Door het plaatsen van
zware voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van het
gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op
de voorpassagierszitting
plaatsen en gebruiken om
er voor te zorgen dat de
voorpassagiergewichtsensor
juist kan functioneren. De kans
bestaat dat de sensor niet goed
functioneert omdat het extra
zitkussen de werking van de
sensor zou kunnen hinderen.
Als een klein kind op de
voorpassagierszitting meerijdt,
bestaat de kans dat het
waarschuwingslampje niet werkt. Maak de veiligheidsgordels vast.
Page 775 of 842
7–58
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel
V o o r z i t t i n g
Als de rijsnelheid hoger is dan ongeveer
20 km/h en de veiligheidsgordel
van de bestuurder of voorpassagier
niet is vastgemaakt, klinkt continu
een waarschuwingspieptoon. Als
de veiligheidsgordel dan nog niet is
vastgemaakt, zal de pieptoon eenmaal
stoppen en dan gedurende ongeveer
90 seconden doorgaan. De pieptoon
stopt nadat de veiligheidsgordel van de
bestuurder of voorpassagier is vastgemaakt.
OPMERKING
Door het plaatsen van
zware voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van het
gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat
dat de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
Wanneer een klein kind op
de voorpassagierszitting
zit, is het mogelijk dat de
waarschuwingszoemer niet werkt.
Achterzitting
*
De waarschuwingszoemer klinkt enkel als
een veiligheidsgordel wordt losgemaakt
nadat deze is vastgemaakt.
Waarschuwingszoemtoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)
Europese modellen
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
6 maal een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.
Behalve Europese modellen
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
continu een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.
Page 832 of 842
10–3
Index
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ..... 4-109
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) ............................ 3-59
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) ....................... 3-64
Anti-wielspin regeling (TCS) ........... 4-110
TCS/DSC indicatielampje ........... 4-111
Asbak ................................................ 5-169
Audiobedieningsschakelaar
Afstellen van het volume .............. 5-72
Audio-uit toets ............................... 5-73
Zoektoets ....................................... 5-72
Audio-installatie .................................. 5-15
Antenne ......................................... 5-15
Audiobedieningsschakelaar........... 5-71
Audioset [Type A/Type B
(niet-aanraakscherm)] ................... 5-30
Audioset [Type C/Type D
(aanraakscherm)] ........................... 5-47
AUX/USB modus.......................... 5-74
Bedieningstips voor
audio-installatie ............................. 5-15
Automatische transmissie ................... 4-66
Actieve Aangepaste Overschakeling
(AAS) ............................................ 4-70
Bedieningsorganen van de
automatische transmissie ............... 4-66
Directe modus ............................... 4-78
Modus voor handbediende
overschakeling............................... 4-71
Rijtips ............................................ 4-79
Schakelblokkeersysteem ............... 4-67
Schakelstanden .............................. 4-68 B
Bagageruimteverlichting ................... 5-159
Banden ................................................ 6-46
Bandenspanning ............................ 6-46
Lekke band ...................................... 7-4
Noodreservewiel ........................... 6-49
Onderling verwisselen van de
banden ........................................... 6-47
Sneeuwbanden............................... 3-72
Sneeuwkettingen ........................... 3-73
Technische gegevens ..................... 9-12
Vernieuwen van een band.............. 6-49
Vernieuwen van een velg .............. 6-50
Bandenspanningcontrolesysteem ...... 4-249
Bedrijfstoestanddisplay ..................... 4-119
Bekerhouder ...................................... 5-164
Berichten die verschijnen op de
display ................................................. 7-55
Berichten die verschijnen op de multi-
informatiedisplay ................................ 7-54
Beveiligingssysteem
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) ...................... 3-59
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) ................. 3-64
Start-blokkeersysteem ................... 3-57
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek .................................... 7-3
Binnenspiegel ...................................... 3-48
Bluetooth
® ........................................... 5-93
Bluetooth® audio (Type A) .......... 5-141
Bluetooth® audio
(Type C/Type D).......................... 5-144
Bluetooth
® handsfree (Type A) ... 5-122
Bluetooth® handsfree
(Type C/Type D).......................... 5-131
Oplossen van problemen ............. 5-155
Boordcomputer ................................... 4-35
Page 834 of 842
10–5
Index
G
Garantie ................................................. 8-2
Geavanceerde afstandbediende
portiervergrendeling ............................ 3-11
Geavanceerde sleutel
Geavanceerd afstandbediend
portiervergrendelingssysteem ....... 3-11
Werkingsbereik.............................. 3-12
Geavanceerde stadsverkeer-remassistent
(Advanced SCBS) ............................. 4-211
Indicatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood) ....... 4-214
Stopzetten van de werking van de
geavanceerde stadsverkeer-remassistent
(Advanced SCBS)
....................... 4-215
Waarschuwing voor botsing ........ 4-214
Gebruikersinstellingen ........................ 9-15
Gloeilampen
Technische gegevens ..................... 9-10
Vernieuwen .................................... 6-51
H
Handrem ............................................ 4-102
Handschoenenkast ............................. 5-167
Hellingwegrijsysteem (HLA) ............ 4-107
Hoofdsteun .......................................... 2-16
I
i-ACTIV AWD werking .................... 4-125
i-ACTIVSENSE ................................ 4-128
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS) ........................................... 4-132
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA) ........................................ 4-171
Actieve
rijondersteuningstechnologie ...... 4-128
Adaptieve LED koplampen
(ALH) .......................................... 4-136
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) ........................................ 4-164
Afstelbare snelheidsbegrenzer .... 4-204
Anti-botsingtechnologie .............. 4-129
Camera en sensoren..................... 4-130
Dodehoekmonitor (BSM)............ 4-148
Geavanceerde stadsverkeer-
remassistent (Advanced SCBS)
... 4-211
Koplampregelsysteem (HBC) ..... 4-133
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem ........................................ 4-175
Radarsensoren (achter) ................ 4-240
Radarsensor (voor) ...................... 4-237
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
........................................ 4-140
Rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
........................................ 4-190
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ........................................... 4-228
Stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) ..................................... 4-221
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit]
(SCBS F) ..................................... 4-216
Ultrasonische sensor (achter) ...... 4-242
Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR) ........................................... 4-156
Vermoeidheidswaarschuwing
(DAA) ......................................... 4-168
Vooruitrijcamera (FSC) ............... 4-231
Page 838 of 842
10–9
Index
P
Parkeersensorsysteem ....................... 4-269
Gebruik van het
parkeerhulpsensorsysteem........... 4-272
Sensordetectiebereik ................... 4-271
Periodieke onderhoudsbeurten .............. 6-4
Plafondlampen .................................. 5-159
Portiersloten ........................................ 3-14
Probleem
Accu is uitgeput............................. 7-25
Lekke band ...................................... 7-4
Oververhitting ............................... 7-30
Parkeren in noodgevallen ................ 7-2
Slepen in noodgevallen ................. 7-32
Starten in noodgevallen ................. 7-28
Waarschuwings-/indicatielampjes en
waarschuwingszoemers ................. 7-37
Wanneer de achterklep/het
kofferdeksel niet geopend kan
worden ........................................... 7-64
R
Radarsensor (Voor) ........................... 4-237
Radarsensoren (Achter) .................... 4-240
Registratie van de auto in het
buitenland .............................................. 8-2
Registratie van voertuiggegevens ......... 8-5
Remmen
Elektrische handrem .................... 4-102
Handrem ...................................... 4-102
Pro ¿ elslijtage-indicator ............... 4-105
Rembekrachtiging ....................... 4-106
Voetrem ....................................... 4-101
Waarschuwingslampje ................. 4-105
Reservewiel ........................................... 7-9
Richtingaanwijzers .............................. 4-91
Richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering .............................. 4-91
Rijden in de winter .............................. 3-71
Rijsnelheidsalarm ....................... 4-37, 7-61
Rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid ... 7-62
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................. 4-140
LDWS OFF schakelaar ............... 4-144
Rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................. 4-190
Rijtips .................................................. 3-68
Automatische transmissie.............. 4-79
Brandstofbesparing en
milieubescherming ........................ 3-68
Doorwaden van water ................... 3-74
Inrijden .......................................... 3-68
Modellen met turbolader
(SKYACTIV-D 2.2) ...................... 3-75
Moeilijke rijomstandigheden ........ 3-69
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ................................................ 3-71
Rijden in de winter ........................ 3-71
Vloermat ........................................ 3-70
Ruiten
Elektrische ruitbediening .............. 3-50
Ruitenwisser
Vernieuwen van de ruitenwisserbladen
van de voorruit .............................. 6-36
Vernieuwen van het ruitenwisserblad
van de achterruit (Wagon) ............. 6-38
Page 840 of 842
10–11
Index
T
Technische gegevens ............................. 9-5
Thuiskomstverlichting ........................ 4-86
Toerenteller ......................................... 4-29
U
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-D 2.2) ............................ 3-39
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-G 2.0,
SKYACTIV-G 2.5) .............................. 3-38
Ultrasonische sensor (Achter) ........... 4-242
V
Veiligheidsgordelsysteem
3-punts type ................................... 2-24
Noodblokkering............................. 2-23
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
de veiligheidsgordels ..................... 2-19
Zwangere vrouwen ........................ 2-22
Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR)................................................. 4-156
Verlichtingsregelaar ............................ 4-81
Vermoeidheidswaarschuwing (DAA) ... 4-168
Vernieuwen
Banden........................................... 6-49
Gloeilampen .................................. 6-51
Ruitenwisser .................................. 6-36
Sleutelbatterij ................................ 6-43
Wiel ............................................... 6-50
Zekering ........................................ 6-69
Vertrekverlichting ............................... 4-86 Verzorging van de carrosserie ............. 6-76
Bescherming van holle ruimten .... 6-81
Bijwerken van lakbeschadigingen ... 6-81
Chassiscoating ............................... 6-82
Onderhoud van aluminium velgen ... 6-82
Onderhoud van de lak ................... 6-78
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-82
Onderhoud van verchroomde en
aluminium onderdelen ................... 6-81
Verzorging van het interieur ................ 6-83
Onderhoud van bekleding ............. 6-84
Onderhoud van de Active Driving
Display .......................................... 6-86
Onderhoud van de bovenkant van het
instrumentenpaneel
(zachte bekleding) ......................... 6-86
Onderhoud van de
veiligheidsgordels ......................... 6-84
Onderhoud van het paneel ............. 6-86
Onderhoud van kunststof
bekleding ....................................... 6-84
Onderhoud van lederen bekleding ... 6-84
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-86
Reinigen van de binnenzijde van de
ruiten ............................................. 6-87
Vloeistof
Rem/koppeling .............................. 6-33
Ruitensproeier ............................... 6-34
Vloeistoffen
Classi ¿ catie ..................................... 9-7
Vloermat ............................................. 3-70
Voertuiginformatielabels ....................... 9-2
Voetrem ............................................. 4-101
Voorruitensproeier ............................... 4-96
Voorruitenwissers ................................ 4-93
Vooruitrijcamera (FSC) ..................... 4-231