airbag MAZDA MODEL CX-3 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 194 of 707

*Bepaalde modellen.4–40
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Waarschuwingslampjes
Deze lampjes gaan branden of knipperen om de gebruiker te informeren over de
bedrijfstoestand van het systeem of om een defect te melden.
Signaal Waarschuwingslampjes Pagina
Hoofdwaarschuwingslampje *1 7-38
Remsysteemwaarschuwingslampje *1*2 7-38
ABS waarschuwingslampje *1 7-38
Laadsysteemwaarschuwingslampje *1 7-38
Motoroliewaarschuwingslampje *1 7-38
Motorwaarschuwingslampje *1 7-38
(Rood) Waarschuwingslampje voor hoge
motorkoelvloeistoftemperatuur*1 7-38
(Oranje) * i-stop waarschuwingslampje *1 4-19
(Oranje) * i-ELOOP waarschuwingslampje 7-38
* Waarschuwingslampje voor automatische transmissie *1 7-38
* 4WD waarschuwingslampje *1 7-38
Indikatielampje voor defecte stuurbekrachtiging *1 7-38
Waarschuwingslampje voor systeem van airbag/voorspanners
van veiligheidsgordels *1 7-38
Waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 7-38
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 210 of 707

*Bepaalde modellen.4–56
Tijdens het rijden
Transmissie
Gebruik van de
stuurversnellingschakelaar*
Voor het opschakelen naar een hogere
versnelling met behulp van de
stuurversnellingschakelaars, de UP
schakelaar (
) eenmaal met uw
vingers naar u toe trekken.
UP schakelaar
(+/OFF)
WAARSCHUWING
Houd uw handen op de rand van het
stuurwiel wanneer u met uw vingers de
stuurversnellingschakelaars bedient:
Het plaatsen van uw handen binnen
de rand van het stuurwiel bij gebruik
van de stuurversnellingschakelaars is
gevaarlijk. Als de bestuurdersairbag bij
een botsing geactiveerd zou worden,
zou deze tegen uw handen kunnen
slaan en letsel veroorzaken.
OPMERKING
  Tijdens langzaam rijden is het
mogelijk dat de versnellingen niet
automatisch opgeschakeld worden.
  Laat in de handbediende
overschakelfunctie de motor niet met
de naald van de toerentalmeter in de
RODE ZONE draaien. Wanneer het
motortoerental hoog is, bestaat de
kans dat automatisch een versnelling
hoger ingeschakeld wordt om de
motor te beschermen.
  Wanneer het gaspedaal volledig
wordt ingedrukt, zal de transmissie
terugschakelen naar een lagere
versnelling, afhankelijk van de
rijsnelheid.
  De stuurversnellingschakelaar kan
tijdelijk gebruikt worden als de
keuzehendel tijdens het rijden in de
stand D staat. De automatische
overschakelfunctie wordt weer terug
ingesteld wanneer de UP schakelaar
(
) voldoende lang naar
achteren getrokken wordt.
Handbediend terugschakelen
Terugschakelen van de versnellingen is
mogelijk met behulp van de keuzehendel
of de stuurversnellingschakelaars
* .
M6 : M5 : M4 : M3 : M2: M1
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 211 of 707

*Bepaalde modellen.4–57
Tijdens het rijden
Transmissie
Gebruik van de keuzehendel
Voor terugschakelen naar een lagere
versnelling, de keuzehendel eenmaal licht
naar voren
duwen.
Gebruik van de
stuurversnellingschakelaar*
Voor het terugschakelen naar een lagere
versnelling met behulp van de
stuurversnellingschakelaars, de DOWN
schakelaar
eenmaal met uw vingers naar
u toe trekken.
DOWN schakelaar (-)
WAARSCHUWING
Op gladde wegen of bij hoge snelheden
niet plotseling afremmen op de motor:
Het terugschakelen tijdens het rijden
op natte of met sneeuw of ijs overdekte
wegen, of tijdens het rijden met hoge
snelheden veroorzaakt plotseling
afremmen op de motor, hetgeen
gevaarlijk is. Door de plotselinge
verandering in de draaisnelheid van
de banden kunnen de banden gaan
slippen. Dit kan er toe leiden dat u de
macht over het stuur verliest en een
ongeluk veroorzaakt.
Houd uw handen op de rand van het
stuurwiel wanneer u met uw vingers de
stuurversnellingschakelaars bedient:
Het plaatsen van uw handen binnen
de rand van het stuurwiel bij gebruik
van de stuurversnellingschakelaars is
gevaarlijk. Als de bestuurdersairbag bij
een botsing geactiveerd zou worden,
zou deze tegen uw handen kunnen
slaan en letsel veroorzaken.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 508 of 707

*Bepaalde modellen.5–160
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
Achterste kledinghaken
WAARSCHUWING
Hang nooit zware of scherpe
voorwerpen aan de steungrepen en
kledinghaken:
Het hangen van zware of puntige
voorwerpen zoals een kleerhanger aan
de steungrepen of kledinghaken is
gevaarlijk, aangezien deze in het geval
van activering van een gordijn-airbag
van hun plaats kunnen vliegen en een
inzittende kunnen raken, wat ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Hang kleding steeds zonder kleerhangers
op aan de kledinghaken en steungrepen.
Kledinghaak
Uitneembare asbak *
De uitneembare asbak kan vastgezet en
gebruikt worden in een van beide voorste
bekerhouders.
WAARSCHUWING
Gebruik de uitneembare asbak
uitsluitend in zijn vaste positie en zorg
ervoor dat deze volledig is ingestoken:
Gebruik van een asbak die uit zijn vaste
positie verwijderd is of niet volledig
is ingestoken is gevaarlijk. Sigaretten
kunnen gaan rollen of uit de asbak in het
interieur vallen en brand veroorzaken.
Bovendien zullen sigarettenpeuken niet
vanzelf volledig doven, ook niet als het
deksel van de asbak gesloten is.
OPGELET
De asbakken niet als prullenbak
gebruiken. Dit kan brandgevaar
opleveren.
Voor gebruik van de asbak, deze recht in
de bekerhouder steken.
Voor het verwijderen van de asbak, deze
omhoog trekken.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 570 of 707

*Bepaalde modellen.6–62
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Beschrijving van het zekeringenpaneel
Zekeringenblok (Motorruimte)
BESCHRIJVING ZEKERINGCAPACITEIT BEVEILIGD ONDERDEEL
1 C/U IG1 15 A Voor beveiliging van diverse circuits
2 ENGINE IG1 7,5 A Motorbesturingssysteem
3 SUNROOF 10 A Schuifdak
*
4 INTERIOR 15 A Plafondlamp
5
7,5 A Motorbesturingssysteem
6 AUDIO2 15 A Audio-installatie
7 METER1 10 A Instrumentengroep
8 SRS1 7,5 A Airbag
9 METER2 7,5 A Instrumentengroep
*
10 RADIO 7,5 A Audio-installatie
11 ENGINE3 15 A Motorbesturingssysteem
12 ENGINE1 15 A Motorbesturingssysteem
13 ENGINE2 15 A Motorbesturingssysteem
14 AUDIO1 25 A Audio-installatie
15 A/C MAG 7,5 A Airconditioning
*
16 AT PUMP 15 A Transmissiebesturingssysteem *
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 599 of 707

7–15
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
14. Bevestig de
rijsnelheidsbeperkingsticker op een
plaats die voor de bestuurder goed
zichtbaar is.
WAARSCHUWING
Bevestig de snelheidsbeperkingssticker
niet aan het instrumentenpaneel,
aangezien dit het zicht op onderdelen
zoals de waarschuwingsindikators of de
snelheidsmeter kan hinderen:
Bevestigen van de
rijsnelheidsbeperkingsticker op
de afdekking van het stuurwiel is
gevaarlijk. Wanneer de airbag wordt
opgeblazen, kan de sticker een obstakel
vormen en ernstig letsel veroorzaken. 15. Bevestig de compressorslang aan het
bandventiel.
Ventiel Compressorslang
16. Steek de stekker van de compressor in
de stekkerbus voor accessoires in het
interieur en zet het contact op ACC.
Compressor
Stekker van compressor
OPGELET
  Controleer alvorens de stekker van
de compressor uit de elektrische
insteekbus te verwijderen of de aan/
uit schakelaar van de compressor
uitgeschakeld is.
  De compressor kan met behulp
van de druktoets schakelaar in- en
uitgeschakeld worden.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 627 of 707

*Bepaalde modellen.7–43
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing
Waarschuwingslampje
voor automatische
transmissie
*
Het lampje blijft branden wanneer er een probleem is met de transmissie.
OPGELET
Als het waarschuwingslampje voor de automatische transmissie gaat branden, is er een
elektrisch probleem in de transmissie. Wanneer u in deze toestand met uw Mazda blijft
doorrijden, kan dit beschadiging van uw transmissie tot gevolg hebben. Raadpleeg
zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda
reparateur.
4WD
waarschuwingslampje*
Wanneer het lampje brandt
Als het 4WD waarschuwingslampje gaat branden, contact opnemen met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda reparateur.
Gaat branden wanneer er een afwijking is in het 4WD systeem. Gaat branden als er teveel verschil is in de bandradius tussen de voor- en achterwielen.
Wanneer het lampje knippert
Parkeer de auto op een veilige plaats. Start de motor na enkele ogenblikken opnieuw, als
het waarschuwingslampje ophoudt met knipperen kunt u verder rijden. Als het lampje niet
ophoudt met knipperen, contact opnemen met een deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur.
Gaat knipperen wanneer de temperatuur van de differentieelolie abnormaal hoog wordt. Knippert wanneer er voortdurend een groot verschil is tussen het aantal omwentelingen
van de voor- en achterwielen, zoals wanneer u probeert weg te rijden op een bevroren
wegdek of wanneer u de auto probeert vrij te trekken uit modder, zand of soortgelijke
omstandigheden.
Waarschuwingslampje
voor systeem van
airbag/voorspanners
van veiligheidsgordels
Een defect in het systeem wordt aangeduid als het waarschuwingslampje constant knippert,
constant brandt of helemaal niet brandt wanneer het contact op ON gezet wordt. Bij elk
van deze gevallen dient u zo spoedig mogelijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
offi ciële Mazda reparateur te raadplegen. Het systeem zal dan wellicht in het geval van een
aanrijding niet in werking treden.
WAARSCHUWING
Sleutel nooit zelf aan de airbag/voorspannersystemen en laat altijd alle onderhoud
en reparatie door een deskundige reparateur, bij voorkeur een offi ciële Mazda
reparateur uitvoeren:
Het zelf uitvoeren van onderhoud of sleutelen aan de systemen is gevaarlijk. De kans
bestaat dat een airbag/voorspanner onvoorzien geactiveerd of buiten werking gesteld
wordt.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 637 of 707

7–53
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
In de volgende gevallen
wordt een
waarschuwingszoemer
geactiveerd
Waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting
Als de verlichting is ingeschakeld en
het contact in de stand ACC wordt
gezet of wordt uitgeschakeld, zal er een
continue pieptoon klinken zodra het
bestuurdersportier geopend wordt.
OPMERKING
  Wanneer het contact op
ACC gezet wordt, heeft de
“Waarschuwingspieptoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)”
(pagina 7-54 ) voorrang boven
de waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
  Een gebruikersfunctie is
beschikbaar voor het veranderen
van het geluidsvolume voor
de waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
 Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14 .
Waarschuwingszoemer voor
systeem van airbag/voorspanners
van veiligheidsgordels
Als er een probleem is met de systemen
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels en het oplichten van het
waarschuwingslampje, zal er elke minuut
gedurende ongeveer 5 seconden een
waarschuwingszoemer klinken.
Het geluid van de waarschuwingszoemer
voor het systeem van airbag en
veiligheidsgordelvoorspanners zal
gedurende ongeveer 35 minuten hoorbaar
blijven. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een offi ciële Mazda reparateur
inspecteren.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de auto wanneer de
waarschuwingszoemer voor het systeem
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels klinkt:
Rijden met de auto terwijl de
waarschuwingzoemer voor het systeem
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels klinkt is gevaarlijk.
Bij een botsing zullen de airbags en
het systeem van de voorspanners van
de veiligheidsgordels niet in werking
treden, hetgeen ernstig of mogelijk
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een offi ciële
Mazda reparateur om de auto zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 647 of 707

8–3
Informatie voor de eigenaar
Garantie
Installatie van niet-originele onderdelen en accessoires
Het aanbrengen van technische wijzigingen aan de originele staat van uw Mazda kan van
invloed zijn op de veiligheid van uw auto. Dergelijke technische wijzigingen omvatten
niet alleen het gebruik van niet geschikte onderdelen, maar ook accessoires, uitrusting of
hulpstukken, zoals velgen en banden.
Originele Mazda onderdelen en originele Mazda accessoires zijn specifi ek ontworpen voor
Mazda automobielen.
Andere dan de hierboven vermelde onderdelen en accessoires zijn niet door Mazda
geïnspecteerd en goedgekeurd tenzij dit door Mazda uitdrukkelijk wordt vermeld. Wij
kunnen niet garant staan voor de geschiktheid van dergelijke producten. Mazda kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor enigerlei schade veroorzaakt door het gebruik van
dergelijke producten.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het kiezen en installeren van aanvullende elektrische apparatuur,
zoals mobiele telefoons, zend- en ontvanginstallaties, stereo-systemen en auto-
alarmsystemen:
Een simpele fout bij het kiezen of het installeren van verkeerde aanvullende apparatuur
of het kiezen van een verkeerde installateur is gevaarlijk. Essentiële systemen kunnen
beschadigd worden, hetgeen het afslaan van de motor, activering van de airbag (SRS),
buiten werking treden van het ABS/TCS/DSC systeem of brand in de wagen kan
veroorzaken.
Mazda kan niet aansprakelijk gesteld worden voor dood, letsel of onkosten die het gevolg
kunnen zijn van het installeren van aanvullende niet-originele onderdelen of accessoires.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page 664 of 707

8–20
Informatie voor de eigenaar
Elektromagnetische compatibiliteit
Elektromagnetische compatibiliteit
Uw Mazda is getest en goedgekeurd inzake bepaling UNECE *1 10 welke verband houdt met
elektromagnetische compatibiliteit. Radio Frequentie (RF) zendapparatuur (bijv. mobiele
telefoons, amateur radiozenders, enz.) mag enkel in uw Mazda geïnstalleerd worden als
deze voldoet aan de parameters die in onderstaande tabel worden getoond.
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United
Nations Economic Commission for Europe).
Het is uw verantwoordelijkheid er voor te zorgen dat alle apparatuur die u heeft
geïnstalleerd voldoet aan de geldende wettelijke bepalingen. Laat alle apparatuur installeren
door deskundige monteurs.
OPGELET
  Installeer geen zendontvangapparaat, microfoons, luidsprekers of enig ander voorwerp
in het werkingsbereik van het airbagsysteem.
  Bevestig de antennekabel niet aan de oorspronkelijke bedrading, brandstofl eidingen of
remleidingen van de auto. Probeer zo veel mogelijk te voorkomen dat de antennekabel
parallel loopt met de bedradingsbundels.
  Houd antenne- en spanningskabels op een afstand van tenminste 100 mm van
elektronische modules en airbags.
  Vermijd het gebruik van de sigarettenaansteker of de insteekbus voor accessoires als
een stroomvoorziening voor RF-zendontvangapparatuur.
$9@&;%/%@&EJUJPOJOEC

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 next >