MAZDA MODEL CX-30 2019 Handleiding (in Dutch)

Page 101 of 759

Werkingsbereik
▼Werkingsbereik
Het systeem werkt uitsluitend wanneer
de bestuurder zich in de auto of
binnen het werkingsbereik bevindt en
de sleutel bij zich heeft.
OPMERKING
Wanneer de batterij bijna uitgeput is of
op plaatsen waar er radiogolven met
hoge intensiteit of storing is, bestaat de
kans dat het werkingsbereik kleiner
wordt of dat het systeem niet
functioneert. Zie voor het bepalen van
het vernieuwen van de batterij
Afstandbediende portiervergrendeling
op pagina 3-4.
▼Vergrendelen/Ontgrendelen met
de aanraaksensor
1. Buitenantenne
2. 80 cm
3. Werkingsbereik
OPMERKING
xDe kans bestaat dat het systeem niet
werkt als u zich te dicht bij de ramen
of de portierkrukken bevindt.
xAls de sleutel op de volgende
plaatsen is achtergelaten en u de
auto verlaat, bestaat de kans dat de
portieren afhankelijk van de
condities van de radiogolven
vergrendeld worden, ook als de
sleutel in de auto is achtergelaten.
xRondom het instrumentenpaneelxIn een opbergvak zoals het
dashboardkastje of de
middenconsole
xVlakbij communicatieapparatuur
zoals een mobiele telefoon
▼Vergrendelen met de
portiervergrendelschakelaar/
Ontgrendelen met de elektrisch
bediende achterklepopener
1. Buitenantenne
2. 80 cm
3. Werkingsbereik
Alvorens te gaan rijden
Geavanceerde afstandbediende portiervergrendeling
3-11

Page 102 of 759

Por t i e rs l ote n
▼Portiersloten
WAARSCHUWING
Neem dus altijd alle kinderen en
huisdieren met u mee of laat een
verantwoordelijke persoon bij hen
achter:
Het alleen achterlaten van kinderen of
huisdieren in een geparkeerde auto is
gevaarlijk. Bij warm weer kan de
temperatuur in een auto dusdanig
hoog oplopen dat dit
hersenbeschadiging of zelfs de dood
kan veroorzaken.
Laat nooit de sleutel in uw auto achter
wanneer er zich kinderen in bevinden
en bewaar ze op een plaats waar uw
kinderen ze niet kunnen vinden en er
niet mee kunnen spelen:
Het is gevaarlijk kinderen in een auto
achter te laten waarvan de sleutel in
het contact steekt. Dit kan tot gevolg
hebben dat iemand ernstig letsel
wordt toegebracht of zelfs tot een
ongeluk met dodelijke afloop leiden.
Sluit altijd alle ramen en het
schuifdak, vergrendel de portieren,
de afsluitklep van de
brandstoftankdop en de achterklep en
neem de sleutel met u mee wanneer u
uw auto onbeheerd achterlaat:
Het niet-vergrendeld achterlaten van
uw auto is gevaarlijk, aangezien
kinderen zich in een hete auto zouden
kunnen opsluiten, hetgeen een
dodelijke
afloop kan hebben. Ook is
een auto die niet vergrendeld is een
gemakkelijk doelwit voor dieven en
inbrekers.
Controleer altijd na het sluiten van de
portieren en de achterklep of deze
goed gesloten zijn:
Niet goed gesloten portieren en
achterklep zijn gevaarlijk. Als met de
auto wordt gereden terwijl een van de
portieren en de achterklep niet goed
gesloten is, kan het portier en de
achterklep plotseling open gaan en
een ongeval veroorzaken.
Controleer alvorens een portier en de
achterklep te openen steeds de
veiligheid rondom de auto:
Het plotseling openen van een portier
en de achterklep is gevaarlijk. Dit kan
een ongeval veroorzaken wanneer een
passerende auto of voetganger geraakt
wordt.
OPGELET
¾Controleer altijd de situatie rondom
de auto alvorens de portieren en de
achterklep te openen/sluiten en
wees voorzichtig bij harde wind of
wanneer u op een helling parkeert.
Niet goed letten op de situatie
rondom de auto is gevaarlijk, omdat
dan de kans bestaat dat vingers
tussen het portier en de achterklep
beklemd raken of een passerende
voetganger geraakt wordt, wat een
onvoorzien ongeval of letsel kan
veroorzaken.
OPMERKING
xZet de motor altijd stop en sluit de
portieren. Laat bovendien ter
voorkoming van diefstal nooit
waardevolle voorwerpen in het
interieur achter.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-12

Page 103 of 759

xAls de sleutel op de volgende
plaatsen is achtergelaten en u de
auto verlaat, bestaat de kans dat de
portieren afhankelijk van de
condities van de radiogolven
vergrendeld worden, ook als de
sleutel in de auto is achtergelaten.
xRondom het instrumentenpaneelxIn een opbergvak zoals het
dashboardkastje of de
middenconsole
xVlakbij communicatieapparatuur
zoals een mobiele telefoon
xWanneer het contact in ACC of ON
wordt gezet, voorkomt de
buitensluitingspreventiefunctie dat u
uzelf uit de auto kunt buitensluiten.
Alle portieren, de afsluitklep van de
brandstoftankdop en de achterklep
zullen automatisch ontgrendeld
worden als deze vergrendeld worden
met behulp van de centrale
portiervergrendeling wanneer een
van de portieren of de achterklep
geopend is.
De buitensluitingspreventiefunctie
werkt niet wanneer het contact is
uitgeschakeld.
Wanneer alle portieren, de
afsluitklep van de brandstoftankdop
en de achterklep worden
vergrendeld via de centrale
portiervergrendeling terwijl een
portier of de achterklep open is,
worden de gesloten deuren, de
afsluitklep van de brandstoftankdop
en de achterklep vergrendeld.
Daarna, wanneer alle portieren en
de achterklep zijn gesloten, worden
alle portieren en de achterklep
vergrendeld. Als de sleutel zich
echter in de auto bevindt, worden
alle portieren, de afsluitklep van de
brandstoftankdop en de achterklep
automatisch ontgrendeld.
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Gedurende ongeveer 10 seconden is
een pieptoon hoorbaar om de
bestuurder er op attent te maken dat
de sleutel in de auto is achtergelaten.
(Zonder geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
De claxon klinkt tweemaal om de
bestuurder er op attent te maken dat
de sleutel in de auto is achtergelaten.
x(Portierontgrendel(regel)systeem
met botsingsdetectie)
Dit systeem ontgrendelt automatisch
de portieren, de afsluitklep van de
brandstoftankdop en de achterklep
in het geval de auto bij een ongeluk
is betrokken om de passagiers in
staat te stellen het voertuig
onmiddellijk te verlaten en te
voorkomen dat zij binnenin
opgesloten raken. In het geval de
auto een botsing te verwerken krijgt
die krachtig genoeg is om de airbags
op te blazen en het contact is
ingeschakeld, worden ongeveer 6
seconden na het tijdstip van het
ongeval alle portieren, de afsluitklep
van de brandstoftankdop en de
achterklep automatisch ontgrendeld.
Het is mogelijk dat de portieren, de
afsluitklep van de brandstoftankdop
en de achterklep niet ontgrendelen,
afhankelijk van hoe de botsing wordt
opgevangen, de kracht van de
botsing en andere omstandigheden
die zich bij het ongeval voordoen.
Als systemen die verband houden
met de portieren of de accu defect
zijn geraakt, worden de portieren, de
afsluitklep van de brandstoftankdop
en de achterklep mogelijk niet
ontgrendeld, afhankelijk van uw type
auto.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-13

Page 104 of 759

▼Ontgrendelen met de hulpsleutel
Alleen het bestuurdersportier kan met
behulp van de hulpsleutel ontgrendeld
worden.
Zie Sleutels op pagina 3-2.
Plaats de hulpsleutel terwijl aan de
kruk van het bestuurdersportier wordt
getrokken en draai de sleutel naar de
ontgrendelzijde. Draai de hulpsleutel
terug naar de oorspronkelijke stand
alvorens deze te verwijderen.
OPMERKING
Als u probeert het bestuurdersportier
te openen met een ongeautoriseerde
hulpsleutel, zal het slotcilinder draaien
maar wordt het portier niet
ontgrendeld.
▼Dubbel
portiervergrendelingssysteem*
Het dubbele
portiervergrendelingssysteem
voorkomt dat iemand die in uw auto
heeft ingebroken de portieren vanaf de
binnenzijde kan openen.

Raadpleeg een deskundige reparateur
(bij voorkeur een officiële
Mazda-reparateur) in het geval u
problemen heeft met het dubbele
portiervergrendelingssysteem.
WAARSCHUWING
Nooit het dubbele
portiervergrendelingssysteem in
werking stellen wanneer er zich nog
passagiers, vooral kinderen, in de
wagen bevinden:
Het is gevaarlijk als het systeem wordt
geactiveerd terwijl er zich passagiers,
vooral kinderen, in de wagen
bevinden. De passagiers kunnen de
portieren niet vanaf de binnenzijde
openen. Zij zouden opgesloten raken
en blootgesteld kunnen worden aan
extreme temperaturen. Dit kan ernstig
letsel, mogelijk met dodelijke
afloop
tot gevolg hebben.
Activeren van het systeem
1. Zet het contact uit en neem de
sleutel met u mee.
2. Sluit alle portieren en de
achterklep.
3. Druk binnen 3 seconden tweemaal
op de vergrendeltoets op de
zender. Telkens wanneer de toets
wordt ingedrukt, knipperen de
waarschuwingsknipperlichten 1
keer.
OPMERKING
x(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
U kunt het systeem ook activeren
door het detectiegebied van de
aanraaksensor voor
portiervergrendeling binnen 3
seconden tweemaal aan te raken.
Telkens wanneer het
detectiegebied wordt aangeraakt,
knipperen de
waarschuwingsknipperlichten 1
keer.
4. Het indicatielampje gaat gedurende
ongeveer 3 seconden branden om
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-14*Bepaalde modellen.

Page 105 of 759

aan te geven dat het systeem
geactiveerd is.
OPMERKING
Het systeem kan niet worden
geactiveerd wanneer een van de
portieren of de achterklep open is.
Buiten werking stellen van het
systeem
Ontgrendel het bestuurdersportier of
start de motor.
OPMERKING
Als de stroomvoorziening is
onderbroken (zekering is
doorgesmolten of de accu is
losgekoppeld), kan het systeem enkel
buiten werking gesteld worden door
een van de portieren met de
hulpsleutel te ontgrendelen.
▼Vergrendelen, ontgrendelen met
de aanraaksensor, portierkruk
(met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Door het detectiegebied van de
aanraaksensor aan te raken, kunt u
diverse vergrendel-/
ontgrendelhandelingen uitvoeren
zonder de sleutel uit uw tas of zak te
halen.
Er worden twee typen aanraaksensoren
gebruikt voor vergrendelen en
ontgrendelen. Elke sensor is
ingebouwd in de buitenste portierkruk
van het bestuurders- en
voorpassagiersportier.
1. Detectiegebied van aanraaksensor
voor portiervergrendeling (holte
aan buitenzijde van portierkruk)
2. Detectiegebied van aanraaksensor
voor portierontgrendeling
(binnenzijde van portierkruk)
OPMERKING
xOm te vergrendelen/ontgrendelen
met meegedragen zender moet het
detectiegebied van de aanraaksensor
als volgt zorgvuldig worden
aangeraakt.
Ve rg re n d e l e n
Ontgrendelen
xHet is mogelijk dat het systeem
onder de volgende omstandigheden
niet normaal werkt.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-15

Page 106 of 759

xU raakt tegelijkertijd het
detectiegebied van de
aanraaksensor voor
portiervergrendeling en het
detectiegebied van de
aanraaksensor voor
portierontgrendeling aan.
xU raakt het detectiegebied van de
aanraaksensor aan terwijl u
handschoenen draagt.
xVreemde bestanddelen zoals
sneeuw of ijs hebben zich aan het
detectiegebied van de
aanraaksensor vastgehecht.
xU trekt aan de portierkruk direct
nadat u het detectiegebied van de
aanraaksensor hebt aangeraakt.
xHet systeem kan in werking treden
wanneer de portierkruk aan de
buitenzijde of een voorportier wordt
bespat met water in een
autowasinstallatie of door regen
terwijl de zender binnen
werkingsbereik is.
xAls het systeem niet functioneert
terwijl u het detectiegebied van de
aanraaksensor goed hebt
aangeraakt, laat u de aanraaksensor
eenmaal los en raakt u na ongeveer
3 seconden het detectiegebied van
de aanraaksensor weer aan.
Vergrendelen
Raak het detectiegebied van de
aanraaksensor voor
portiervergrendeling aan terwijl aan
alle onderstaande voorwaarden
voldaan is om te vergrendelen.
xHet contact is op OFF gezet.xAlle portieren zijn gesloten.xU draagt de zender bij u.
De volgende locaties worden
vergrendeld door het detectiegebied
van de aanraaksensor voor
portiervergrendeling aan te raken.
xAlle portierenxAfsluitklep van brandstoftankdopxAchterklep
Bij het vergrendelen gaan de
waarschuwingsknipperlichten eenmaal
branden.
(Behalve Europese modellen)
Er klinkt eenmaal een zoemtoon.
Ontgrendelen
Raak het detectiegebied van de
aanraaksensor voor
portierontgrendeling aan terwijl aan
alle onderstaande voorwaarden
voldaan is om te ontgrendelen.
xHet contact is op OFF gezet.xHet bestuurdersportier is
vergrendeld.
xEr zijn 3 seconden of meer
verstreken sinds de portieren werden
vergrendeld.
xU draagt de zender bij u.
Ty p e A
(Ontgrendelen vanuit het
bestuurdersportier)
De volgende locaties worden
ontgrendeld door het detectiegebied
van de aanraaksensor voor
portierontgrendeling van het
bestuurdersportier aan te raken.
xBestuurdersportierxAfsluitklep van brandstoftankdop
OPMERKING
xDe te ontgrendelen locatie kan
worden gewijzigd.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-16

Page 107 of 759

Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
Bij het ontgrendelen gaan de
waarschuwingsknipperlichten
tweemaal branden.
(Behalve Europese modellen)
Er klinkt tweemaal een zoemtoon.

(Ontgrendelen vanuit het
voorpassagiersportier)
De volgende locaties worden
ontgrendeld door het detectiegebied
van de aanraaksensor voor
portierontgrendeling van het
voorpassagiersportier aan te raken.
xAlle portierenxAfsluitklep van brandstoftankdopxAchterklep
Bij het ontgrendelen gaan de
waarschuwingsknipperlichten
tweemaal branden.
(Behalve Europese modellen)
Er klinkt tweemaal een zoemtoon.
Ty p e B
De volgende locaties worden
ontgrendeld door het detectiegebied
van de aanraaksensor voor
portierontgrendeling aan te raken.
xAlle portierenxAfsluitklep van brandstoftankdopxAchterklep
OPMERKING
x(Met 2-traps ontgrendelingsfunctie)
De te ontgrendelen locatie kan
worden gewijzigd.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
Bij het ontgrendelen gaan de
waarschuwingsknipperlichten
tweemaal branden.
(Behalve Europese modellen)
Er klinkt tweemaal een zoemtoon.
OPMERKING
xKijk of alle portieren en de
achterklep goed vergrendeld zijn.
Beweeg de achterklep even op en
neer zonder de elektrisch bediende
achterklepopener in te drukken om
te controleren of de achterklep niet
open is blijven staan.
x(Europese modellen)
De instelling kan zodanig veranderd
worden dat een pieptoon hoorbaar
wordt voor bevestiging wanneer de
portieren, de afsluitklep van de
brandstoftankdop en de achterklep
vergrendeld/ontgrendeld worden
met behulp van een aanraaksensor.
(Behalve Europese modellen)
Er klinkt een zoemtoon voor
bevestiging wanneer de portieren,
de afsluitklep van de
brandstoftankdop en de achterklep
vergrendeld/ontgrendeld worden
met behulp van de aanraaksensor.
Indien gewenst, kan de zoemtoon
worden uitgeschakeld.
Het volume van de zoemtoon kan
eveneens veranderd worden. Zie de
sectie Instellingen in het Mazda
Connect instructieboekje.
x(Met anti-diefstal
beveiligingssysteem)
De waarschuwingsknipperlichten
knipperen wanneer het anti-diefstal
beveiligingssysteem in staat van
paraatheid is gebracht of
uitgeschakeld wordt.
Zie Anti-diefstal beveiligingssysteem
op pagina 3-56.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-17

Page 108 of 759

xDe instelling kan zodanig veranderd
worden dat de portieren, de
afsluitklep van de brandstoftankdop
en de achterklep automatisch
vergrendeld worden zonder het
detectiegebied van de aanraaksensor
aan te raken.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
(Automatische vergrendelfunctie bij
weglopen)
Er wordt een zoemtoon gegeven
wanneer alle portieren en de
achterklep gesloten worden en u de
zender bij u hebt. Alle portieren, de
afsluitklep van de brandstoftankdop,
en de achterklep worden
automatisch vergrendeld wanneer de
zender buiten het werkingsbereik is.
Ook zullen de
waarschuwingsknipperlichten
eenmaal knipperen. (Ook als de
bestuurder zich binnen het
werkingsbereik bevindt, zullen alle
portieren, de afsluitklep van de
brandstoftankdop en de achterklep
automatisch na ongeveer 30
seconden vergrendeld worden.) Als
u zich buiten het werkingsbereik
bevindt alvorens de portieren en het
achterklep volledig gesloten zijn of
een andere zender in de auto is
achtergelaten, zal de automatische
vergrendelfunctie bij weglopen niet
functioneren. Zorg er altijd voor dat
alle portieren en de achterklep
gesloten en vergrendeld zijn alvorens
de auto achter te laten. De elektrisch
bediende ruiten worden niet door de
automatische vergrendelfunctie bij
weglopen gesloten.
x(Automatische
hervergrendelfunctie)
Na het ontgrendelen met behulp van
de aanraaksensor, zullen alle
portieren, de afsluitklep van de
brandstoftankdop en de achterklep
automatisch vergrendeld worden als
een van de volgende handelingen
niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt uitgevoerd.
xOpenen van een portier of de
achterklep.
xWanneer het contact in een andere
stand dan uit wordt gezet.
Als uw auto uitgerust is met een
anti-diefstal beveiligingssysteem,
zullen de
waarschuwingsknipperlichten
knipperen bij wijze van bevestiging.
De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
Zie de sectie Instellingen in het
Mazda Connect instructieboekje.
▼Vergrendelen, ontgrendelen met
de zender
De volgende locaties kunnen worden
vergrendeld/ontgrendeld door
bediening van de zender van het
afstandbediende
portiervergrendelingssysteem. Zie
Afstandbediende portiervergrendeling
op pagina 3-4.
xAlle portierenxAfsluitklep van brandstoftankdopxAchterklep
▼Vergrendelen, ontgrendelen met
de portiervergrendelschakelaar
Portiervergrendelschakelaar op
portier aan bestuurderszijde
De volgende locaties kunnen worden
vergrendeld/ontgrendeld door te
drukken op de
portiervergrendelschakelaar.
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-18

Page 109 of 759

xAlle portierenxAfsluitklep van brandstoftankdopxAchterklep
1. Ontgrendelen
2. Vergrendelen
Vergrendelen vanaf de buitenzijde
met de portiervergrendelschakelaar
Bij het vergrendelen vanaf de
buitenzijde met de
portiervergrendelschakelaar, druk op
de vergrendelzijde van de
portiervergrendelschakelaar wanneer
aan alle onderstaande voorwaarden
voldaan is en sluit vervolgens alle
portieren.
xHet contact is op OFF gezet.xEen portier staat open.
OPMERKING
xOm te voorkomen dat de zender in
de auto achterblijft, moet u
controleren of u deze bij u heeft
voordat u vergrendelt.
xNadat de
portiervergrendelschakelaar is
ingedrukt en alle portieren gesloten
worden met de zender nog in de
auto, worden alle portieren, de
achterklep en de afsluitklep van de
brandstoftankdop ontgrendeld.
xNadat de
portiervergrendelschakelaar is
ingedrukt en de achterklep als laatste
gesloten met de zender nog in de
auto, wordt alleen de achterklep
ontgrendeld.

Portiervergrendelschakelaar op
achterklep (met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendeling)
Met elektrisch bediende achterklep
Alle portieren, de afsluitklep van de
brandstoftankdop en de achterklep
kunnen vergrendeld worden door de
portiervergrendelschakelaar in te
drukken.
Bovendien sluit de achterklep
automatisch na het vergrendelen.

Zonder elektrisch bediende
achterklep
Alle portieren, de afsluitklep van de
brandstoftankdop en de achterklep
kunnen vergrendeld worden door de
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-19

Page 110 of 759

portiervergrendelschakelaar in te
drukken.
Met elektrisch bediende achterklep
Bij het vergrendelen met de
portiervergrendelschakelaar, druk op
de portiervergrendelschakelaar
wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden voldaan is. De achterklep
sluit automatisch na het vergrendelen.
xU draagt de zender bij u.xHet contact is op OFF gezet.xAlle portieren zijn gesloten.xDe achterklep wordt niet
automatisch geopend/gesloten.
xDe auto wordt stopgezet.
(Met anti-diefstal beveiligingssysteem
(Europese modellen))
Voordat de achterklep wordt gesloten,
gaan de waarschuwingsknipperlichten
tweemaal branden en is een lange
zoemtoon hoorbaar.
Wanneer de achterklep wordt
gesloten, gaan de
waarschuwingsknipperlichten eenmaal
branden.
(Met anti-diefstal beveiligingssysteem
(behalve Europese modellen))
Bij het vergrendelen klinkt eenmaal
een zoemtoon.
Voordat de achterklep wordt gesloten,
gaan bovendien de
waarschuwingsknipperlichten
tweemaal branden en is een lange
zoemtoon hoorbaar.
Wanneer de achterklep wordt
gesloten, gaan de
waarschuwingsknipperlichten eenmaal
branden.
(Zonder anti-diefstal
beveiligingssysteem (Europese
modellen))
Bij het vergrendelen gaan de
waarschuwingsknipperlichten eenmaal
branden.
Voordat de achterklep wordt gesloten,
gaan bovendien de
waarschuwingsknipperlichten
tweemaal branden en is een lange
zoemtoon hoorbaar.
(Zonder anti-diefstal
beveiligingssysteem (behalve
Europese modellen))
Bij het vergrendelen branden de
waarschuwingsknipperlichten eenmaal
en is eenmaal een zoemtoon
hoorbaar.
Voordat de achterklep wordt gesloten,
gaan bovendien de
waarschuwingsknipperlichten
tweemaal branden en is een lange
zoemtoon hoorbaar.
Raadpleeg Elektrisch bediende
achterklep op pagina 3-26 voor
informatie over de werking van de
elektrisch bediende achterklep.
Zonder elektrisch bediende
achterklep
Bij het vergrendelen met de
portiervergrendelschakelaar, druk op
de portiervergrendelschakelaar
wanneer aan alle onderstaande
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-20

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 760 next >