MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 291 of 889

4–103
Tijdens het rijden
Remmen
OPMERKING
Als het gaspedaal door iets, zoals
de voet van de bestuurder, wordt
aangeraakt terwijl de motor draait en de
EPB is aangetrokken, is het mogelijk dat
de handrem automatisch wordt vrijgezet.
Als u niet van plan bent meteen weg te
rijden, zet dan de versnellingshendel
(handgeschakelde versnellingsbak) in
de neutraalstand of zet de keuzehendel
(automatische transmissie) in de stand
P of N.
Waarschuwingslampje
Het waarschuwingslampje gaat branden
als het systeem defect is.
Zie Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampjes op pagina 4-54 .
Remblokslijtage-indicator
Wanneer de schijfremblokken
versleten raken, komen de ingebouwde
slijtageindicators in aanraking met de
remschijven. Dit veroorzaakt een piepend
geluid dat als waarschuwing dient dat de
remblokken vernieuwd moeten worden.

Indien u tijdens het rijden dit geluid
hoort, dient u de remblokken zo spoedig
mogelijk door een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur te laten controleren en zonodig
te laten vernieuwen.
WAARSCHUWING
Rijd niet met versleten
schijfremblokken:
Rijden met versleten remblokken
is gevaarlijk. De remmen kunnen
weigeren, waardoor u het risico
van een ernstig ongeluk loopt.
Raadpleeg een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda
reparateur zodra u een piepend geluid
hoort.
Rembekrachtiging
Wanneer het bij het afremmen
in noodsituaties nodig is het
rempedaal met een grotere kracht
dan normaal in te drukken, biedt het
rembekrachtigingsysteem remassistentie
voor een verbetering van het
remvermogen.

Wanneer het rempedaal krachtig wordt
ingedrukt of sneller wordt ingedrukt,
zullen de remmen krachtiger in werking
treden.

Page 292 of 889

4–104
Tijdens het rijden
Remmen
OPMERKING
  Wanneer het rempedaal krachtig
wordt ingedrukt of sneller wordt
ingedrukt, zal het pedaal zachter
aanvoelen, echter de remmen
zullen krachtiger in werking treden.
Dit is een normaal verschijnsel
bij het in werking treden van de
rembekrachtigingsfunctie en duidt
niet op een defect.
  Wanneer het rempedaal krachtig
wordt ingedrukt of sneller wordt
ingedrukt, is er mogelijk een motor/
pomp-werkingsgeluid hoorbaar.
Dit is een normaal verschijnsel
bij het in werking treden van de
rembekrachtiging en duidt niet op
een defect.
  Het rembekrachtigingsysteem is
ondergeschikt aan de werking van
het hoofdremsysteem van de auto.

Page 293 of 889

4–105
Tijdens het rijden
Remmen
AUTOHOLD
Met de AUTOHOLD functie blijft de auto stilstaan, zelfs als u uw voet van het
rempedaal haalt. Deze functie kan het beste worden gebruikt wanneer u in een ¿ le staat
of bij een stoplicht. De remmen worden automatisch vrijgezet wanneer u weer gaat
rijden (koppelingspedaal loslaten terwijl auto in versnelling staat (handgeschakelde
versnellingsbak), of gaspedaal intrappen (automatische transmissie)).
WAARSCHUWING
Vertrouw niet blindelings op de AUTOHOLD functie:
De AUTOHOLD functie is alleen bedoeld om de remmen te bekrachtigen terwijl de
tot stilstand wordt gebracht. De remmen niet gebruiken en overmatig vertrouwen op
het AUTOHOLD systeem is gevaarlijk en kan ongevallen veroorzaken als de snelheid
van de auto ineens toeneemt. Gebruik de remmen zoals gepast gezien de weg en
omgevingsomstandigheden.

Haal uw voet niet van het rempedaal terwijl de auto op een steile helling tot stilstand is
gebracht:
Er is altijd het risico dat de auto niet in stilstand kan worden gehouden door de
AUTOHOLD functie, waardoor de auto onverwacht kan gaan rijden en een ongeluk
kan veroorzaken.

Gebruik de AUTOHOLD functie niet bij het rijden op gladde wegen zoals met ijs of
sneeuw bedekte wegen of onverharde wegen:
Zelfs als de auto in stilstand kan worden gehouden door de AUTOHOLD functie,
kan de auto toch onverwacht gaan rijden en een ongeluk veroorzaken. Bedien het
gaspedaal, de remmen of het stuurwiel zoals de omstandigheden voorschrijven.

Page 294 of 889

4–106
Tijdens het rijden
Remmen
WAARSCHUWING
Trap in de volgende gevallen direct het rempedaal in:
Omdat de AUTOHOLD functie geforceerd wordt geannuleerd, kan de auto toch
onverwacht gaan rijden en een ongeluk veroorzaken.
 
 Het waarschuwingslampje rempedaalbediening vereist (rood) gaat knipperen en
tegelijkertijd wordt het waarschuwingsgeluid geactiveerd.
(Rood)   [Brake Hold Unavailable Depress Brake to Hold Position] wordt in het multi-
informatiedisplay aangegeven en tegelijkertijd wordt het waarschuwingsgeluid
geactiveerd.

Trek altijd de elektrische handrem (EPB) aan bij het parkeren van de auto:
Als u de elektrische handrem (EPB) niet aantrekt bij het parkeren van de auto kan de
auto onverwacht gaan rijden en een ongeluk veroorzaken. Zet bij het parkeren van
de auto de keuzehendel in stand P (automatische transmissie) en trek de elektrische
parkeerrem (EPB) aan.
OPGELET
Als u het gaspedaal niet meer bedient voordat de auto gaat rijden, kan de kracht die de
auto in de stilstandpositie houdt afnemen. Trap het rempedaal krachtig in of trap het
gaspedaal in om te accelereren.

Page 295 of 889

4–107
Tijdens het rijden
Remmen
OPMERKING
  Onder de volgende omstandigheden treedt een probleem met de AUTOHOLD functie
op. Laat uw auto zo spoedig mogelijk door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of¿ ciële Mazda-reparateur, inspecteren.




 Het waarschuwingslampje rempedaalbediening vereist (rood) in de
instrumentengroep gaat knipperen en het waarschuwingsgeluid wordt ongeveer vijf
seconden geactiveerd terwijl de AUTOHOLD functie actief is of wanneer op de
AUTOHOLD schakelaar wordt gedrukt.
 


 Er wordt een bericht getoond in de multi-informatiedisplay en een
waarschuwingsgeluid wordt ongeveer vijf seconden geactiveerd terwijl de
AUTOHOLD functie actief is of wanneer op de AUTOHOLD schakelaar wordt
gedrukt.
 
 Als het contact op OFF is gezet terwijl de AUTOHOLD functie nog actief is, wordt de
elektrische parkeerrem (EPB) automatisch aangetrokken en de versnellingshendel in
stand R gezet.
  (Voertuig met automatische transmissie)  De AUTOHOLD functie wordt geannuleerd wanneer de versnellingshendel naar
stand R wordt verplaatst terwijl de auto op een horizontale ondergrond staat of met de
voorzijde naar een helling is gericht (zie hieronder).
Vlakke ondergrond
: Achteruit rijden (keuzehendel in R)
Auto kantelt voorwaartsAuto kantelt achterwaarts
AUTOHOLD:
WerktAUTOHOLD:
Werkt niet,
geannuleerd AUTOHOLD:
Werkt niet,
geannuleerd

Page 296 of 889

4–10 8
Tijdens het rijden
Remmen
AUTOHOLD is ingeschakeld
Druk op de AUTOHOLD schakelaar;
wanneer het indicatielampje AUTOHOLD
stand-by gaat branden, wordt de
AUTOHOLD functie ingeschakeld.

Indicatielampje
AUTOHOLD stand-by

OPMERKING
Wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan, gaat het
indicatielampje AUTOHOLD stand-
by branden wanneer de AUTOHOLD
schakelaar wordt ingedrukt en wordt de
AUTOHOLD functie ingeschakeld.
 
 Het contact wordt op ON gezet
(motor draait of wordt gestopt door
i-stop).
  De veiligheidsgordel van de
bestuurder is vastgemaakt.
  Het bestuurdersportier is gesloten. 
 Er is geen probleem met de
AUTOHOLD functie.
AUTOHOLD inschakelen en remmen
geactiveerd houden
1. Trap het rempedaal in en breng de auto
volledig tot stilstand.
2. Het indicatielampje AUTOHOLD
actief in de instrumentengroep
gaat branden en de remmen blijven
geactiveerd.


3. De auto blijft in de stilstandpositie
staan, zelfs wanneer het rempedaal
wordt losgelaten.

Page 297 of 889

4–109
Tijdens het rijden
Remmen
OPMERKING
Wanneer aan alle onderstaande
voorwaarden is voldaan, werkt de
AUTOHOLD en blijven de remmen
geactiveerd.
 
 Het contact wordt op ON gezet
(motor draait of wordt gestopt door
i-stop).
  De auto wordt stopgezet. 
 Het rempedaal wordt ingetrapt. 
 Het indicatielampje AUTOHOLD
actief gaat branden.
  Het gaspedaal wordt niet ingetrapt. 
 De veiligheidsgordel van de
bestuurder is vastgemaakt.
  Het bestuurdersportier is gesloten. 
 Er is geen probleem met de
AUTOHOLD functie.
  De elektrische handrem (EPB) wordt
vrijgezet.
  Er is geen probleem met de
elektrische handrem (EPB).
  (Voertuig met automatische
transmissie)
 De keuzehendel staat in een andere
stand dan stand R, of de auto kantelt
naar voren met de keuzehendel in
stand R.
AUTOHOLD vrijgeven en gaan rijden
Als u een van de volgende handelingen
uitvoert om rijden met de auto te
hervatten, worden de remmen automatisch
vrijgezet en gaat het indicatielampje
AUTOHOLD actief uit.
 


 (Voertuig met handgeschakelde
versnellingsbak)

 Geef het koppelingspedaal vrij met de
versnellingshendel in een andere stand
dan de neutraalstand.
 


 (Voertuig met automatische
transmissie)



 
 Het gaspedaal ingetrapt wordt.


 
 De auto kantelt achterwaarts of de
keuzehendel wordt verplaatst naar de
stand R op een horizontale ondergrond.


OPMERKING
  Als de elektrische parkeerrem
(EPB) wordt aangetrokken terwijl
de AUTOHOLD functie actief is,
wordt de AUTOHOLD functie
vrijgegeven en wordt de elektrische
parkeerrem (EPB) aangetrokken.
Als de elektrische handrem (EPB)
onder deze omstandigheden wordt
vrijgezet, houdt de AUTOHOLD
functie de remmen geactiveerd.
  Onder de volgende omstandigheden
wordt de elektrische handrem (EPB)
automatisch aangetrokken en wordt
de AUTOHOLD functie vrijgegeven.
De AUTOHOLD functie wordt
weer geactiveerd wanneer de
omstandigheden voorafgaand aan
vrijgave van de AUTOHOLD functie
weer van toepassing zijn.
 


 De veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgegespt.
 


 Het bestuurdersportier is open. 

 Wanneer ongeveer tien minuten
of meer zijn verstreken sinds
de AUTOHOLD functie werd
geactiveerd, wordt de elektrische
handrem (EPB) automatisch
aangetrokken. Aangezien de
AUTOHOLD functie opnieuw wordt
geactiveerd wanneer de elektrische
parkeerrem (EPB) wordt vrijgezet,
worden de remmen weer door de
AUTOHOLD functie geactiveerd.

Page 298 of 889

4–110
Tijdens het rijden
Remmen
AUTOHOLD systeem is
uitgeschakeld
Er wordt met de auto gereden
Druk op de AUTOHOLD schakelaar om
de AUTOHOLD functie uit te schakelen
(indicatielampje AUTOHOLD stand-by
gaat uit).
Remmen worden geactiveerd
Trap het rempedaal in en druk op
de AUTOHOLD schakelaar om de
AUTOHOLD functie uit te schakelen
(indicatielampje AUTOHOLD stand-by
en indicatielampje AUTOHOLD actief in
instrumentengroep gaan uit).

Indicatielampje
AUTOHOLD stand-by

OPMERKING
  (Zonder multi-informatiedisplay)  Als de AUTOHOLD schakelaar
wordt ingedrukt zonder dat het
rempedaal wordt ingetrapt terwijl
de AUTOHOLD functie actief is
(indicatielampje AUTOHOLD actief
brandt), gaat het indicatielampje
rempedaalbediening vereist (groen)
in de instrumentengroep branden om
de bestuurder erop te wijzen dat het
rempedaal moet worden ingetrapt.
(Groen)  (Met multi-informatiedisplay)  Als de AUTOHOLD schakelaar
wordt ingedrukt zonder dat het
rempedaal wordt ingetrapt terwijl
de AUTOHOLD functie actief is
(indicatielampje AUTOHOLD
actief brandt in instrumentengroep),
wordt de melding “Rempedaal
intrappen om parkeerrem vrij te
zetten” weergegeven in de multi-
informatiedisplay om de bestuurder
erop te wijzen dat het rempedaal
moet worden ingetrapt.

Page 299 of 889

4–111
Tijdens het rijden
Remmen
OPMERKING
  Als sprake is van een van de
volgende omstandigheden terwijl
de AUTOHOLD functie actief is
(indicatielampje AUTOHOLD
actief brandt), wordt de elektrische
parkeerrem (EPB) automatisch
aangetrokken en worden de
AUTOHOLD functie uitgeschakeld.
Zie Elektrische handrem (EPB) op
pagina 4-100 voor informatie over
de bediening van de elektrische
parkeerrem (EPB).
 


 Het contact is op OFF gezet.



 Er is een probleem met de
AUTOHOLD functie.
Noodstopsignaalsysteem
Uw Mazda is uitgerust met een
noodstopsignaalsysteem dat bedoeld is
om te bepalen of u het rempedaal met
een grotere kracht dan tijdens normaal
afremmen intrapt, zoals bij afremmen
in een noodsituatie. Als het systeem
bepaalt dat een dergelijke situatie zich
voordoet, gaan alle richtingaanwijzers
snel knipperen om de bestuurder van het
voertuig achter u te waarschuwen voor de
plotselinge noodstopsituatie.
Het systeem wordt geannuleerd wanneer
het rempedaal wordt losgelaten of wanneer
het systeem bepaalt dat het rempedaal niet
langer zwaar wordt ingetrapt uitgaande
van de snelheid waarmee de rijsnelheid
afneemt.
OPMERKING
  Als u uw auto volledig tot stilstand
brengt terwijl alle richtingaanwijzers
snel knipperen, verandert het snel
knipperen van alle richtingaanwijzers
weer terug naar het normale
knipperpatroon.
  Het noodstopsignaalsysteem werkt
niet bij rijsnelheden van minder dan
ongeveer 60 km/h.
  Als het rempedaal tijdens het rijden
op gladde wegen wordt ingetrapt,
kan het noodstopsignaalsysteem
in werking treden waardoor alle
richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering gaan knipperen.

Page 300 of 889

4–112
Tijdens het rijden
Remmen
Hellingwegrijsysteem
(HLA)
HLA is een functie welke de bestuurder
helpt bij het vanuit stilstand wegrijden
op een helling. Wanneer de bestuurder op
een helling het rempedaal loslaat en het
gaspedaal intrapt, voorkomt de functie
dat de auto wegrolt. De remkracht blijft
automatisch behouden nadat het rempedaal
op een steile helling wordt losgelaten.
Bij voertuigen met een handgeschakelde
versnellingsbak functioneert het HLA
op een aÀ opende helling wanneer
de versnellingshendel in de stand R
(achteruit) staat en op een oplopende
helling wanneer de versnellingshendel in
een andere stand dan R (achteruit) staat.
Bij voertuigen met een automatische
transmissie functioneert het HLA op een
aÀ opende helling wanneer de keuzehendel
in de stand R (achteruit) staat en op een
oplopende helling wanneer de keuzehendel
in een vooruitversnelling staat.
WAARSCHUWING
Vertrouw niet blindelings op het
systeem het HLA:
Het HLA is een hulpinrichting voor
het vanuit stilstand wegrijden op een
helling. Het systeem functioneert enkel
gedurende ongeveer twee seconden
en daarom is het gevaarlijk bij het
wegrijden vanuit stilstand enkel op het
systeem te vertrouwen, omdat de auto
plotseling in beweging zou kunnen
komen (wegrollen) en een ongeluk
veroorzaken.
De auto zou anders kunnen wegrollen
afhankelijk van de belading en of
er al dan niet een aanhangwagen
getrokken wordt. Bij voertuigen met
handgeschakelde versnellingsbak
kan de auto echter alsnog
wegrollen afhankelijk van hoe het
koppelingspedaal of het gaspedaal
bediend wordt.
Controleer alvorens met de auto te
gaan rijden steeds de veiligheid rondom
de auto.

Page:   < prev 1-10 ... 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 ... 890 next >