MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 331 of 889

4–14 3
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het is mogelijk dat het BSM waarschuwingsindicatielampje gaat branden en dat het
voertuigdetectiescherm in de display wordt weergegeven in reactie op stilstaande
objecten (vangrails, tunnels, zijwanden en geparkeerde voertuigen) op of langs de weg.
Objecten zoals vangrails en betonnen muren
die langs de auto lopen.Plaatsen waar de breedte tussen de vangrails
of muren aan weerszijden van de auto smaller
wordt.

De muren aan de ingang en uitgangen van
tunnels, afritten.
  De kans bestaat dat een BSM waarschuwingsindicatielampje gaat knipperen of dat de
waarschuwingszoemer enkele malen wordt geactiveerd bij het afslaan op een kruising
in een stad.
  Schakel de BSM uit wanneer u een aanhanger trekt of wanneer u hulpuitrusting zoals
een ¿ etsdrager aan de achterzijde van de auto hebt geïnstalleerd. Anders zullen de
radiogolven van de radar geblokkeerd raken waardoor het systeem niet meer normaal
zal functioneren.
  In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn de BSM waarschuwingsindicatielampjes
die op de portierspiegels zijn aangebracht te zien branden/knipperen.
 


 Wanneer de portierspiegels bedekt zijn met sneeuw of ijs.



 Wanneer de voorportierruit beslagen is of bedekt is met sneeuw, ijs of modder. 

 Het systeem schakelt over naar de functie van het achteruitrijwaarschuwingssysteem
wanneer de versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel
(automatische transmissie) in de achteruitstand (R) gezet wordt.
 Zie Achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) op pagina 4-163 .

Page 332 of 889

4–14 4
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingsindicatielampjes/Dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingszoemer
Het BSM- of achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) attendeert de bestuurder op de
aanwezigheid van voertuigen in naastgelegen rijstroken of aan de achterzijde van de auto
met behulp van het BSM waarschuwingsindicatielampje, het waarschuwingsgeluid en
de display-indicator (voertuigen met multi-informatiedisplay en Active Driving Display)
wanneer de systemen operationeel zijn.
BSM waarschuwingsindicatielampjes
De BSM waarschuwingsindicatielampjes zijn aangebracht op de linker- en
rechterportierspiegels. De waarschuwingsindicatielampjes gaan branden wanneer een
voertuig wordt bespeurd dat op een naastgelegen rijstrook van achteren nadert.


Wanneer het contact op ON wordt gezet, gaat het waarschuwingsindicatielampje kortstondig
branden en vervolgens na enkele seconden uit.
Vooruit rijden (BSM operationeel)
De BSM bespeurt voertuigen die van achteren naderen en schakelt al naargelang de situatie
de BSM waarschuwingsindicatielampjes in die aangebracht zijn op de portierspiegels. En
als een BSM waarschuwingsindicatielampje brandt en de richtingaanwijzerhendel wordt
bediend voor het aangeven van een richtingverandering in de richting waarvoor het BSM
waarschuwingsindicatielampje brandt, gaat het BSM waarschuwingsindicatielampje
knipperen.
Achteruit rijden (Werking van achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA))
Het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) bespeurt voertuigen die uw auto vanaf de
linker- en rechterzijde naderen en laat de BSM waarschuwingsindicatielampjes knipperen.

Page 333 of 889

4–14 5
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Functie voor uitschakelen van de verlichtingsdimmer
Als de BSM waarschuwingsindicatielampjes gaan branden wanneer de positielampen zijn
ingeschakeld, wordt de helderheid van de BSM waarschuwingsindicatielampjes gedimd.
Als de BSM waarschuwingsindicatielampjes moeilijk te zien zijn als gevolg van verblinding
door het licht van de omgeving bij het rijden op met sneeuw bedekte wegen of bij mist, op
de dimmeruitschakeltoets drukken om de dimmer uit te schakelen en de helderheid van de
BSM waarschuwingsindicatielampjes te vergroten wanneer deze gaan branden.
Zie Instrumentenpaneelverlichting op pagina 4-33 .
Display-indicator (Voertuigen met multi-informatiedisplay en Active Driving Display)
Wanneer de auto in voorwaartse richting rijdt, wordt het gedetecteerde naderende voertuig
en de waarschuwing in de multi-informatiedisplay en Active Driving Display getoond (BSM
operationeel).

Multi-informatiedisplay Active Driving Display
Detectie en waarschuwingsindicator Detectie en waarschuwingsindicator
Wanneer een naderend voertuig wordt gedetecteerd, wordt de gedetecteerde richting
getoond met behulp van een detectie-indicator (wit). Bovendien, als een voertuig is
gedetecteerd en de richtingaanwijzerhendel wordt bediend om een verandering van rijstrook
aan te geven, verandert de waarschuwingsindicator op de display van kleur (oranje).
BSM waarschuwingszoemer
De BSM waarschuwingszoemer wordt geactiveerd gelijktijdig met het knipperen van een
BSM waarschuwingsindicatielampje.

Page 334 of 889

4–14 6
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Annuleren van de werking van de
dodehoekmonitor (BSM)
De BSM kan buiten werking worden
gesteld.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-12 .
Wanneer de BSM buiten werking is
gesteld, worden de systemen van BSM
en achteruitrijwaarschuwing (RCTA)
uitgeschakeld en gaat het BSM OFF
indicatielampje in de instrumentengroep
branden.


OPMERKING
Wanneer het contact op OFF wordt
gezet, wordt de systeemtoestand
aangehouden die bestond alvorens deze
werd uitgeschakeld. Als bijvoorbeeld
het contact op OFF wordt gezet
terwijl de systemen van BSM en
achteruitrijwaarschuwing (RCTA)
geactiveerd zijn, blijven deze systemen
geactiveerd wanneer het contact de
volgende keer op ON wordt gezet.

Page 335 of 889

4–147
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Verkeersbordherkenningsysteem (TSR) *
Het TSR systeem helpt de bestuurder te voorkomen dat verkeersborden over het hoofd
worden gezien en biedt ondersteuning voor veilig rijden door tijdens het rijden op de Active
Driving Display verkeersborden te tonen die herkend worden door de vooruitrijcamera
(FSC) of die geregistreerd zijn in het navigatiesysteem.
Het TSR systeem toont de snelheidslimiet (inclusief onderborden), eenrichtingsborden en
passeerverbodsborden (voorruittype).
Als gedurende het rijden de rijsnelheid het maximumsnelheidbord aangegeven in de Active
Driving Display overschrijdt, informeert het systeem de bestuurder door middel van een
indicatie in de Active Driving Display en een waarschuwingsgeluid.
OPMERKING
  In bepaalde landen of regio’s wordt het TSR systeem niet ondersteund. Raadpleeg voor
informatie betreffende de ondersteunde landen of regio’s een deskundige reparateur,
bij voorkeur een of¿ ciële Mazda reparateur.

 Het TSR systeem werkt alleen als de SD kaart van het navigatiesysteem (origineel
Mazda) in de SD kaartgleuf is gestoken. Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of¿ ciële Mazda-reparateur, voor bijzonderheden.

Herkend bord Getoond bord
Active Driving Display-aanduiding Active Driving Display-aanduiding

Page 336 of 889

4–14 8
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Let tijdens het rijden altijd goed op de verkeersborden.
Het TSR systeem helpt de bestuurder te voorkomen dat verkeersborden over het
hoofd worden gezien en biedt ondersteuning voor veilig rijden. Afhankelijk van
de weersomstandigheden of problemen met verkeersborden, is het mogelijk dat
een verkeersbord niet wordt herkend of dat een verkeersbord dat verschilt van het
werkelijke verkeersbord wordt weergegeven. Neem het als bestuurder altijd tot uw
verantwoordelijkheid op de werkelijke verkeersborden te letten. Anders kan dit een
ongeluk tot gevolg hebben.

Page 337 of 889

4–149
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  Het TSR systeem werkt niet als er een defect is in de vooruitrijcamera (FSC). 
 Het is mogelijk dat het TSR systeem onder de volgende omstandigheden niet normaal
werkt.
 


 Een voorwerp dat op het instrumentenpaneel geplaatst is wordt door de voorruit
weerkaatst en door de camera opgenomen.
 


 Wanneer er zware bagage in de bagageruimte of op de achterzitting is geplaatst en
de auto overhelt.
 


 Wanneer de bandenspanning niet op de voorgeschreven druk is afgesteld.



 Wanneer andere banden dan standaard banden zijn gemonteerd.



 De auto rijdt op een op- of afrit en aangrenzend gedeelte van een pleisterplaats of
tolhek op een snelweg.
 


 Wanneer de helderheid van de omgeving plotseling verandert, zoals bij het in- of
uitrijden van een tunnel.
 


 Wanneer de verlichting van de koplampen afgezwakt is als gevolg van
verontreiniging of afwijking van de optische as.
 


 Wanneer de voorruit verontreinigd of beslagen is.



 De voorruit en camera zijn beslagen (waterdruppels).



 Er schijnt fel licht op de voorzijde van de auto (zoals achteruitrijlichten of grootlicht
van koplampen van tegemoetkomende voertuigen).
 


 De auto maakt een scherpe bocht.



 Sterke lichtweerkaatsing vanaf het wegdek.



 Een verkeerslicht is in een positie die het weerkaatsen van het licht van de
koplampen van de auto bemoeilijkt, zoals bij het rijden in het donker of in een
tunnel.
 


 Tijdens het rijden onder weersomstandigheden, zoals regen, mist of sneeuw.



 De opgeslagen kaartgegevens voor het navigatiesysteem zijn niet actueel.



 Een verkeersbord is bedekt door modder of sneeuw.



 Een verkeersbord staat verborgen achter bomen of een voertuig.



 Een verkeersbord staat deels in de schaduw.



 Een verkeersbord is verbogen of staat scheef.



 Een verkeersbord staat te laag of te hoog.



 Een verkeersbord is te helder of te donker (inclusief elektronische verkeersborden).



 Een verkeersbord is te groot of te klein.



 Er is een object dat lijkt op het verkeersbord dat wordt afgelezen (zoals nog een
verkeersbord of andere gelijksoortige borden).


 Het TSR systeem werkt niet als de Active Driving Display is ingesteld op niet-
weergave.
  Het TSR systeem kan buiten werking worden gesteld.  Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-12 .

Page 338 of 889

4–150
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Verkeersbordweergave-indicatie
De volgende verkeersborden worden op de Active Driving Display weergegeven.
Maximumsnelheidsborden (inclusief onderborden)

Maximumsnelheidsborden
Onderbord (voorbeeld)
Als de vooruitrijcamera (FSC) een onderbord niet juist kan herkennen (zoals periodieke
beperkingen, afslagbeperkingen, einde sectie), wordt het volgende scherm getoond.


Maximumsnelheidsbord voor slecht weer


Eenrichtingsborden


Passeerverbodsbord (voorruittype)


Het TSR systeem kan tegelijkertijd een passeerverbodsbord en een maximumsnelheidsbord
weergeven.

Page 339 of 889

4–151
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Als de vooruitrijcamera (FSC) tijdens het rijden een verkeersbord niet goed kan herkennen,
wordt het volgende scherm getoond.


OPMERKING
Maximumsnelheidsborden (inclusief onderborden) 

 Wanneer aan een van onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt bij rijsnelheden van
ongeveer 1 km/h of hoger het maximumsnelheidbord getoond.
 


 De vooruitrijcamera (FSC) herkent een maximumsnelheidbord als een bord dat op
uw auto van toepassing is en de auto rijdt er aan voorbij.
 


 Het maximumsnelheidbord dat in het navigatiesysteem is opgeslagen wordt
afgelezen (als de vooruitrijcamera (FSC) geen maximumsnelheidbord herkent).
 
 Wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan, worden
maximumsnelheidborden voor slecht weer getoond.
 


 De rijsnelheid is ongeveer 1 km/h of hoger.



 De vooruitrijcamera (FSC) herkent een maximumsnelheidbord slechte
weersomstandigheden als een bord dat op uw auto van toepassing is en de auto rijdt
er aan voorbij.
 


 Het maximumsnelheidbord voor slecht weer is lager dan het huidige weergegeven
maximumsnelheidbord.
 


 De ruitenwissers zijn in werking.

Page 340 of 889

4–152
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
 
 De weergave van het maximumsnelheidbord stopt in de volgende gevallen. 



 De vooruitrijcamera (FSC) herkent het maximumsnelheidbord en de auto rijdt na het
passeren van het bord over een bepaalde afstand.
 


 De sensoren bepalen dat de auto van rijrichting is veranderd. (De weergave van
een maximumsnelheidbord stopt niet als de auto van rijstrook verandert en er een
“ZONE” onderbord wordt weergegeven.)
 


 De vooruitrijcamera (FSC) herkent een nieuw maximumsnelheidbord dat verschilt
van het vorige (geeft het nieuwe maximumsnelheidbord weer).
 


 Het maximumsnelheidbord dat is opgeslagen in het navigatiesysteem wordt
niet binnen een bepaalde tijd afgelezen (als de vooruitrijcamera (FSC) een
maximumsnelheidbord niet herkent, wordt het maximumsnelheidbord dat is
opgeslagen in het navigatiesysteem weergegeven).
 


 De rijsnelheid overschrijdt het weergegeven maximumsnelheidbord met 30 km/h of
meer nadat sinds de weergave van het maximumsnelheidbord een bepaalde tijd is
verstreken. (Behalve wanneer er informatie over het maximumsnelheidbord is in het
navigatiesysteem)


Eenrichtingsborden 

 Wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan wordt een eenrichtingsbord
weergegeven.
 


 De rijsnelheid is ongeveer 80 km/h of lager.



 De vooruitrijcamera (FSC) herkent een eenrichtingsbord als een bord dat op uw auto
van toepassing is en de auto rijdt er aan voorbij.


 Wanneer de vooruitrijcamera (FSC) het eenrichtingsbord herkent en er is een bepaalde
tijd verstreken nadat de auto het bord is gepasseerd, stopt de weergave van het
eenrichtingsbord.

Passeerverbodsbord (voorruittype) 

 Wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan wordt een passeerverbodsbord
weergegeven.
 


 De rijsnelheid is ongeveer 1 km/h of hoger.



 De vooruitrijcamera (FSC) herkent een passeerverbodsbord als een bord dat op uw
auto van toepassing is en de auto rijdt er aan voorbij.


 De weergave van het passeerverbodsbord stopt in de volgende gevallen. 



 De vooruitrijcamera (FSC) herkent het passeerverbodsbord en u rijdt na het passeren
van het bord over een bepaalde afstand.
 


 U bent van rijstrook veranderd.

Page:   < prev 1-10 ... 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 ... 890 next >