MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)

Page 371 of 889

4–183
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Uitschakelen van de functie
Uitschakelen met behulp van de OFF/
CAN schakelaar
Wanneer de OFF/CAN schakelaar
eenmaal wordt ingedrukt, wordt de
kruissnelheidsregelaarfunctie geannuleerd.
Uitschakelen met behulp van de MODE
schakelaar
Wanneer de MODE schakelaar
wordt ingedrukt, wordt de
kruissnelheidsregelaarfunctie geannuleerd
en wordt de volgafstandregelfunctie voor
gebruik beschikbaar gemaakt.
De kruissnelheidsregelaarfunctie wordt
in de volgende gevallen automatisch
uitgeschakeld. Als de RES schakelaar
wordt ingedrukt terwijl de rijsnelheid 25
km/h of hoger is, keert de snelheid terug
naar de oorspronkelijk ingestelde snelheid.
 


 De OFF/CAN schakelaar wordt eenmaal
ingedrukt.
 


 Het rempedaal is ingedrukt.



 De handrem is aangetrokken.

(Handgeschakelde versnellingsbak) 



 Het koppelingspedaal wordt ingetrapt.



 De keuzehendel wordt verplaatst naar de
neutraalstand.

(Automatische transmissie) 



 De keuzehendel wordt verplaatst naar de
stand P of N.

OPMERKING
  Als de rijsnelheid afneemt met
ongeveer 15 km/h of meer dan de
ingestelde snelheid, bestaat de kans
dat de kruissnelheidsregelaarfunctie
wordt uitgeschakeld.
  Wanneer de rijsnelheid minder
is dan 21 km/h, wordt de
kruissnelheidsregelaarfunctie
uitgeschakeld. In dit geval zal, als
bij acceleratie van de auto tot 25
km/h of hoger de RES schakelaar
wordt ingedrukt, de rijsnelheid niet
terugkeren naar de oorspronkelijk
ingestelde snelheid. Terugstellen van
de kruissnelheidsregelaarfunctie.

Page 372 of 889

4–184
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie
(MRCC met Stop & Go-functie) (automatische
transmissie, behalve Taiwan)
*
MRCC met Stop & Go-functie regelt de volgafstand *1 tot een voorliggende voertuig al
naargelang uw rijsnelheid met behulp van een radarsensor (voor) die de afstand tot het
voorliggende voertuig bij een vooringestelde rijsnelheid meet, zodat u het gaspedaal of het
rempedaal niet constant hoeft te gebruiken.

*1 Volgafstandregeling: Regeling van de afstand tussen uw voertuig en het voorliggende
voertuig dat door het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem is bespeurd.

Als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen, omdat bijvoorbeeld het
voorliggende voertuig onverwacht afremt, wordt tegelijkertijd een waarschuwingsgeluid
en een waarschuwingsindicatie op de display geactiveerd om u te waarschuwen voldoende
afstand tussen de voertuigen te bewaren.
Als het voorliggende voertuig stopt terwijl u er achteraan rijdt, zal uw auto stoppen
en automatisch blijven stoppen (in-stilstandpositie-houden regeling) en wordt
volgafstandregeling hervat wanneer u weer gaat rijden, bijvoorbeeld door op de RES
schakelaar te drukken.
Lees bovendien de volgende informatie voordat u MRCC met Stop & Go-functie gaat
gebruiken.
 


 i-stop (pagina 4-15 )



 AUTOHOLD (pagina 4-105 )



 Vooruitrijcamera (FSC) (pagina 4-241 )



 Radarsensor (voor) (pagina 4-247 )
WAARSCHUWING
Vertrouw niet blindelings op MRCC met Stop & Go-functie:
De MRCC met Stop & Go-functie is bedoeld om de bestuurder te ontlasten, en hoewel
een constante rijsnelheid wordt aangehouden, of speci¿ eker, er overeenkomstig de
rijsnelheid een constante afstand wordt aangehouden tussen uw auto en het bespeurde
voorliggende voertuig, heeft het systeem detectiebeperkingen afhankelijk van het
soort voorliggende voertuig en de conditie ervan, de weersomstandigheden en de
verkeerssituatie. Verder is het mogelijk dat het systeem niet in staat is voldoende af te
remmen om een botsing met het voorliggende voertuig te vermijden als het voorliggende
voertuig plotseling afremt of een ander voertuig in de rijstrook snijdt, waardoor een
ongeluk veroorzaakt kan worden.
Rijd altijd voorzichtig, controleer altijd de omgevingsomstandigheden en trap het
rempedaal of gaspedaal in terwijl u een veiliger afstand aanhoudt ten opzichte van
voorliggende voertuigen of tegenliggers.

Page 373 of 889

4–185
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Gebruik MRCC met Stop & Go-functie niet op de volgende locaties (als u dat wel doet,
kan dit een onvoorzien ongeval veroorzaken):
 
 Andere wegen dan snelwegen (rijden onder deze omstandigheden met gebruik van
MRCC met Stop & Go-functie is niet mogelijk).
  Wegen met scherpe bochten en met druk verkeer waar er onvoldoende ruimte is
tussen de voertuigen.
  Wegen waar veelvuldig en herhaaldelijk geaccelereerd en afgeremd moet worden
(rijden onder deze omstandigheden met MRCC met Stop & Go-functie is niet
mogelijk).
  Bij het rijden op op- en afritten van snelwegen, in- en uitrijden van tankstations
en parkeerplaatsen langs snelwegen (als u een snelweg verlaat terwijl de
volgafstandregeling in gebruik is, wordt het voorliggende voertuig niet langer
gevolgd en bestaat de kans dat uw auto tot aan de ingestelde rijsnelheid accelereert).
  Gladde wegen zoals met ijs of sneeuw bedekte wegen (de banden kunnen gaan
slippen waardoor u de macht over het stuur kunt verliezen, of waarbij de in-
stilstandpositie-houden regeling mogelijk niet werkt).
  Lange aÀ opende hellingen (voor het aanhouden van de afstand tussen voertuigen
worden de remmen automatisch en continu door het systeem in werking gesteld,
hetgeen verlies van remkracht tot gevolg kan hebben).
  Steile hellingen (het voorliggende voertuig wordt mogelijk niet juist gedetecteerd,
uw auto kan slippen wanneer deze wordt gestopt door de in-stilstandpositie-houden
regeling, en uw auto kan onverwacht accelereren nadat deze begint te rijden).

Met het oog op de veiligheid, MRCC met Stop & Go-functie uitschakelen wanneer dit
systeem niet wordt gebruikt.

Stap niet uit de auto wanneer de in-stilstandpositie-houden regeling operationeel is:
Als u uit de auto stapt terwijl de in-stilstandpositie-houden regeling operationeel is kan
de auto onverwacht gaan rijden en een ongeluk veroorzaken. Schakel eerst MRCC met
Stop & Go-functie uit, zet de keuzehendel in de stand P en trek de elektrische handrem
(EPB) aan voordat u uitstapt.
OPGELET
Als uw auto gesleept wordt of als u een aanhanger trekt, MRCC met Stop & Go-functie
uitschakelen om verkeerde bediening te voorkomen.

Page 374 of 889

4–186
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
OPMERKING
  MRCC met Stop & Go-functie detecteert de volgende zaken niet als fysieke
voorwerpen.
 


 Voertuigen die naderen vanuit tegenovergestelde richting.



 Voetgangers



 Stilstaande objecten (stilstaande voertuigen, obstakels)



 Als een voorliggend voertuig met buitengewoon lage snelheid rijdt, bestaat de kans
dat het systeem dit niet correct bespeurt.


 Tijdens het rijden met volgafstandregeling, het systeem niet instellen op detectie van
tweewielige voertuigen zoals motor¿ etsen en ¿ etsen.

 Gebruik MRCC met Stop & Go-functie niet onder omstandigheden waarbij de
waarschuwingen voor korte volgafstand veelvuldig geactiveerd worden.
  Tijdens het rijden met volgafstandregeling, laat het systeem uw auto accelereren
en snelheid minderen overeenkomstig de snelheid van het voorliggende voertuig.
Als het echter voor een rijbaanverandering noodzakelijk is te accelereren of als het
voorliggende voertuig plotseling afremt waardoor u het voertuig snel dicht nadert,
accelereren met behulp van het gaspedaal of snelheid minderen met behulp van het
rempedaal afhankelijk van de omstandigheden.
  Terwijl MRCC met Stop & Go-functie in gebruik is, wordt het systeem niet
geannuleerd als de keuzehendel gebruikt wordt en vindt bedoeld afremmen op de
motor niet plaats. Als snelheidsmindering vereist is, de ingestelde snelheid verlagen of
het rempedaal intrappen.
  Bij het starten van de motor of onmiddellijk na het wegrijden met de auto kan het
werkingsgeluid van de automatische rem hoorbaar zijn, dit duidt echter niet op een
defect.
  De remlichten branden terwijl het automatisch afremmen van MRCC met Stop & Go-
functie in werking is, echter het is mogelijk dat deze niet branden wanneer de auto op
een aÀ opende helling rijdt met de ingestelde rijsnelheid of met constante snelheid rijdt
en een voorliggend voertuig volgt.

Page 375 of 889

4–187
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Displayindicatie Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie (MRCC
met Stop & Go-functie)
De instellingsstatus en de bedieningsvoorwaarden van MRCC met Stop & Go-functie
worden aangegeven in de multi-informatiedisplay en de Active Driving Display.

MRCC
Afstand-tussen-voertuigen
display
MRCC Ingestelde
rijsnelheid
Voorliggend-voertuig display Voorliggend-voertuig display
MRCC
Afstand-tussen-voertuigen
display
MRCC Ingestelde
rijsnelheid
Actief rijden display Active Driving Display (Type voorruit)
Active Driving Display (Type automatisch opklappen)
Multi-informatiedisplayMRCC
Afstand-tussen-
voertuigen display
MRCC Ingestelde
rijsnelheid
Voorliggend-voertuig display Voorliggend-voertuig display
MRCC
Afstand-tussen-
voertuigen display
MRCC Ingestelde
rijsnelheid
Actief rijden display
Multi-informatiedisplay

Page 376 of 889

4–18 8
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Als er een probleem is met MRCC met Stop & Go-functie, wordt er een bericht in de multi-
informatiedisplay weergegeven. Controleer de middendisplay om het probleem te veri¿ ëren
en laat uw auto vervolgens door een deskundige reparateur, bij voorkeur een of¿ ciële
Mazda-reparateur, controleren.
Zie Berichten die verschijnen op de display op pagina 7-69 .
Waarschuwing voor korte volgafstand
Als uw auto het voorliggende voertuig snel nadert omdat het voorliggende voertuig
onverwacht afremt terwijl u met volgafstandregeling rijdt, wordt het waarschuwingsgeluid
geactiveerd en wordt de remwaarschuwing aangegeven in de display. Controleer altijd
de veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal in terwijl u een veiliger afstand ten
opzichte van het voorliggende voertuig aanhoudt. Houd ook een veiliger afstand aan ten
opzichte van achteropkomende voertuigen.

Multi-informatiedisplay
Active Driving Display

OPMERKING
In de volgende gevallen bestaat de kans dat de waarschuwingen en remmen niet
geactiveerd worden als uw auto het voorliggende voertuig dichter begint te naderen.
 
 U rijdt met dezelfde snelheid als het voorliggende voertuig. 
 Direct nadat MRCC met Stop & Go-functie is ingesteld. 
 Direct nadat het gaspedaal is losgelaten. 
 Een ander voertuig snijdt in de rijstrook.

Page 377 of 889

4–189
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van het systeem
MRCC met Stop & Go-functie functioneert wanneer aan alle volgende voorwaarden is
voldaan.
 


 De rijsnelheid is als volgt: 


 
 (Europees model) 
 Ongeveer 0 km/h tot 200 km/h


 
 (Behalve Europese modellen) 
 Ongeveer 0 km/h tot 145 km/h 



 MRCC met Stop & Go-functie is ingeschakeld.



 Het rempedaal is niet ingedrukt.



 De elektrische handrem (EPB) wordt vrijgezet (EPB indicatielampje gaat uit).



 Er is geen probleem met de DSC.



 Alle portieren zijn gesloten.



 De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.



 De keuzehendel staat in de stand (D) of de stand handmatig (M) (handmatige functie).
OPMERKING

 In de volgende gevallen wordt MRCC met Stop & Go-functie geannuleerd wanneer
de auto met een snelheid van 30 km/h of lager rijdt en in de multi-informatiedisplay
“Mazda Radar Cruise Control uitgeschakeld onder 30 km/h” wordt weergegeven.
 


 De vooruitrijcamera (FSC) kan doelobjecten niet detecteren (er is een probleem met
de vooruitrijcamera (FSC) of de voorruit is vuil).
 


 Er is een probleem met de in-stilstandpositie-houden regeling.



 Er is een probleem met de elektrische handrem (EPB). 

 Het is wellicht niet mogelijk MRCC met Stop & Go-functie direct na het starten van
de motor in te stellen terwijl de werking van de DSC wordt gecontroleerd.

CANCEL schakelaar
RES schakelaar
OFF schakelaar schakelaar schakelaar
MODE schakelaar
SET- schakelaar SET+ schakelaar

Page 378 of 889

4–190
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Het systeem inschakelen
Wanneer de MODE schakelaar eenmaal wordt ingedrukt, wordt MRCC met Stop & Go-
functie ingeschakeld, gaat de hoofdindicatie (wit) van MRCC met Stop & Go-functie
branden en kan in de volgafstandregeling de rijsnelheid en de afstand tussen voertuigen
worden ingesteld.


Bovendien wordt de displayindicatie van MRCC met Stop & Go-functie aangegeven in de
multi-informatiedisplay en de Active Driving Display.
OPMERKING
  Als bijvoorbeeld het contact uit wordt gezet terwijl MRCC met Stop & Go-functie in
werking is, zal het systeem gebruiksklaar zijn wanneer het contact de volgende keer op
ON gezet wordt.
  Wanneer de MODE schakelaar nogmaals wordt ingedrukt terwijl MRCC
met Stop & Go-functie is ingeschakeld, schakelt het systeem over naar de
kruissnelheidsregelaarfunctie.
 Zie Kruissnelheidsregelaarfunctie op pagina 4-198 .

Page 379 of 889

4–191
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de snelheid
1. Stel de rijsnelheid af op de gewenste instelling met behulp van het gaspedaal.
2. Volgafstandregeling begint wanneer de SET
of SET schakelaar wordt ingedrukt.
De ingestelde snelheid en de afstand-tussen-voertuigen display gevuld met witte lijnen
wordt getoond. Tegelijkertijd schakelt de hoofdindicatie (wit) van MRCC met Stop &
Go-functie over naar de instelindicatie (groen) van MRCC met Stop & Go-functie.



Rijstatus Multi-informatiedisplay Actief rijden display
Tijdens het rijden met constante
snelheid



Tijdens het rijden met
volgafstandregeling




OPMERKING
  Als een voorliggend voertuig wordt bespeurd tijdens het rijden met constante snelheid,
wordt de voorliggend-voertuig indicatie getoond en wordt de volgafstandregeling
uitgevoerd. Wanneer een voorliggend voertuig niet langer wordt bespeurd, wordt de
voorliggend-voertuig indicatie uitgeschakeld en schakelt het systeem terug naar rijden
met constante snelheid.
  De laagst mogelijke snelheid die met MRCC met Stop & Go-functie kan worden
ingesteld, is 30 km/h.
  Volgafstandregeling is niet mogelijk als het voorliggende voertuig sneller rijdt dan de
ingestelde snelheid van uw auto. Stel het systeem af op de gewenste rijsnelheid met
behulp van het gaspedaal.

Page 380 of 889

4–192
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de afstand tussen voertuigen tijdens volgafstandregeling
De afstand tussen voertuigen wordt korter ingesteld door het indrukken van de schakelaar

. De afstand tussen voertuigen wordt langer ingesteld door het indrukken van de
schakelaar
. De afstand tussen voertuigen kan ingesteld worden op 4 niveaus; lang,
midden, kort en extreem korte afstand.

Richtlijn voor afstand-tussen-
voertuigen
(bij een rijsnelheid van 80 km/h) Indicatie op multi-
informatiedisplay Indicatie op Active Driving
Display
*1
Lang (ongeveer 50 m)



Midden (ongeveer 40 m)



Kort (ongeveer 30 m)



Extreem kort (ongeveer 25 m)



*1 Er wordt alleen een pop-up weergegeven in de Active Driving Display wanneer de bestuurder de schakelaar
bedient.

Page:   < prev 1-10 ... 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 391-400 401-410 411-420 ... 890 next >