MAZDA MODEL CX-5 2018 Handleiding (in Dutch)

Page 321 of 875

:DDUVFKXZLQJDFWLYHULQJVWLMG
•$OVGHULMVQHOKHLGKHWPD[LPXPVQHOKHLGVERUGLQGHGLVSOD\RYHUVFKULMGWZRUGWGH
ZDDUVFKXZLQJWHKRJHVQHOKHLGJHDFWLYHHUG
•$OVGHULMVQHOKHLGKHWPD[LPXPVQHOKHLGVERUGLQGHGLVSOD\PHWNPKRYHUVFKULMGW
ZRUGWGHZDDUVFKXZLQJWHKRJHVQHOKHLGJHDFWLYHHUG
•$OVGHULMVQHOKHLGKHWPD[LPXPVQHOKHLGVERUGLQGHGLVSOD\PHWNPK
RYHUVFKULMGWZRUGWGHZDDUVFKXZLQJWHKRJHVQHOKHLGJHDFWLYHHUG
OPMERKING
•De functie van de waarschuwing te hoge snelheid stopt in de volgende gevallen.
•De rijsnelheid is lager dan de snelheid van het maximumsnelheidbord dat wordt
weergegeven. (Als de activeringstijd voor de waarschuwing te hoge snelheid in de
gebruikersinstellingen wordt gewijzigd, stopt de functie van de waarschuwing te hoge
snelheid zodra de rijsnelheid lager is dan de gewijzigde rijsnelheid.
•De maximumsnelheidsbord indicatie is bijgewerkt en de rijsnelheid is lager dan de
bijgewerkte indicatie.
•Weergave van maximumsnelheidbord stopt.
•De waarschuwingsindicatie wordt weergegeven op hetzelfde moment dat de
waarschuwing te hoge snelheid wordt geactiveerd als de rijsnelheid de snelheid
aangegeven op het maximumsnelheidbord overschrijdt.
Zie In de volgende gevallen wordt een waarschuwingszoemer geactiveerd op pagina 7-
59.
•Het verkeersbordherkenningsysteem (TSR) kan een maximumsnelheidsbord met een
onderbord herkennen en dit weergeven, echter het kan niet de aanduiding op het
onderbord bepalen (zoals periodieke beperkingen, afslagbeperkingen, einde sectie). De
waarschuwing te hoge snelheid wordt dus geactiveerd wanneer de rijsnelheid het
maximumsnelheidbord dat wordt weergegeven overschrijdt, ook als de voorwaarden
aangegeven op het onderbord niet op de auto van toepassing zijn.
•Als de vooruitrijcamera (FSC) een maximumsnelheidsbord onjuist herkent met lagere
snelheid, zal ook als de auto met de wettelijke toegestane snelheid rijdt het alarm voor
overmatige snelheid geactiveerd worden.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 322 of 875

$IVWDQGKHUNHQQLQJVKXOSV\VWHHP '566
+HW'566PHHWGHDIVWDQGWXVVHQXZDXWRHQHHQYRRUOLJJHUPHWEHKXOSYDQHHQUDGDUVHQVRU
YRRU ELMHHQULMVQHOKHLGYDQRQJHYHHUNPKRIKRJHUHQDOVXZDXWRHHQYRRUOLJJHU
GLFKWHUQDGHUWGDQZDWRSEDVLVYDQGHULMVQHOKHLGGHMXLVWHDDQWHKRXGHQWXVVHQDIVWDQGLV
ZRUGWHHQPHOGLQJLQGH$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\ZHHUJHJHYHQRPXWHZDDUVFKXZHQHHQ
YHLOLJHDIVWDQGWHQRS]LFKWHYDQXZYRRUOLJJHUDDQWHKRXGHQ
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet volledig op het DRSS en rijd altijd voorzichtig:
De mogelijkheid voor het bespeuren van een voorliggend voertuig is beperkt en afhankelijk
van het soort voorliggende voertuig, de weersomstandigheden en de verkeerssituatie. Als dus
het gaspedaal en rempedaal niet correct bediend worden kan dit een ongeluk veroorzaken.
Controleer altijd de veiligheid van de omgeving en trap het rempedaal of gaspedaal in terwijl
u een veiliger afstand aanhoudt ten opzichte van voorliggende voertuigen of tegenliggers.
OPMERKING
•Het DRSS functioneert wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
•Het contact op ON wordt gezet.
•Het DRSS is ingeschakeld.
•De keuzehendel staat in een andere stand dan de achteruit (R).
•De rijsnelheid is 30 km/h of sneller.
•De objecten waardoor het systeem geactiveerd wordt zijn 4-wielige voertuigen.
•Het DRSS kan ook in de aanwezigheid van motorfietsen en fietsen functioneren.
•Het is mogelijk dat het DRSS onder de volgende omstandigheden niet normaal werkt:
•De Dynamische stabiliteitsregeling (DSC) is defect.
•Het voorliggende voertuig rijdt met een buitengewoon lage snelheid.
•Het systeem werkt niet met de volgende objecten:
•Voertuigen die naderen vanuit tegenovergestelde richting.
•Stilstaande objecten (stilstaande voertuigen, obstakels)
▼,QGLFDWLHRSGLVSOD\
'HEHGULMIVWRHVWDQGYDQKHW'566ZRUGWDDQJHJHYHQLQGH$FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\RI
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\,QJHYDOYDQGHIHFWHQGHWRHVWDQGYDQGHDXWRFRQWUROHUHQRIGH
DXWRGRRUHHQGHVNXQGLJHUHSDUDWHXUELMYRRUNHXUHHQRIILFLsOH0D]GDUHSDUDWHXUODWHQ
LQVSHFWHUHQRYHUHHQNRPVWLJGHLQKRXGYDQKHWJHWRRQGHEHULFKW
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 323 of 875

OPMERKING
•Wanneer het contact wordt uitgezet, wordt de bedrijfstoestand aangehouden die bestond
alvorens het systeem werd uitgeschakeld. Als bijvoorbeeld het contact op OFF wordt
gezet terwijl het DRSS gebruiksklaar is, zal het systeem gebruiksklaar zijn wanneer het
contact de volgende keer op ON gezet wordt.
•Het DRSS kan worden in-/uitgeschakeld en de gevoeligheid van het systeem kan worden
gewijzigd.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina 9-13.

Multi-informatiedisplay Actief rijden display
Actief rijden display Active Driving Displa
Ac
V
display V
display
Multi-informatiedisplay
V
display V
display
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 324 of 875

5LFKWOLMQHQYRRUDIVWDQGWXVVHQYRHUWXLJHQ

,QGLFDWLHRSGLVSOD\ 5LFKWOLMQHQYRRUDIVWDQG
WXVVHQYRHUWXLJHQ
%LMHHQULMVQHOKHLGYDQ
RQJHYHHUNPK 5LFKWOLMQHQYRRUDIVWDQG
WXVVHQYRHUWXLJHQ
%LMHHQULMVQHOKHLGYDQ
RQJHYHHUNPK 0XOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\ $FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\
2QJHYHHUP 2QJHYHHUP
2QJHYHHUP 2QJHYHHUP
2QJHYHHUP 2QJHYHHUP
2QJHYHHUP 2QJHYHHUP
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 325 of 875

,QGLFDWLHRSGLVSOD\ 5LFKWOLMQHQYRRUDIVWDQG
WXVVHQYRHUWXLJHQ
%LMHHQULMVQHOKHLGYDQ
RQJHYHHUNPK 5LFKWOLMQHQYRRUDIVWDQG
WXVVHQYRHUWXLJHQ
%LMHHQULMVQHOKHLGYDQ
RQJHYHHUNPK 0XOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\ $FWLYH'ULYLQJ'LVSOD\
.QLSSHUWLQZLW

Licht oranje op2QJHYHHUPRIPLQGHU 2QJHYHHUPRIPLQGHU

 'HDIVWDQGWXVVHQYRHUWXLJHQYHUVFKLOWDOQDDUJHODQJGHULMVQHOKHLG

 ,QGLFDWLHZDQQHHUGHDIVWDQGLQVWHOOLQJYRRUKHWZDDUVFKXZHQYDQGHEHVWXXUGHUGDWGH
DXWRHHQYRRUOLJJHUQDGHUW1DELMLV
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 326 of 875

9HUPRHLGKHLGVZDDUVFKXZLQJ '$$
'H'$$LVHHQV\VWHHPGDWYHUPRHLGKHLGHQYHUPLQGHUGHDDQGDFKWYDQGHEHVWXXUGHU
GHWHFWHHUWHQGHEHVWXXUGHUDDQUDDGWHHQUXVWSDX]HWHQHPHQ
:DQQHHUGHDXWRELQQHQULMVWURRNVWUHSHQULMGWPHWHHQVQHOKHLGWXVVHQRQJHYHHUHQ
NPKVFKDWGH'$$GHPDWHYDQJHDFFXPXOHHUGHYHUPRHLGKHLGHQYHUPLQGHUGH
RSOHWWHQGKHLGYDQGHEHVWXXUGHURSEDVLVYDQGHLQIRUPDWLHYDQGHYRRUXLWULMFDPHUD )6&
HQRYHULJHYRHUWXLJLQIRUPDWLHHQZRUGWGHEHVWXXUGHUDDQJHUDGHQHHQUXVWSDX]HWHQHPHQ
GRRUPLGGHOYDQHHQLQGLFDWLHRSGHPXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\HQHHQZDDUVFKXZLQJVJHOXLG
*HEUXLNGH'$$RSVQHOZHJHQRIKRRIGZHJHQ
=LH9RRUXLWULMFDPHUD )6& RSSDJLQD
:$$56&+8:,1*
Vertrouw niet blindelings op de DAA en rijd altijd voorzichtig:
De DAA bespeurt de vermoeidheid en verminderde oplettendheid van de bestuurder en raadt
de bestuurder aan een rustpauze te nemen, echter het is niet bedoeld om van de weg afwijken
van de auto te voorkomen. Teveel vertrouwen op de DAA kan ongelukken veroorzaken. Rijd
voorzichtig en bedien het stuurwiel op de juiste wijze.
Ook is het mogelijk dat het systeem de vermoeidheid en verminderde oplettendheid van de
bestuurder niet correct bespeurt, afhankelijk van de verkeerssituatie en rijomstandigheden.
De bestuurder dient met het oog op veiliger rijden steeds voldoende rust te nemen.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 327 of 875

OPMERKING
•De DAA functioneert wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan.
•De rijsnelheid is tussen ongeveer 65 en 140 km/h.
•Het systeem bespeurt witte (gele) rijstrookstrepen.
•Het systeem heeft de registratie van de rijgegevens van de bestuurder voltooid.
•De DAA werkt niet onder de volgende omstandigheden.
•De rijsnelheid is minder dan ongeveer 65 km/h.
•De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 140 km/h.
•De auto maakt een scherpe bocht.
•Het voertuig verandert van rijstrook.
•Het is mogelijk dat de DAA onder de volgende omstandigheden niet normaal werkt.
•Wanneer de witte (gele) rijstrookstrepen minder goed zichtbaar zijn doordat deze vuil
zijn of de verf afgesleten is.
•De auto schokt of slingert voortdurend als gevolg van sterke wind of oneffen wegen.
•Er wordt agressief met de auto gereden.
•Bij het veelvuldig wisselen van rijstrook.
•De DAA bespeurt de vermoeidheid en verminderde oplettendheid van de bestuurder op
basis van de rijgegevens bij een rijsnelheid tussen ongeveer 65 en 140 km/h gedurende
ongeveer 20 minuten. De rijgegevens zullen onder de volgende omstandigheden worden
teruggesteld.
•De auto wordt gedurende 15 minuten of langer stopgezet.
•De rijsnelheid is minder dan ongeveer 65 km/h gedurende ongeveer 30 minuten.
•Het contact is uitgezet.
•Nadat de DAA het eerste bericht dat een rustpauze aanraadt heeft getoond, wordt geen
volgend bericht getoond totdat er 45 minuten verstreken zijn.
▼'LVSOD\YDQ
YHUPRHLGKHLGVZDDUVFKXZLQJ '$$
:DQQHHUKHWV\VWHHPYHUPRHLGKHLGRI
YHUPLQGHUGHRSOHWWHQGKHLGYDQGH
EHVWXXUGHUEHVSHXUWZRUGWKHW
ZDDUVFKXZLQJVJHOXLGJHDFWLYHHUGHQ
YHUVFKLMQWHUHHQDODUPPHOGLQJLQGH
PXOWLLQIRUPDWLHGLVSOD\
▼8LWVFKDNHOHQYDQGH
YHUPRHLGKHLGVZDDUVFKXZLQJ '$$
'H'$$NDQLQJHVWHOGZRUGHQ]RGDWGH]H
QLHWZRUGWJHDFWLYHHUG
=LH*HEUXLNHUVLQVWHOOLQJHQRSSDJLQD

7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page 328 of 875

$FKWHUXLWULMZDDUVFKXZLQJVV\VWHHP 5&7$
+HW5&7$LVEHGRHOGRPGHEHVWXXUGHUWLMGHQVKHWDFKWHUXLWULMGHQWHDVVLVWHUHQELMKHW
FRQWUROHUHQYDQKHWJHELHGDDQGHDFKWHU]LMGHYDQGHDXWRDDQEHLGHNDQWHQGRRUGH
EHVWXXUGHUWHZDDUVFKXZHQYRRUGHDDQZH]LJKHLGYDQYRHUWXLJHQGLHYDQDIGHDFKWHU]LMGH
QDGHUHQ
+HW5&7$V\VWHHPEHVSHXUWYRHUWXLJHQGLHWLMGHQVKHWDFKWHUXLWULMGHQXLWHHQSDUNHHUUXLPWH
YDQDIGHOLQNHUDFKWHUUHFKWHUDFKWHUHQDFKWHU]LMGHYDQGHDXWRQDGHUHQHQZDDUVFKXZWGH
EHVWXXUGHUYRRUPRJHOLMNJHYDDUPHWEHKXOSYDQGHGRGHKRHNPRQLWRU %60
ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVHQGHZDDUVFKXZLQJV]RHPHU
Detectie
Uw auto
%HGLHQLQJYDQKHW5&7$
 +HW5&7$IXQFWLRQHHUWZDQQHHUGHYHUVQHOOLQJVKHQGHO KDQGJHVFKDNHOGH
YHUVQHOOLQJVEDN RIGHNHX]HKHQGHO DXWRPDWLVFKHWUDQVPLVVLH LQGHDFKWHUXLWVWDQG 5
JH]HWZRUGW
 $OVHUGHNDQVEHVWDDWRSHHQERWVLQJPHWHHQQDGHUHQGYRHUWXLJJDDQGH
GRGHKRHNPRQLWRU %60 ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHVNQLSSHUHQHQZRUGW
WHJHOLMNHUWLMGGHZDDUVFKXZLQJV]RHPHUJHDFWLYHHUG
0HWDFKWHUXLWNLMNPRQLWRU
'HZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHYDQKHW5&7$LQGHDFKWHUXLWNLMNPRQLWRUZHUNWRRN
V\QFKURRQPHWKHWGRGHKRHNPRQLWRU %60 ZDDUVFKXZLQJVLQGLFDWLHODPSMHRSGH
SRUWLHUVSLHJHOV
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(

%HSDDOGHPRGHOOHQ

Page 329 of 875

0HW

Page 330 of 875

•Er heeft zich een grote hoeveelheid sneeuw of ijs verzameld op de achterbumper nabij
een radarsensor (achter).
•Rijden gedurende langere perioden op met sneeuw bedekte wegen.
•De temperatuur in de buurt van de radarsensoren is buitengewoon hoog als gevolg van
het langdurig rijden op hellingen tijdens de zomer.
•De accuspanning is afgenomen.
•Onder de volgende omstandigheden kunnen de radarsensoren (achter) geen grote
objecten bespeuren of kunnen deze moeilijk bespeurd worden.
•De rijsnelheid bij het achteruitrijden is ongeveer 15 km/h of hoger.
•Het detectiegebied van de radarsensor (achter) wordt gehinderd door een nabije muur
of geparkeerd voertuig. (Rijd achteruit tot een plaats waar het detectiegebied van de
radarsensor niet meer gehinderd wordt.)
Uw auto
•Er nadert een voertuig direct vanaf de achterzijde van uw auto.
Uw auto
•De auto staat op een helling geparkeerd.
Uw auto
•Direct nadat het dodehoekmonitorsysteem (BSM) in werking is gesteld via de
gebruikersinstellingen.
•Ontvangststoring door een radarsensor op een voertuig dat dichtbij is geparkeerd.
•In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn de dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingsindicatielampjes die op de portierspiegels zijn aangebracht te zien
branden/knipperen.
7LMGHQVKHWULMGHQ
L$&7,96(16(


Page:   < prev 1-10 ... 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 ... 880 next >