MAZDA MODEL MX-5 2015 Handleiding (in Dutch)

Page 301 of 615

5–5
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Handbediend type
Achterruitverwarmingsschakelaar
LuchtinlaatkeuzeschakelaarAanjagerregelknop
Temperatuurregelknop
A/C schakelaar
Achterruitverwarmingsschakelaar Luchtinlaatkeuzeschakelaar
A/C schakelaarFunctiekeuzeregelknop
Aanjagerregelknop Temperatuurregelknop Functiekeuzeregelknop Type A
Type B
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 302 of 615

5–6
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Regelschakelaars
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur. Draai
deze rechtsom voor verhoging van
temperatuur en linksom voor verlaging
van temperatuur.
OPMERKING
(Type A)
Wanneer de modus ingesteld is op
,
of in een stand er tussen in met de
aanjagerregelknop in een andere stand
dan 0 en de temperatuurregelknop in de
laagste stand, wordt de
luchtinlaatkeuzeschakelaar op de stand
voor gerecirculeerde lucht ingesteld en
wordt de airconditioning automatisch
ingeschakeld.
Als airconditioning niet gewenst is,
op de A/C schakelaar drukken om de
airconditioning uit te schakelen.
Aanjagerregelknop
De aanjager heeft zeven snelheden.
Functiekeuzeregelknop
Draai de functiekeuzeregelknop voor het
kiezen van de luchtstroomfunctie (pagina
5-4 ).
OPMERKING
  De functiekeuzeregelknop kan
ingesteld worden op de tussenstanden
(
) tussen elke modus. Stel de
regelknop in op een tussenstand als u
de luchtstroom tussen de twee
standen wilt verdelen.
  Wanneer bijvoorbeeld de
functiekeuzeregelknop in de
stand
tussen de standen
en staat, is de
luchtstroom vanaf de vloer minder
dan die van de
positie.
A/C schakelaar
Druk de A/C schakelaar in om de
airconditioning in te schakelen. Het
indikatielampje op de schakelaar gaat
branden, zodra de aanjagerregelknop
op een willekeurige stand behalve OFF
ingesteld wordt.
Druk voor het uitschakelen van de
airconditioning de schakelaar nogmaals in.
OPMERKING
Wanneer de buitentemperatuur in
de nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet gebruiken.
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
De standen voor aanvoer van buitenlucht
of recirculerende lucht kunnen worden
gekozen. Druk op de schakelaar voor het
kiezen van de stand voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 303 of 615

5–7
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Stand voor gerecirculeerde lucht
(indikatielampje is aan)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
Gebruik deze stand bij het rijden door
tunnels, bij het rijden in druk verkeer
(plaatsen met hoge concentraties van
uitlaatgassen) of wanneer snelle koeling
gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(indikatielampje is uit)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand voor
ventilatie of ontdooien van de voorruit.
WAARSCHUWING
Bij koud of regenachtig weer de
stand niet gebruiken:
Gebruik van de
stand bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de ruiten
veroorzaakt. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
Verwarming
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht.
3. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor verwarmde lucht.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.
OPMERKING
  Wanneer de voorruit beslaat, de
functiekeuzeregelknop in de stand
zetten.  Indien koelere lucht op
gezichtsniveau gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in de stand
zetten en de temperatuurregelknop
afstellen zodat een optimaal comfort
gehandhaafd blijft.
  De lucht die naar de vloer stroomt
is warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
Koeling (Met airconditioning)
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor koude lucht.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Schakel de airconditioning is door het
indrukken van de A/C schakelaar.
5. Stel nadat het koelen is begonnen
de aanjagerregelknop en
temperatuurregelknop naar wens af
voor het handhaven van de meest
comfortabele temperatuur.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 304 of 615

5–8
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
OPGELET
Als de airconditioning wordt
gebruikt tijdens het oprijden van
lange hellingen of in druk verkeer,
het waarschuwingslampje voor
motorkoelvloeistoftemperatuur in het
oog houden om te zien of dit oplicht of
knippert (pagina 4-33 ).
De airconditioning kan dan
oververhitting van de motor
veroorzaken. Schakel de airconditioning
uit, indien het waarschuwingslampje
oplicht of knippert (pagina 7-26 ).
OPMERKING

 Zet wanneer maximale koeling
gewenst is de temperatuurregelknop
in de laagste stand, zet de
luchtinlaatkeuzeschakelaar in
de stand voor gerecirculeerde
lucht en draai vervolgens de
aanjagerregelknop volledig rechtsom.
  Indien warmere lucht op vloerniveau
gewenst is, de functiekeuzeregelknop
in de
stand zetten en de
temperatuurregelknop afstellen zodat
een optimaal comfort gehandhaafd
blijft.
  De lucht die naar de vloer stroomt
is warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
Ventilatie
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht.
3. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.
WAARSCHUWING
De voorruit niet ontwasemen met
behulp van de stand met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht:
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien dit
het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben. Zet bij
gebruik van stand
de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 305 of 615

5–9
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
OPMERKING
  Schakel voor maximale ontwaseming
de airconditioning in, zet de
temperatuurregelknop in de hoogste
stand en draai de aanjagerregelknop
volledig rechtsom.
  Indien warme lucht bij de
voetenruimte gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in stand
zetten. (Type A) Wanneer de aanjagerregelknop op
ON staat en de
functiekeuzeregelknop in de stand
staat, wordt de stand voor aanvoer
van buitenlucht automatisch gekozen.
 (Type B) Wanneer de aanjagerregelknop op
ON staat en de
functiekeuzeregelknop in de stand
staat, wordt de stand voor aanvoer
van buitenlucht automatisch gekozen.
De luchtinlaatkeuzeschakelaar kan
niet veranderd worden naar de stand
voor gerecirculeerde lucht.
Ontvochtigen (Met
airconditioning)
Schakel de airconditioning bij koel
of koud weer in om de voorruit en de
zijruiten te helpen ontwasemen.
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
gewenste stand.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht.
3. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Schakel de airconditioning is door het
indrukken van de A/C schakelaar.
OPMERKING
Eén van de functies van de
airconditioning is ontvochtiging van
de lucht, en voor het gebruik van deze
functie hoeft de temperatuur niet op
koud ingesteld te worden. Dus stel de
temperatuurregelknop in op de gewenste
stand (warm of koud) en schakel de
airconditioning in wanneer u de lucht in
het interieur wenst te ontvochtigen.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 306 of 615

5–10
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Volautomatisch type
Achterruitverwarmingsschakelaar LuchtinlaatkeuzeschakelaarAanjagerregelknop
Temperatuurregelknop
A/C schakelaar
Achterruitverwarmingsschakelaar Luchtinlaatkeuzeschakelaar A/C schakelaarFunctiekeuzeregelknop
Aanjagerregelknop Temperatuurregelknop Functiekeuzeregelknop Type A
Type B
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 307 of 615

5–11
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Regelschakelaars
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur. Draai
deze rechtsom voor verhoging van
temperatuur en linksom voor verlaging
van temperatuur.
Aanjagerregelknop
De aanjager heeft zeven snelheden.
AUTO stand
De hoeveelheid luchtstroom wordt
automatisch geregeld overeenkomstig de
ingestelde temperatuur.
Behalve AUTO stand
De hoeveelheid luchtstroom kan afgesteld
worden op het gewenste niveau door de
regelknop te draaien.
0 positie
Zet de regelknop op 0 om het systeem uit
te schakelen.
Functiekeuzeregelknop
Draai de functiekeuzeregelknop voor het
kiezen van de luchtstroomfunctie (pagina
5-4 ).
AUTO stand
De luchtstroomfunctie wordt automatisch
op de gekozen temperatuur afgesteld.
Behalve AUTO stand
De stand voor de gewenste luchtstroom
kan worden gekozen door het draaien van
de regelknop.
OPMERKING
  Wanneer de luchtstroomfunctie
ingesteld is op stand
en de
temperatuurregelknop ingesteld is op
een gematigde temperatuur, wordt
verwarmde lucht naar de
voetenruimte gevoerd en komt er
lucht van een in vergelijking lagere
temperatuur door de middelste, linker
en rechter luchtuitlaatroosters naar
buiten.
  Wanneer de aanjagerregelknop op
ON staat en de
functiekeuzeregelknop in de stand
staat, wordt de airconditioning
automatisch ingeschakeld en wordt
de stand voor aanvoer van
buitenlucht automatisch gekozen om
de voorruit te ontwasemen.
A/C schakelaar
De airconditioning (koeling/ontvochtiging
functies) kan in- of uitgeschakeld worden
door het indrukken van de schakelaar
terwijl de aanjagerregelknop in een andere
stand dan 0 staat.
Wanneer de airconditioning in werking is
gaat het indikatielampje branden.
OPMERKING
Wanneer de buitentemperatuur in
de nabijheid komt van 0 °C, het
airconditioningsysteem niet gebruiken.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 308 of 615

5–12
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
De standen voor aanvoer van buitenlucht
of recirculerende lucht kunnen worden
gekozen. Druk op de schakelaar voor het
kiezen van de stand voor aanvoer van
buitenlucht of recirculerende lucht.
Stand voor gerecirculeerde lucht
(indikatielampje is aan)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
Gebruik deze stand bij het rijden door
tunnels, bij het rijden in druk verkeer
(plaatsen met hoge concentraties van
uitlaatgassen) of wanneer snelle koeling
gewenst is.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(indikatielampje is uit)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand voor
ventilatie of ontdooien van de voorruit.
WAARSCHUWING
Bij koud of regenachtig weer de
stand niet gebruiken:
Gebruik van de
stand bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de ruiten
veroorzaakt. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
Bediening van de automatische
airconditioning
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
AUTO stand.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in
de stand voor aanvoer van buitenlucht
(indikatielampje is uit).
OPMERKING
Als de stand voor recirculerende lucht
gedurende langere tijd wordt gebruikt bij
koud weer of hoge vochtigheid, bestaat
de kans dat de voorruit gemakkelijker
beslaat.
3. Zet de aanjagerregelknop in de AUTO
stand.
4. Druk de A/C schakelaar in om de
airconditioning in werking te stellen
(indikatielampje brandt).
5. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
6. Zet de aanjagerregelknop in de stand 0
om het systeem uit te schakelen.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 309 of 615

5–13
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
OPMERKING
  Wanneer de temperatuur op
maximum warm of koud wordt
ingesteld, zal de gewenste
temperatuur niet sneller worden
verkregen.
  Bij het kiezen van hete lucht, zal het
systeem de luchtstroom beperken
totdat deze is opgewarmd om te
voorkomen dat koude lucht uit de
luchtroosters wordt geblazen.
(Europees model) Stel voor een optimale
interieurtemperatuur de temperatuur
in op om en nabij 22,0. Stel af op de
gewenste temperatuur indien nodig.
(Behalve Europees model) Stel voor een optimale
interieurtemperatuur de temperatuur
in op om en nabij 25,0. Stel af op de
gewenste temperatuur indien nodig.
Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit
Zet de functiekeuzeregelaar in de stand
en draai de aanjagerregelknop naar de
gewenste snelheid.
In deze stand wordt de stand voor aanvoer
van buitenlucht automatisch gekozen en
wanneer de aanjagerregelknop op ON
staat wordt de airconditioning automatisch
ingeschakeld. De airconditioning voert dan
ontvochtig de lucht naar de voorruit en de
zijruiten (pagina 5-4 ). De hoeveelheid
luchtstroming zal toenemen.
WAARSCHUWING
Zet bij het ontwasemen de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht ( stand):
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien dit
het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
Gebruik de temperatuurregelknop om
de temperatuur van de luchtstroom
te verhogen en de ruit sneller te
ontwasemen.
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page 310 of 615

5–14
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Zonlicht/Temperatuursensor
Het airconditioningsysteem meet
de binnen- en buitentemperatuur en
het zonlicht. Op basis hiervan wordt
vervolgens de temperatuur van het
interieur ingesteld.
OPGELET
Zorg er voor dat geen van de sensors
gehinderd wordt, anders zal het
airconditioningsysteem niet juist
functioneren.
Zonlichtsensor
Interieurtemperatuursensor
.9@&7%/&@&EJUJPOJOEC

Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 ... 620 next >