infotainment OPEL AMPERA 2015 Handleiding Infotainment (in Dutch)
Page 25 of 83
Radio25
■ Als een radiozender met een ver‐keersinformatieservice wordt ge‐
vonden, licht [ TP] op het display op.
■ Verkeersberichten wordt afge‐ speeld op het ingestelde stemvo‐
lume door de knop CONFIG in te
drukken en vervolgens op de toet‐ sen Navigatie-instellingen en
Gesproken instructie te drukken.
■ Als de radioverkeersinformatieser‐ vice wordt ingeschakeld, wordt het
afspelen van cd's/dvd's en externe
bronnen gedurende het verkeers‐
bericht onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel de radioverkeerinformatie‐
service in en draai het volume van het Infotainmentsysteem helemaal terug.EON (Enhanced Other
Networks)
Met EON kunt u naar verkeersberich‐
ten luisteren ook als de zender waar‐
naar u luistert zelf geen verkeersin‐
formatie uitzendt. Als zulk een station
wordt ingesteld, wordt het weergege‐
ven als TP.
RDS configureren Om het menu voor de RDS-
configuratie op te roepen:
1. Druk op de CONFIG-toets.
2. Selecteer Radio en vervolgens
RDS-opties .
RDS in-/uitschakelen
Zet RDS op Aan of Uit. Activeren van
RDS biedt de volgende voordelen:
■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de geselec‐
teerde zender i.p.v. de frequentie.
■ Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative Fre‐
quency) altijd automatisch af op dezendfrequentie met de beste ont‐
vangst van de geselecteerde zen‐
der.
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ der geeft het Infotainmentsysteem
radiotekst weer die bijv. informatie
over het actuele programma kan
bevatten.
In- en uitschakelen van regio- instelling RDS moet zijn geactiveerd voor de
regio-instelling. Soms zenden RDS- zenders op verschillende frequenties
programma's uit die regionaal van el‐
kaar verschillen.
1. Zet Regionaal op Aan of Uit. Al‐
leen alternatieve frequenties (AF)
van dezelfde regionale program‐
ma's worden geselecteerd.
2. Is de regio-instelling uitgescha‐ keld, worden alternatieve fre‐
quenties voor de zenders gese‐
lecteerd zonder rekening te hou‐
den met regionale programma's.
Page 32 of 83
32Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie....................32
Audio afspelen ............................. 36
Afbeeldingen weergeven .............41Algemene informatie
Deze auto heeft een AUX-aansluiting
en een USB-aansluiting in de mid‐
denconsole om externe audiogege‐
vensbronnen aan te sluiten.
Voorzichtig
Laad via de USB-aansluiting geen toebehoren met USB-stekker op.
Door de warmteontwikkeling kan
het systeem minder goed gaan
werken of kan het Infotainment‐
systeem beschadigd raken.
Wijzig indien configurabel de in‐
stellingen van de apparatuur,
bijv. smartphones, zodanig dat de
USB-verbinding alleen wordt ge‐ bruikt voor gegevensoverdracht
en niet voor opladen.
Let op
Houd de aansluitingen altijd schoon
en droog.
AUX-ingang
Mogelijke externe audiobronnen zijn:
■ Laptop
■ Mp3-speler
■ Cassettespeler
Deze aansluiting is geen audio-uit‐
gang. Sluit geen hoofdtelefoon aan
op de AUX-ingang. Sluit hulpappara‐
ten aan terwijl het voertuig in de stand P (Parkeren) staat.
Page 33 of 83
Externe apparaten33
Sluit een 3,5 mm-kabel aan van het
hulpapparaat op de AUX-ingang. Wanneer een apparaat wordt aange‐
sloten, begint het systeem automa‐
tisch audio vanaf het apparaat af te
spelen via de luidsprekers van het
voertuig.
Ga als volgt te werk als er al een rand‐
apparaat aangesloten is, maar er mo‐ menteel een andere bron actief is:
■ Druk op SOURCE om door alle be‐
schikbare schermen met audio‐
bronnen te bladeren totdat het
bronscherm AUX is geselecteerd.
■ Gebruik stemherkenning en zeg "Front aux afspelen | Spelen AUX |
Spelen Voorkant AUX " om het
randapparaat te beluisteren. Stem‐
herkenning 3 61.
■ Druk op de Homepage op de
schermtoets AUX.
USB-poort
De USB-poort is geschikt voor het
aansluiten van een USB-massaop‐
slagapparaat of een Certified Win‐
dows Vista®/Media Transfer Protocol
(MTP)-apparaat.De USB-poort bevindt zich in de mid‐ denconsole.
Het USB-pictogram verschijnt wan‐ neer het USB-apparaat is aangeslo‐
ten.
USB-media-indelingen
De USB-poort ondersteunt de vol‐
gende media-indelingen:
■ MP3
■ Unprotected WMA
■ Unprotected AAC
Ook andere indelingen worden wel‐ licht ondersteund.
USB mp3-speler en USB-drives ■ De aangesloten USB mp3-speler en USB-drives moeten aan de USBMSC-specificatie voldoen (USB
Mass Storage Class).
■ Harde schijven worden niet onder‐ steund.
■ Het Infotainmentsysteem kan geen
muziek met schrijfbeveiliging af‐
spelen.■ Ondersteund bestandssysteem: FAT32.
■ De volgende beperkingen gelden voor de gegevens die opgeslagen
zijn op een USB mp3-speler of een USB-apparaat:
◆ Maximale mapstructuurdiepte: 8 niveaus.
◆ Maximaal aantal mp3/wma-be‐ standen dat kan worden weerge‐
geven: 10.000.
◆ De afspeellijstitems moeten als relatieve paden zijn opgemaakt.
◆ Het systeemkenmerk voor map‐ pen/bestanden dat audiogege‐
vens bevat, mag niet ingesteld
zijn.
Als u een USB-apparaat wilt afspe‐
len, gaat op een van de volgende ma‐
nieren te werk:
■ Sluit het USB-apparaat aan en het afspelen start.
■ Druk op de startpagina op de schermtoets Speeld nu.
Page 34 of 83
34Externe apparaten
■ Druk op SOURCE om te bladeren
totdat het bronscherm USB ver‐
schijnt.
■ Druk op 3 op de stuurbedie‐
ningsknoppen om Afspeellijsten,
Artiesten , Albums , Genres of
Nummers weer te geven. Stemher‐
kenning 3 61.
De volgende afspeellijstindelingen
worden ondersteund:
■ M3U (Standard en Extended)
■ iTunes, PLS (Standard)
■ WAX
■ ASX
■ RMP
Het Infotainmentsysteem onder‐
steunt het aansluiten van een mo‐ biele telefoon als USB-drive zolang
als de mobiele telefoon USB MSC on‐ dersteunt of ondersteuning voor
USB-diskdrives erop geactiveerd is.
Gracenote ®
Met Gracenote-technologie op het In‐
fotainmentsysteem beheert u en na‐
vigeert u door de muziekcollectie op USB-apparaten. Wanneer er eenUSB-apparaat met het Infotainment‐
systeem verbonden is, identificeert
Gracenote de muziekcollectie en ver‐ meldt deze de juiste gegevens over
album, naam van de artiest, genres
en cover art op het scherm. Eventueel
ontbrekende informatie wordt door
Gracenote aangevuld.Muziekbibliotheek doorzoeken met
stemherkenning
Gracenote verbetert het zoeken naar
en navigeren door muziek door het
identificeren van bands, artiesten en
albumnamen met een wellicht lastige uitspraak, ongewone spellingsvor‐
men en bijnamen als gesproken com‐
mando's voor toegang tot muziek.
Stemherkenning 3 61.Normaliseren
Normaliseren : helpt bij het verbeteren
van de nauwkeurigheid van stemher‐
kenning voor titels die bijna hetzelfde klinken. Het groepeert ook lange lijs‐ten genres in 10 algemeen bekende
genres. In de mediabibliotheek kun‐
nen bijvoorbeeld meerdere rockgen‐res voorkomen, normalisatie groe‐
peert deze alle in één rockgenre.
Normaliseren is standaard uit.
Ga als volgt te werk om
Normaliseren in te schakelen:
1. Druk op CONFIG of Instellingen
op het Homepage .
2. Druk op Radio-instellingen en ver‐
volgens op Gracenote-opties .
3. Druk op Normaliseren om in of uit
te schakelen.
Cover art
De database in Gracenote bevat co‐
ver art- of album art-informatie voor
de muziek op het USB-apparaat. Als
Page 35 of 83
Externe apparaten35
de muziek door Gracenote wordt her‐kend en cover art heeft, gebruikt Gra‐
cenote de cover art uit de ingebedde
database en toont deze op het Info‐
tainmentsysteem. Gebruikerspeci‐
fieke cover art wordt altijd als eerste
gebruikt. Als er geen cover art wordt
gevonden, gebruikt Gracenote gen‐
reafbeeldingen of foto's van artiesten.Meer van dit
De Gracenote-database bevat attri‐
buten voor muziek, bijv. genre, mu‐
ziekperiode, regio, soort artiest, stem‐
ming, enz. Gebruik dit voor het creë‐
ren van een afspeellijst van maximaal
30 songs "zoals" de momenteel be‐
luisterde song. Deze afspeellijst
wordt opgeslagen in het menu
Afspeellijsten wanneer het apparaat
weer wordt verbonden. Als er songs
van het apparaat worden verwijderd,
slaat het systeem deze songs simpel‐ weg over en speelt het de volgende
beschikbare song af. Gebruik het
aanraakscherm of stemherkenning
om een "Meer van dit" afspeellijst te creëren. Stemherkenning 3 61.Gracenote indexering
Terwijl Gracenote indexeert, zijn er
Infotainmentfuncties beschikbaar,
zoals het selecteren van muziek uit
het menu. Muziek via stemherken‐
ning is niet beschikbaar totdat het In‐
fotainmentsysteem het apparaat ge‐ heel heeft geïndexeerd. Bij apparaten
met meer muziek kan het indexeren
meer tijd in beslag nemen. Bij de eer‐
ste keer aansluiten op het Infotain‐
mentsysteem gaat het apparaat in‐
dexeren. Als Indexeren van het
scherm verdwijnt, is het Infotainment‐
systeem gereed voor het ondersteu‐
nen van zoeken naar muziek. Bij de
volgende keer aansluiten of de vol‐
gende contactcyclus verschijnt In‐
dexeren kort op het scherm. Het Info‐ tainmentsysteem zoekt naar wijzigin‐
gen in het apparaat en stelt de mu‐
zieklijst op. Als er geen wijzigingen
zijn, is het zoeken naar muziek via
stemherkenning beschikbaar. Het In‐
fotainmentsysteem gaat indexeren
en slaat twee apparaten met maxi‐
maal 10.000 songs op elk apparaat
op.Afbeeldingsfunctie USB
Afbeeldingen kunnen alleen met
USB-apparaten worden bekeken. Zet afbeeldingen op een SD card over op
een USB-apparaat of gebruik een
USB-SD-adapter. Bestanden van
meer dan ongeveer vier megapixel
worden wellicht niet weergegeven.
Alleen jpeg-, bmp-, gif- en png-be‐
standen worden ondersteund.
Bestandssysteem en namen
De songs, artiesten, albums en gen‐
res worden uit de songinformatie van
het bestand gehaald en worden al‐
leen weergegeven als ze aanwezig
zijn. Het Infotainmentsysteem geeft
de bestandsnaam als de tracknaam
weer als de songinformatie niet be‐
schikbaar is.
Audio via Bluetooth
Indien aanwezig, kan er muziek van
een gekoppeld Bluetooth-apparaat
worden afgespeeld.
Bluetooth-verbinding 3 68.
Page 38 of 83
38Externe apparaten
Verbind een iPod als volgt:1. Verbind één uiteinde van de stan‐
daard iPod USB-kabel met de
dockconnector van de iPod.
2. Sluit het andere uiteinde aan op de USB-poort in de middencon‐
sole.
Informatie over de muziek op de iPod
verschijnt op het display van het Info‐ tainmentsysteem en de muziek wordt
afgespeeld via het audiosysteem van
de auto.
De batterij van de iPod herlaadt auto‐
matisch wanneer het voertuig is inge‐
schakeld. De iPod sluit af en stopt met opladen wanneer de auto wordt afge‐ sloten.
Als uw iPod niet wordt ondersteund,
kunt u de muziek erop nog steeds be‐
luisteren door de iPod aan te sluiten
op de AUX-ingang met een standaard
stereokabel van 3,5 mm.iPod-menu
Gebruik iPod-menu voor selecteren
van:
Door elkaar : druk hierop om de titels
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw om willekeurige volg‐
orde te stoppen.
Vergelijkbare nummers afspelen :
Hiermee kan het Infotainmentsys‐
teem afspeellijsten aanmaken met
songs/tracks die op de nu beluisterde
lijken. Het Infotainmentsysteem
creëert een afspeellijst met maximaal 30 gelijksoortige songs. De afspeel‐
lijst verschijnt in de Afspeellijsten-ca‐
tegorie van het menu voor later be‐
luisteren.
1. Druk hierop voor automatisch cre‐
eren van een afspeellijst voor
songs die op de nu beluisterde lij‐
ken.
2. Op het display verschijnt "Afspeellijst succesvol
aangemaakt " en het systeem blijft
de huidige song afspelen.
Afspeellijst verwijderen : druk hierop
om een nieuw aangemaakte afspeel‐
lijst te wissen.
Afspeellijsten :
1. Druk op deze toets om de afspeel‐
lijsten op het apparaat te bekijken.
2. Selecteer de naam van een af‐ speellijst om een lijst met alle mu‐
zieknummers uit de afspeellijst te
bekijken.
3. Selecteer een muzieknummer uit de lijst om het afspelen te begin‐
nen.
Page 40 of 83
40Externe apparaten
Spreek voor het gebruiken van stem‐
herkenning of het afspelen van mu‐
ziek een mediacommando en dan
" Artiest afspelen. ", "Album afspelen ",
" Liedje afspelen. " of "Genre
afspelen. " uit.
Stemherkenning 3 61.
Problemen oplossen met
iPhone, iPod Touch en iPad
Wanneer een iPhone, iPod Touch of
iPad via USB en Bluetooth verbonden
is, klinkt er bij het selecteren van de
iPod-bron op het Infotainmentsys‐
teem wellicht geen audio. Als er tij‐
dens het beluisteren van de iPod-
bron een gesprek binnenkomt en er
geen audio voor de iPod achter de
bron is, ga dan naar het Airplay-pic‐
togram op het apparaat en selecteer
de dockconnector of ontkoppel de
dockconnector en sluit deze weer aan op het apparaat. Afhankelijk van de
versie van het besturingssysteem op
het apparaat kan sommige functiona‐
liteit verschillen.AUX-ingang
Ga als volgt te werk als er al een rand‐
apparaat aangesloten is, maar er mo‐ menteel een andere bron actief is:
■ Druk op SOURCE om door alle be‐
schikbare schermen met audio‐
bronnen te bladeren totdat het
bronscherm AUX is geselecteerd.
■ Gebruik stemherkenning en zeg "Front aux afspelen | Spelen AUX |
Spelen Voorkant AUX " om het
randapparaat te beluisteren.
Stemherkenning 3 61.
■ Druk op de Homepage op de
schermtoets AUX.
Audio via Bluetooth
Indien aanwezig, kan er muziek van
een gekoppeld Bluetooth-apparaat
worden afgespeeld.
"Een telefoon/apparaat koppelen" on‐ der Bluetooth 3 68.Muziek via een Bluetooth-apparaat
afspelen:
1. Schakel het apparaat in en koppel
en verbind het.
2. U kunt muziek op een van de vol‐
gende manieren starten:
◆ Druk op de Homepage op de
schermtoets Bluetooth Audio .
◆ Druk op SOURCE totdat
Bluetooth Audio wordt geselec‐
teerd.
◆ Druk op de knop SRC op de stuurbedieningsknoppen totdat
Bluetooth Audio geselecteerd
is. Stuurbedieningsknoppen
3 5.
◆ Gebruik stemherkenning 3 68.
De muziek kan worden bediend met
de Infotainment-bedieningsorganen
of bedieningsorganen op het appa‐
raat. Wanneer een telefoon door au‐
dio via Bluetooth met het systeem
verbonden is, zijn de telefoonsignalen en -geluiden wellicht niet hoorbaar op
de telefoon totdat Bluetooth wordt
ontkoppeld. Signaalfuncties kunnen
Page 41 of 83
Externe apparaten41
per telefoon variëren. Controleer de
informatie van de fabrikant van de te‐
lefoon voor ondersteuning van signa‐ len.
Menu Bluetooth Audio
Druk op de schermtoets Menu en het
volgende kan verschijnen:
Door elkaar : Druk op de knop
TUNE/MENU om de willekeurige
volgorde in of uit te schakelen. Niet alle apparaten ondersteunen de func‐ tie Willekeurige volgorde.
Bij het selecteren van Bluetooth
Audio werkt de interne muziekspeler
van het Bluetooth-apparaat afhanke‐
lijk van de status van het apparaat
wellicht niet. Bij alle apparaten werkt
het starten en afspelen van audio an‐ ders. Controleer bij het afspelen van
audio via Bluetooth op het Infotain‐
mentsysteem of de juiste audiobron
op het apparaat wordt afgespeeld.
Wanneer de auto stil staat, gebruik
dan het apparaat om het afspelen te
starten.Wanneer u Bluetooth Audio als bron
selecteert, kan het Infotainmentsys‐
teem omschakelen naar het scherm
Onderbroken zonder dat er audio
klinkt. Druk op het apparaat op Afspe‐
len of druk op r om het afspelen te
starten. Dit kan gebeuren afhankelijk van hoe het apparaat via Bluetooth
communiceert.
Sommige telefoons ondersteunen het
verzenden van informatie over strea‐
ming audio via Bluetooth voor weer‐
gave op het Infotainmentsysteem.
Wanneer het Infotainmentsysteem
deze informatie ontvangt, controleert
het of er album art beschikbaar is en
geeft de radio deze weer.
Controleer bij het afspelen van mu‐
ziek op het Infotainmentsysteem
vanaf een Bluetooth-apparaat of het
Bluetooth-apparaat gedeblokkeerd is en of de gewenste muziek-app op het startscherm verschijnt.
Bij iPhone/iPod touch en iPad appa‐
raten werkt audio via Bluetooth niet
als het apparaat tegelijkertijd via USB
en Bluetooth verbonden is.Afbeeldingen weergeven
U kunt afbeeldingen van een USB-
apparaat bekijken.
Let op
Voor uw eigen veiligheid werken
sommige functies onderweg niet.
Afbeeldingen kunnen alleen met
USB-apparaten worden bekeken. Zet afbeeldingen op een SD card over op
een USB-apparaat of gebruik een
USB-SD-adapter.
Een niet-gecomprimeerd fotoformaat
van maximaal 5 MB wordt onder‐
steund, maar gebruik hiervoor een cameraresolutie van maximaal
4 Megapixel.
Alleen jpeg-, bmp-, gif- en png-be‐ standen worden ondersteund.
1. Druk op de Homepage op de
schermtoets Afbeeldingen .
2. Het systeem zoekt naar de map‐ pen met afbeeldingen. Het bericht" Een ogenblik geduld " verschijnt
totdat het zoeken voltooid is.
Page 61 of 83
Stemherkenning61StemherkenningStemherkenning ........................... 61Stemherkenning
Door stemherkenning kunt u de func‐ ties van het Infotainmentsysteem
handenvrij bedienen.
Stemherkenning kan worden gebruikt
wanneer het Infotainmentsysteem is
ingeschakeld of wanneer vertraagde
uitschakeling stroom actief is. Zie
"Vertraagde uitschakeling stroom" in
het Instructieboekje. Het systeem
heeft een minimumvolume.
Stemherkenning gebruiken 1. Druk de knop 3 op het stuur
even in. Het audiosysteem wordt
gedempt en u hoort een pieptoon. Een gesproken aanwijzing zegt
" Geef een commando. ". U kunt
het commando na de pieptoon uit‐
spreken.
Als er geen pieptoon is, zorg dan
dat het volume hoog staat.
Wanneer stemherkenning actief
is, verschijnt er rechtsboven ophet scherm van het systeem een
symbool w.
2. Spreek één van de commando's, die later in dit hoofdstuk worden
vermeld, duidelijk uit.
Druk twee keer op q/w op het
stuurwiel om de gesproken
promptberichten over te slaan.
Stemherkenning annuleren 1. Druk de bedieningsknop 4 op
het stuur even in om een com‐ mando te annuleren, als de res‐
pons van het systeem niet over‐
eenstemt met het gesproken
commando of zeg " Tot ziens | Dag
| Doeg | Doei " of "Annul. ".
2. Het systeem antwoordt " Tot ziens
| Dag | Doeg | Doei ".
Nuttige hints voor gesproken
commando's ■ Wanneer meerdere commando's beschikbaar zijn, kiest u het com‐
mando dat u het gemakkelijkst
vindt.
Page 62 of 83
62Stemherkenning
■Woorden tussen haakjes zijn optio‐
neel. Zo kunt u voor het commando " FM … instellen " zowel "Stem af op
" FM 87,7 " als "FM instellen " zeg‐
gen.
■ Bij herkenning van het commando voert het systeem de functie uit of
vraagt het u de keuze te bevesti‐
gen.
■ Wanneer het systeem het com‐ mando niet herkent, zegt het sys‐
teem " Pardon? ".
■ Als het systeem problemen heeft met het herkennen van een com‐
mando, bevestig dan dat het com‐
mando juist is. Probeer het com‐
mando duidelijk te uit te spreken of wacht even na de pieptoon.
■ Achtergrondlawaai bijv. een kli‐ maatregelingventilator die op hoog
staat, open ruiten en zeer hard la‐ waai buiten, zelfs als de ruiten ge‐
sloten zijn, kan ertoe leiden dat
spraakcommando's verkeerd wor‐
den begrepen.
■ Het systeem kan commando's her‐ kennen in verschillende talen, bijv.
Engels, Canadees Frans enSpaans. Het systeem herkent al‐
leen commando's op basis van de
geselecteerde taal.
Als u het stemvolume tijdens een
sessie voor stemherkenning wilt
verhogen of verlagen, draait u de
volumeknop van het Infotainment‐
systeem of drukt u op de volumes‐
tuurbedieningsknop. Als het vo‐
lume wordt aangepast tijdens een
sessie voor stemherkenning, ver‐
schijnt een balk voor het volume op het scherm dat het niveau van hetstemvolume toont naarmate het
wordt aangepast. Dit wijzigt ook het
volume van de gesproken begelei‐
ding.
■ Neem bij het gebruik van navigatie‐
commando's de tijd om het adres
uit uw hoofd te leren. Bij lang wach‐ ten vóór het geven van het adresherkent het systeem wellicht het re‐ sultaat niet of wordt u onbedoeld
naar een andere locatie begeleid.
■ Bij het vermelden van het huisnum‐
mer herkent het systeem zowel de
achtereenvolgende cijfers als ge‐sproken tekst. U kunt bijvoorbeeld
"3-0-0-0-1" of "Dertig duizend één"
zeggen.
■ Spreek als het systeem na diverse pogingen een bestemming in een
ander land aanbiedt het commando
" Land veranderen " uit en spreek
het gewenste land uit.
Hulp voor stemherkenning Als u de hulpsessie wilt starten,
spreekt u één van de hulpcomman‐
do's duidelijk uit.
Help : Het systeem speelt meer spe‐
cifieke helpcommando's af, bijv.
Radio-instellingen waaruit de gebrui‐
ker kan kiezen.
Radio : Gebruik dit commando om
meer te vernemen over hoe u een
band (AM of FM) selecteert en hoe u
van radiozender wijzigt door frequen‐
tienummers te zeggen.
Telefoon : Gebruik dit commando om
meer te vernemen over hoe u moet
kiezen, een apparaat koppelt of een
apparaat wist.