OPEL INSIGNIA BREAK 2017.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Page 41 of 313
Sleutels, portieren en ruiten39Algemene tips
Beveiligingsfunctie
Stuit het zonnedak tijdens het auto‐
matisch sluiten op een obstakel, dan
stopt het meteen en gaat het weer
open.
Beveiligingsfunctie negeren
Wanneer het sluiten moeilijk gaat,
bijv. vanwege ijs, dan moet u de scha‐ kelaar r zover mogelijk indrukken
en vasthouden. Het zonnedak sluit
met gedeactiveerde beveiligingsfunc‐
tie. Om de beweging te stoppen, laat
u de schakelaar los.
Zonnedak van buitenaf sluiten
U kunt het zonnedak op afstand van
buitenaf sluiten.
Houd e gedurende meer dan twee
seconden ingedrukt om het zonnedak
te sluiten.
Laat de toets los om de beweging te
stoppen.
Initialiseren na uitvallen van stroom
Na een stroomonderbreking kan het
zonnedak slechts beperkt bediend
worden. Laat het systeem door de
werkplaats initialiseren.
Page 42 of 313
40Stoelen, veiligheidssystemenStoelen,
veiligheidssysteme
nHoofdsteunen .............................. 40
Voorstoelen .................................. 42
Stoelpositie ................................ 42
Handmatige stoelverstelling ......43
Elektrische stoelverstelling ........45
Armsteun ................................... 48
Verwarming ............................... 49
Ventilatie .................................... 49
Massage .................................... 50
Achterbank ................................... 50
Armsteun ................................... 50
Verwarming ............................... 51
Veiligheidsgordels .......................51
Driepuntsgordel ......................... 52
Airbagsysteem ............................. 54
Frontaal airbagsysteem .............57
Zijdelings airbagsysteem ...........57
Gordijnairbagsysteem ...............58
Airbag deactiveren ....................58Kinderveiligheidssystemen ..........60
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 63
Voetgangersbeschermingssys‐
teem ............................................. 67
Actieve motorkap .......................67Hoofdsteunen
Stand9 Waarschuwing
Alleen met correct ingestelde
hoofdsteunen rijden.
De bovenzijde van de hoofdsteun moet op gelijke hoogte zijn als de
bovenzijde van het hoofd. Is dit bij
zeer lange personen niet mogelijk,
dan de hoofdsteun in de hoogste
Page 43 of 313
Stoelen, veiligheidssystemen41stand zetten (bij zeer kleine personen
de hoofdsteun juist in de laagste
stand zetten).
Instellen
Hoofdsteunen van voorstoelen
Hoogteverstelling
Ontgrendelingsknop indrukken,
hoogte instellen, vastklikken.
Horizontale verstelling
Trek het kussen van de hoofdsteun
langzaam naar voren. Hij klikt vast in
verschillende posities.
U zet deze weer helemaal naar
achteren door deze geheel naar
voren te trekken en los te laten.
Hoofdsteunen van achterbank
Hoogteverstelling
Hoofdsteun omhoogtrekken of borg‐
veren indrukken om hoofdsteun te
ontgrendelen en omlaag te schuiven.
Hoofdsteunen achter wegnemen
Bijvoorbeeld om de bagageruimte te verlengen 3 71.
Page 44 of 313
42Stoelen, veiligheidssystemen
Druk beide pallen in, trek de hoofd‐
steun omhoog en verwijder deze.
Voorstoelen
Stoelpositie9 Waarschuwing
Alleen met een correct ingestelde
stoel rijden.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden
verstellen, omdat ze ongecontro‐
leerd kunnen bewegen.
9 Waarschuwing
Nooit voorwerpen onder de stoe‐
len plaatsen.
● Uw zitvlak zo dicht mogelijk naar de rugleuning schuiven. De
afstand tot de pedalen zo instel‐
len dat de benen bij het volledig
intrappen van de pedalen licht
gebogen zijn. De passagiersstoel
voorin zover mogelijk naar
achteren schuiven.
● Zithoogte zo instellen, dat u rondom een goed zicht hebt en
alle instrumenten goed kunt afle‐ zen. Tussen hoofd en dakframe
moet minstens een handbreedte
ruimte zitten. Uw dijen dienen
licht op de zitting rusten, zonder
druk uit te oefenen.
Page 45 of 313
Stoelen, veiligheidssystemen43● Uw schouders zo dicht mogelijknaar de rugleuning schuiven. Stel
de hoek van de rugleuning zo in
dat u het stuurwiel gemakkelijk
met licht gebogen armen kunt vastpakken. Bij het verdraaien
van het stuurwiel contact blijven houden tussen schouders en
rugleuning. De rugleuning mag
niet te ver achteroverhellen. De
aanbevolen hellingshoek
bedraagt maximaal ca. 25°.
● Stel de stoel en het stuur zodanig
op elkaar af dat wanneer uw pols
bovenop het stuur rust, uw arm
volledig is gestrekt en uw schou‐
ders de rugleuning raken.
● Stuurwiel instellen 3 80.
● Hoofdsteun instellen 3 40.
● De instelbare dijbeensteun zo instellen dat de afstand tussen de
rand van de zitting en de knie‐
holte ca. twee vingers breed is.
● Lendensteun zo instellen dat deze de natuurlijke vorm van de
wervelkolom ondersteunt.Handmatige stoelverstelling
Zorg bij het rijden dat de stoelen en
rugleuningen altijd vastgeklikt zijn.
Verstelling in de lengterichting
Aan handgreep trekken, stoel
verschuiven, handgreep loslaten.
Probeer de stoel heen en weer te
schuiven om er zeker van te zijn dat de stoel vergrendeld is.
Hoek van rugleuning
Aan handwiel draaien. Bij het verstel‐
len de rugleuning niet belasten.
Page 46 of 313
44Stoelen, veiligheidssystemenZithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog:stoel omhoogomlaag:stoel omlaagZithoek
Druk op de schakelaar
boven:voorkant omhoogonder:voorkant omlaagLendensteun
Stel de lendensteun op uw persoon‐
lijke wens af met de vierwegschake‐
laar.
Lendensteun omhoog en omlaag:
duw de schakelaar omhoog of
omlaag.
Meer of minder ondersteuning: duw de schakelaar naar voren of
achteren.
Page 47 of 313
Stoelen, veiligheidssystemen45Verstelbare dijbeensteun
Trek aan de hendel en verschuif de
dijbeensteun.
Elektrische stoelverstelling
9 Waarschuwing
Wees voorzichtig met de elektri‐
sche stoelverstelling. Er bestaat
gevaar voor letsel, vooral voor
kinderen. Er kunnen voorwerpen bekneld raken.
Houd de stoelen tijdens het
verstellen goed in de gaten. Inzit‐ tenden dienen hierover ingelicht te worden.
Verstelling in de lengterichting
Duw de schakelaar naar voren/
achteren.
Zithoogte
Duw de schakelaar omhoog/omlaag.
Zithoek
Page 48 of 313
46Stoelen, veiligheidssystemenKantel het voorste gedeelte van scha‐
kelaar omhoog/omlaag.
Hoek van rugleuning
Kantel de schakelaar naar voren/
achteren.
Lendensteun
Stel de lendensteun naar uw
persoonlijke wens af met de vierweg
schakelaar.
Lendensteun omhoog en omlaag:
duw de schakelaar omhoog of
omlaag.
Meer of minder ondersteuning: duw
de schakelaar naar voren of
achteren.
Verstelbare dijbeensteun
Trek aan de hendel en verschuif de
dijbeensteun.
Page 49 of 313
Stoelen, veiligheidssystemen47Zijkussen
Stel de breedte van de rugleuning
naar wens af.
Druk op e om de breedte van de
rugleuning te verminderen.
Druk op d om de breedte van de
rugleuning te vergroten.
Geheugenfunctie voor elektrische
stoelverstelling
U kunt twee verschillende bestuur‐
dersstoelinstellingen opslaan.
Opgeslagen instellingen 3 22,
persoonlijke instellingen 3 120.
Geheugenpositie opslaan
● Verstel de bestuurdersstoel naar wens.
● Houd MEM en 1 of 2 tegelijkertijd
ingedrukt tot er een signaal klinkt.
Geheugenstanden opvragen
Houd 1 of 2 ingedrukt tot de opgesla‐
gen stoelpositie is bereikt. Als de
toets tijdens het bewegen van de
stoel wordt losgelaten, wordt het
opvragen geannuleerd.
Geheugenstanden automatisch
opvragen
Geheugenstanden worden toegewe‐
zen aan de bestuurder (1 of 2) die de
betreffende sleutel gebruikt en
worden bij het inschakelen van het
contact automatisch opgeroepen. Daarbij geeft een bericht op het Driver
Information Center met behulp van de gebruikte sleutel het bestuurders‐
nummer aan. Als het contact meer
dan die keer achter elkaar wordt inge‐
schakeld met dezelfde sleutel,
verschijnt het bericht niet meer totdat
er een andere sleutel wordt gebruikt.
U beëindigt het opvragen van de
standen door een van de knoppen
voor het geheugen of de elektrisch
verstelbare stoelen in te drukken.
Voorwaarde is wel dat Personalisatie
door bestuurder en Automatisch
oproepen geheugen zijn geactiveerd
in de persoonlijke instellingen op het Info-Display.
Deze functie kan worden geactiveerd
of gedeactiveerd in de Persoonlijke
instellingen.
Page 50 of 313
48Stoelen, veiligheidssystemenSelecteer de betreffende instelling in
het menu Voertuig op het Info-
Display.
Info-Display 3 113.
Persoonlijke instellingen 3 120.
Uitstaphulp
Voor comfortabel uitstappen beweegt
de elektrisch verstelbare bestuur‐
dersstoel bij een stilstaande auto
naar achteren.
Schakel de uitstaphulp als volgt in:
● zet de keuzehendel in stand P
(automatische versnellingsbak)
● trek de handrem aan (handge‐ schakelde versnellingsbak)
● schakel het contact uit
● verwijder de sleutel uit het contact
● open het bestuurdersportier
Als het portier al open is, schakel dan
het contact uit om de uitstaphulp te
activeren.
U beëindigt de inname van de stand
door een van de knoppen voor het
geheugen of de elektrisch verstelbare stoelen in te drukken.Deze functie kan worden geactiveerd
of gedeactiveerd in de Persoonlijke
instellingen.
Selecteer de betreffende instelling in
het menu Voertuig op het Info-
Display.
Info-Display 3 113.
Persoonlijke instellingen 3 120.
Beveiligingsfunctie
Als de bestuurdersstoel in de bewe‐
ging op weerstand stuit, kan het
opvragen stoppen. Nadat u de belem‐
mering hebt verwijderd, houdt u de
geheugenstandtoets twee seconden
ingedrukt. Probeer de geheugen‐
stand weer op te vragen. Raadpleeg
een werkplaats als het opvragen niet werkt.
Overbelasting
Wordt de stoelverstelling elektrisch
overbelast, dan wordt de stroomvoor‐ ziening automatisch enige tijd onder‐
broken.Let op
Na een ongeluk waarin de airbags
zijn geactiveerd, worden de geheu‐
genfunctie van elke positieknop
uitgeschakeld.
Armsteun
Druk op de toets en klap de armsteun
omhoog. Onder de armsteun zitten
een opbergvak en een inductieve
oplader.
Inductief opladen 3 87.